Koppen

Koppen

De kandidatenfolder. Het is een klassieker in zijn genre. Elke partij geeft een folder uit met alle kandidaten, met een foto (of enkele foto’s) en een korte beschrijving. Soms het „smoelenboek” genoemd in het vakjargon. Daarbij zijn er trends, met setters en volgers, want partijen kijken natuurlijk naar elkaar. Zo zijn de folders van N-VA/PLE, cd&v en Vooruit alle drie vierkant en lijken de beschrijvende tekstjes hier en daar ook op elkaar.

Deze keer, net zoals zes jaar geleden, heb ik mij vooral over die teksten gebogen. Dat is leuk maar uitdagend : je moet één politieke boodschap brengen op basis van 25 verschillende persoonlijkheden en karakters. De teksten moeten bij de persoon passen en toch één geheel vormen. Tenzij je weinig om coherentie geeft, zoals ik bij de collega’s van cd&v en VB vaststel, waar zorgen over het klimaat perfect kunnen samengaan met ideeën die de situatie alleen maar gaan verergeren.

Twaalf jaar geleden deed ik ook de lay-out van de folder. Dat heeft me toen veel werk gekost, maar als ik erop terugkijk is het als „amateur-vormgever” één van de werken waar ik het meest trots op ben, samen met enkele affiches die ik jaren eerder ontwierp, en ook wel de kaart waarmee Ioanna en ik onze trouw aankondigden.

Ook een politiek programma probeer je natuurlijk zo goed mogelijk voor te stellen, maar proberen om mensen zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen is toch nog iets anders. Zeker voor wie de eerste keer kandidaat is, is het ook wat vreemd om je naam, je foto en je mening plots overal tegen te komen. Daar mag dan best wat tijd in gestoken worden.

Het mag een beetje meer zijn !

Het mag een beetje meer zijn !

“Alle partijen willen hetzelfde,” hoor je wel eens. Sommige plannen van N-VA/PLE, cd&v en Vooruit lijken inderdaad op elkaar, al verschillen de nuances. En het Vlaams Belang is niet van plan om te besturen, dus daar moeten we niet naar kijken. Maar bij de voorstellen van cd&v en Vooruit hoort eigenlijk elke keer de vraag : “En waarom is dat de voorbije 18 jaar nog niet gebeurd ?”.

Een nieuw mobiliteitsplan en dus een verkeersveiliger Essen-Centrum had er al een jaar of tien kunnen zijn. In plaats van nog een vrijetijdscentrum te beginnen bouwen hadden ze daar de gerestaureerde loods aan Hemelrijk voor kunnen gebruiken. Het Heuvelplein had al lang een gezellig plein kunnen zijn. Dat “winkelkerngebied” is allesbehalve een winkelbeleid. Aan enkele belangrijke nieuwe fietspaden, zeker langs de Huybergsebaan, hadden ze toch minstens al kunnen beginnen. Hetzelfde geldt voor de doortocht van de Kalmthoutsesteenweg door Wildert. En de regeling voor subsidies voor de verenigingen, moest dat écht tot nu duren om daar mee af te komen ?

Neen, echt niet alles kan in één keer. Soms zijn er ook moeilijke partners, zoals de NMBS voor alles wat het station betreft. Maar op veel vlakken had het echt sneller gekund. Doortastender. Dat is heel belangrijk als we van Essen een leefbare en zelfstandige gemeente willen maken.

Vooral dáárom is een keuze voor N-VA/PLE er één voor een beter beleid.

Blijven plakken

Blijven plakken

“Moah seg hé Gertje…” Ik ben van de generatie die het Samson zo kan horen zeggen. Die van voor hij er met Marie vandoor ging – of zij met hem, wie zal het zeggen ? Ik moest eraan denken toen ik daarstraks bij café Rex kwam. Daar hingen verkiezingsaffiches buiten aangeplakt. Van cd&v, de partij waarvan concessionaris Gert Raeijmaekers afdelingsvoorzitter is, en waarvoor hij ook op de lijst staat. En van Vlaams Belang, ongetwijfeld zijn tweede keuze. Nu weet Gert goed genoeg dat hij helemaal géén affiches mag uithangen. Dat heb ik hier een jaar of vijf geleden al eens uitgelegd.

In tegenstelling tot wat hij lijkt te denken heb ik dat niet verzonnen. Het staat in de concessie die hij heeft afgesloten met het gemeentebestuur. Dat ik daarvan de juiste interpretatie heb nagegaan, betekent nog niet dat ik de regel heb gemaakt, natuurlijk. En de juiste interpretatie van artikel 16 van zijn concessieovereenkomst is volgens de waarnemende provinciegouverneur de volgende : “Uit dit artikel volgt immers duidelijk dat de concessiehouder steeds een neutrale houding moet aannemen bij de uitbating van het pand ‘Rex’ en geen blijk mag geven van zijn politieke voorkeur ten opzichte van de klanten. Het hangen van affiches van één politieke partij in het pand ‘Rex’ is dan ook in strijd met artikel 16 van de concessieovereenkomst.”

Wat geldt voor één partij geldt natuurlijk ook voor twee partijen, en wat geldt in het café geldt uiteraard ook op het terras. En affiches van álle partijen dan ? Dat is niet evident, want ze allemaal exact gelijk behandelen kan bijna niet – er zijn ook provincieraadsverkiezingen op 13 oktober.

Dus mag Gert géén verkiezingsaffiches ophangen op zijn werk. Dat mag ik ook niet, hoor. En wellicht geldt het voor de meeste kandidaten bij de verkiezingen. Hij werkt dan ook in een gemeentelijk gebouw. En hij wist goed waar hij aan begon, toen hij zijn mandaat in de gemeenteraad opgaf om concessionaris van Rex te worden. Als hij vindt dat er niet genoeg affiches hangen van zijn partij, van hemzelf of van zijn vrienden van het Belang, dan kan hij gewoon de Essenaren vragen of hij ze achter hun raam mag hangen. Daar mag het wel. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn ?

Bericht uit de vervangbus

Bericht uit de vervangbus

Bericht uit de verbangbus. Of eigenlijk de onvervangbus. Plots ligt Antwerpen een uur verder weg – een uur mét Radio Minerva, dat dan weer wel. Op de autoluwe zondag, waarvan de bedoeling is om mensen naar het openbaar vervoer te lokken. Er zal wel iemand over nagedacht hebben, daar bij de NMBS. Toch ?

Essen is een spoorgemeente. Met het spektakel „Lijn 3” gaan dat terecht nog eens in de verf worden gezet. Geen Essen zonder trein. Maar de Spoorwegmaatschappij is een lastige partner. Niet alleen omdat de manier waarop ze de treindienst beheert vaak vragen oproept. Werken zijn noodzakelijk, maar 52 weekends geen trein om de spoorlijn tussen Antwerpen en Essen te verbeteren is wel heel veel. Ik kan er onmogelijk van overtuigd worden dat de hinder tot een minimum werd beperkt. Bovendien is de vervangbus een zeer onvolmaakt alternatief, waar dan ook nauwelijks mensen gebruik van maken,

Ook op andere vlakken is samenwerken met de Spoorweggroep heel moeilijk. Bij al de kritiek die ik heb CD&V+Vooruit, dit kan ik hen niet verwijten. Maar wie ook de volgende meerderheid zal uitmaken, overleg met de NMBS zal noodzakelijk blijven. Prioriteit is daarbij de verhuis van de politie naar het station, en vervolgens de voorziene verbeteringswerken aan het station in Wildert. Maar op wat langere termijn is de hele heraanleg van de hele stationsomgeving in Essen-Centrum de grootste uitdaging.

Een tweede stationstoegang aan Hemelrijk, is een noodzaak. De al lang beloofde passerelle over het spoor hoort daar ook bij. Dan kunnen de bussen aan de overkant komen. Maar de hele verkeersknoop moet nog breder worden bekeken.

Een twintigtal jaren geleden pakte een studiebureau op vraag van het gemeentebestuur uit met een plan waarop de viaduct werd vervangen door een plein onder de spoorweg. Daardoor zou de hele omgeving er veel opener uitzien. Natuurlijk moet zoiets grondig bekeken worden. Er zijn mogelijk ook nog andere manieren om de viaduct weg te halen, of alleszins de hele omgeving opnieuw aan te leggen. De stationsbuurt is de poort van Essen, maar nu ook het zorgenkind. Dat aanpakken mag Essen gerust met wat meer ambitie dan vandaag.

En ja, daar zullen we die moeilijke NMBS bij nodig hebben. Die er zelfs niet in slaagt om de treinen te laten rijden, al dan niet op tijd. Maar moeilijk gaat ook.

Bij de Donau

Bij de Donau

Het kwam in volle verkiezingscampagne niet zo heel goed uit, natuurlijk, maar de Management Board van ELA bracht me naar Bratislava, en een vergadering in het kader van het Hongaarse Voorzitterschap, dat begin juli de fakkel van ons heeft overgenomen, leidde me vervolgens naar Boedapest. Tussen beide in nam ik de trein, gedeeltelijk langsheen de Donau, die op een aantal plekken flink breder was geworden dan normaal, door de recente overvloedige regenval in Midden-Europa.

Van Boedapest heb ik naast de vergaderzaal niet zo veel gezien (ik ben er gelukkig al enkele keren geweest), maar in Bratislava kregen we de kans om het museum „Danubiana” te bezoeken, bij valavond dan nog. Het museum is een architecturale parel op een unieke ligging, omringd door de Donau. Met een indrukwekkende collectie – met aandacht voor Cobra en Karel Appel, om redenen die ik nog zal verduidelijken – en enkele tijdelijke tentoonstellingen die zeer de moeite waren. Het was een beetje een blitzbezoek, maar het gaf veel zin om er nog eens naartoe te gaan.

Het museum bleek bovendien een sterke link te hebben met ons eigen Brabant. Een Slovaakse advocaat kreeg de naam Vincent (Polakovič) mee van zijn ouders, en dat leverde een fascinatie voor Van Gogh op – en voor kunst in het algemeen. Na de val van het communisme droomde hij van een museum voor moderne en eigentijdse kunst in Slovakije, en hij vond een geestesverwant in de streek van Van Gogh, met name in Eindhoven. De kunstverzamelaar Gerard Meulensteen bleek bereid mee te investeren in het museum en er een deel van zijn collectie onder te brengen. Samen kozen ze de locatie en de naam, geïnspireerd door het „Louisiana”-museum bij Kopenhagen (overigens ook de moeite waard).

Ik vind niet alle hedendaagse kunst noodzakelijk „mooi”, maar hier lag de verhouding zeer goed. Bovendien kwamen de werken in het gebouw uitstekend tot hun recht. Wie ooit in Bratislava belandt en van natuur, architectuur en/of kunst houdt, zet „Danubiana” best op het „te bezoeken”-lijstje.

Foto van eigen hand, buiten aan het museum.
Vijftig tinten grijs

Vijftig tinten grijs

Verkiezingen en nuance. Ze gaan niet zo goed samen. In de economie spreken we van een „zero sum game” : het verlies van de ene is gelijk aan de winst van de andere. Wie voor de ene partij stemt, stemt niet voor de andere, hoe dicht de voorkeur eventueel ook bij elkaar ligt. Dat zet er ons, (would-be) politici toe aan om de werkelijkheid meer zwart/wit voor te stellen dan het is, en om de verdienste van onszelf recht evenredig uit te vergroten met de tekortkomingen van de anderen. Omdat we dan bovendien in slogans, soundbites en veel te korte teksten moeten vertalen, ziet het er vaak wat overtrokken, soms zelf karikaturaal uit.

Als oppositiepartij legt N-VA/PLE zo wat meer de nadruk op wat er volgens ons fout loopt, terwijl CD&V+Vooruit pluimen op de eigen hoek steken, ook voor zaken waar ze nu niet direct veel aan hebben bijgedragen. En wie vindt dat dankzij haar of hem de zon schijnt, moet dan ook weer niet verbaasd zijn om de schuld te krijgen van een gebeurlijke regenbui.

Omdat politici mensen zijn, en mensen niet graag horen hoe slecht ze wel bezig zijn, of hoe onrealistisch hun voorstellen voor verandering wel zijn, of hoeveel beter de anderen zijn, of… zorgt de verkiezingsstrijd bij ons allemaal wel eens voor kwaad bloed. Het is dan zaak om te beseffen dat de anderen eigenlijk gewoon hetzelfde doen dan wijzelf, maar dan omgekeerd. En dat is niet altijd gemakkelijk !

Zou het anders kunnen ? In een ideale wereld misschien, of met een ander kiesstelsel, of… Maar vooralsnog is voor wie ook wel van nuance houdt de verkiezingscampagne toch altijd even op de tanden bijten.

Poly Poly

Poly Poly

De Essense cultuurraad organiseerde een debat over cultuur. Ik mocht N-VA/PLE vertegenwoordigen en kruiste de verbale degens met CD&V-lijsttrekker Steff Nouws, Vooruit-cultuurschepen Helmut Jaspers en VB-aanvoerder Marc Scheepers, al heeft die laatste niet veel gezegd.

Over wat er moet gebeuren in de komende jaren bleek de consensus vrij groot. Dat ligt aan het thema -cultuur en vrije tijd- maar ook op veel andere vlakken zijn de verschillen in visie over wat Essen nodig heeft ongetwijfeld niet zo groot. Minder eensgezindheid was er over wat er de voorbije jaren is gebeurd. Dat is nochtans belangrijk, want dat bepaalt mee de mogelijkheden nu, en het toont vooral ook aan wat het resultaat is van wat er bij de verkiezingen wordt aangekondigd. Zoals : een vrijetijdscentrum dat er voorlopig nog als een grasveld uitziet, waarop vorige week ter gelegenheid van “Poly Poly” ook een maquette werd voorgesteld. Die zag er goed uit, daar niet van. Wat vooral ontbreekt is de niet-materiële planning. Ondanks herhaaldelijke vragen vanuit de gemeenteraad -vooral van mij- is voorlopig niet duidelijk hoe een typisch jaarprogramma voor het centrum eruit zou moeten zien. Dat betekent vooral dat er geen zicht is op verenigingen die er regelmatig, bijvoorbeeld wekelijks, gebruik van willen maken. Dat maakt nochtans een groot verschil. Als pakweg twee muziekverenigingen er elke week willen repeteren, dan garandeert dat al zeker 104 dagen dat er minstens iets doorgaat in het centrum. In dat geval kan er ook bij de inrichting van het centrum met die verenigingen rekening worden gehouden. Op het debat bleek nog eens dat de opslag van hun instrumenten een pijnpunt is. Als daar het verschil zitten tussen 0 en 104 dagen gebruik, dan moeten we dat echt aanpakken. Dat is een andere vraag dan de opslag van het hele rekwisietenarchief van een toneelvereniging. Dat kan natuurlijk niet.

Het ontbreken van een jaarprogramma, of een aanzet daartoe, hangt vervolgens ook samen met het ontbreken van een financieel plaatje. Dat wordt ons tegen het eind van het jaar beloofd, en ik blijft er bevreesd voor. Een gunstige gebruiksprijs voor de verenigingen, een beperkte personeelsinzet en een optimaal gebruik van het centrum verzoenen is wellicht niet onmogelijk, maar het vraagt wel een doordachte aanpak en veel voorafgaand overleg met de (potentiële) gebruikers. En dat zie ik op dit ogenblik niet. Ik vond dat redelijk stevige kritiek hier op zijn plaats was.

Hetzelfde geldt voor de samenwerking met de adviesraden in de voorbije jaren. Het was vrij opvallend dat Helmut, als cultuurschepen, moest verwijzen naar de inderdaad behoorlijk goede samenwerking van zijn CD&V-collega Brigitte Quick met de seniorenraad. Dat Steff vermeldde dat luisteren naar de adviesraden volstaat, en dat er beter geen formele adviezen op papier worden gevraagd, was een beetje tekenend : alleen de schepen is op dan op de hoogte, het debat in de gemeenteraad wordt niet beïnvloed, er moet achteraf niet teruggekoppeld worden…

Over het gebrek aan overleg met verenigingen heb ik ongetwijfeld wat veralgemenend gesproken. Met sommige wordt heel goed samengewerkt. Maar dat toch een belangrijke organisatie als Tatteljee dit debat moest aangrijpen om de slechte staat van de gemeentelokalen waarvan ze gebruik maken aan te klagen, is toch wel tekenend.

Hopelijk droeg de discussie bij aan een grotere interesse voor de verkiezingen én aan een sterk cultuurbeleid in de komende legislatuur. Met dank aan de vraagstellers, de cultuurraad en zijn voorzitter, en aan de uitstekende moderator. En aan de “concullega’s” van de andere partijen.

Overigens… in het Grieks betekent “(to) poly poly” (το πολύ πολύ) ook zoiets als “in het beste geval”. Laten we toch maar wat hoger mikken…

Excellent

Excellent

Via onze website vroeg een geïnteresseerde Essenaar waarom er geen Exceltabel zit bij ons verkiezingsprogramma. Want hoe worden al die plannen gefinancierd ? Eigenlijk wel een goede vraag. Koken kost geld, en we doen inderdaad een aantal voorstellen die niet gratis zijn. Vanuit CD&V en Vooruit is er vooral veel kritiek op onze plannen voor een nieuw zwembad. Dat schilderen ze graag af als een onbetaalbaar luxeproject. Dat ze ondertussen zelf een aantal zaken die veel geld kosten niet alleen op papier lanceren, maar er concrete verbintenissen voor aangaan zonder de financiële consequenties in te schatten, zien ze daarbij eenvoudigheidshalve over het hoofd. Maar “zij doen het ook (en veel erger)” is geen goed excuus, natuurlijk. Vandaar dat ik mijn antwoord hier graag meegeef :

Zoals uit de rekening van het gemeentebestuur voor 2023 blijkt is er een overschot op de exploitatie. Bovendien is er een gecumuleerd resultaat (beschikbare middelen) van om bij de 12 miljoen EUR. Op basis van ervaring ga ik ervan uit dat dit tegen het eind van dit jaar gaat oplopen tot minstens 14 miljoen EUR, wellicht meer. De leninglast is heel laag. Dat betekent dat er behoorlijk veel ruimte is voor bijkomende investeringen in de komende jaren, en dat is ook onze prioriteit. Met name in verkeersveiligheid en de verenigingen willen we investeren. Wat het zwembad betreft willen we maximaal gebruik maken van de subsidies van de Vlaamse overheid. Uiteraard gaan we ook voor rioleringswerken, verkeersinfrastructuur… zoveel mogelijk met andere overheden samenwerken.
We moeten de komende jaren wel opletten dat we het exploitatiesaldo onder controle houden. Het zwembad moet dus energieneutraal zijn, en op een minimum aan personeelskosten kunnen draaien. Ook voor wat alle andere beleidsdomeinen betreft moeten de structurele kosten onder controle worden gehouden. Er is zoals gezegd nog wel marge, maar die kan uiteraard niet helemaal ingevuld worden.
Ik kan dat niet exact becijferen. Daar ontbreken namelijk te veel gegevens over het lopende beleid voor. De huidige meerderheid voorziet een nieuw vrijetijdscentrum, maar kan ons ondanks herhaaldelijke vragen geen enkel idee geven van de voorziene exploitatiekosten daarvan. Daarnaast zijn er subsidies beloofd aan de verenigingen, aan max. 600.000 EUR per vereniging, maar daar is (een half jaar nadat ze werden aangekondigd) geen inschatting bij gemaakt over het aantal verenigingen dat hiervan gebruik zou kunnen/willen maken. Beide posten zijn ook helemaal niet voorzien in het gemeentelijk financieel meerjarenplan.
Dat zijn twee belangrijke voorbeelden, maar het geldt ook een beetje in het algemeen : in tegenstelling tot het schepencollege hebben wij geen rechtstreekse toegang tot de financiële dienst van de gemeente, om de huidige toestand juist te kunnen inschatten en de nodige simulaties te vragen. Welke investeringen gaan nog wel doorgaan, welke niet meer ? Welke projecten voor de toekomst zijn nauwkeurig begroot, welke minder ? Zijn er nog kosten die door het huidige beleid worden veroorzaakt maar die we pas in de toekomst gaan vaststellen ? Als oppositie kunnen we ook niet rechtstreeks en namens de gemeente contact opnemen met andere overheidsniveaus. We hebben dus geen exact zicht op toekomstige subsidiemogelijkheden – of alleszins een minder goed zicht dan de collega’s van CD&V en Vooruit.
Ik stel vast dat de partijen die wel over meer informatie (zouden moeten) beschikken ook geen financiële tabellen publiceren. Ik ben nochtans bereid een Excel te maken, als het gemeentebestuur me het model aanlevert en als de andere partijen vervolgens hetzelfde formaat volgen. Anders zal de rekening kloppen wanneer het nieuwe schepencollege het financieel meerjarenplan neerlegt. Uiteraard is het daarbij mogelijk dat we met een volledig zicht op de financiële toestand enkele prioriteiten naar de tweede helft van de legislatuur moeten doorschuiven, of andere wat sneller dan voorzien kunnen uitvoeren. Maar uit ons programma blijkt voldoende waar we in dat geval eerst werk van willen maken.
Wat anders ?

Wat anders ?

Slogans. Ik stoor er mij soms aan. Zeker bij gemeenteraadsverkiezingen hebben nationale partijen de neiging om een slogan te zoeken die bij elke gemeente past. Maar de situatie is overal elders, de uitdagingen verschillen en dezelfde “nationale” partij kan in de ene gemeente een kleine oppositiepartij zijn terwijl ze in de andere de burgemeester levert. Dan liever zelf aan de slag. Meestal kom ik dan bij te lange slogans uit, al ben ik eigenlijk nog altijd trots op die van 2000 toen we “Essen mag geen voorstad van Antwerpen of Roosendaal worden” op onze folders zetten. Die blijft ook 24 jaar later nog altijd actueel.

Toch heb ik deze keer voor mijn eigen campagne voor een slogan gekozen, en nog wel een korte : “Verstandig Veranderen”. Omdat ik het echt tijd vind om te veranderen, na decennia van CD&V-bestuur in onze gemeente. Maar veranderen om te veranderen volstaat natuurlijk niet. Wat goed gaat, moet verdergezet worden. Bovendien volstaat het ook niet om zomaar een andere richting te kiezen, het moet ook de juiste richting zijn ! Veranderen moet dus op een verstandige manier gebeuren.

N-VA/PLE is ook een verstandige keuze voor wie verandering wil. Denken dat verjonging binnen CD&V voor een ander beleid zal zorgen, is namelijk niet verstandig. Dat heeft in Essen nooit gewerkt, en Steff Nouws is ook niet degene die de olietanker van richting kan doen veranderen. En een keuze voor Vooruit dreigt net als bij de voorbije drie verkiezingen opnieuw een keuze voor CD&V te worden, zoals ik hier al eens heb uitgelegd. Bovendien, op de domeinen waar Vooruit in de voorbije jaren een stempel op heeft gedrukt, het ruimtelijk en het natuurbeleid, vinden ook wij dat er geen fundamentele verandering nodig is. Op de domeinen waar dat wel het geval is, het financieel beleid, het mobiliteitsbeleid, het beleid naar de verenigingen toe, heeft Vooruit dan weer 18 jaar lang grotendeels de vrije hand gelaten aan CD&V. Hoe je het ook draait of keert, een koerswijziging zal van N-VA/PLE moeten komen.

Verstandig Veranderen, dus.

Kies maar !

Kies maar !

Onze lijst is gisteren officieel ingediend. Ook die van de collega’s is ondertussen bekend. Vooruit was eerst met de volledige lijst, CD&V was de laatste. En het VB heeft zoals verwacht maar een beperkt aantal kandidaten gevonden. Er zijn heel veel manieren om iets voor je lokale gemeenschap te doen, en politiek is er daar één van. Ik ben altijd blij als mensen zich daarvoor willen engageren. Ik vind het ook leuk dat ik Facebook- en andere vrienden terugvind op gele, groene, rode, oranje en paarse lijsten in andere gemeenten (blauw blijkt voorlopig echt uit de mode). Ze verdienen allemaal een “like”. Hun inzichten zijn niet altijd dezelfde als die van mij, maar ik ben er zeker van dat ze allemaal proberen hun gemeente beter te maken.

Bij de Essense collega’s heb ik niet meteen grote verrassingen gezien. Emma Lambregts bij Vooruit en Eva Eyckmans bij CD&V krijgen een plek die vertrouwen van hun partij uitstraalt, zoals Inne Suykerbuyk die bij ons krijgt. Ook in Essen is de gemeentepolitiek nog te veel een mannenbastion, dus zijn ze meer dan welkom. CD&V doet zijn naam van “familiepartij” alle eer aan, met heel wat familiale banden tussen hun kandidaten onderling. En met de drie lijstduwers, Gaston Van Tichelt, Jokke Hennekam en Dirk Smout zou je al een sterk schepencollege kunnen vormen – in een Nederlandse gemeente dan, waar ze met minder schepenen (wethouders) tevreden zijn. Bij CD&V zie ik ook wat mensen die ik niet (meer) op een lijst had verwacht, maar hoewel ik veel wil veranderen wil ik ook behouden wat wel goed gaat in Essen, en dus is ook ervaring natuurlijk altijd welkom. Zo zou ik Ludwig Caluwé graag terug in de gemeenteraad willen zien, na twee verkiezingen waarbij hij wel verkozen werd maar wegens drukke politieke bezigheden elders zijn zitje niet opnam.

Ik heb ook naar plaats 7 op de lijst gekeken, mijn “rechtstreekse concurrenten” : bij Vooruit staat daar Els Antonissen. Heel goed ken ik haar niet, maar ze blijkt school te hebben gelopen in het Klein Seminarie van Hoogstraten, en dat schept alleszins een band. Bij CD&V staat Ludo Somers op 7, en die ken ik natuurlijk beter – niet alleen omdat hij de nonkel is van onze nummer 6, Anne, maar vooral omdat hij ondertussen al een jaar of tien voorzitter is van de gemeenteraad. 7 is een geluksnummer, we zullen zien wie er het meest van profiteert.

Passief stemrecht heet dat – kandidaat zijn bij de verkiezingen. Heel “passief” gaan al die kandidaten niet zijn, de komende weken. Als je ons al niet in levende lijve tegenkomt, dan wel op affiches of op de sociale media. We doen dat om te proberen ervoor te zorgen dat iedereen het actief stemrecht gebruikt op 13 oktober. Dat is namelijk een nog veel belangrijker recht : dat om te bepalen wie er de gemeente bestuurt, maar vooral hoe dat zal gebeuren. In Essen stel ik voor om verstandig te veranderen en het bestuur van CD&V+Vooruit in te ruilen voor één met N-VA/PLE. Ik hoop dat velen die keuze zullen maken. Maar ik hoop vooral dat we met velen zullen kiezen. Dat is tenslotte nog veel belangrijker.