En verder…

En verder…

Kort vervolg : ik ben het met deze commentaar in De Morgen vandaag volledig eens, alleen gaat die volgens mij niet ver genoeg. Ik zie als lokaal bestuurder géén intercommunale die echt nodig is.

En verder weiger ik de politici te veroordelen die vandaag hun gemeente vertegenwoordigen in al die constructies. Eenzijdig uitstappen als gemeente is zelden een verstandige optie, en wie lid is moet zich laten vertegenwoordigen. De Wetstraat moet hier knopen in doorhakken, dat kan niet in elk gemeentehuis afzonderlijk. Dat het vergoedingenbeleid in sommige intercommunales zwaar uit de hand is gelopen, klopt natuurlijk wel. Dat is meer de fout van degenen die de vergoedingen hebben goedgekeurd dan van degenen die ze ontvangen hebben (de techniek van de Algemene Vergadering van de organisaties maakt dat dit vaak minstens in theorie de unanieme gemeenteraden van alle aangesloten gemeenten zullen zijn…).

Full disclosure, tenslotte : ik vertegenwoordig het gemeentebestuur in het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) en krijg daarvoor 75 EUR per vergadering (er vinden er een stuk of vijf per jaar plaats). Er moeten een minimaal aantal gemeenteraadsleden in de Raad van Bestuur zetelen, dus is een “cumul” hier onvermijdelijk – en een band tussen een gemeenteraadsfractie en het AGB is ook noodzakelijk om coherent te kunnen werken. Als OCMW-raadslid ben ik ooit een keer of drie naar het adviescomité van CIPAL geweest. Ik denk dat ik daarvoor hetzelfde bedrag kreeg. Op zich waren de vergaderingen niet oninteressant, maar de overheid moet geen software ontwikkelen, natuurlijk.

Voor het hele jaar 2015 heb ik voor de zittingen van de gemeenteraad en de raadscommissies 1.895 EUR netto ontvangen, voor de vergaderingen van het AGB 345 EUR. Dat is vóór aftrek van beroepskosten en afdrachten aan de partij. Opgeteld schat ik dat daar ongeveer 40 vergaderingen van gemiddeld 2 uur tegenover staan. Die natuurlijk ook moeten voorbereid en opgevolgd worden. Ik zou dat ook wel gratis willen doen, maar dat kan je niet zomaar verwachten van andere raadsleden, van wie de werkgever soms geld terugvordert om hen af en toe een dag “politiek verlof” toe te staan. Of van schepenen, die aan hun mandaat in een gemeente als Essen minstens een halve dagtaak hebben. En ik vind het ook wel belangrijk dat de politiek, en zeker ook de lokale politiek, bekwame mensen aantrekt.

Amen en uit

Amen en uit

De intercommunales komen weer volop in het nieuws. De historisch gegroeide (misgroeide, vaak) verenigingen van gemeenten waarin bepaalde bevoegdheden samen werden uitgeoefend groeiden in de loop der jaren uit tot een ondoorzichtig kluwen van juridische entiteiten met allerlei raden, commissies en vergaderingen, die zich met zaken bezighouden die soms wel maar vaak ook niet verband houden met het gemeentelijk beleid. Zo beheerden we met alle gemeenten samen de Dexiabank, tot die overkop ging wegens beleggingsavonturen in de Verenigde Staten. Onlangs moesten we in de gemeenteraden beslissen over de instap van een Chinees staatsbedrijf in ons energienet. In Gent bleek het stadsbestuur onrechtstreeks mee te beleggen in chemische wapens. Zucht.

Er zijn ook andere voorbeelden. IGEAN haalt het afval op in Essen en baat het containerpark uit. Dat sluit iets beter aan bij onze kerntaken, natuurlijk. Toch vind ik ook dat problematisch, maar daar kom ik nog toe.

In al die organisaties, wat ze ook doen, zijn de gemeentebesturen vertegenwoordigd. Door burgemeesters, schepenen, raadsleden, ambtenaren. Die krijgen daar vergoedingen voor, variërend van een compensatie voor de verplaatsingskosten tot een riant bedrag. Die vergoedingen krijgen ze niet voor niets : ze werken mee aan de besluitvorming. Sommigen werken hard en hebben een nuttige inbreng. Vanuit hun gemeentelijke achtergrond, of omdat ze het domein waarop de intercommunale actief is goed kennen. Anderen doen er niets. De vergoedingen staan echter niet altijd in verhouding tot het verrichte werk, en dat geldt wellicht in de twee richtingen.

Er is een verklaring voor die vergoedingen, maar die praat het systeem helemaal niet goed. Gemeentebestuurders zijn namelijk onderbetaald. Schepen in een gemeente als Essen is een stevige opdracht, voor wie het goed wil doen. De tijden dat een schepenmandaat een wat uit de hand gelopen hobby was, zijn al lang voorbij. Daar hoort een behoorlijk loon tegenover te staan. Maar dan moet er wel eens over het aantal schepenen worden nagedacht. Essen kan volgens mij met een burgemeester en drie (voltijdse) schepenen ook worden bestuurd (*). En al is die onderbetaling reëel, een ondoorzichtige en grotendeels willekeurige compensatie via de intercommunales is natuurlijk geen goede oplossing. Typisch Belgisch is ze wel : niet de kern van het probleem aanpakken, maar via een aanhangsel, een koterij…

Ik ben niet de enige die deze vaststelling maakt. Wat ik wel mis in veel analyses is de zeer eenvoudige vraag waarom al die intercommunales niet gewoon afgeschaft kunnen worden ? Ofwel gaat het om zaken die de privésector hoort te doen (bankieren), ofwel om overheidstaken die de gemeente overstijgen. Dat is een evidentie voor het beheer van het elektriciteitsnet, maar uiteindelijk ook voor zowat alle andere activiteiten in de intercommunales. Het is namelijk per definitie zo dat deze dingen doen die beter niet op het niveau van één gemeente gebeuren. Het is natuurlijk wel begrijpelijk en aanvaardbaar, en efficiënt, dat twee, drie, vier gemeenten voor een concreet project de handen in elkaar slagen. Muzarto in ons geval. Of een organisatie als Kamp Noord. Maar een bredere samenwerking betekent toch per definitie dat het om beleid gaat dat op een hoger niveau moet gebeuren ? Essen is te klein om de eigen afvalophaling nog efficiënt te regelen. Dat doen we met tientallen gemeenten samen. Dus is dat een bovenlokale bevoegdheid. En zo geldt het toch voor alle intercommunales ?

Wieden in overbodige mandaten (en dan nog zonder het verloningsprobleem ook op te lossen, want dat lijdt tot een talentvlucht uit de lokale politiek) is daarom vooral een vorm van window-dressing. Uiteindelijk dringt het gewoon schrappen van alle intercommunales zich op. Dat de hogere overheden vervolgens frequenter en op een meer gestructureerde manier de gemeentebesturen consulteren zou wel logisch zijn. Maar kunstmatige constructies waarin de gemeenten “samen” beslissen moeten eruit, want uiteindelijk beslissen we daarin helemaal niets. Men maakt mij niet wijs dat er gemeenten zijn waar echt ernstig, met kennis van zaken en met de nodige regelmaat over het beleid van Pidpa wordt gediscussieerd. Laat staan dat er in de verkiezingsfolders iets over watervoorziening te vinden is. Dat is dus een blok aan ons been, ook al willen veel van mijn collega’s dat ongetwijfeld niet hardop zeggen.

Dan moet ik dat maar doen. In het belang van een goed bestuur, en in ons eigen belang als gemeentebestuurders : Van de intercommunales, verlos ons Heer (…in de gedaante van minister Homans) !

(*) En gemeenteraadsleden ? Daar lijkt de betaling me niet de kern van het probleem. Raadsleden moeten vooral een betere ondersteuning en meer bevoegdheden om het beleid uit te tekenen en te controleren krijgen, maar daar gaat het hier niet over.

Frans 40

Frans 40

Tijdens de rondvraag in de gemeenteraad vroeg Frans Schrauwen het woord, maar met de uitdrukkelijke vraag om als laatste te spreken. Dat had het voordeel dat ik als eerste het woord kreeg (van degenen die hun vraag niet vooraf hadden aangekondigd). Maar het leverde nog een ander veel leuker effect op : bij de meerderheidspartijen wist men niet wat hij ging zeggen. Ik wist het voor één keer wel. Lichte paniek maakte zich meester van de meerderheidsrangen…

Amusant, maar wellicht ook met reden. Frans zegt zelden iets zonder een reactie op te wekken. Eerder tijdens de raad weigerde hij om op een vraag van mij te antwoorden, en haalde hij zijn opvolger als schepen van openbare werken onderuit door de verwachting uit te spreken dat het nieuwe fietspad langs Over d’Aa geen vlak biljartlaken zou worden. Soms reageert hij binnensmonds, of alleen met lichaamstaal. En ook dat is vaak leerzaam. Ik zit toevallig net tegenover hem en ben dus goed geplaatst om de signalen op te vangen. En waar ik me de ene keer te pletter erger, leer ik de andere keer iets bij – of stel ik vast dat hij als enige van de meerderheid (of soms zelfs als enige van de raad) echt gelijk heeft.

Hij vroeg het woord om te melden dat hij veertig jaar geleden voor het eerst als raadslid werd verkozen, en bood ons een glaasje wijn aan. Opluchting bij de meerderheid, die overeind bleef toen hij in zijn korte tussenkomst iedereen schoffeerde die de voorbije veertig jaar in de oppositie zat, en vervolgens al wie in de meerderheid zat. Ik maakte me de bedenking dat hij in die veertig jaar wellicht elk ander raadslid minstens één keer tegen de schenen heeft gestampt. Maar al wie in die veertig jaar haar of zijn mandaat ernstig nam heeft wellicht ook minstens één keer met hem samengewerkt om iets te realiseren, of zich tegen de eigen verwachting in door hem van zijn gelijk laten overtuigen.

Hij vertelde me na de raad over zijn ontmoeting met Boris Johnson in Londen. Met de oud-burgemeester van die stad heeft hij wel wat gemeen. Klinkt het niet, dan botst het wel. Een onbehouwen stijl – Johnson ligt als minister van buitenlandse zaken van zijn land voorlopig nog vóór op Trump in het beledigen van bevriende naties, al doet hij het toch nog net subtieler (desnoods in het Latijn). Bekend onder hun voornaam. Omstreden en wispelturig, maar met een onmiskenbaar groot hart voor het stukje wereld dat ze bestuurden. En al zal ik Boris nooit de Brexitleugens vergeven die zoveel schade hebben aangericht, ik blijf een zekere sympathie voor de man koesteren.

Frans dus. Volgende maand treitert hij me mogelijk weer het bloed onder de nagels vandaan. Ondertussen houd ik het bij mijn dank en waardering voor veertig jaar raad -en daad- in Essen.

Week 1

Week 1

Het lijkt erop dat van iedereen die politiek actief is op een zeker niveau wordt verwacht dat zij of hij een positie inneemt t.a.v. het beleid dat door president Trump sinds zijn aantreden, amper één week geleden, wordt gevoerd. Vooral van wie niet stevig met twee voeten aan de linkerkant van het politieke spectrum staat, wat dat ook moge betekenen (ik geloof dat er meer assen, en vandaag belangrijker assen, het politieke landschap opdelen dan de dichotomie tussen links en recht). Gezien het unieke karakter van wat gebeurt vind ik dat overigens ook wel begrijpelijk en zelfs terecht.

Ik haal dat “zeker niveau” in de politiek gelukkig niet. Ik ben hier bovendien eerder al vrij duidelijk geweest over wat ik van de verkiezingsstrijd in de VS dacht. Toch vind ik het verstandig, wellicht vooral voor mezelf, om mijn positie even uit te kristalliseren. De individuele maatregelen die Trump in de voorbije week nam, in elk geval vóór vrijdag, kan je nog proberen in de context te plaatsen, en zouden desnoods deel kunnen uitmaken van een beleid waar ik niet achter kan staan, maar dat als legitiem kan worden omschreven. Dat geldt niet meer voor de moslimban, het inreisverbod voor mensen (ook mensen die al veel langer in de VS verbleven) alleen op basis van hun land van herkomst. Die past een liberale samenleving niet en is op zich een duidelijke veroordeling waard.

Maar het is toch vooral de combinatie van al wat gebeurd is, waarvan je moeilijk anders kan zeggen dan dat ze herinnering oproept aan de jaren 1930. Dat zeg ik niet lichtvaardig. Maar de pers aanvallen, feiten in vraag stellen, zich bereid verklaren rechterlijke uitspraken te negeren, buurlanden bedreigen, “eigen volk eerst” roepen, mensen met duidelijk racistische opvattingen in hoge functies benoemen, de holocaust relativeren… : wie dit allemaal zomaar combineert, laaft zich niet meer enkel aan de bron van het populisme, maar dreigt een tak aan de boom van Mussolini of Franco te worden – en we weten wat er nog meer aan die boom gegroeid is. Hier past enkel een helder en duidelijk “¡No pasarán!”.

Dat betekent overigens vooral niet dat we daar dan een omgekeerd populisme tegenover moeten stellen. Het is vooral geen legitimatie om dan even blind de andere kant uit te lopen (ook dát leren de jaren 1930). Het betekent vooral dat iedereen in het politieke centrum elkaar in de eerste plaats als mede-democraat moet erkennen, om vervolgens in tweede orde de verschillen te respecteren en de discussie te blijven voeren.

RUP RUP HOERA !

RUP RUP HOERA !

“Thuis heb ik nog een ansichtkaart…” schreef ik hier twee weken geleden. Een kerk, een kar met paard… Wat er zeker niet op die kaart stonden waren appartementsblokken. Of neen, meergezinswoningen heten die in het jargon. Al waren die er dan waarschijnlijk weer wel. Maar eigenlijk waren het eengezinswoningen waar meer dan één gezin woonde. Dus zal ik ze toch maar appartementen noemen. Al gaat dit stukje over het document dat “Ruimtelijk Uitvoeringsplan Meergezinswoningen” moet worden…

Laat het u vooral niet verwarren. Daarvoor is het namelijk net iets te belangrijk, dat “RUP”. Zo belangrijk dat ik zelfs na tien jaar erop te hebben gewacht nog blij ben dat er eindelijk een ontwerp van op tafel ligt. Over die tien verloren jaren heb ik het hier al gehad, en ik zal de politieke analyse ongetwijfeld nog meermaals maken, maar nu ga ik het langs de positieve kant bekijken : dinsdag lag op de raadscommissie “omgeving” het RUP voor dat de bouw van appartementen in Essen-Centrum tot de hoofdstraten moet beperken. Héél goed nieuws voor wie zoals ik de overdreven “appartementering” verantwoordelijk houdt voor de te sterke bevolkingsaangroei en de daarmee gepaard gaande mobiliteitsproblemen in Essen. En voor het verlies van het eigen karakter van onze gemeente. En voor de druk op het bouwkundig erfgoed. Kortom, voor de ver(voor)stedelijking van Essen.

Het RUP is zonder meer één van de belangrijkste documenten die we deze legislatuur in de gemeenteraad gaan behandelen. In de commissie heb ik tot mijn vreugde ook geleerd dat wellicht ruim meer dan de helft van de gemeenteraadsleden vinden dat het gerust nog wat strenger mag, met nog minder plaatsen waar nieuwe appartementen (naast de al gebouwde en vergunde die gewoon blijven staan) mogelijk zullen zijn. In de Kerkstraat, bijvoorbeeld. Ten noorden van Hondsberg. Op de gronden achter de Heikantstraat. In de Molenakkerstraat. Ik zou nog meer plekken kunnen opsommen, en heb dat ook gedaan – en voelde me wel goed als het meest “groene” commissielid (jammer dat Philip Peeters er niet bij was om samen aan de kar te trekken, trouwens).

Mijn vrees is dat die grote helft van raadsleden uiteindelijk door de politieke molen vermalen wordt, tussen de molenstenen van meerderheid en oppositie, van partij- en andere belangen. Maar vandaag ben ik optimistisch. Na 15 jaar volle kracht vooruit wordt de bestelling van remmen voor de appartementeringstrein voorbereid. En we kunnen nog altijd voor een krachtig model met stevige remkracht kiezen. Ok, de trein in achteruit zetten kan niet. Maar toch : hoop doet leven !

Gedichtendag 2017

Gedichtendag 2017

Ithaka

Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.
Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.
Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
’t Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer.
En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.
Κωνσταντίνος Καβάφης
vertaling Hans Warren en Mario Molengraaf
“Gedichten zijn alternatieve feiten…”
En nu de wereld de verkiezingen verloren
heeft, kun je zeggen dat je net nog bent geboren
in die inmiddels onvoorstelbaar lieve tijd
waarin een feit onwelkom zijn kon, maar een feit
geacht werd, mooie woorden mooie woorden waren,
die hooguit leidden tot cosmetische gebaren,
maar niemand durfde om het zich te permitteren
het vals gezicht van mooie woorden af te keren,
en toen het ook al slecht ging met zo ongeveer
de hele boel, maar jij nog dacht dat het een keer
een beetje beter gaan zou, want dat moest toch wel.
Laat alle hoop maar varen, staat er bij de hel.
De woedende gezichten hebben wraak genomen
op onze aarzelend geconstrueerde dromen.
Onwetendheid heeft onze twijfels stuk getrapt.
De mondigheid heeft in zijn eigen staart gehapt
en inspraak is verwaterd tot allolalie.
Terwijl de zegeningen van democratie
naar onze loopgraaf waaien als een giftig gas,
kun jij nog één keer zeggen wat je dierbaar was.
Je wankele principes stop ik in een doos.
Het altruïsme waarvoor jij halfhartig koos,
verberg ik in de kelder bij je strijkkwartetten.
En jouw geloof in luisteren zal ik daar zetten
waar niemand het kan vinden. Kleed je warm, mijn vriend.
De winter komt, al heb je winter niet verdiend.
Wees stil, denk niet te veel of juist heel erg aan toen
en vraag me alsjeblieft niet wat we kunnen doen.
Zoals gefluister schor geschreeuw kan overstemmen,
zoals verheven taal een vrije val kan remmen,
zoals omarmend rijm een oorlog kan voorkomen,
zoals destructie afgewend wordt door te dromen,
zo schrijf ik als verzetsdaad dit gedicht voor jou
en droom ik van een tijd waarin dat helpen zou.
Ilja Leonard Pfeijffer

Reflectie

“En kijk,” zei je, “de zee”,
maar je sprong in het koele meer
tussen de hoge bergen
“En kijk,” zei je, “ik zwem”,
maar je ging langzaam onder
hoewel het water je niet wilde
“En kijk,” zie je, “ik leef”,
en dat was waar
Totdat het water een spiegel werd
Waarin wij alleen onszelf nog zagen
Barack the Great

Barack the Great

Nog een uurtje, en dan legt Donald Trump de eed af als 45e president van de V.S.. Hoe ik daarover denk, dat was hier al eerder te lezen. Maar zelfs zonder het verontrustende contrast met zijn opvolger zou Barack Obama een bijzonder groot gat achtergelaten hebben in het Witte Huis. Ik ga de analyse niet maken; er valt nauwelijks iets bij te dragen aan de stortvloed van teksten die de voorbije dagen, weken, … over hem verschenen. Maar Barack Obama is een groot mens en een groot leider. De wereld gaat hem missen.

Sinds de verkiezing van Trump viel her en der te lezen dat Angela Merkel nu het leiderschap van de vrije wereld op zich moet nemen. “Haar” fake-Twitteraccount dat er wel vaker helemaal opzit claimde vandaag alvast die titel. Het lijkt erop dat Obama zélf ook de fakkel aan haar wilde overdragen en doelbewust voor de Duitse Bondskanselier koos als laatste buitenlandse leider om te contacteren.

Ik wens Barack en Michelle Obama veel geluk toe. En Angela Merkel, die onlangs meer dan terecht een eredoctoraat kreeg van de KU Leuven en de UGent (jammer genoeg niet meteen ook van de Universiteit Antwerpen), wens ik veel doorzettingsvermogen.

Ze zal het nodig hebben, want Trump verklaarde alvast als “president elect” dat hij rekent op een verdere desintegratie van de Europese Unie. Waartegen we ons wel wat harder morgen verzetten. Misschien moet de EU maar officieel Californië, Texas of Vermont aanzetten om de “Verenigde” Staten te verlaten. Zo verenigd zijn ze daar nu toch ook weer niet, toch ?

Warm en koud

Warm en koud

Nieuwjaarsrecepties. Je kan er vóór of tegen zijn, maar ze zijn er nu eenmaal. Dus ben ik gisteren nog eens bij de sp.a-collega’s langs geweest, om de “beste wensen” uit te wisselen. Het was er gezellig druk, en al klonk de Internationale nogal in mineur, de partij-afdeling lijkt in goeden doen. Jokke werd gehuldigd voor haar tienjarig jubileum als schepen. De fles wijn die ze kreeg (ik neem aan dat het rode is) heeft ze in elk geval verdiend. Ze ging de fles delen met de eveneens jubilerende burgemeester, en wie het interview met haar in De Voorbode leest begrijpt wellicht beter waarom. De afdelingsvoorzitter zocht in zijn gelegenheidstoespraak niet de controverse op, en dat moet inderdaad niet altijd. Dat hij toch iets te weinig het perspectief van zijn partij op de uitdagingen waar onze gemeente voor staat uittekende stelde me dan wel weer wat teleur. De Essense sp.a kan toch nooit de partij zijn die alleen voor “besturen” zonder “sturen” staat ?

In navolging van Groen en N-VA/PLE riepen de lokale sociaal-democraten ook hun eigen prijs in het leven. De Solidariteitsprijs Sooi Noldus, een goed gekozen naam die een groot Essenaar in de herinnering brengt. De eerste laureaat was ook een bijzonder goede keuze. De Scouts van Heikant verdienen zoals elke jeugdbeweging sowieso waardering voor hun solidariteit. Maar de opstelling van de Scouts toen de mogelijke vestiging van (ocharme) een vijftal vluchtelingen in het woonhuis van het naast hun lokaal gelegen Paviljoen werd aangekondigd, zette het wat al te hard van stapel lopende burenprotest schaakmat. Goed dat de sp.a hen daarvoor even in het (winter)zonnetje zet.

Het gemeentebestuur zelf organiseerde in de namiddag naar ondertussen jaarlijkse gewoonte een receptie op de even verkeersvrij gemaakte Heuvelparking. De ideale temperatuur daarvoor ligt nog enkele graden lager, maar dat belette de burgemeester niet om de uitverkiezing van Essen tot “Warmste Gemeente” in de “Warmste Week” onder de aandacht te brengen. Ook de waardering daarvoor mag nog wel eens explicieter worden uitgedrukt, wat mij betreft. En wie ook in 2017 een steentje wil bijdragen aan een solidaire en warme samenleving kon er een frietje eten om zo KSA Essen langzaam aan een nieuwe tent te helpen. Zoals de hoed van de vader in het traditionele Driekoningenliedje is de oude versleten. En, toegegeven, af en toe werd het geld dat de verhuur ervan opbracht in de loop der jaren al eens op de rooster geteld, alleszins door mijn generatie. Ook dat is jeugdbeweging, denk ik dan…

2017

2017

2016 was voor mij persoonlijk zeker geen slecht jaar. Maar voor Europa en de wereld was het natuurlijk een onvervalst “annus horribilis”. Veel redenen voor optimisme zijn er niet. En toch, het moet. Laat 2017 een mooi jaar worden :

– Een jaar van geluk voor de mensen van goede wil. En ook voor die van slechte wil, maar dan zó dat die van goede wil er geen last van hebben.
– Een jaar waarin de oorlog in Syrië eindelijk de aandacht krijgt die hij verdient, ook en vooral in het Westen, zodat werk kan worden gemaakt van een duurzame vrede en een staat die leefbaar is voor alle Syriërs.
– Een jaar waarin degenen die de voorbije jaren een oorlog ontvluchtten een nieuwe thuis vinden, en waar oorlog en geweld niemand meer wegjaagt (maar waar er opvang is als dat wel gebeurt).
– Een jaar waarin politici in het Westen de liberale democratie en de rechtstaat vóór hun eigen ideologie laten komen, en waar ze hun rol in die liberale, democratische rechtsstaat zo goed mogelijk invullen, met respect voor wie er een andere rol in heeft, en met meer oog voor wat er moet gebeuren dan voor het winnen van de volgende verkiezingen.
– Een jaar waarin de tegenstrijdige beloftes en al te eenvoudige antwoorden van de populisten worden doorbroken, en de kiezers de waarde van nuance en het tastend zoeken naar antwoorden op complexe vragen erkennen.
– Een jaar waarin het Westen zal inzien dat Putin een enorm gevaar is, en daaruit de consequenties trekt.
– Een jaar waarin het Amerikaanse volk zijn hoop en zelfvertrouwen, zijn redelijkheid en openheid terugvindt, en dus een manier vindt om het Trumpisme te neutraliseren.
– Een jaar waarin de Schotten, de Noord-Ieren, en hopelijk ook de Engelsen en de Welshmen de sleutel vinden om via een democratisch proces toch bij de EU te blijven.
– Een jaar waarin in Essen het RUP “appartementsbouw” eindelijk goedgekeurd raakt, en waarbij de bevolking van onze gemeente afneemt omdat het volbouwen gekeerd werd.
– Een jaar waarin ik iets regelmatiger de tijd vind om hier iets te schrijven.

Yes we can. Niettegenstaande alles. 2017, here we come !