Average Joe

Average Joe

De Amerikaanse presidentsverkiezingen.  Normaal schrijf ik er veel vroeger al iets over, wanneer de voorverkiezingen op gang komen.  Maar deze keer vind ik het moeilijk.  Uiteraard zijn alleen de voorverkiezingen bij de Democraten van belang : bij de Republikeinen heeft Trump de partij volledig voor zichzelf.  Het blijft ontgoochelend dat er in die partij zo weinig mensen zijn opgestaan tegen een onbekwame en gevaarlijke populist.  Het zal dus aan de Democratische kandidaat zijn om hem in november te verslaan.

Maar geen van de Democratische kandidaten vond of vind ik echt inspirerend.  Ik ben geen fan van het bekampen van het rechts-populisme van Trump met een vorm van links-populisme, al vind ik de manier waarop Elisabeth Warren die agenda vertegenwoordigde nog enigszins aanvaardbaar.  Maar in Bernie Sanders heb ik nooit geloofd, al blijft hij natuurlijk een fatsoenlijk mens die op een aantal vlakken wel degelijk gelijk heeft, en die sowieso een betere president zou zijn dan Trump.  Dat laatste geldt uiteraard ook voor Joe Biden, die wellicht de nominatie zal binnenhalen.  Diens politieke ideeën liggen ook dichter bij wat ik denk dat het best zou zijn voor de VS, maar enthousiast word ik niet van hem.  Pete Buttigieg of Amy Klobuchar zouden een betere keuze geweest zijn, maar ook zij ontbreken (vooralsnog) het charisma van een Barack Obama of een Bill Clinton – of zelfs van Hillary Clinton.  Michael Bloomberg was uiteraard ook geen alternatief, wegens veel te gelijkend op Trump en niet in staat om de klassieke basis van de Democraten bijeen te houden.

Erg jammer dat er geen betere kandidaat is opgestaan, want hoe bizar het met Europese ogen ook lijkt, Trump verslaan wordt geen evidentie, wat voor rare fratsen hij ook uithaalt.  We zullen het dus met Joe Biden moeten doen.  Veel commentatoren denken nu al dat hij in het beste geval een overgangspresident wordt, iemand die terug aanknoopt bij het Obamabeleid, maar eigenlijk vanaf dag één in lopende zaken zal gaan.  Maar goed, alles beter dan “four more years” voor Trump.  Dus bij deze alvast voor alle Amerikanen : ga stemmen, en stem voor Biden.  En binnen vier jaar voor een nog betere president !

Carnavalsstorm

Carnavalsstorm

Carnaval haalde het nieuws dit jaar.  Dat van Essen kwam op de nationale nieuwszenders, omdat de stoet werd afgelast.  Ook al was het achteraf gezien misschien niet nodig geweest, het leek mij een verstandige beslissing.  De verantwoordelijkheidszin die CV De Ossekoppen hierbij aan de dag heeft gelegd verdient alleszins een pluim (in hun geval ook letterlijk).  Ze krijgen elk jaar enkele dagen symbolisch de sleutel van de gemeente, en hoewel ze er niet altijd even ernstig uitzien nemen ze hun taak wel serieus.  Misschien moeten we bij gelegenheid -de 121e carnaval (11×11) lijkt me een gepast moment- de rollen eens een jaar omdraaien en de Raad van Elf de gemeente 362 dagen laten besturen, en de gemeenteraad 3 dagen…

Het carnaval van Aalst beperkte zich niet tot het binnenlandse nieuws, maar haalde de internationale pers.  Misschien had de Aalsterse burgemeester beter het voorbeeld van zijn Essense collega gevolgd, en zo een echt “sabbatjaar” ingelast waarbij een aangepaste strategie en communicatie had kunnen worden overlegd, met de carnavalisten en met alle overheidsniveaus.  Los van de eigenlijke controverse was het spektakel nu alleszins niet om aan te zien, en komen uiteindelijk het carnaval, de stad Aalst, Vlaanderen, België en Europa beschadigd uit het carnavalsweekend.  Zelden is aswoensdag zo op tijd gekomen.  Het lijkt me dat minstens de betrokken overheden eens moeten samenzitten, en het verhaal opnieuw langs de twee kanten bekijken.  Deze tekst die vandaag in de krant stond kan daarbij helpen : de vergelijking met Charlie Hebdo dat nog een veel grovere humor hanteert dan Aalst ooit zou kunnen is immers niet onterecht.  En eigenlijk zou iedereen die de carnavalscontext begrijpt moeten weten dat minstens de praalwagen die vorig jaar de aanleiding van de rel was niet met kwade bedoelingen was gemaakt, en dat die van dit jaar provocerend waren, maar vooral de “lange tenen” van de slachtoffers van het spektakel van het jaar voordien wilden aanklagen.  Niet echt subtiel, maar dat past ook niet bij het genre.  Maar er is een tweede kant aan dit verhaal : je krijgt dit niet uitgelegd aan wie zich niet in de carnavalscontext wil of kan verplaatsen.  Vanop een beetje afstand lijkt dit inderdaad op antisemitisme naar vooroorlogs Duits model.  Als twee druppels water zelfs.  Je zou van al die buitenlandse (en ook wel binnenlandse) waarnemers mogen verwachten dat ze wat meer moeite doen om de context van het Aalsterse carnaval te begrijpen – en dus van een aantal beleids- en opiniemakers in ons land om het beter te duiden.  Maar Aalst zal ook moeten begrijpen dat het nu eenmaal niet afgesloten is van de wereld en dat de stad niet jaarlijks enkele dagen lang in een visuele quarantaine kan worden geplaatst.  Ik las op Twitter direct na de stoet de reactie “Ajuinen !”, en die was niet geheel ongepast.

Dat alles noopt tot een salomonsoordeel.  Als ik gemeenteraadslid zou zijn in Aalst, dan zou ik vooral de toekomst van carnaval willen veiligstellen.  Die lijkt me echt wel bedreigd : ik kan me goed voorstellen dat de internationale druk om het te verbieden snel erg groot kan worden, hoe onbegrijpelijk we dat hier ook zou vinden.  Ik zou dus voorstellen om bij politiereglement te verbieden om tijdens carnaval te verwijzen naar het nazisme en de holocaust, en om volkeren of religies zo stereotypisch voor te stellen dat ze daar redelijkerwijs aanstoot aan kunnen nemen.  Het karikaturiseren van actuele gebeurtenissen of publieke figuren in binnen- en buitenland zou uitdrukkelijk buiten het verbod moeten vallen.  En het schepencollege zou de opdracht krijgen om een doordachte communicatiestrategie uit te werken, samen met alle andere overheidsniveaus.  Is dat de ideale oplossing ? Verre van.  Maar ze lijkt me wel verdedigbaar en realistisch.  Maar misschien denk ik te veel als ossenkop in plaats van als ajuin…

 

One night in Bangkok…

One night in Bangkok…

…of eigenlijk vier nachten. En twee in het vliegtuig. Ik maakte woensdag, donderdag en vrijdag deel uit van de EU-delegatie voor de High Level Dialogue on Employment tussen de Europese Unie en Thailand. En dat bracht me dus naar Bangkok. Voor een reeks vergaderingen, en ook een plaatsbezoek aan de inspectiediensten die de vissersboten controleren, een aan een rehabilitiecentrum voor mensen die bij een werkongeval een handicap opliepen.

Het verhaal van de visserij is veruit het interessantste. Dat is een zeer grote sector in Thailand, waar ook zeer veel migranten werkzaam zijn. Dankzij de EU-druk werden controles ingevoerd, op allerlei aspecten (de grootte van de visnetten, pakweg), maar wat ons vooral interesseerde was natuurlijk de controle op de arbeidsomstandigheden, op de contracten en de betalingen. De EU heeft hier iets gerealiseerd dat we alleen samen kunnen : de Unie speelt in de Liga van de VS, China en Japan in Thailand, geen enkel afzonderlijk Europees land (nee, ook het VK niet, weegt even zwaar). En de Unie heeft zijn kaarten zo goed mogelijk uitgespeeld, door handelsbelangen aan arbeidsvoorwaarden -met name de ratificering en naleving van enkele cruciale ILO- conventies- te koppelen. Zo hebben we samen een echt verschil gemaakt.

Heel goed kwam de reis niet uit, want ik miste de quiz van N-VA/PLE. Gelukkig is die in de deskundige handen van Robin veilig gebleken. Maar de „Dialogue” had een grote meerwaarde voor mij – en mogelijk hebben de Thai ook wel iets aan mijn aanwezigheid gehad. En zo heb ik ook kennis kunnen maken met Bangkok. Op het eerste gezicht leek het wat op Beijing, maar schijn bedriegt eigenlijk. Natuurlijk is het een Oosterse stad. East is East, and West is West. And never the twain shall meet, maar dat klopt niet echt – oost en west is gradueel. Athene ligt dichter bij Bangkok dan Brussel, en dat kan je aan verschillende zaken zien – al was mijn poging om een gevuld bananenblad als een dolma te eten tot mislukken gedoemd. Maar de esthetische vormgeving van het (vooral Indische) boeddhisme dankt veel aan het hellenisme, en mogelijk daardoor zijn er ook duidelijke gelijkenissen met de orthodoxe vormgeving, die dan weer een continuüm vormt met de katholieke en vervolgens de protestantse. En met de islam en het jodendom als aftakkingen.

Maar terug naar het Verre Oosten. De voedselstalletjes langs alle straten, de grote wolkenkrabbers en de kleine steegjes… het heeft uiteraard iets van China. Maar het is een vrijer land, wat zich uit in de godsdienst, de politiek (zolang het koningshuis maar wordt gerespecteerd) en ook wel in de zeden.

De taal klinkt zachter en mensen praten wat minder dan in China, opschriften zijn er ook vaak in het Engels, en sowieso doen Thaise lettertekens minder vreemd aan dan Chinese, al valt er óók niets van te maken. De mensen spreken ook minstens een beetje Engels, velen vrij goed zelfs, en zijn principieel vriendelijk – ook als ze met een glimlach beweren dat de tempel die je wil bezoeken pas later open gaat, maar ze je gerust eerst naar een andere willen brengen, aan een gunstprijs, natuurlijk – als je dan zegt dat je toch eens gaat kijken wijzen ze je alsnog de weg…

Het eten doet veel minder bevreemdend aan dan in China (ook dankzij het Engelse menu, natuurlijk), en voor echt bizarre zaken moet je dus… naar Chinatown. Ze weten er bovendien ook hoe ze Europees eten goed moeten klaarmaken. Niet dat ik het echt heb geprobeerd (behalve bij het ontbijt : enkele hapjes van een curry gaat nog, maar verder ga ik ’s morgens toch niet), maar het zag er allemaal erg lekker uit. Maar „when in Thailand, eat like a Thai”, en zo merk je dat de gastronomische reputatie van het land niet overdreven is. De belangrijkste drempel voor de Thaise keuken blijft daarbij toch de hoeveelheid chilipepers, maar je kan altijd vragen om voorzichtig te zijn. Ik kan ze wel redelijk verdragen, maar er zijn grenzen…

Ik had maar twee dagen om de stad te verkennen en heb me vooral tot de grote toeristische highlights beperkt. Daarnaast heb ik af en toe geprobeerd om van de betreden paden af te wijken en wat binnenstraten te zien. Dat betekent dat ik vooral veel voetpaden ben tegengekomen die met wat tuintafels en -stoelen tot een geïmproviseerd restaurant waren omgevormd, zodat je als voetganger de rijweg op moest. Het zag er altijd lekker uit en rook ook heerlijk, maar ik heb me toch maar niet aan streetfood gewaagd. Nochtans één van de „must do’s” voor Bangkokreizigers, heb ik begrepen. Ook de massage heb ik trouwens overgeslagen. Volgende keer.

Dankzij ons plaatsbezoek heb ik ook een stukje Thailand buiten Bangkok gezien. Dat er uitzag zoals ik me uit films over India herinner.

Door naar Thailand te reizen ben ik uiteraard ook een stuk dichter bij de „bron” van het Coronavirus geraakt. De (ook economische) impact bleek alvast erg duidelijk : de afwezigheid van Chinese toeristen maakte dat ik aan de toeristische attracties waar je volgens de sites die het kunnen weten tijdens het weekend erg lang voor moet aanschuiven gewoon ben binnengewandeld. Misschien ook daardoor was de stad niet zo overweldigend druk als ze soms wordt beschreven. Het verkeer is ook minder chaotisch dan in Beijing, maar ook minder dan in pakweg Italië, Griekenland, Polen of Albanië. Ondanks de tuk tuks en de motorfietsen die er overal tussendoor manoeuvreren.

Daarnaast loopt ongeveer de helft van de mensen in Bangkok met een mondmasker op. Ik heb me daaraan aangepast. Ik heb natuurlijk ook gelezen dat het eigenlijk alleen helpt om de verspreiding van allerlei ziektekiemen tegen te gaan als je zelf ziek bent, en dat het niet verhindert dat jij besmet geraakt. Maar niet iedereen weet dat hij of zij besmet is, en bovendien zorg je er op deze manier voor dat wie een masker draagt meteen gestigmatiseerd wordt. Zodat het dus beter is dat iedereen er één draagt, toch op drukke plaatsen. Ongeveer de helft van de mensen doet dat in Bangkok ook. In de metro ligt het percentage hoger, op minder drukke plaatsen wat lager. Westerlingen dragen er minder vaak één, maar ik was toch lang niet de enige. En in restaurants en bars worden ze uiteraard niet gedragen, want je kan niet eten met een masker op…

Het zou mij niet verbazen dat we ze binnen vijf jaar allemaal voortdurend dragen, of toch tijdens risicoperiodes. Zoiets als de veiligheidsgordel. Dat ze dan ook beter worden, want echt comfortabel vind ik het nu ook weer niet, zeker niet in warm weer. En efficiënter. Daar is een markt voor – ik heb in Bangkok ook al meer gesofisticeerde exemplaren gezien.

Mijn reis heeft er ook toe geleid dat ik veel langer verjaard ben dan gewoonlijk. Ik heb mezelf een gelukkige verjaardag gewenst op de luchthaven van Bangkok, en pas dertig uur later ben ik gestopt met verjaren. Ik vrees dat het niet tot een evenredige verhoging van cadeaus en taarten heeft geleid. Gelukkig ook niet tot evenredige veroudering !

Four nights in Bangkok… ik had gerust nog even willen blijven om wat meer van het land te zien, maar de plicht roept in Brussel, en binnen enkele dagen ook in Genève…

Don’t leave me this way

Don’t leave me this way

Vandaag is een historische dag voor de Europese Unie en voor het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland, zoals onze 28e Lidstaat officieel heet.  Vanavond verlaat het V.K. de Unie.  Ik ben en blijf ervan overtuigd dat die beslissing een historische vergissing is, en slecht voor beide partijen.  Vandaag is een droevige dag.

Ik heb na het referendum lang gehoopt dat de tegenstanders van Brexit in het V.K., ook na de verkiezingen, een manier zouden vinden om de uitstap af te wenden.  Dat was niet helemaal onmogelijk : er zijn ongetwijfeld zeer veel Britten die bij het referendum in 2016 voor de uitstap hebben gestemd, maar die ondertussen hebben ingezien dat ze een vergissing hebben gemaakt.  Maar de “remainers” hebben het moeten afleggen tegen de strategie van Boris Johnson (en zijn adviseur Dominic Cummings) : die zuiverde zijn partij van alle dissidenten en lokte vervolgens verkiezingen uit, die hij (met 43,6% van de stemmen) wel ruim kon winnen.

Het hoefde niet zo uit te draaien.  Een verantwoordelijke en centristisch gerichte Labourleider had, al van in 2016, duidelijk kunnen kiezen voor een tweede referendum en op die basis een Remain-Alliantie opzetten.  Die had de verkiezingen wel kunnen winnen.  Nu kon de verstandige kiezer enkel proberen om tactisch haar of zijn stem zo goed mogelijk uit te brengen.  Te veel onder hen kozen, begrijpelijk, voor de partij waar ze achter stonden in plaats van de partij die in hun kiesdistrict de beste kans maakte om de Conservatieven van Johnson te verslaan.

De stembusgang bezegelde zo de uitstap.  De politici die de verantwoordelijkheid dragen voor de schade die ze aan hun land en aan het unieke Europese project van vrede en welvaart hebben toegebracht verdienen de politieke schandpaal : David Cameron, die zijn partij probeerde te redden ten koste van zijn land, Jeremy Corbyn, die het kapitalisme probeerde te vernietigen ten koste van de belangen van net die Britten die het meest onder de uitwassen ervan lijden en uiteraard Boris Johnson, voor wie enkel zijn plaatsje in Downing Street 10 van belang was.

Wat nu ? Het is duidelijk dat met name Schotland en Noord-Ierland zeer tegen hun wil uit de EU worden gehaald.  Noord-Ierland heeft een wettelijk eenvoudige uitweg : bij een hereniging met de Ierse Republiek is de herintrede in de Unie zonder verdere procedures verzekerd.  Politiek is het wat minder evident : het is niet duidelijk of de unionisten, die de unie met Groot-Britannië verdedigen, wel echt zo verzwakt zijn, of bereid zijn om hun opties te herzien.  Maar de feitelijke douanegrens die Johnson tussen Noord-Ierland en de rest van zijn land heeft aanvaard zou mogelijk de geesten toch kunnen doen rijpen.  Veel hangt af van de definitieve Brexitregeling, na het overgangsjaar 2020 (dat volgens mij onvermijdelijk verlengd zal worden).

Schotland heeft wettelijk een minder helder pad naar de Unie : een nieuw referendum over de onafhankelijkheid moet de goedkeuring van de Londen krijgen, en vervolgens moet het Koninkrijk Schotland ook nog tot de Unie kunnen toetreden.  Dat laatste zal volgens mij niet zo moeilijk zijn : zo allergisch als de EU reageert op interne structuurwijzigingen*, zo relaxt gaan we om met externe.  Maar je weet nooit of er toch nergens een kink in de kabel opduikt.  Schots premier Nicola Sturgeon heeft alleszins alle kwaliteiten om haar land terug in de Europese familie te loodsen.  Ik hoop dat het haar lukt.

Ooit komen volgens mij ook Engeland en Wales overigens nog terug naar de Unie.  De hele Brexit heeft bewezen wat een formidabele machine de EU kan zijn als ze eensgezind een probleem aanpakt : de onderhandelingen langs Brusselse kant kunnen moeilijk anders dan als een foutloos parkoers worden omschreven.  Aan de kant gaan staan van de eenheidsmarkt, van het economisch en (onvolmaakt, maar onweerlegbaar) politiek blok dat de Unie heeft gecreëerd en dat een gigantische hefboom is voor Lidstaten die anders op wereldvlak hoogstens in tweede klasse (1B heet dat tegenwoordig) zouden kunnen meespelen, is op lange termijn eigenlijk geen optie.  Ooit kan dat ook aan de Britse kiezer worden uitgelegd.

*Ik blijf overigens van mening dat de EU een mechanisme nodig heeft dat toelaat om binnen duidelijk kader Lidstaten op te splitsen of samen te voegen.  Met zo’n artikel 50bis -er zijn wellicht wat meer artikels nodig om het goed te regelen- zou morgen wellicht Edinburgh ook nog in de EU hebben gelegen, en zouden én de Catalaanse kwestie en de Belgische regeringsvorming minder explosief zijn, zelfs als het artikel niet zou worden aangewend.
Gedichtendag 2020

Gedichtendag 2020

Botshol

Altijd bang in nachtdiep water
dat is bang aan land.

Dit is geen hol, eerder een leegte
geen stootrand voor begrip, begeerte,

noch een grot met ruwe wanden
waarin op de tast.

Zonder randen ligt het zonder
berm, horizon, houvast.

Geen bodem waarop schaduw meevaart.
Helder het zwartst.

Onttrekt zich in verte aan verte
onttrekt zich in vlakte.

Water onder water
luistert niet. Likt niets los.

Judith Herzberg

Άρνηση

Στο περιγιάλι το κρυφό
κι άσπρο σαν περιστέρι
διψάσαμε το μεσημέρι·
μα το νερό γλυφό.

Πάνω στην άμμο την ξανθή
γράψαμε τ’ όνομά της·
ωραία που φύσηξεν ο μπάτης
και σβήστηκε η γραφή.

Mε τι καρδιά,
με τι πνοή,
τι πόθους και τι πάθος,
πήραμε τη ζωή μας· λάθος!
κι αλλάξαμε ζωή.

Γιώργος Σεφέρης

And did those feet in ancient time
Walk upon England’s mountains green?
And was the holy Lamb of God
On England’s pleasant pastures seen?And did the Countenance Divine
Shine forth upon our clouded hills?
And was Jerusalem builded here
Among these dark Satanic Mills?

Bring me my Bow of burning gold;
Bring me my Arrows of desire;
Bring me my Spear; O clouds unfold!
Bring me my Chariot of fire!

I will not cease from Mental Fight,
Nor shall my Sword sleep in my hand,
Till we have built Jerusalem,
In England’s green & pleasant Land.

William Blake

Kijk omhoog, Sammy

Kijk omhoog, Sammy

Een kleine twee weken na onze receptie stond die van de collega’s van CD&V op het programma.  Traditioneel één van de laatste in de januarimaand, wellicht passend in de christelijke en christen-democratische traditie om niet al te snel met nieuwigheden (rerum novarum) mee te gaan.  Maar ook 2020 bleek uiteindelijk onafwendbaar.

Het was een behoorlijke tijd geleden dat ik nog op die receptie ben geweest.  We hebben gedurende een aantal jaren ook gewoon geen uitnodiging gehad, maar gelukkig werd ondertussen terug algemeen aangeknoopt bij de Essense traditie dat politieke partijen elkaar respecteren en dat tonen door elkaar een glas aan te bieden.  Politiek als een strijd tussen meningen, niet tussen mensen, inderdaad.

De toespraak van de burgemeester heb ik gemist – er stond nog een andere receptieverplichting op het programma.  Maar die van nationaal jongerenvoorzitter en voormalig voorzitterskandidaat Sammy Mahdi heb ik wel gehoord.  Hij gaf een mooie, gedurfde en inspirerende speech, met een oproep die ik met hem deel : wie aan politiek doet moet mensen durven ontgoochelen door hen soms expliciet géén gelijk te geven.  Zijn verwijzing naar Merkel vond ik wel een beetje gemakkelijk (de Vlaamse politiek is de Duitse niet, en CD&V heeft “null Komma null” verdienste aan haar beleid en de terechte waardering die ze daarmee oogst), maar hij bracht een coherent verhaal, en minstens zijn bekommernis voor de staatsschuld deel ik – goed dat we die nog durven uitspreken.

Ik vind het voor de Vlaamse politiek een gemiste kans dat hij geen voorzitter van CD&V is geworden, al zou ik benieuwd zijn geweest om te zien of en hoe de partij uiteindelijk bestand zou zijn geweest tegen de “Obama van den Aldi” zoals hij ook zichzelf noemde.

De aanwezigheidstombola leverde me een fles bier op.  Op de gezondheid van al wie in Essen en daarbuiten nog aan politiek wil en durft doen.

 

Weerklank

Weerklank

Gisteren hielden we voor de tweede keer een nieuwjaarsreceptie, en kozen dit jaar voor de Oude Pastorij als locatie.  Ik mocht opnieuw een korte toespraak houden, en aangezien de afwezigen weliswaar ongelijk hadden maar desgewenst ook recht hebben om te weten wat ik gezegd heb, zal ik dat hier hernemen…

Het is een goede traditie om bij het begin van een nieuw jaar samen te komen en bij een glas even terug te blikken op wat geweest is en vooruit te kijken naar wat komen gaat. Voor ons, de tien gemeenteraadsleden van N-VA/PLE, eindigde 2019 met een slecht gevoel. Op een gemeenteraad van twee dagen, en daarvoor in de commissies, bespraken we het gemeentelijk meerjarenplan voor de komende zes jaar. Één voor één hadden we het gevoel dat het zoveel beter had gekund, dat we het zelf zoveel anders hadden willen aanpakken.

Een jaar lang plannen leverde niet veel meer op dan een korte opsomming van zaken die nog overwogen, bestudeerd, besproken of gepland moeten worden, met als enige concrete een beperkte reeks investeringen die vooral een herhaling is van wat zes jaar geleden ook al op het programma stond, maar niet uitgevoerd raakte.

Terwijl heel Essen zich elke dag met de fiets of de auto vastrijdt, ligt er vandaag geen mobiliteitsplan op tafel. Daar hadden wij onmiddellijk aan willen beginnen, zodat nu de eerste conclusies konden worden getrokken. Maar neen, het zal langzaam opgestart worden om dan later te zien of er misschien ook echt iets moet veranderen, en of daar dan geld voor is.

En terwijl alle verenigingen in Essen weten hoe belangrijk aangepaste ruimte is en dat er nood is aan een polyvalent gebouw voor hun activiteiten, moeten ze het stellen met het vage vooruitzicht van een abstract cultuurpark. In plaats van nu al bezig te zijn om de mooi gerestaureerde douaneloods voor hen in te richten, vragen CD&V en sp.a hen nog maar eens op hun behoeftes op te lijsten. Daarna zal er wellicht gekeken worden of de gemeente niet voor veel geld een half geschikt en half vervallen gebouw kan opkopen.

Zo jammer van de verloren tijd en de gemiste kansen. Maar moedeloos worden is geen optie. Daarvoor heeft de kiezer ons niet tot de grootste fractie in de raad gemaakt. Dat brengt de verantwoordelijkheid mee om te blijven proberen om het beleid bij te sturen waar het kan en om waar het moet duidelijk te maken dat er echt wel een alternatief is voor het aanmodderbeleid. We gaan er in 2020 hard aan blijven werken.

Uitstelgedrag in de politiek zien we natuurlijk niet alleen in Essen. In wat voor land leven we waar gemeentebesturen liefst de avond van de verkiezingen moeten gevormd worden, maar waar op regeringen maanden moet worden gewacht ? Uiteindelijk slaagde Jan Jambon erin om een sterke Vlaamse regeringsploeg samen te brengen, maar een federale regering hebben we nog steeds niet. Ik weet dat sommige Vlaams-nationalisten dat niet zo erg vinden, maar zolang het België is dat de lidkaart van de EU beheert zitten er nu eenmaal cruciale economische bevoegdheden op het federale niveau. Zo cruciaal dat als vandaag een economische crisis zoals die van 2008 Europa zou treffen, België op de eerste rij dreigt te staan om zoals toen een vijftal landen is overkomen het bestuur van ons land te zien overnemen door internationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Centrale Bank. Ik heb daar enige ervaring mee, een weet dat daar niemand op zit te wachten, en dat er dan taboes van alle politieke partijen zullen sneuvelen.

Ik kan me niet voorstellen dat we dat zomaar willen zien gebeuren. N-VA heeft nationaal de verantwoordelijkheid van de grootste partij, zoals wij die in Essen hebben. N-VA heeft al bewezen dat ze die verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat, dat ze niet zoals extreemrechts en extreemlinks van aan de zijlijn staat te roepen dat er eenvoudige oplossingen zijn, dat ze -om bij de actualiteit te blijven- als het brandt mee wil blussen in plaats van het vuur aan te wakkeren. Die lijn aanhouden en tegelijk duidelijk blijven maken dat er grondige structurele hervormingen nodig zijn en dat een regering meer moet doen dan de winkel open houden en alle belangengroepen om de beurt bedienen wordt een belangrijke uitdaging voor de komende weken -hopelijk geen maanden- en ik wens de collega’s van N-VA veel moed en doorzettingsvermogen toe om binnen de partij op alle niveaus daaraan mee te werken.

Vrienden, alsof de uitdagingen op alle niveaus niet al moeilijk genoeg zijn, staat ook bij ons de democratische manier van aan politiek doen soms onder druk. Democratie vereist respect voor de waarheid en voor politieke tegenstanders. Het gaat om een strijd tussen meningen, niet tussen mensen. Met argumenten, en niet door elkaar te overroepen. Een eerste voorwaarde daarvoor is om ook te luisteren naar mensen waarmee we het niet helemaal, of zelfs helemaal niet, eens zijn. Misschien is dat wel een goed voornemen voor 2020 voor al wie op welk niveau ook met politiek bezig is. Zoals wat vaker samenkomen met vrienden om het glas te heffen ook een goed voornemen moet zijn. Laten we er vandaag mee beginnen. Hier is de drank alvast gratis, en ik stel voor dat we nadien naar de Heuvelhal gaan om te kijken of dat bij Gaston ook het geval is.

Nadien trokken we dus nog naar het Burgemeestersfeest.  Het was alweer enkele jaren geleden dat ik daar nog present tekende.  Een beetje ten onrechte, want ondanks allerlei bedenkingen bij de manier waarop het wordt georganiseerd* blijft het een goed initiatief dat jaarlijks veel geld inzamelt voor een reeks veelal zeer lovenswaardige Essense verenigingen en acties.  De Abbacloon die op het podium stond kon me niet meteen bekoren, maar er heerste een goede sfeer in de Heuvelhal – niet meteen de meest sfeervolle zaal in Essen nochtans.  Eigenlijk was de combinatie met onze receptie nog niet zo slecht, dus misschien moeten we dat volgend jaar ook maar overdoen.  Al bij al een geslaagde avond !

*de grens van het organiserend comité met enerzijds het gemeentebestuur en anderzijds de partij van de burgemeester is niet altijd even duidelijk, en de keuze van “goede doelen” is weinig transparant, om maar iets te noemen
Uitgekookt

Uitgekookt

Tijdens de kerst- en nieuwjaarsperiode ruil ik de pc en de vergadertafel traditioneel minstens gedeeltelijk in voor het fornuis en het aanrecht. Ik kook graag, maar vaak vind ik er niet de tijd voor. Ik ben zeker technisch geen goede kok : een mes in mijn handen blijft een zeker gevaar inhouden (gelukkig vooral voor mezelf) en ik kan bijvoorbeeld niet zomaar de klassieke bereidingen uit mijn hoofd bereiden – vraag me niet om een beurre blanc of beurre manié op tafel te zetten, om maar iets te zeggen. Maar ik durf veel en heb een goede neus voor smaakcombinaties, ook als die niet meteen aan de klassieke verwachtingen beantwoorden. Zo hoeft het niet altijd vanille-ijs te zijn, maar smaakt een bolletje geraniumijs, mosterdijs of chicorei-ijs ook lekker – uiteraard afhankelijk van waar het bij wordt geserveerd. En een espuma of een sous-videbereiding durf ik ook wel aan – waarbij mijn slaagkansen bij die laatste techniek stukken groter zijn dan bij de eerste.

Inspiratie zoek ik in kookboeken, maar uiteraard ook op het internet, want zo gaat dat tegenwoordig. Wat talenkennis helpt dan om je niet te hoeven beperken tot het Nederlands, al zijn er ook in onze taal uitstekende sites ter beschikking. Zelf wend ik me vaak tot Hap & Tap, en uiteraard is ook de site van kookzender Njam een bron van goede ideeën.

Voor de Griekse keuken is Akis Petretzikis – de lokale Jeroen Meus of Piet Huysentruyt – een onmisbare partner. Ik heb het al meegemaakt dat zijn aanpak door mijn Griekse familie werd tegengesproken (dat moet zó niet), maar dat het resultaat dan toch minstens even goed blijkt dan de gehuldigde klassieke aanpak… De blog My Little Expat Kitchen wordt jammer genoeg niet meer bijgewerkt, maar ook deze lijst met Griekse recepten en af en toe een uitweiding naar de Nederlandse of nóg exotischer keukens is de moeite waard.

Voor de Midden-Oosterse keuken is Yotam Ottolenghi onmisbaar, ook al zijn niet al zijn recepten op het internet te vinden. Bovendien vereist hij al eens dat je de motivatie vindt om exotische ingrediënten op te sporen. Vaak goed haalbaar als je er op tijd aan begint (hij verkoopt ze ook zelf…) maar niet altijd : zo ondervond ik vorige week dat je hier te lande almaar eenvoudiger rode bieten vindt, maar dat gele bieten (neen, géén boterraapjes) niet zomaar in de rekken liggen.

Als het wat ingewikkelder mag, dan kan je bij ChefSteps terecht, voor espuma- of sous-videideeën ook bij de respectievelijke producenten van de ISI en Anovatoestellen. In het Engelse taalgebied heeft SeriousEats ook een stevige positie verworven – al is de site soms wel zeer Amerikaans en heb je wat „vertaalwerk” nodig, en niet alleen omwille van ounces en cups.

Tenslotte… ik post dit nu, maar uiteraard is januari bij uitstek een geschikte maand om te proberen wat minder te eten. Ook dat blijft de moeite waard in 2020.

’t Is geen (vuur)werk

’t Is geen (vuur)werk

Ik heb het hier ooit al eens uitgelegd : vuurwerk is een klassiek voorbeeld van marktfalen. De meeste mensen vinden (zoals ik) vuurwerk mooi, en zijn bereid om daar op tijd en stond iets voor te betalen. Maar zo goed als niemand wil echt genoeg betalen om een vuurwerk tot stand te brengen dat de moeite waard is. En als er toch iemand vuurwerk afsteekt kan ook wie niet betaalt gewoon meegenieten van het spektakel, want het speelt zich in de lucht af. De nadelen voor mens, dier, leefmilieu, … worden niet gedragen door degenen die het vuurwerk afsteken, en worden niet op hen verhaald.

Een goede vergelijking is ironisch genoeg de brandweer : iedereen wil daarvoor wel iets betalen, maar niemand wil alleen opdraaien voor een brandweer die 24u paraat staat. En eens er brandweer is, moet die noodzakelijkerwijs voor iedereen tussenkomen, want als ik wel betaal en mijn buur niet, dan is het laten afbranden van het huis van mijn buur nu eenmaal geen optie – het mijne gaat er mee aan. De politie, het leger, een straat asfalteren, riolering aanleggen… het komt ook in de buurt : ook daar is individueel optreden niet onmogelijk, maar uiterst inefficiënt.

In dit soort geval schrijft de economische wetenschap een overheidsmonopolie voor. In dit geval bijvoorbeeld één keer per jaar een groot, mooi, goed geregisseerd, geluidsarm, veilig, … vuurwerk. En daarnaast niets, of desnoods erg strikt gereglementeerd. Waarbij in principe alleen de overheid nog als klant overblijft, zodat je de privéverkoop ook gewoon kunt verbieden. En je wellicht ook de stekker uit alle veiligheids- en overlastproblemen die zich nu voordoen trekt – want ik weet natuurlijk wel dat niet vuurwerk op zich, maar misbruik en vandalisme problemen veroorzaken, maar het valt moeilijk te ontkennen dat de “wapens” nu wel gemakkelijk voorhanden zijn.

Je regelt dit bij voorkeur Europees, lijkt me, zeker in een grensregio als de onze. Maar ik vind het geen reden om nationaal of lokaal niet zo veel mogelijk te doen, in afwachting. De huidige situatie, met een principieel verbod dat niet te controleren is wegens een overaanbod, het toelaten van bezit van wat je niet mag afsteken en de onmogelijkheid voor de politie om vuurwerkontstekers op heterdaad te betrappen, is alleszins niet bepaald goed beleid.