Liefde is een verre reis

Liefde is een verre reis

Ik heb er hier nooit echt over geschreven, alleen héél goed verborgen tussen de regels af en toe een beetje.  Daar waren goede redenen voor.  Maar nu dus wel, want het staat ook op Facebook – dat is tegenwoordig zoiets als het Staatblad én het Parochieblad in één.  Ik heb me verloofd met de liefde van mijn leven.  Die ben ik wat verder gaan zoeken, in Griekenland met name.  Of eigenlijk is Ioanna me hier komen zoeken, want we hebben elkaar toch vooral in Brussel leren kennen, in de marge van Europese vergaderingen.  Ik heb er wat langer op/mee gewacht, maar geluk komt dus al eens onverwacht.  Wat het wellicht alleen intenser maakt.

Dankzij haar heb ik ook Griekenland, de taal (daarover later meer) en de cultuur leren kennen.  Ook daarvan heb ik nog geen ogenblik spijt gehad.  De combinatie van de vele herinneringen aan rijke beschavingen met een prachtige natuur en ook gewoon een heel mooie architectuur op veel plaatsen is redelijk uniek.  Met een “autochtoon” rondreizen heeft bovendien als voordeel dat er in het zo al gastvrije land nog meer deuren opengaan.  Met als keerzijde dat je soms regelrechte prijsdiscriminatie ontdekt – menu’s in het Engels met hogere prijzen dan in het Grieks bijvoorbeeld (niet dat het dan duur wordt, dus laat u niet afschrikken).  Desalniettemin : de kerk die de hele dag gesloten is, maar de eigenaar van de krantenkiosk kent het telefoonnummer van de pastoor… het volstaat al eens om de kerk alsnog te bezichtigen.

Reistips ? De eilanden, natuurlijk.  Santorini is absoluut uniek.  Kreta heeft alles : de natuur (van bergen tot een stukje regenwoud), de archeologie, de stranden (Hawaii), het eten, de cultuur…  Hydra is vlak bij Athene en erg charmant.  Ook Angistri, waar we de voorbije dagen even passeerden, is mooi.  Kastelorizo is ver weg, maar wie een paar dagen tot rust wil komen kan wellicht nergens beter terecht.  Rhodos (en met name Lindos) mag ook bij op het lijstje.  In de Peloponnessos bezochten we onder meer Nafplio en Monemvasia : een eigentijdse stad en een vooral Ottomaanse versterking. De antiek-Griekse stad Delphi waar het bekende orakel zetelde.  Ook Galaxidi vond ik een aanrader.  Maar ik heb nog lang niet het hele land gezien !

Onze relatie heeft me ook hier ten lande (en een beetje verder) naar enkele concerten geleid.  Van Nana Mouskouri, tot twee keer toe (dat had ik zelf een aantal jaren geleden ook niet zien aankomen; een grote dame trouwens), en ook van de hier niet meteen bekende Yannis Kotsiras in Brussel en Maria Farantouri in de Roma in Antwerpen – waar ik voordien nooit was binnengeweest, tot mijn schade en schande.  Ioanna zal het me als grote Mouskourifan een beetje kwalijk nemen, maar de stem en muziek van Farantouri is ook op 70-jarige leeftijd uniek, en ook haar repertoire blijft erg aanspreken.  Ook al omdat ze veel muziek vertolkt van Mikis Theodorakis, die tekende voor een heel groot deel van het naoorlogse Griekse muzikale erfgoed.  Met die naam kom ik ook bij het concert dat we vorig jaar in Eeklo (of all places) bijwoonden van het Vlaamse Theodorakisensemble, met één Nederlands-Griekse (en uitstekende) bouzoukispeler, en verder alleen Vlamingen.  Een zeer indrukwekkend optreden, waar we beiden ongelooflijk van genoten hebben.

“With love come strange currencies…” is een songregel van REM waar ik vaak aan heb gedacht.  Al blijft de “currency” dezelfde voor wie van hier naar Athene reist (en gelukkig maar, gezien de recente Griekse geschiedenis), de liefde is wel met een land gekomen dat ik heel erg ben gaan waarderen.

Wie Griekenland uit elkaar haalt, zal op het einde zien dat er een olijfboom, een wijngaard en een boot overblijven… wat betekent dat je het met dat alles ook kan reconstrueren. (Odysseas Elytis).

Uber alles

Uber alles

Een tijdje geleden installeerde ik Uber op mijn smartphone.  In de veronderstelling dat het misschien in Brussel wel eens van pas zou komen – want elders in ons land werkt het niet.  Ik had het nooit gebruikt.  Maar bij aankomst in de Portugese Algarve, in Faro, duurde het wachten op een taxi aan het station wel erg lang.  En dus keek ik even of Uber daar misschien zou werken.  Ja, dus.  De eerste rit verliep vlot, zodat ik daarna nog enkele keren een chauffeur heb opgeroepen, uitgelegd heb waar ik naartoe moest en betaald heb via het appje.  Aan een erg lage prijs, maar ook taxi’s zijn niet duur in Portugal.

Soms gebruik ik ook Deliveroo om eten aan huis te laten leveren, in Brussel dan wel.  Ik ben dus een beetje mee met de “platformeconomie”.  En ja, ook bij Amazon, Bol.com en andere sites die spullen aan huis brengen sta ik op de klantenlijst.  Ik weet ook wel dat er bedenkingen te maken zijn bij sommige aspecten van de werking van die sites.  Professioneel ben ik al enkele keren de woordvoerder geweest van de vragen over het arbeidsrechtstatuut (zijn de chauffeurs en de koeriers zelfstandigen of werknemers, en wie is er dan de werkgever ?) en ook over de arbeidsvoorwaarden van degenen die actief zijn op de platformen (ik geef Deliverookoeriers daarom principieel altijd enkele euro’s extra).  Zelfs de verkeersregels worden soms met voeten getreden.  Als klant besef ik bovendien dat bijvoorbeeld klassieke taxibedrijven maar ook lokale buurtwinkels soms een moeilijke concurrent hebben aan dit soort initiatieven.  Als ik persoonlijk contact, een goede service of een behoorlijke nazorg bij een bestelling wil, dan ga ik natuurlijk niet bij een anoniem digitaal platform aankloppen.

Maar ik vind ook dat je dit soort initiatieven niet mag (proberen) tegenhouden : ze beantwoorden aan een behoefte bij de klant en de medewerker (en zorgen zo voor werk), ze brengen vernieuwing en vooruitgang, ze dagen uit tot nog meer innovatie en ondernemerschap.  Ze versterken de diensten- en kenniseconomie, die onvermijdelijk mee de steunpilaren van onze toekomstige welvaart zijn, iets waar we ook in ons lokaal verkiezingsprogramma op inzetten.  Misschien wordt de volgende platformapp wel in Essen bedacht.  Bovendien zetten ze ook de klassieke sectoren aan het denken : in Athene is er geen Uber, maar wel TaxiBeat.  Dat werkt eigenlijk hetzelfde, maar je wordt vervoerd met een gewone taxi.  Dat is natuurlijk even goed.  Ook Deliveroo verhoogt wellicht de omzet van de horecazaken die er gebruik van maken.  En ook de buurtwinkel van morgen zal zijn plaats blijven vinden tussen de koerierbedrijven, als we maar verstandig nadenken over een ruimtelijk en mobiliteitsbeleid dat mensen uitnodigt om te winkelen, in plaats van ze af te schrikken !

Portugal, warm aanbevolen

Portugal, warm aanbevolen

De zomervakantie bracht me dit jaar naar Portugal.  Niet de eerste keer dat ik in het land was, maar het was wel al bijna tien jaar geleden, en mijn bezoekjes bleven altijd beperkt tot de hoofdstad, en waren beroepshalve.  Nu trokken we van de Algarve in het zuiden via Lissabon naar Porto, met enkele uitstapjes onderweg.  Het was de eerste keer dat ik ook echt wat meer tijd kon uittrekken om Lissabon te zien, maar ik heb toch vooral het noorden en het zuiden van het land wat beter leren kennen.  De Algarve, waar we in Faro en Lagos verbleven, heeft een prachtige kust.  Die het dankt aan de Atlantische Oceaan, waar ik niet zo lang geleden zo ongeveer even westelijk aan de Ierse Cliffs of Mohair stond.  De rotskusten doen aan elkaar denken – al moest ik dan wel abstractie maken van het weer.  De Oceaan zorgde ook voor een reeks grotten rond Benagil, die we vanuit Lagos met een speedboat bezochten.  De moeite waard.  Voor de vogelliefhebbers is Faro dan weer het paradijs, met de lagune voor de kust.  Als Geert Vandekeybus nog eens geen school bestuurt of een verkiezingslijst duwt, dan moet hij er zeker eens naartoe trekken.  ’s Avonds koelde het er bovendien heerlijk af, wellicht ook onder invloed van het ijskoude oceaanwater.  Echt zwemmen zat er daardoor niet in.

Lissabon kende ik dus al, maar daar waren we bijna deelgenoot aan een nieuw Europees record : dat van de warmste Europese hoofdstad.  We haalden het niet, Athene 1977 blijft de kroon spannen.  Desondanks was het er zeer warm, wat tot net iets minder activiteit aanzette.  Wie na deze zomer de klimaatverandering nog probeert te ontkennen, moet wellicht verdacht worden van een zonneslag…  Maar ik dwaal af : Lissabon blijft een prachtige, bruisende stad.  Er stond ook een etentje met fado op ons programma.  Dat leverde natuurlijk een wat hoger prijskaartje op dan de gewone maaltijd in Portugal, waar de vers gegrilde vis voor geen geld op tafel komt, zeer gesmaakt met een glaasje witte of “groene” wijn (Vinho Verde) erbij.  Vanuit Lissabon trokken we ook naar Evora, en naar Sintra.  Dat laatste vooral voor het niet te missen kasteel.  Even kunstmatig dan het Zuid-Duitse Neuschwanstein dat eerder dit jaar op mijn programma stond, en toch ook weer helemaal anders.  Als Neuschwanstein het model is voor het typische Disneykasteel, dan is Sintra dat voor de Disneybouwer die nóg een kasteel wil, maar dan anders.

De grootste ontdekking voor mij was Porto.  Even levendig als Lissabon, maar compacter, met een eigen karakter dat niet alleen op de gelijknamige wijn drijft.  En ook gewoon heel mooi, met de Douro-oevers en de bruggen die deze dan overspannen.  Een bezoek absoluut waard – wat ook Dirk Smout vond, zodat we elkaar voor één keer eens niet op een Essense vergadering maar in een Portugees restaurant troffen.  Soms is de wereld klein.  Net omdat die zo klein is, is die klimaatverandering trouwens zo belangrijk, en moeten we daar ook in Essen werk van blijven maken.  We kunnen niet anders.

De laatste dag haalde het kwik in Porto 24°C.  Neen, dat was de maximumtemperatuur, niet het minimum.  Zoals de zomers vroeger hier waren, dus.  Het kan verkeren…

En langs het tuinpad van mijn vader…

En langs het tuinpad van mijn vader…

Op “Essen in Beeld” verscheen deze foto.  Ik verzorg de technische kant van die website, maar foto’s opladen doe ik erg zelden – veel te zelden eigenlijk.  Ook deze komt dus niet van mij.  Ze staat gedateerd op 1987, niet eens zo heel lang geleden.  Dertig jaar, vijf gemeentelijke legislaturen.  Wat bij mij de foto in het oog deed springen, is natuurlijk het feit dat het huis waar ik toen woonde erop staat.  Mijn ouderlijk huis.  Ondertussen woon ik daar nog steeds, maar mijn ouders niet meer…  Het huis met de eerste voordeur in de Molenstraat, achter het huis waar toen de weduwe De Goey woonde, met daarboven de kantoorruimte waar mijn vader lang zijn accountantskantoor had.  Maar in 1987 was hij al verhuisd naar het pand in de Molenstraat recht tegenover ons huis, denk ik.  Mevrouw De Goey -die door mijn moeder vaak als dé reden werd aangehaald waarom we stil moesten zijn in huis- is er jammer genoeg al lang niet meer, en haar woning onderging allerlei lotgevallen.  Het pand staat nu overigens te koop, maar dat terzijde.

Heel veel is er eigenlijk niet veranderd in die dertig jaar.  De televisie-antennes zijn weg, de straatlantaarn aan het huis werd vervangen door één op een paal, het voetpad werd wat anders aangelegd en kreeg een parkeerstrook.  Daar schuilt natuurlijk ook achter wat er uitdrukkelijk wél veranderde : de auto’s ! De stijl, maar nog veel meer het aantal.  Op de foto tel ik er vier.  Het lijkt me een moeilijke opgave om vandaag dezelfde foto te maken met minder dan tien auto’s erop, rijdend en geparkeerd.  Hoe dat komt ? Meer auto’s per gezin ? Wellicht wel, al heb ik hier net aan een afname bijgedragen in mijn straat.  Maar zoveel meer ? Ik denk dat het vooral komt omdat er in de omliggende straten veel woningen zijn bijgekomen.  Die allemaal auto’s meebrachten, zodat die niet meer allemaal in garages terecht konden – garages die (zoals die van mijn ouders toen) ondertussen ook plaatsmaakten voor appartementsgebouwen.

Al dat autoverkeer, en die geparkeerde wagens, zorgen ook voor veel meer drukte.  Er werd in mijn straat altijd heel veel gefietst, met zoveel scholen in de buurt.  Dat is nu nog zo, maar de fietsers moeten wel doorheen de auto’s laveren – waardoor sommige ouders het fietsen niet meer veilig vinden -dat begrijp ik- en dus hun kinderen met de wagen naar school brengen.  Dat begrijp ik ook, maar je hoeft geen genie zijn om de vicieuze cirkel te ontdekken.

Om die cirkel terug te draaien, is het wellicht te laat.  Ik word een beetje weemoedig als ik onze verkiezingsfolders uit 2000 zie, waarop “Essen mag geen voorstad van Antwerpen of Roosendaal worden” staat.  Te lang als slogan, misschien, maar wel nog altijd de belangrijkste drijfveer van mijn lokaal politiek engagement.  De weemoed komt niet alleen omdat de mensen in de folders 18 jaar ouder zijn geworden, of ons ondertussen hebben verlaten, maar ook omdat er natuurlijk reuzenstappen in de richting van die voorstad gezet zijn.  Zeker in Essen-Centrum.  De cirkel stoppen kan nog wel.  Essen als geheel is gelukkig nog geen voorstad, nog geen betondorp met hier en daar een park.

Dat drukke verkeer in mijn straat, dat gaat voorlopig niet meer weg.  Maar er zijn gelukkig nog heel veel straten waar het nog niet te laat voor is.  “Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is”, zong Louis Neefs.  Ook te lang als slogan, en niet volledig genoeg, want het gaat niet alleen om de natuur, maar ook en vooral om de leefbaarheid.  De veiligheid, de sociale samenhang, de draagkracht van de voorzieningen.  En het verkeer dus.  Ik vrees de dag dat Essen 20.000 inwoners zal tellen.  Niet omdat ik niet niet om die mensen geef, in al hun verscheidenheid, met al hun dromen en idealen.  Net omdat ik wél bekommerd ben om die duizenden Essenaren en om hun gemeente.

Met de Saromapaplepel

Met de Saromapaplepel

Binnen 8 dagen, op 31 juli, zal het juist twintig jaar geleden zijn dat ik mijn laatste KSJ-kamp afsloot.  Tien jaar geleden heb ik hier verteld hoe dat toen voelde, en nog eens tien jaar later kijk ik er eigenlijk nog steeds op dezelfde manier op terug.  Maar gisteren was ik voor het eerst sinds die dag nog eens op het kampterrein van (het nu dus terug de oude naam dragende) KSA Essen.  Omdat mijn broer er net als vorig jaar in de kookpotten roert, vond ik een bezoekje wel kunnen.  Ik heb zelfs een klein steentje (of eigenlijk een grote pot rijst) bijgedragen.  Een kampkeuken binnenwandelen voelde heel vertrouwd aan, ook al omdat ik de hele kookploeg als leider, lid of mede-leid(st)er heb gekend.  Het hele kamp bleek ook heel herkenbaar, met inbegrip van de loomheid die bij die soort hoge temperaturen de namiddagen kenmerkt, en van enkele kleine aanvullingen bij lang tradities die ik ooit zelf nog heb aangebracht.

Het deed me veel plezier om een KSA-kamp nog eens even te zien leven.  Ook omdat ik weet dat jeugdbewegingen het niet altijd gemakkelijk hebben, en dat geldt nu nog meer dan tien of twintig jaar geleden.  Langdurige vrijwillige engagementen (ik was 26 toen ik in 1998 stopte, na 8 jaar leider te zijn geweest) worden niet altijd aangemoedigd door de samenleving.  Er zijn (veel terechte, daar niet van) regels en vereisten bijgekomen, en ook financieel is het niet altijd evident om een vereniging draaiende te houden.  Ik vind het daarom belangrijk dat een gemeentebestuur -zeker in een gemeente als Essen, die gelukkig heel veel jeugdbewegingen heeft- inspanningen doet om het jeugdwerk te ondersteunen.  Met N-VA/PLE willen we de komende zes jaar garanderen dat de dienstverlening voor verenigingen niet duurder wordt.  We willen extra polyvalente ruimte voorzien, waar jeugd- en andere verenigingen zelf iets kunnen organiseren, én we willen de hoog oplopende kosten voor de beveiliging van fuiven e.d. (“security”) mee opvangen.  Jeugdbewegingen moeten in de eerste plaats hun tijd en energie kunnen steken in “jeugdwerk maken”, niet in geldzorgen of allerlei andere beslommeringen.

Voor mij zijn dat niet zomaar punten uit een politiek programma, het is een visie die vertrekt vanuit een diep geloof en vertrouwen in de meerwaarde van het jeugdwerk, die ik bijna letterlijk met de paplepel (op kamp zat daar meestal Saromapap in) heb meegekregen.  Op 14 oktober gaat het ook daarover.  Maar eerst is er nog de zomer.  Ik wens de KSA-leden, -leiding en -kookouders een fantastisch kamp.  Alle andere jeugdbewegingen in Essen wens ik nét hetzelfde toe, en iedereen die in Vlaanderen de KSA- of een andere tent rechtzet eveneens.  Dat ze allemaal ervaringen mogen opdoen die hen binnen twintig jaar nog even levendig voor de geest staan dan die van mij !

Wien bleibt Wien

Wien bleibt Wien

Op 1 juli nam Oostenrijk het EU-Voorzitterschap over van Bulgarije. Omdat ik onverwacht moest inspringen op de informele ministerraad voor arbeid en sociale zaken leidde dat ertoe dat ik de voorbije twee dagen in het prachtige Wenen doorbracht. Het is altijd een plezier om in die stad te komen, ook al was er geen tijd voor Wienerschnitzel, Sachertorte, de Hofburg of Schönbrunn.  Nu, ik was er in 2016 nog als tourist, dus dat was niet zo erg.  En de zon, de Apfelstrudel en een portie Mozart en Strauss maakten veel goed. En ook het thema van de raad, de digitalisering, de robotisering en de platformeconomie (Uber, Deliveroo en zo), bleek erg interessant en relevant.

Oostenrijk neemt het Voorzitterschap over op een cruciaal moment. Voor wie vertrouwd is met de interne keuken van de Unie is dat vooral zo omdat de dossiers waarin onder Oostenrijkse sturing geen vooruitgang wordt gemaakt niet meer vóór de Europese verkiezingen kunnen worden afgerond. Maar ook wie die procedureslag, onder meer over het meerjarenbudget voor de EU, niet volgt ziet wellicht dat het vluchtelingendossier en Brexit twee niet geringe uitdagingen vormen voor het Alpenland. Waar net een regering aan de macht kwam met een uitgesproken mening op een aantal domeinen.

Oostenrijk is op zijn best een sterke brug tussen Oost en West. Met enkele Kroaten en Hongaren stelde ik vast dat we ons samen in de architectuur en de geschiedenis van de stad erkennen. Het standbeeld van keizerin Maria-Theresia maakte snel duidelijk waarom. Op zijn slechts is het samen met Boedapest een barrière, een rem op de geschiedenis. Ik hoop van harte op het eerste. En op een spoedig Auf Wiedersehen met de stad.

Goede werken

Goede werken

Het is een zesjaarlijkse traditie… In de aanloop naar de verkiezingen schrijf ik hier een stukje over wat het schepencollege goed heeft gedaan. In de verkiezingscampagne leggen we als oppositiepartij wat meer nadruk op wat verkeerd ging. En de meerderheidspartijen wellicht op wat goed ging. Maar ik vind het belangrijk dat politici kritisch zijn voor zichzelf, en de zaken ook in een ander perspectief durven zien. De voorbije twee verkiezingen bleek het een illusie dat “in ruil” ook iemand van de meerderheidspartijen het lijstje zou maken met wat er eigenlijk écht niet goed is gegaan. Misschien deze keer wel. Als er geen andere publicatiemogelijkheid is, plaats ik het hier wel.

Bij mijn lijstje horen voetnoten en nuances : vaak is wat goed ging toch ook niet helemaal goed, of had het nog beter, sneller, goedkoper gekund. Maar die nuances ga ik achterwege laten. Dat betekent niet dat ze er niet zijn. En zaken waar de “maar” sterker doorweegt dan de positieve kant, horen uiteraard gewoon niet in het lijstje thuis. Ik ga voor enkele “verwezenlijkingen” wel onze inbreng mee in de verf zetten, maar zonder het alleenrecht te claimen. Tot spijt van wie het benijdt (ik dus) ligt de eindbeslissing vaak toch bij het schepencollege of de meerderheidspartijen. We hebben overigens uiteindelijk wel het hele lijstje van tien ook mee gesteund, vaak voluit, soms wat aarzelend.

Het lijstje…

1. De kunststofatletiekpiste (dat is er meteen één waarbij ik ervan overtuigd ben dat die zonder ons niet zou zijn gekomen, maar zonder Brigitte Quick ook niet).
2. Het fietspad naar Nieuwmoer.
3. Het “samen-tuinen”-project.
4. De grotere aandacht voor het planten van bomen. En toch ook wel het milieubeleid meer in het algemeen, en laat ik het bloemetje daarvoor dan ook maar naar Helmut Jaspers werpen.
5. De heraanleg van de Dreef.
6. De heraanleg van de Paterstuin samen met Kempens Landschap.
7. De herinrichting van de kerkhoven (waar we hard voor mee aan de kar hebben getrokken).
8. De nakende bouw van de turnhal.
9. De repetitieruimte Hemelrock (nog één waarop ik zelf lang mee heb aangedrongen).
10. De activiteiten rond de “Grooten Oorlog”.

Ik vergeet er wellicht nog enkele, maar ik ben nu eenmaal opgegroeid met “Tien om te Zien” (horresco referens…) !

Nieuw kleedje

Nieuw kleedje

Eigenlijk had ik het niet eens gepland, die opfrisbeurt voor deze site. Maar om technische redenen moest het er wel ooit van komen, en de look van de oude site was ook wel echt verouderd geraakt. Surfend op het net vond ik ook een mogelijke oplossing om het hele berichtenarchief te behouden, want dat was voor mij erg belangrijk. En toen die aanpak bleek te werken dacht ik dus… waarom niet ? Zodat ik zoals zovelen de overstap naar WordPress maakt. Twee dagen later is dit het resultaat. Misschien hier en daar nog voor verbetering vatbaar, en met schoonheidsfoutjes die nog moeten worden weggewerkt, maar ik ben er vooralsnog best tevreden mee. Hopelijk vindt u het ook goed, beste lezer, die ik alvast veel leesvreugde toewens.

Naschrift

Naschrift

De Rode Duivels waren de beste ploeg op het WK, en hadden dat dus moeten winnen. Het was dus niet goed genoeg. Slecht was het uiteraard ook niet, en ik heb gewaardeerd dat ze ook echt wel wilden winnen, ook in de wedstrijd voor de derde plaats – die van de sterren uit de Premier League tegen de waterdragers in die competitie, zoals een commentator het omschreef. Desalniettemin.

Ik blijf het wel vreemd vinden dat die derde plaats nu uitgebreid gevierd moet worden. Dat in Kroatië morgen de feestvreugde groot zal zijn, ongeacht de uitslag, daar kan ik me iets bij voorstellen. In Frankrijk telt alleen de overwinning, neem ik aan. Zo hoort het voor wie terechte ambities heeft.

En ik hoop dat binnen 32 jaar (groot)ouders niet tegen hun nageslacht moeten vertellen over dat ene jaar dat de nationale ploeg eigenlijk het WK had moeten winnen – maar over de ploeg die toen óók al had moeten winnen.

Boerkini ?

Boerkini ?

Heel Vlaanderen discussieert gezellig voor of tegen een boerkiniverbod in het zwembad. En wij mogen in Essen weer niet mee doen !