Soms lijkt het wel of Essen maar door enkele mensen wordt bestuurd : de burgemeester, één of twee schepenen die echt iets te zeggen hebben, en dan nog enkele partijbonzen uit de meerderheid. Nochtans gaat de kiezer op 8 oktober naar de stembus om 25 gemeenteraadsleden te kiezen. Het zou jammer zijn om de capaciteiten van die 25 mensen niet te gebruiken. Toch lijkt het al te dikwijls of ze er alleen maar zitten om de beslissingen van het schepencollege “in te zegenen”. Dat willen we veranderen door de gemeenteraad te versterken. De raad is immers het centrum van de gemeentelijke democratie.
Dat kan in de eerste plaats door de gemeenteraad een eigen voorzitter te geven, zoals het nieuwe gemeentedecreet dat mogelijk maakt. N-VA/PLE wil dat over die voorzitter een consensus wordt gezocht, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen. De post mag zeker niet als troostprijs voor een gemist schepenambt worden gebruikt, maar gaat het best naar een raadslid met de nodige ervaring, die respect kan opbrengen voor de inbreng van iedereen.
Deze voorzitter vormt samen met de fractievoorzitters van de verschillende partijen en een afgevaardigde van het schepencollege het “bureau van de gemeenteraad”. Dit bureau stelt de agenda samen en maakt daarbij de nodige afspraken over de manier waarop belangrijke debatten zullen worden gevoerd. Zo is het logisch dat na de toelichting van de indiener van een voorstel (een raadslid of een schepen) eerst alle fracties -die dat willen- het woord krijgen, en pas daarna het schepencollege. Op die manier geraken we af van het fenomeen van de “zwijgende meerderheid”. Ook de raadsleden van de meerderheidspartijen moeten immers aan hun kiezers uitleggen waarom ze voorstellen goed- of afkeuren.
Het is belangrijk dat de raadsleden alle kansen krijgen om zelf voorstellen naar voren te brengen. Daarom krijgen ze de mogelijkheid zich (na afspraak met de gemeentesecretaris) hiervoor te laten bijstaan door de administratie. Bij de bespreking in de gemeenteraad worden voorstellen vanuit het schepencollege bovendien gelijk behandeld met voorstellen van raadsleden. Ook de raadsleden uit de meerderheid moeten aangemoedigd worden om voorstellen te doen, ook in samenwerking met raadsleden uit de oppositie. En wanneer een voorstel van een raadslid wordt goedgekeurd, moet hij of zij ook verder betrokken worden bij de uitvoering ervan.
Goede beslissingen moeten gebaseerd zijn op goede dossiers. Daarom wordt voor elk agendapunt een dossier samengesteld dat toelaat om de hele voorgeschiedenis ervan te begrijpen. Bovendien bevat elk dossier een ontwerptekst voor de beslissing van de raad, zodat het voor iedereen duidelijk is wat de exacte draagwijdte is. Deze dossiers liggen ter inzage van de raadsleden, maar ook van de burgers die dat wensen (met uitzondering van de persoonsgebonden zaken die in de gesloten zitting van de raad worden behandeld).
Ook de rol van de gemeenteraadscommissies moet geherwaardeerd worden. Ook deze krijgen een eigen voorzitter, en die posten worden evenredig over alle partijen verdeeld. Elke commissie wordt minstens drie maal per jaar samengeroepen, en alle raadsleden kunnen er voorstellen op de agenda plaatsen.
Naast de gewone commissies, per beleidsdomein, komt er een afzonderlijke commissie per wijk. Deze vergadert ook in de wijk. Naast de raadsleden kunnen geïnteresseerde burgers eraan deelnemen, als ze dat vooraf melden. De commissies worden ook opgevolgd door iemand van de administratie en door de wijkagent. Als dit systeem goed blijkt te werken, wordt aan de wijken een afzonderlijk budget toegekend waarmee verfraaiingswerkzaamheden, verkeersingrepen of bepaalde evenementen kunnen betaald worden.
Elke gemeenteraad wordt voorafgegaan door een vragenhalfuurtje. Daarvan wordt op dit ogenblik te weinig gebruikgemaakt, o.m. omdat de antwoorden niet altijd voldoen. Om dit stelsel te vereenvoudigen en aantrekkelijker te maken, wordt het vragenhalfuurtje samengevoegd met de rondvraag op het einde van de gemeenteraad. Daarbij krijgen niet alleen de raadsleden, maar alle aanwezigen het recht om vragen te stellen (voor niet-raadsleden wordt dit beperkt tot één vraag per persoon). Om een vraag te kunnen stellen is geen voorafgaande melding nodig. Op de vragen wordt in de mate van het mogelijke onmiddellijk geantwoord, en in elk geval wordt binnen de maand voor een gemotiveerd schriftelijk antwoord gezorgd. Bovendien krijgen alle Essenaren de kans om een verzoekschrift in te dienen, zoals het nieuwe gemeentedecreet voorziet. N-VA/PLE stelt voor om deze verzoekschriften systematisch in de gemeenteraadscommissies te behandelen, en daarbij de indiener een toelichting te laten geven. Om al deze mogelijkheden bekend te maken zal dit maandelijks in het gemeentelijk infoblad opgenomen worden.
De taakverdeling tussen de gemeenteraad en het schepencollege is op zich helder : de raad beslist en het schepencollege voert de beslissingen uit. Het college is ook verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de gemeente en heeft bovendien een beleidsvoorbereidende taak. En de gemeenteraad controleert het schepencollege. N-VA/PLE wil deze taakverdeling zo duidelijk mogelijk houden. We pleiten daarbij voor sterke schepenen, met een visie op de beleidsdomeinen waarvoor ze verantwoordelijk zijn, die luisteren naar de inbreng van iedereen en die hun eigen mening in perspectief kunnen plaatsen. Schepenen die vervolgens krachtig durven beslissen, en kunnen uitleggen waarom ze bepaalde beslissingen nemen. Schepenen tenslotte die opkomen voor het algemeen belang en niet voor bepaalde bevriende mensen of groepen. Een schepen die tegen een Essenaar zegt dat hij of zij “wel iets kan regelen” hoort niet thuis in het schepencollege zoals wij dat zien.
N-VA/PLE wil dat elke schepen in het eerste jaar van de legislatuur werk maakt van een beleidsnota over haar of zijn bevoegdheden. Die nota moet een heel stuk verder gaan dan wat in het eigen partijprogramma of het coalitie-akkoord wordt ingeschreven, en moet duidelijk beschrijven welke principes vooropstaan. Een ontwerpnota moet vóór 1 mei 2007 worden voorgelegd aan de gemeenteraadscommissie en aan de betrokken adviesraden. Na een grondige discussie wordt de nota dan vóór 1 september aan de gemeenteraad overgemaakt, die ze nog kan aanpassen en uiteindelijk goedkeuren. Elk jaar legt de schepen in de commissie uit hoe de nota wordt uitgevoerd.
De nieuwe wetgeving maakt het mogelijk dat de OCMW-voorzitter lid wordt van het schepencollege. N-VA/PLE wil dat van deze mogelijkheid ook gebruik wordt gemaakt. Dat maakt het ook eenvoudiger om alle bevoegdheden omtrent sociale zaken naar het OCMW over te hevelen. |
|
Ondersteuning
Gemeenteraadsleden hebben een belangrijke verantwoordelijkheid. Om die waar te maken is de nodige ondersteuning onontbeerlijk. Daarom moet werk gemaakt worden van een intranet, waarop alle verslagen (schepencollege, adviesraden…) en andere belangrijke bestuursdocumenten kunnen geraadpleegd worden. Om te zorgen dat de raadsleden kunnen bijblijven, krijgen ze een abonnement op tijdschriften zoals “Lokaal” van VVSG. Wanneer ze vormingscursussen in verband met hun mandaat volgen, worden die door het gemeentebestuur terugbetaald. De gemeente organiseert bovendien ook zelf vorming voor de raadsleden. |
Controle op vzw’s
Enkele vzw’s voeren taken uit voor het gemeentebestuur waarvoor ze ruime subsidies ontvangen. Dat kan in een aantal gevallen de meest flexibele manier zijn om te werken, zodat N-VA/PLE daar op zich niet tegen is. Wel moeten er voldoende garanties zijn voor de controle door de gemeenteraad op hun werking, en moeten er afspraken gemaakt worden over de besteding van de middelen.
Daarom willen we dat in al deze vzw’s alle fracties uit de gemeenteraad op één of andere manier vertegenwoordigd worden. Bovendien moeten er beheersovereenkomsten afgesloten worden. Daarin worden afspraken gemaakt over de werking, het personeelsbeheer en de financiën. Er worden ook bepaalde taakstellingen in vastgelegd : hoeveel bezoekers, deelnemers, activiteiten… moeten er zeker worden bereikt.
De vzw Opvanggezinnen blijkt al jaren veel te ondoorzichtig en ontsnapt aan elke vorm van controle. De dienstverlening moet daarom naar het OCMW overgeheveld worden. Elke subsidiëring van de vzw moet alleszins stopgezet worden. |