Van alle Essenaren op arbeidsleeftijd (15-64 jaar volgens de internationale definities) waren er in 2004 maar 58,8% aan het werk. Met die werkzaamheidsgraad scoort Essen erg laag : slechts zes Vlaamse gemeenten doen het nog minder goed. Kalmthout haalt 64,0%, Wuustwezel zelfs 68,6%. Essen scoort een heel eind onder het Vlaamse gemiddelde. Meer nog : de Essense werkzaamheidsgraad sluit dichter aan bij het Waalse gemiddelde dan bij het Vlaamse. Essen ligt sociaal-economisch niet in Antwerpen, maar in het arrondissement Namen…

In 2000 spraken de Europese staats- en regeringsleiders in Lissabon af dat de werkzaamheidsgraad in Europa zo snel mogelijk naar 70% moet, liefst al tegen 2010. Alleen op die manier kan Europa in de context van de globalisering van de wereldeconomie “de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld (worden) die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang”. De “Lissabonstrategie” die hiervoor werd uitgewerkt, werd in 2005 versterkt en geconcentreerd op meer groei en meer werk.

De verschillende overheden werkten daarop allemaal een meerjarenplan uit : de nationale hervormingsprogramma’s. Ook Vlaanderen en België maakten een eigen hervormingsprogramma. Europa nodigde ook de andere bestuursniveaus uit om mee te werken via eigen programma’s. Essen moet daar werk van maken, want onze gemeente heeft een plan voor meer groei en meer werk dringend nodig. We hebben een grote achterstand, ook tegenover de buurgemeenten. Van Namen moeten we naar Lissabon !

N-VA/PLE neemt daarom de handschoen op. De voorbije jaren werd veel gepraat over lokale economie, maar de resultaten bleven uit. Eigenlijk zagen we op het terrein, ondanks veel mooie woorden, alleen bedrijfssluitingen. Daarvoor is het gemeentebestuur natuurlijk niet alleen verantwoordelijk. Maar er is wel een meer doordachte aanpak nodig om de sociaal-economische draagkracht van onze gemeente te versterken.

Wij willen alvast onze verantwoordelijkheid niet ontlopen. Daarom moet lokale economie in de volgende bestuursperiode meer worden dan een politieke pasmunt. Nu verhuisde de bevoegdheid binnen het schepencollege van de ene naar de andere. Wij willen één schepen voor lokale economie en werkgelegenheid, met een sterke visie, die binnen het college de motor kan zijn van een doordacht en pro-actief beleid. Daarnaast moet ook binnen de gemeentelijke diensten een dienst voor lokale economie en werkgelegenheid worden opgericht, met twee voltijdse specialisten : een ondernemingsconsulent en een werkconsulent.