Om Essen leefbaar te houden, moet ook aan de verkeersveiligheid worden gedacht. Daarbij geldt voor ons het “STOP”-principe : stappen, trappen, openbaar vervoer, privé-vervoer. Eerst krijgt de wandelaar prioriteit, vervolgens de fietser, de bus en dan pas de auto. Een consequente naleving daarvan betekent dat op een aantal plaatsen nog werk moet worden gemaakt van een degelijk voetpad. Bovendien moeten de belangrijkste winkelstraten in onze gemeente in de eerste plaats op maat van de voetganger en de fietser worden ingericht. Met bredere voetpaden, veilige oversteekplaatsen en gebruiksvriendelijke fietsenstallingen.
Ook de ontbrekende fietspaden moeten worden aangelegd. Daarbij denken we in de eerste plaats aan een fietspad langs de Moerkantsebaan (met een aftakking naar Wouw), en aan het fietspad langs de spoorlijn. Ook de fietsverbinding Molenakkerstraat – Statieboske – station willen we realiseren. Aan de noordkant van het station willen we een fietsersbrug (passerelle) om van daaruit een verbinding met het Sportpark te realiseren, en aan de zuidkant wordt het huidige “tunnelleke” aan de Kerkstraat rechtgetrokken om zo de veiligheid te verhogen.
We voorzien ook een fietsbrug over de Ringweg tussen Steenpaal en Nollekensstraat.
Ook naar -en in- het industrieterrein De Rijkmaker moeten fietspaden worden aangelegd. Om aan te moedigen dat op een veilige manier naar school wordt gefietst, krijgen alle leerlingen bij het begin van het schooljaar een veilige-school-fietsroutekaart.
Voorts moeten ook enkele fietspaden verbeterd worden. Daarom komt N-VA/PLE bijvoorbeeld op voor een breder tweerichtingsfietspad in de Oude Baan.
Wat het openbaar vervoer betreft, willen we ervoor pleiten dat de belbus ook tot in Horendonk zou rijden (daar komt ook de gewone lijnbus, maar overstappen is niet echt handig). Ook Berkenbeek zou een halte moeten worden voor de belbus Essen-Kalmthout, ook al ligt het (juist) in Wuustwezel. En het probleem van de verbinding per openbaar vervoer met Klina is eveneens nog niet geregeld. Bovendien moet Essen bij de NMBS blijven ijveren voor een verbetering van de treinverbinding met Antwerpen. Meer treinen, betere treinen (waarom moet Essen het met de oudste nog rijdende treinstellen doen ?), een stiptere verbinding en een nachttrein, zeker in het weekend. Daarnaast moet het systeem van de feestbussen, dat nu vanuit de jeugddiensten van Essen en de buurgemeenten wordt georganiseerd, verder versterkt en uitgebreid worden.
Wat het autoverkeer betreft, is N-VA/PLE er voorstander van om voor de hele gemeente een duidelijke realistische, afdwingbare en zichtbare zone-indeling te maken : heel Essen wordt een zone-70, met uitzondering van de dorpskommen waar de maximumsnelheid 50 km/u is. Met de zone-30 wordt zuinig omgesprongen : die wordt het liefst variabel ingevoerd (alleen op de uren dat het nodig is), en heeft enkel zin wanneer het straatbeeld eraan wordt aangepast. Als de straat “70” zegt, dan heeft het weinig zin dat de borden “30” opleggen. Maar dat is wel wat er bijvoorbeeld in de Moerkantsebaan gebeurt. Elke straat moet daarom in principe zo worden aangelegd dat je er nauwelijks harder kán rijden dan de toegelaten snelheid. Dat de auto daarbij hier en daar een stukje van zijn ereplaats in het dorpscentrum zal moeten inleveren, spreekt vanzelf. En uiteraard zijn ook controles op de maximumsnelheid noodzakelijk (zie de programmatekst rond veiligheid).
Ook de komende jaren zullen heel wat wegenwerken moeten gebeuren. In de eerste plaats moet er daarbij meer aandacht komen voor de bewoners. Alle plannen moeten op voorhand met hen besproken worden – dat betekent dus : vóór ze worden getekend. Dat kan o.m. via de wijkcommissies (zie de programmatekst over beter besturen). Bij de start van de werken komt er opnieuw een info-avond, met de bouwheer en de aannemers. De werken zullen zoveel mogelijk in fases worden uitgevoerd, en om de hinder te beperken zullen ook –in de mate van het mogelijke- boetes worden opgelegd bij het overschrijden van de voorziene einddatum. Ook aan de signalisatie van omleidingswegen bij werkzaamheden kan trouwens best wat meer aandacht besteed worden.
We hebben al aangehaald dat voor wegenwerken vooral de kwaliteit van het resultaat telt : wordt de eigenheid van het straatbeeld gerespecteerd, wordt het er veiliger en aangenamer om te
wonen ? We willen bovendien af van gemakkelijkheidsoplossingen die vaak eerder een stap achteruit dan één vooruit zijn, zoals varkensruggen of fietssuggestiestroken.
Een degelijk verkeersbeleid is maar zinvol als er geen onnodig verkeer wordt aangetrokken en als er vóór de inplanting van voorzieningen over de mobiliteitsgevolgen wordt nagedacht. Zo moeten de verkeersgevolgen van het winkellint aan het Spijker worden opgevangen door de aanleg van parallelwegen met zo weinig mogelijk op- en afritten. De kruispunten viaduct – Hemelrijk – Moerkantsebaan – Heikantlaan, en kort daarna ook Vossenboslaan – Maststraat zijn nu al erg druk. Er zijn bovendien verschillende op- en afritten (drankenhandel Van Oevelen, RVT Sint-Michaël, Sint-Jozefschool…). Het lijkt ons niet verstandig daar veel bijkomend verkeer naartoe te trekken, en dat beperkt dus de mogelijkheden voor grootschalige projecten aan de spoorwegloods en in het Sportpark. In het algemeen willen we trouwens maar uitzonderlijk evenementen naar Essen halen die veel verkeer aantrekken. Een evenementenhal die systematisch grote aantallen auto’s naar onze gemeente haalt, zien we niet zitten. |
|
Naar Nederland
Essen is sterk verbonden met de omliggende Nederlandse gemeenten, maar dat blijkt lang niet altijd uit het verkeersnetwerk. Zo kunnen een aantal fietsverbindingen nog verbeterd worden, om zo Essen aantrekkelijk te maken voor de fietstoeristen uit Zuid-Nederland.
Ook de treinverbinding naar Roosendaal kan beter : twee treinen per uur zou niet overdreven zijn, en de grenstarieven zijn onredelijk hoog.
Vroeger was Kerkeneind bovendien een halte voor de Nederlandse lijnbus. In overleg met Nederland moet Essen ijveren voor de herinvoering van die halte. |