Camera’s met vele vaders…

Camera’s met vele vaders…

Ik heb vandaag enkele tekstjes geschreven die bestemd zijn voor onze volgende huis-aan-huisfolder. We willen kort de plaatsing van camera’s aan de Essense stations aanhalen. Een goede zaak, maar het steekt ons een beetje dat CD&V nogal gemakkelijk het (exclusieve) vaderschap van het voorstel opeist. Zoals de voorbije weken bijvoorbeeld uitgebreid op Facebook te lezen was.

CD&V stelt dat de camera’s er “dankzij” hen komen, een claim die ze mooi illustreerden met een foto van 6 van hun raadsleden. Maar zes ? In de Essense gemeenteraad zijn 6 stemmen niet genoeg om een meerderheid te halen. Er zijn er 13 nodig. En CD&V heeft er maar 10. Gelukkig zitten ze niet alleen in de raad : het voorstel om de camera’s te plaatsen werd unaniem goedgekeurd. De 13 stemmen kwamen dus van CD&V en sp.a (4). Of van CD&V en N-VA/PLE (9). Of nog… van N-VA/PLE en sp.a ! Niets “dankzij” CD&V dan.

Maar hun raadsleden hadden er toch eerder om gevraagd ? Ja, maar dat geldt niet alleen voor hen. Ik was het al bijna vergeten, maar het voorstel om camera’s te plaatsen werd in 2008 al geopperd. Door Philip Peeters (Groen) en… door mijzelf. Hier is het voorstel van toen nog terug te vinden. Van de 6 CD&V’ers op de foto zaten er toen 2 in de raad.

Ach, vaderschap in de politiek is altijd omstreden. Mijn “politieke DNA-test” is misschien ook niet waterdicht. Straks vindt misschien een oud Open Vld-collega een verwijzing naar nog een ouder voorstel van haar of hem, met een soortgelijke inhoud. Dus ga ik ook niet zeggen dat de camera’s er “dankzij” mij komen. Alleen jammer dat CD&V ook niet wat eerlijker en vollediger communiceert over wat de héle gemeenteraad realiseert.

Vrijheid van godsdienst

Vrijheid van godsdienst

De filosoof Maarten Boudry, vaak één van de meer heldere denkers in het Vlaanderen van vandaag, bepleitte onlangs niet voor het eerst het einde van de godsdienstvrijheid. Ik vermoed dat ik niet de enige ben wiens oog op de tekst is gevallen, want het pastafarisme maakte na het verschijnen ervan enige opgang in Vlaanderen. Maar daar ging zijn tekst niet over, en ook niet over het hoofddoekenverbod.

Ik ben het vaak wel, maar vaak ook niet eens met Boudry. Ik ben bijvoorbeeld tegen een hoofddoekenverbod (en tegen elke hoofddoekverplichting, door wie ze ook wordt opgelegd). En dit pleidooi, om godsdienstvrijheid gewoon onder de algemene regels voor de vrijheid van meningsuiting te laten vallen, vind ik een moeilijke. Maar wel een boeiende, en de moeite waard om (ongehinderd door veel kennis ter zake) toch iets over te schrijven.

Geloof ik ? Ik ben ervan overtuigd ik dat een “positieve” kracht (die ik verder niet kan duiden) bijdroeg aan het ontstaan van het universum, en dat wij die kracht ervaren. Dat hebben mensen dan vertaald in godsdiensten. Ik zie die niet als “waarheid” (hoe zouden ze dat ook allemaal tegelijk kunnen zijn), maar ik voel me er wel cultureel mee verbonden, met name met de Abrahamistische monotheïstische godsdienst en in het bijzonder de katholieke (en de orthodoxe) variant daarvan. En ook wel met de atheïstische variant, zoals die historisch voortgekomen is uit het protestantisme, een traditie waartoe wellicht ook Boudry kan worden gerekend.

Mij als “gelovig” omschrijven, is dus wellicht een brug te ver. Godsdienst is in mijn visie dus een cultuuruiting, en de levenslessen of opinies die eruit voortkomen, zijn dus inderdaad een “mening”. Máár een mening. Maar er is wel een probleem : dat is alleen maar mijn visie. Voor wie écht gelooft, is godsdienst geen mening, maar een Hogere Waarheid. Is naar de mis gaan geen uiting van een mening, zelfs geen echte keuze, maar het vervullen van een religieuze plicht.

In die zin is godsdienstvrijheid overigens veel meer een opdracht voor de gelovige dan een “vrijheid”. Het is namelijk de plicht om te aanvaarden dat ook anderen een godsdienst hebben, en een andere Hogere Waarheid aanvaarden. En bij ons (jammer genoeg in de VS veel minder) houdt het ook de plicht in om te aanvaarden dat sommige mensen niet geloven. Die vrijheid om andermans geloof te aanvaarden is hoe dan ook een vorm van anomalie voor wie echt gelooft. En het is net die plicht die de godsdienstvrijheid oplegt, die ik de moeite van het behouden waard vind.

Ik ben het ermee eens dat uit die plicht soms rechten worden afgeleid, die niet rationeel te verdedigen zijn. Onverdoofd slachten is een goed voorbeeld : ik vind dat de overheid rekening moet houden met de religieuze gevoelens van zo veel mogelijk burgers, en die niet onnodig mag beperken. Een algemeen verbod op het branden van kaarsen zou in die zin wellicht weinig proportioneel zijn (er zijn veel grotere milieuproblemen om eerst aan te pakken). Maar een verbod op onverdoofd slachten is wel proportioneel, en hoort dus te worden aanvaard. En dan moet het voor iedereen gelden, gelovig of ongelovig. Dat er echter bij het bepalen van algemene regels extra naar godsdienst wordt gekeken, vind ik aanvaardbaar, net omdat tegenover de eigen godsdienstvrijheid altijd die van de ander staat.

Dat proportionaltiteitsbeginsel maakt ook dat het logisch is dat godsdiensten, in tegenstelling tot meningen, op hun relatieve belang worden beoordeeld. De hoofddoek, of we het nu willen of niet, is in de islam een vraagstuk – waar de meningen ook binnen die godsdienst over verschillen, maar dat wel onomstotelijk op tafel ligt. En de islam weegt kwantitatief en historisch zwaarder dan het pastafarisme. Het vergiet verdient dus niet dezelfde aandacht als de hoofddoek.

#neveragain

#neveragain

Op 14 feburari werden 14 leerlingen en 3 personeelsleden van de Stoneman Douglas High School in Parkland doodgeschoten, door een oud-leerling van de school. Geen nieuws. Het is een uitdrukkelijke maatschappelijke keuze van de VS om dit soort incidenten te tolereren. Zoals wij -gelukkig hoe langer hoe minder- fatalistisch aanvaarden dat slachtoffers bij het verkeer horen. Het recht op vrij wapenbezit, (zogenaamd) vastgelegd in het Second Amendement van de Amerikaanse Grondwet, gaat voor alles. Het wordt gesteund door de National Rifle Association, een ontzettend (invloed)rijke lobby die de verkiezingscampagnes van politici mee betaalt, zolang die vooral niets ondernemen om het vrij wapenbezit tegen te gaan.

Dat leidt tot absoluut absurde discussies, en tot de volstrekte onwil om even over de grenzen heen te kijken. Naar Europa of Australië bijvoorbeeld. “Wapens doden geen mensen, mensen doden geen mensen”, is één van de vaak gebruikte slogans. Nu regent het oproepen, waar ook president Trump in meegaat, om leerkrachten te bewapenen, zodat ze kunnen terugschieten. Wapenbezit wordt verdedigd via het recht om op te komen tegen de éigen regering, mocht die zich tot een dictatuur ontpoppen (noot aan de VS-burgers : die regering beschikt over het grootste kernwapenarsenaal ter wereld).

Natuurlijk zien heel veel politici in dat de hele wapenlogica volledig mankloopt, maar oproeien tegen de NRA-stroom is niet evident. Wie als Republikein wil opkomen, moet vrezen om al in de voorverkiezingen van de eigen partij te worden uitgeschakeld. En de Democraten, naast het feit dat ze nu in een minderheidspositie zitten, hebben zelf vaak ook een weifelende houding. Zelfs links icoon Bernie Sanders die het bij de voorverkiezingen voor het presidentschap opnam tegen Hillary Clinton was lang niet altijd een consequent tegenstander van vrij wapenbezit. Barack Obama wel, zoals uit zijn jammer genoeg talloze en doorleefde speeches bij een zoveelste moordpartij bleek, maar tegenover een parlement dat toch nooit een verstrenging van de wetten zou aanvaarden spendeerde ook hij niet al zijn politiek kapitaal hieraan. En onder Trump… wel, om een idee te geven, de enige wet over wapenbezit die hij ondertekende schrapte een aantal beperkingen om wapens te kopen voor mensen met een mentale stoornis.

Dus is wat in Parkland gebeurde geen nieuws. Waarom ik er dan toch over schrijf ? Omdat het de laatste keer was dat zoiets gebeurde. Toch als het aan de studenten van de school in Parkland ligt. Die, zoals Emma Gonzalez met deze speech heel hard zijn beginnen werken om te zorgen dat dit niet meer gebeurt. Door frontaal tegenover de NRA te gaan staan, door op te roepen tegen elke politicus te stemmen die geld van hen heeft aangenomen. Door keihard #neveragain te roepen – uiteraard, zoals dat vandaag hoort, vooral op de social media. Door de politici wakker te schudden die zich er al te snel bij hebben neergelegd dat er toch niets kan veranderen – en dus alleen maar wachtten op de volgende schietpartij. Ik heb een grenzeloze bewondering voor hen. Ik hoop dat de March for Our Lives die op 24 maart in Washington zal doorgaan héél veel mensen samenbrengt. Ik hoop dat er eindelijk echt iets zal veranderen. Dat ze zich niet laten afschrikken door de ridicule verdachtmakingen die nu al circuleren (“het zijn kinderen”, “het zullen wel acteurs zijn”, “het is de elite die het volk zijn wapens wil afnemen”). En dat ze doorgaan tot het Tweede Amendement gewoon geschrapt wordt.

Blauwe maan

Blauwe maan

Op de gemeenteraad namen we afscheid van Open Vld-raadslid Willy Hoppenbrouwers. Na zes jaar als schepen en daarna nog elf jaar als oppositieraadslid verliet hij de raad – met chocolade en de oproep tot een betere samenwerking tussen meerderheid en oppositie. Wijze woorden, al was ik wellicht niet de enige die ze liever vanop de schepenbanken zou hebben gehoord. Willy herinnerde aan de “ontmanteling” van de Essense elektriciteitsregie, inderdaad het dossier waarmee hij het sterkst een stempel op Essen heeft gedrukt. Zeventien jaar inzet verdient altijd waardering. Als nieuweling in een college komen is niet evident, eenmansfractie zijn ook al niet. Ik hoop dat hij Essen niet te snel vergeet, en wens zijn opvolgster veel succes.

Ikzelf zat wat grieperig op de raad, en zal daar mijn afvalvergissing maar op steken (in Essen mogen, in tegenstelling tot een aantal andere plaatsen, voedselresten van vlees of vis niet bij het GFT). Het deed me ook afzien van een tussenkomst in de discussie over de verplichte aankoop of huur van een parkeerplaats voor wie een sociale woning wil. Het verbaasde me dat daarover bij de meerderheidspartijen eensgezindheid bleek – alvast tot ik het even tegen OCMW-voorzitster Schrauwen uitlegde : als we mensen willen aanmoedigen om niet met de auto te rijden, moeten we hen (en in het bijzonder de meer kansarmen onder hen) dan verplichten om hun geld uit te geven aan een garage ? Dat lijkt me niet verstandig. Het stoort mij natuurlijk ook dat we parkings moeten aanleggen terwijl er garages leegstaan, maar ik vrees dat we een beetje gesofisticeerder zullen moeten nadenken dan op de raad gisteren bleek.

Gedichtendag 2018 : Verloochening (Άρνηση)

Gedichtendag 2018 : Verloochening (Άρνηση)

Op het verborgen strand
Het strand wit als een duif
Hadden wij ‘s middags dorst
Maar het water was brak

Boven op het gouden zand
Schreven wij haar naam
Heel mooi: de zeewind blies
En weg waren de letters

Met welke hartstocht, welke adem
Welke begeerten, welke drift
Leefden wij ons leven : vergissing !
En wij veranderden ons leven

G. Seferis – vertaling G. Demoen

Brexit – een tussenstand

Brexit – een tussenstand

2018 wordt het laatste volledige jaar dat het Verenigd Koninkrijk lid is van de Europese Unie. In principe, want als de Britten bij hun zinnen komen blazen ze die hele Brexit af. Van bij het begin bleek het immers een zo goed als onmogelijke opgave : op enkele jaren tijd uit een structuur stappen waarmee het land onvermijdelijk vergroeid was geraakt, eigen instellingen ontwikkelen, een nieuwe relatie met de EU opzetten met zoveel mogelijk van de voordelen en zo weinig mogelijk van de (veronderstelde) nadelen…

Alle door de “Brexiters” vooropgestelde voorspellingen bleken bovendien fout : de EU wordt niet uit elkaar gespeeld (de eensgezindheid van de Lidstaten hierover en het professionalisme waarmee de Commissie de Brexit aanpakt zijn integendeel zonder meer indrukwekkend). De Unie staat niet te springen voor een deal op maat van de Britten waarbij ze de cake kunnen opeten en bijhouden, zoals Boris Johnson de doelstelling omschreef. Ook buiten de Unie staan ze niet in de rij voor een handelsakkoord met het VK. Het “dividend” dat naar de gezondheidszorg zou gaan bestaat niet. Theresa May zal onvermijdelijk moeten instemmen met een overgangsperiode waarin het VK alle EU-regels moet naleven, zonder er iets over te zeggen te hebben. Ook nadien zal het VK in elk geloofwaardig scenario (lees : elk scenario dat niet leidt tot economische rampspoed) heel dicht bij de EU-regels moeten blijven : de belofte om terug controle te krijgen over de “eigen wetten” blijkt zo volledig loos. Ook al omdat het vermijden van een “harde grens” tussen Noord-Ierland en de Republiek, waar de Britten zich toe verbonden hebben, anders onmogelijk wordt.

Het helpt natuurlijk ook al niet dat de Britse regering hopeloos verdeeld is over hoe de relatie met de EU er na de Brexit uit zal zien. De illusie dat er niet moet worden gekozen tussen het verorberen of het bijhouden van de cake blijkt nog altijd sterk aanwezig, en zij die er niet aan leiden kunnen maar moeilijk de keuze maken tussen grote vrijheid en veel economische schade, of grote volgzaamheid t.a.v. de EU-regels en beperkte schade.

Zelden zat een democratisch verkozen regering zo vast in een zelfdestructieve logica. Je hoeft geen groot fan van de EU te zijn (wat ik wel ben, maar dat dus terzijde) om vast te stellen dat het beste wat het land kan overkomen een premier zou zijn die naar het House of Commons stapt en eerlijk toegeeft dat het bij nader inzien geen realistische en verstandige keuze is om uit de Unie te stappen. In ruil voor die bekentenis zou langs Europese kant ongetwijfeld onmiddellijk de spons worden geveegd over de hele episode (de politieke schade voor het VK zou ook dan toch nog tientallen jaren doorwerken).

Als de Britse Labour-partij niet door de eurosceptische linkervleugel zou zijn overgenomen, dan lag dat alternatief vandaag veel duidelijker op tafel en zou volgens mij de kans erg groot zijn dat de Brexit alsnog zou worden afgeblazen. Maar ook in de huidige constellatie kan het gezond verstand het nog altijd halen…

Budgetbegeleiding

Budgetbegeleiding

Ik heb nog niets geschreven over de gemeenteraad van vorige week. De tweede zitting deze maand. Om op die manier aan een totaal van tien zittingen te komen. Voor mij had dat niet gehoeven : dat minimum aantal zittingen is er om de oppositie te beschermen tegen een schepencollege dat geen verantwoording wenst af te leggen voor haar beleid. Twee raden op twee weken dragen daar alvast niet noodzakelijk toe bij.

Niet dat de raad op zich niet belangrijk was. Die ging namelijk over het budget. De burgemeester had beslist om in dat kader Fidel Castro naar de kroon te steken en bijna een uur lang een overzicht te geven van het gevoerde “beleid”. Dat was leerzaam, ook al omdat een waslijst van kleine en grote, genomen en te nemen, maatregelen duidelijk maakte dat er niet meteen een lijn zit in dat “beleid”. Vandaar de aanhalingstekens. En voor mij als raadslid was de opsomming ook wel gewoon interessant omdat we dat nergens meer op papier vinden in deze tijden van “BBC” : een overzicht van wat er wel en niet gebeurt in de gemeente. Wie bedacht had dat die “Beleids- en Beheerscyclus” de transparantie zou vergroten, had duidelijk nooit op de oppositiebanken van een gemeenteraad gezeten.

Mijn kritiek op het budget hebben we grotendeels in een persbericht verwerkt. Niet dat ik echt veel persaandacht verwacht, want om één of andere reden is elke kritiek op het beleid van een regering altijd nieuws, en kritiek op beleid in een gemeente zo goed als nooit. Dat hangt niet samen met wie er waar in een meerderheid zit, overigens. Het is blijkbaar een algemene regel.

Dat het “BBC”-systeem voor de gemeentelijke boekhouding ondertussen enkele jaren bestaat, had toch ook wel een voordeel. Zowel de burgemeester als ikzelf deden de vaststelling dat we nu terug kunnen vergelijken en evoluties zien, en ook kunnen kunnen onderscheiden wat de feiten zijn en wat alleen te wijten is aan een andere manier van voorstellen. Dat maakte dat we bijna voor het eerste in deze legislatuur opnieuw een debat hadden over het niveau van de belastingen in onze gemeente. Dat is namelijk onnodig hoog. Natuurlijk sprak het schepencollege dat tegen, maar echt weerleggen konden ze onze argumenten niet. Tenzij dan met de “schuldafbouw”, een al even theoretisch concept als de vroegere “goudberg”, het reservefonds waar we het in het verleden vaak over hadden. Nochtans is het zonneklaar dat zonder een ander financieel beleid in de volgende legislatuur een échte goudberg gaat ontstaan : de gemeente gaat dan een netto belegger worden van belastinggelden. De opmaak van het financieel meerjarenplan voor de volgende legislatuur wordt een boeiende oefening. Waarbij deze schipper alvast liever niet aan de wal zou staan…

If I can make it there…

If I can make it there…

Als het in de New York Times staat, en het gaat niet over New York, dan overstijgt het onderwerp van het artikel wellicht het lokale belang. Dat lijkt me een zinvolle vuistregel. Toch hadden we het op de gemeenteraad eigenlijk vooral hierover.

We moesten beslissen of Essen voor de opsplitsing van één van de energie-intercommunales zou stemmen, en ermee konden instemmen dat één van de delen vervolgens in de andere intercommunale zou opgaan. En ook aan de kant van de overnemer moesten we met de operatie instemmen. Want de gemeente Essen is mede-eigenaar van beide intercommunales. Het ging over een complexe miljoenenoperatie, die het energielandschap in Vlaanderen moet vereenvoudigen – of daar toch moet aan bijdragen. Voor alle zekerheid kreeg ik in de namiddag nog een telefoontje vanuit Eandis, één van de twee koepels van energienetbeheerders (de koepels zijn ook in fusie, overigens).

Frans Schrauwen stelde dat niemand in de raad echt wist wat er zou worden goedgekeurd. Dat had ik zelf niet durven zeggen, want ik ging ervan uit dat hij het zelf als enige wel wist. Dus had hij gelijk. Ik ben op tijd in de Essense politiek gestapt om de evolutie nog te zien, maar Frans kent er elk detail van : van een eigen gemeentelijke elektriciteitsregie zijn we beland in een mondiaal verhaal. Als lokaal mandataris hebben we daar geen zinvolle rol in te spelen. De Vlaamse en federale overheid hadden ons een jaar of twintig geleden dan ook moeten verlossen van bevoegdheden -eigenlijk veel meer zakelijke belangen- die niet meer bij de gemeenten thuishoren. Waarom dat niet gebeurd is, legt de New York Times uit…

We zijn als gemeentelijke mandatarissen verslaafd geraakt aan de dividenden die we krijgen. De hoge elektriciteitsprijzen omvatten eigenlijk een verkapte gemeentebelasting, en we willen niet graag aan de burger uitleggen dat we de belastingen verhogen om de elektriciteitsprijs te laten dalen (ook al is dat véél sociaal rechtvaardiger). Ook aan de mandaten zijn we gehecht, want die compenseren voor de te lage vergoedingen voor burgemeesters en schepenen in kleinere gemeenten. In die mandaten wordt nu flink gesnoeid (hoera) zonder het probleem ten gronde aan te pakken (diepe zucht).

Zoals ik hier al meer heb aangehaald : één gemeente kan er niet uitstappen – zelfs de stad Antwerpen niet, dus zijn de verwijten aan het adres van Koen Kennis wat mij betreft misplaatst. Maar de parlementen en regeringen kunnen wel schoon schip maken. In één keer en doortastend. En de bevoegdheden leggen waar ze thuishoren. Het heimwee naar de Gemeentelijke Elektriciteitsdienst volstaat voor ons.

Maar neen dus, we moesten een beslissing nemen. De gemeenteraad keurde de operatie unaniem goed, maar in andere gemeenten gebeurde dat niet. Aangezien die keuze even irrationeel is als de onze, is het niet evident om hen te bekritiseren. De operatie kaderde in een (per definitie halfbakken) poging om het energielandschap te rationaliseren, dus zal het wel jammer zijn dat ze niet kan doorgaan. Maar veel tranen kan ik er niet om laten. Er is namelijk maar één zinvol uitgangspunt : “Van onze energiebelangen, verlos ons Heer !”

Geen Mortsel Gronds !

Geen Mortsel Gronds !

Het was een jaar of tien geleden dat ik nog in het Cultureel Centrum van Mortsel was geweest. Wat brengt een mens ook daar, natuurlijk ? Wel, toen was het voor de omvorming van Spirit naar VlaamsProgressieven. U herinnert zich dat niet meer ? Het kan u vergeven worden. Caroline Gennez was er ook, de toenmalige voorzitster van de sp.a. Mogelijk herinnert u zich haar nog wel, al is ze ook een voorbeeld van hoe onzorgvuldig de politiek soms met talenten omgaat. Hoe het verder ging ? Wel, na een zoveelste crisis in de (omgedoopte) partij slokte de sp.a Bert Anciaux en de zijnen op, waarna VlaamsProgressieven opnieuw werd omgedoopt in de Sociaal-Liberale Partij. Die ging bij de verkiezingen van 2009 roemloos ten onder. Wat er resteerde ging op in Groen, maar toen hoefde het voor mij niet meer. Soms mis ik VlaamsProgressieven/SLP : voorheen of nadien was er geen nationale partij die zo dicht aansloot bij wat ik over veel dingen denk.

Vrijdag was ik er opnieuw, daar in Mortsel. Voor een optreden van Hei Pasoep, het ondertussen veertig jaar oude koor dat vooral geëngageerde muziek brengt. Hun programma heette “Zing, vecht, lach en bewonder”, en dat geeft meteen aan welk lied het uitgangspunt vormde. Het ging om een herneming van een eerdere reeks optredens van het koor, in een wat verkorte versie, ten voordele van 11.11.11. Ik zag hen nooit eerder, maar vond het de moeite waard. Ook al gaat het niet om een professioneel gezelschap, er zit ook na veertig jaar nog steeds pit in het koor. En engagement, al is dat soms wat diffuus, want wat voor het ene volk een (links) vrijheidslied is, kan voor de buren een irredentistisch verlangen naar gebiedsuitbreiding zijn. En waar de ene revolutionaire beweging een deel van de zingeving haalt uit het loochenen van elke god, vindt de andere net troost in het gebed. Maar de plicht van de consequentie rust niet op koren, gelukkig maar. Ook niet op hun toeschouwers, overigens.

Ik vroeg me af of het koor in die veertig jaar ooit in Essen heeft gezongen ? Ik vond er in elk geval geen sporen van terug. Het Volkshuis zou nochtans een erg gepaste achtergrond hebben gevormd.

Wat de twee evenementen, met tien jaar tussenpauze, gemeen hebben, is beperkt. Of toch : een zekere “linkse” inslag was natuurlijk beide niet vreemd. Mocht ik bij het Laatste Oordeel de onverbiddelijke keuze tussen “links” of “rechts” krijgen voorgelegd, dan kies ik links. Maar hier op Aarde hanteer ik het principe van de (minstens in naam communistische…) denker Deng Xiaopong : of de kat nu wit of zwart is, zolang ze muizen vangt is het een goede kat. Dat betekent dat ik ook vaak bij zogenaamd “rechtse” oplossingen uitkom. En overigens al lang niet meer geloof dat iemands politieke denken op één links/rechts-as kan worden weergegeven. Zoals deze week ook in Brussel werd aangetoond, toen het voor één dag in Catalonië kwam te liggen. Het zou een mooie jaarlijkse traditie zijn, zo’n Catalaanse betoging in onze hoofdstad : het ging wellicht om de vriendelijkste betoging ooit, voor de meeste Catalanen gekoppeld aan een toeristisch programma waar Brussel alleen wel bij kon varen. Al hoop ik voor de Catalanen natuurlijk dat het niet nodig zal blijken om elk jaar op straat te komen…

Aan het optreden in Morstel koppelde ik overigens (net als veel Catalanen voordien…) een dagje winkelen in Antwerpen – bij wijze van vroege kerstshopping. Daardoor liet ik twee quizzen links liggen, waaronder de grootste ter wereld, én de veldrit in Essen. Een mens kan niet alles hebben, natuurlijk. Maar kom, Mortsel vaut bien une messe…

Naschrift (24 augustus 2018) : Roger Van Ginderen wees me erop dat Hei Pasoep ooit wel in Essen is geweest.  In 1986 in het kader van Kunst en de Derde Wereld in zaal Rex (daarvan staat zelfs een foto op Essen in Beeld – ik heb dus echt mijn bronnen niet goed gecheckt), en een tiental jaren later nog eens in het Gildenhuis.  Bij deze rechtgezet.  En tijd dat ze nog eens terugkomen, natuurlijk !