Ook de scholen nemen een belangrijke plaats in het Essense socio-culturele leven in. N-VA/PLE hecht veel belang aan goed onderwijs. Alleen een goede schoolopleiding kan er immers voor zorgen dat de kinderen en jongeren van vandaag zich kunnen ontplooien in de maatschappij van morgen en het Essen van de toekomst kunnen dragen. Daarom willen we scholen die midden in onze lokale samenleving staan. N-VA/PLE pleit voor de “brede school”, die samenwerkt met het gemeentebestuur en met het lokale verenigingsleven.

De opdeling van de scholen in verschillende “netten” vinden we bovendien voorbijgestreefd, al zal het gemeentebestuur daar op zich niet zoveel aan kunnen veranderen. Maar we kunnen de lokale scholen alvast helpen om niet in hokjes te denken.

N-VA/PLE wil daarom op regelmatige basis alle Essense scholen samenbrengen in een scholenoverleg, waarvoor we zowel de directies als de oudercomités uitnodigen. Op die manier kunnen afspraken worden gemaakt met het gemeentebestuur en kan er ook onderling worden samengewerkt. Het overleg wordt ondersteund door de gemeentelijke onderwijsdienst, die op die manier breder kan werken dan uitsluitend voor de eigen gemeentelijke scholen.

In de eerste plaats vinden we het essentieel dat de schoolinfrastructuur beter wordt benut, door ze na de schooluren open te stellen voor sportverenigingen, jeugdbewegingen en socio-culturele organisaties. Daarbij willen we de gemeentelijke diensten (sportdienst, cultuurdienst…) de rol van bemiddelaar geven. De school maakt afspraken met de gemeente, en die zorgt er vervolgens voor dat de verenigingen in de school terechtkunnen. Op die manier heeft de school altijd een duidelijk aanspreekpunt, ook als er eens iets mis zou lopen.

Als de infrastructuur gedeeld wordt, kan er ook samen in worden geïnvesteerd, en kan het gemeentebestuur een deel van het onderhoud op zich nemen. Op die manier wordt voor iedereen een win-win-situatie gecreëerd. Verder kunnen de verenigingen die op deze manier in de school actief zijn, ook bij het schoolleven betrokken worden. Zo kunnen naschoolse sportactiviteiten of initiaties worden georganiseerd, of kan een kennismaking met de jeugdbeweging worden opgezet op woensdagnamiddag. De school zou voor een opendeurdag of een feest op de verenigingen een beroep kunnen doen. Ook overleg tussen de leerkrachten van de school en de begeleiders van de verenigingen kan in een aantal situaties wellicht zinvol zijn. Vanuit de mentaliteit van een “brede school” kunnen wellicht ook nieuwe verenigingen het levenslicht zien.

Via het scholenoverleg kunnen de scholen ook hun inbreng hebben in het verkeersveiligheidsbeleid, en kunnen contacten met het lokale bedrijfsleven worden georganiseerd. Het overleg kan er ook voor zorgen dat alle Essense scholen door het gemeentebestuur gelijk worden behandeld, en dat niet elke vraag vanuit een school via een eenmalige regeling moet worden beantwoord. Door een kader te creëren wordt het bovendien voor de scholen duidelijk dat wie rekent op gemeentelijke ondersteuning, ook bereid moet zijn om met het gemeentebestuur samen te werken.

De scholen die door de gemeente zelf worden bestuurd zijn in Vlaanderen de “duurdere” scholen. Ze ontvangen vaak meer overheidsgeld dan de gemeenschapsscholen, en zeker meer dan de vrije scholen. Onderwijs mag geld kosten, maar het moet verantwoord blijven. Ook de gemeenteschool van Wildert heeft op een aantal vlakken vrij hoge kosten, in vergelijking met de gemiddelde vrije of gemeenschapsschool. Via een financiële doorlichting wil N-VA/PLE de komende jaren tot een kostenbeheersing komen, vanzelfsprekend zonder op het vlak van de kwaliteit van het onderwijs toegiften te doen. Als het niet mogelijk blijkt om de kostenstructuur van WIGO grotendeels op één lijn te krijgen met die in de andere netten, is het wellicht onvermijdelijk om aan de overdracht naar het vrije net of naar het gemeenschapsonderwijs te denken.