De Coronaparadox

De Coronaparadox

De regels mogen dan wel wat versoepeld zijn, “blijf in uw kot” is vooralsnog nog steeds het uitgangspunt.  Wat mij betreft terecht : ik zou me een stuk veiliger voelen als er niet meer elke dag enkele tientallen overlijdens en ziekenhuisopnames zouden worden aangekondigd.  Al heb ik ook veel begrip voor gezinnen, kinderen, (groot)ouders… voor wie het kot veel te eng geworden is.  Onze overheden dansen op een slappe koord, en dat is een positie die niemand hen zou mogen benijden.

Maar ondertussen zit ik dus meer dan twee maanden thuis.  Als ik er op terugkijk, dan stel ik een merkwaardige paradox vast.  Ik heb de voorbije twee maanden meer gewerkt dan anders.  Qua aantal uren, en ook qua werkvolume.  Ik ben van thuis uit meer “aanwezig” geweest voor mijn collega’s, ik heb zelf analytisch werk gedaan waar ik anders zelden aan toekom en heb alle vergaderingen in het binnen- en virtuele buitenland bijgewoond waar ik werd verwacht, al moet ik toegeven dat zeker de eerste weken sommige internationale instellingen wat aanpassingsproblemen hadden en dus minder werk verzetten.  Maar dat extra werk is niet ten koste gegaan van mijn mandaat als gemeenteraadslid, integendeel.  Zo heb ik wellicht voor het eerst sinds lang twee maanden lang geen vergaderingen gemist.  Ik heb ook geen enkele Griekse les moeten afzeggen.  Ik heb veel meer tijd doorgebracht met mijn vrouw dan voordien.  Ik heb bijna elke dag een wandeling gemaakt.  En ik heb méér afgesproken met vrienden dan voordien.  Tenslotte heb ik ook nog eens meer geslapen !

Aangezien er maar 24 uur op een dag zijn, ook in quarantaine, moet dat ten koste van iets zijn gegaan.  Ik heb mijn ouders niet bezocht, en dat is uiteraard een belangrijk gemis.  Ik ben ook niet op reis geweest, en dus hebben we ook de familie van mijn vrouw niet gezien.  En uiteraard heb ik ook voor mijn werk geen verplaatsingen gemaakt.  De rest van het saldo is voor rekening van de NMBS.  Ik nog niet welke conclusies ik daaruit wil trekken.  Ik vind reizen, in verschillende vormen, namelijk ook wel leuk.  En het verlangen naar een terugkeer naar de “normaliteit” is ook bij mij groot – ik krijg soms een punthoofd van al het televergaderen.  Maar ik kan anderzijds de vaststelling ook niet ontkennen dat minder ook meer is.

Essen an der schönen blauen Donau

Essen an der schönen blauen Donau

Gisterenavond hadden we de eerste “echte” digitale gemeenteraad, nadat we vorige week een aantal commissievergaderingen hadden.  Technisch liep het allemaal vrij goed, en dat is niet zozeer te danken aan de technici (want een platform voor videovergaderingen gebruiksklaar maken is niet zo moeilijk), maar wel aan degenen die voor een vlotte “regie” zorgden, in de eerste plaats de algemeen directeur dus.

Inhoudelijk verliep de raad veel minder goed.  Dat vraagt enige duiding…  De coronacrisis geeft onvermijdelijk extra macht aan de bestuurders die ze moeten beheersen.  De vraag is of ze een deel van die macht afstaan, delen, om zo een sterker antwoord te kunnen geven.  De meeste machthebbers geven een deel van de macht af aan experten.  De omvang van dat deel is voor discussie vatbaar, maar iedereen ziet in dat Trump of Bolsonaro de expertise te veel negeren, en zichzelf daardoor verzwakken.  Een andere vraag is wat je als machthebber doet met de politieke oppositie.  Om twee uitersten te duiden : de Hongaarse premier Orban gebruikt de coronacrisis duidelijk als een excuus om de facto een dictatuur in te stellen in zijn land, de Nieuw-Zeelandse premier Ardern liet het aan de oppositieleider over om de parlementaire commissie rond “Covid” voor te zitten.  Ook op het federale niveau bij ons worden alle verantwoordelijke partijen betrokken bij het uitwerken van de coronamaatregelen, in Nederland verving een oppositiepoliticus de minister van volksgezondheid toen die plots ontslag nam.  En zo zijn er nog heel wat voorbeelden; ook iemand als de Duitse kanselier Merkel haalt een stuk van haar legitimiteit in deze crisis uit een verbindende houding.  Ook in dit geval betekent macht afstaan eigenlijk de eigen macht versterken : een groter politiek draagvlak creëert ook een groter draagvlak bij de bevolking.  En het komt uiteindelijk ook de machthebber ten goede; na 14 jaar in  haar ambt is Merkel in de peilingen populairder dan ooit tevoren.

Welke keuze werd in Essen gemaakt ? Het begon niet slecht.  Bij het begin van de lockdownmaatregelen stelden CD&V en sp.a aan ons voor om samen een persbericht te verspreiden.  Dat deden we dan ook.  Daarna deden we enkele voorstellen, en vroegen om die samen te bespreken en uit te werken.  Maar die werkwijze was duidelijk niet naar de zin van de burgemeester, die een uitstekende gelegenheid zag om zijn eigen macht te versterken.  Zo kondigde hij in de pers aan dat er 500.000 EUR wordt uitgetrokken (vóór corona was het een bevoegdheid van de gemeenteraad om het budget vast te stellen) en besliste hij om zijn coronaplan aan iedereen op te leggen.  Om de sp.a tevreden te houden werd er ook een voorstel van hen in verwerkt, maar daar hield het dan bij op.  Onze voorstellen werden in de gemeenteraad vervolgens weggestemd, omdat ze niet “van onderuit” kwamen en niet voldoende waren gerijpt, de voorstellen van het college werden goedgekeurd “omdat het belangrijk is om snel duidelijke signalen te geven”.  Dat de burgemeester Arno Aerden (sp.a) dwong om die spreidstand uit te leggen, was een cynisch extraatje.  Zoals Helmut Jaspers (sp.a) mocht uitleggen dat ons voorstel voor een verenigingenfonds onvoldoende rekening hield met de diversiteit van de Essense verenigingen, terwijl het net van 100% maatwerk uitgaat, zodat hij uiteraard ook verdwaalde in die uitleg.

Tenslotte werd ons duidelijk gemaakt dat “van onderuit” niet “vanuit de gemeenteraad” betekent (de 25 mensen die door de Essenaren voor dit soort werk zijn aangeduid), maar vanuit task forces samengesteld door “het schepencollege en de door dat college gevraagde mensen die volgens het college het werkveld vertegenwoordigen”.  Waarmee niet alleen de raad, maar ook de bestaande adviesraden buitenspel worden gezet.

En toch gaan we ons verantwoordelijk blijven gedragen.  We gaan de maatregelen steunen die goed zijn, ook als ze niet van ons komen.  Voorstellen van het schepencollege en de meerderheid constructief blijven bekijken, op inhoud beoordelen en niet op de naam van de indiener, zoals we ook gisteren de hele raad door zijn blijven doen.  Dat is niet gemakkelijk, frustrerend zelfs, omdat het niet van twee kanten komt.  Maar het is zoals het hele coronaverhaal… alleen door vol te houden komen we er.

Tussenstand

Tussenstand

Wereldwijd zijn er meer dan 200.000 mensen overleden aan het coronavirus, of COVID-19 om iets preciezer te zijn.  In ons land gaat het om meer dan 7.000 mensen.  Ik weet dat die cijfers niet helemaal vergelijkbaar zijn; ik ben genoeg statisticus om te weten dat concepten en definities ertoe doen, en dat “de” waarheid in statistieken zelden bestaat.  Wellicht zijn het er bij ons verhoudingsgewijs wat minder en elders wat meer.  Maar het leed dat achter de getallen steekt, dat kan in elk geval niet worden weggecijfer.

Ik heb 446 Facebookvrienden.  Dat zijn niet allemaal mensen die ook tot mijn onmiddellijke persoonlijke omgeving behoren.  Sommigen zijn goede vrienden, anderen toevallige kennissen.  Enkele zou ik mogelijk op straat niet herkennen (met mijn excuses, ik ben ook niet zo goed in het onthouden van gezichten).  Maar het geeft een goede idee van de mensen met wie ik omga, en 446 is nu ook weer niet zo gigantisch veel.  Via Facebook volg ik hun wel en wee.  Sommigen geven daarover veel informatie, anderen veel minder tot niets.  En de wonderen van de Facebookalgoritmes houden wellicht ook hier en daar wellicht iets tegen.  Dus is dit gegeven ook relatief.

Van die 446 heeft er één persoon in het ziekenhuis gelegen met Covid.  Verschillenden vermoeden dat ze ziek zijn geweest, maar zijn niet getest.  Van één vriend is de moeder (jonger dan 65) aan Covid overleden.  Van een andere stierf de beste vriend.  Ik vermoed dat iedereen die deze oefening doet een aantal soortgelijke verhalen vindt.  En ik hoop dat het iedereen helpt om te beseffen dat de afbouw van de maatregelen een tussenstap is, maar dat we daarna meer dan ooit allemaal ons best zullen moeten doen om het virus niet te verspreiden.  Het is ook in mei nog altijd verstandiger om je Facebookvrienden op Messenger aan te spreken, dan om samen naar de Hema te gaan, om maar een voorbeeld te noemen.

Met mijn medeleven aan iedereen die van nabij of van ver door Covid is getroffen.

Anders

Anders

“Waarom is deze avond zo anders dan alle andere avonden ?” – het is een vraag die bij het joodse paasfeest hoort.  Maar het voorbije weekend hoorde ze wellicht nog beter thuis bij het orthodoxe paasfeest, met name bij de paasnacht in Griekenland.  Dat vraagt enige context.  Normaal vieren de Grieken Pasen met familie en vrienden, en vooral : niet in de stad.  In Groot-Athene wonen 3,7 miljoen mensen (op een totale Griekse bevolking die ongeveer gelijk is aan de Belgische), maar met Pasen loopt het leeg : iedereen trekt naar “het dorp” waar hun familie vandaag is, en/of naar een buitenverblijf, aan de kust of elders.  Daar wordt gewacht tot middernacht op Paaszaterdag, wanneer iedereen zich vóór de kerk verzamelt totdat de priester de verrijzenis van Christus aankondigt, wat begroet wordt met vuurwerk.  Iedereen neemt dan het licht van de Paaskaars mee naar huis, waar vervolgens gegeten en gedronken wordt (met name de traditionele paassoep, waarvan het recept beter achterwege blijft).  ’s Anderendaags verzamelen families en vriendengroepen zich rond een lam of geit aan het spit, begeleid met muziek, dans en (veel) wijn.  Athene ? Daar valt die dagen helemaal niets te beleven.

Maar deze keer was alles dus anders.  De Griekse overheid was er zich heel goed van bewust dat het een moeilijk weekend kon worden.  Het werd nog explicieter dan in de weken voorheen verboden om naar “den buiten” te trekken, met controles op alle uitvalswegen op de steden.  De massale politie-aanwezigheid leidde uiteindelijk tot 51 boetes.  Alle kerken (en wie er ooit geweest is weet hoeveel er dat zijn) gingen op slot.  De politie is een keer of 5 moeten tussenkomen, maar verder vond elke kerkdienst (en zoals bij ons in de goede week zijn er dan nogal wat, bovendien met een minder groot priestertekort wegens een minder streng celibaat) achter gesloten deuren plaats.  En om middernacht vierde zowaar Athene Pasen, met kaarslicht en vuurwerk vanop de balkons.  Wat voor een uniek gevoel van samenhorigheid zorgde in een stad die daar in het algemeen niet voor bekendstaat, wat niet zo vreemd is voor een snel gegroeide en zeer dicht bevolkte stad, met een ruimtelijke ordening die wellicht nog slechter is opgevat dan we in Vlaanderen gewoon zijn (en dat wil wat zeggen).

Dat het “wonder van Pasen” uiteindelijk zo gemakkelijk tot stand kwam, past wel in het verhaal van Griekenland tijdens de coronacrisis.  Een land dat na jaren van zware economische crisis snel en doortastend besloot om de economie grotendeels stil te leggen en om de grenzen te sluiten (in een land dat voor 30% van zijn BBP afhankelijk is van toerisme).  Zonder dat er meteen een binnenlands “draagvlak” voorhanden was, want er waren nauwelijks gevallen van corona bekend.  Wat wel hielp was dat de toestand in Italië dat draagvlak creëerde, aangezien dat land zowat het “referentiebuitenland” is.  Zoiets als Nederland voor Vlaanderen, of Frankrijk voor Wallonië.  Vervolgens werd er net zoals bij ons voor gekozen om in de eerste plaats wetenschappers vooruit te schuiven in de communicatie, en met Sotiros Tsiodras heeft Griekenland daarbij ook nog eens het geluk dat het over iemand beschikt die nog sterker en (geloof)waardiger dan de (ook al onvolprezen) Marc Van Ranst en Steven Van Gucht uit de hoe komt.  Waarbij de inspanningen ook resultaten opleveren : Griekenland telt ongeveer 50 keer minder coronaslachtoffers dan België.  Op de dagelijkse persconferenties worden ze in eenheden geteld, niet in tien- of honderdtallen.  Dat is uiteraard  zeer belangrijk voor een gezondheidssysteem dat structureel langs alle kanten rammelt én zware klappen kreeg tijdens de economische crisis – al kan het wel bogen op erg goede dokters; wie bij ons in een willekeurig ziekenhuis de namenlijst van specialisten overloopt, komt daarbij onvermijdelijk Griekse namen tegen.

Een situatie waar het land ook moet uit put, die het gemakkelijker maakt om de maatregelen vol te houden.  En zo herontdekt een vaak zwaar verdeeld land de kern van sociale cohesie die nooit weg was, maar al te vaak versmacht leek in een cliëntelistisch politiek systeem, met een bureaucratie die jaren achterloopt en waarbij radicaal populistisch opbod niet wordt geschuwd.  En ja, het vervult de Grieken met lichte trots dat ze nu plots het gidsland zijn.  Al blijft dat uiteraard gedempte trots, want het gaat over een pandemie.

Natuurlijk is er ook wat toeval mee gemoeid.  Grieken gaan niet op skivakantie in Italië of Oostenrijk (ze kunnen in eigen land skiën indien gewenst), carnaval valt wegens de orthodoxe kalender een week later dan hier en kon nog worden gestopt, … Maar toeval speelde ook bij de economische crisis een rol, dus het daar nu helemaal op steken zou erg onfair zijn.

En zo werd Pasen 2020 in Griekenland een dag als geen andere.  Waarbij de barbecue op het balkon in de stad werd uitgestald, of een spit werd geïmproviseerd, desnoods in de open haard.  Ik vermoed dat de vleesgeur in Athene voor één keer die van uitlaatgassen zal overstemd hebben.  En waarbij de “verrijzenis” ook een beetje een andere betekenis kreeg.  Tijdens de coronapersconferentie werd gezegd dat Pasen 2020 wellicht in de eerste decennia niet meer zal worden vergeten, en mogelijk nog langer.  Dat denk ik eigenlijk ook.  En ik hoop dat het gevoel van samenhorigheid ook nog lang zal meegaan.

Ik heb hier de laatste weken blijkbaar meer over Griekenland dan over andere onderwerpen geschreven.  Dat is ook toeval, maar het is vandaag ook gewoon gezond, denk ik, om even weg te dromen.  Het weze me vergeven.   

Molgetal

Molgetal

Het was van de eerste reeksen, met Michiel Devlieger, geleden dat ik nog eens naar De Mol had gekeken.  Maar de nieuwe reeks werd opgenomen in Griekenland, en bovendien bleken onze zondagavonden wegens corona niet gevuld met een treinreis naar Brussel, zoals we ze voordien vaak doorbrachten.  Dus zetten we De Mol op ons programma.  Zoals erg veel Vlamingen, klaarblijkelijk.  Ik heb het me om veel redenen nog niet beklaagd.  De eerste afleveringen gingen door in de streek waar we vorige zomer op vakantie waren, met de bergen van Meteora en de Zagarochoria, en met de zee in Parga.  Het hotel waar de deelnemers verbleven wisten we meteen te signaleren, en op enkele andere plekken zijn we ook geweest.  En de man die in de vorige aflevering met fruit werd behangen en als model dienst deed, blijkt dus ook gewoon een redelijk bekende Griekse acteur.  Een gevoel van herkenning is altijd meegenomen als televisiekijker…

Maar ook los van de setting is De Mol dus nog steeds ook sterke televisie, die je onvermijdelijk in het verhaal meesleept, met een uitstekende verhaallijn.  Het gegeven “Griekenland” wordt gebruikt, maar zonder dat het echt te clichématig wordt.  En het is ook gewoon een erg goed spel, met opdrachten waar strategie en schijnbare onkunde zo dicht bij elkaar liggen dat je iedereen gaat verdenken.  En niemand.  Ik had me voorgenomen om me niet af te vragen wie de mol zou zijn, maar dat kan je dus klaarblijkelijk niet voorkomen.  Het is Bart, en Jolien wint het spel.  Of andersom.

Lesmateriaal Grieks : een korte review

Lesmateriaal Grieks : een korte review

Dit is niet meteen een stuk voor elke lezer van mijn blog.  Eerder voor wie hier toevallig terechtkomt en met het plan rondloopt -of dat al uitvoert- om (Nieuw)Grieks te leren.  Het leek mij namelijk nuttig om een korte review te schrijven van de leerboeken (en een website) die ik daarvoor in de voorbije jaren gebruikt heb.  Bovendien heb ik voor enkele van de boeken een woordenlijst gemaakt (Grieks-Nederlands), die ik dan ook maar deel.  Ik heb ze puur voor eigen gebruik gemaakt, maar misschien dat ze ooit iemand van dienst kunnen zijn.

Ik heb mijn eerste stappen in de Griekse taal gezet met behulp van de Ελληνικά Τώρα-reeks (1+1 en 2+2).  Het 1+1-boek behelst de taalniveaus A1 en A2 uit het Europees referentiekader, de beginnersniveaus dus, het 2+2-boek bestrijkt de niveaus B1 en B2.  De gebruikte teksten zijn gedateerd; sommige zijn net iets hedendaagser dan de lesboeken Frans die ik me herinner uit de lagere school (“Papa fume une pipe” terwijl “maman” het huishouden deed, en “Où est la route pour Hasselt ?” was een gewone vraag in het ongetwijfeld franstalige Limburg).  Maar ook Griekse leerkrachten die niet van de boeken houden geven vaak aan dat ze voor starters goed geschikt zijn, vooral omdat ze de grammatica vrij degelijk behandelen – een grammatica die er ook in het Engels in wordt samengevat.  Woordenschat en teksten lijden wat onder die aandacht voor de grammatica, zodat het boek op dat vlak wellicht niet volstaat om ook echt het niveau B2 te bereiken en eventueel wil deelnemen aan de examens van het Κέντρο Ελληνικής Γλώσσας (Centrum voor Griekse Taal).

Een goed alternatief voor niveaus A1 en A2 voor Nederlandstaligen, maar dat pas ná mijn start op de markt is gekomen, is ongetwijfeld “Milào“.  Het boek vertrekt vanuit het Nederlands en neemt het Griekenland van vandaag en de interesses en de noden van wie daar op vakantie gaat als referentiepunt.  De basiscursus komt met een oefenboek en met een website met (luister)oefeningen.

Voor niveau B1 en B2 heb ik zelf ook lessen gevolgd op basis van Ελληνικά Β΄,  dat vooral vertrekt vanuit de situatie van wie als buitenlander in de Griekse samenleving terechtkomt, met hedendaagse teksten en veel praktische informatie (over pakweg de elektriciteitsrekening).  Ook de grammatica wordt goed behandeld, hoewel iets minder diepgaand dan in Ελληνικά Τώρα.  Maar dat weegt niet op tegen het levendiger karakter van het boek (waarvan zoals beloofd hier mijn woordenlijst).  Daarnaast biedt het als genoemde Κέντρο een oefenboek voor de B2-examens aan.  Dat is doodsaai, maar het geeft een goed beeld van de examens en is zeker op het vlak van woordenschat (hier de woordenlijst) een nuttige aanvulling bij de andere boeken.

Voor de C-niveaus (Γ-niveaus) heb ik bijzonder veel gehad aan Ταξίδι στην Ελλάδα-Νέα Ελληνικά για ξένους.  Het herhaalt de grammatica en bouwt erop verder, en en bevat reële, actuele Griekse teksten, met veel afwisseling.  Het is mooi thematisch opgebouwd, zodat het toelaat om systematisch de woordenschat te verdiepen (hier de woordenlijst).  Het is vooral dankzij dat boek dat ik het C1-examen heb gehaald, aangevuld met het onvermijdelijke (en opnieuw vreselijk saaie) oefenboek van het Κέντρο.

Ondertussen blijf ik verder werken met Τα “Καλώς Κείμενα” για Προχωρηνένους, dat ongeveer dezelfde inhoud behandelt als “Ταξίδι”, maar met langere en wat moeilijker teksten, waarvan sommige ook wat meer gedateerd zijn.  Het is ook een stuk minder pedagogisch opgebouwd (hier de woordenlijst).  Parallel gebruik ik Τα ελληνικά για προχωρημένους – Γ΄ κύκλος.  Een boek uit de jaren 1990, dat qua stijl en invalshoek erg doet denken aan de boeken die we voor godsdienst op de middelbare school soms hadden : de wereld verbeteren is duidelijk een nevendoel, maar het vertrekpunt daarvoor is wel het Griekenland van 30 jaar geleden.  Het is ook aanvullend omdat het niet zozeer op de grammatica, maar op de taalpraktijk focust – en zich daarmee ook richt op griekstaligen die iets willen bijleren, al kan ik niet beoordelen of die er ook iets aan hebben (hier de woordenlijst).

Naast al die boeken heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de audio- en videolessen van GreekPod101.com.  Die lessen vertrekken vanuit het Engels, zodat een behoorlijk niveau in die taal een noodzaak is.  Op het vlak van grammatica zijn ze vrij volledig, maar ze komen zonder oefeningen en vaak met een moeilijker uitleg dan noodzakelijk.  Op het vlak van taalgebruik en woordenschat zijn ze echter erg goed, en omdat het audiolessen zijn helpen ze uiteraard met het begrijpen van gesproken Grieks, wat niet altijd evident is gezien het tempo waarop de taal gesproken wordt.  De woordenlijsten zitten in het systeem ingebouwd (weliswaar Engels-Grieks) zodat het weinig zin heeft ze hier te delen.

Mocht ik voor een Nederlandstalige een modeltraject uittekenen, dan zou ik vertrekken van Milào, verder gaan met Ελληνικά Β en vervolgens met Ταξίδι στην Ελλάδα, voor wie het Engels machtig is aangevuld met GreekPod101.

Καλό μάθημα !

Allo, allo…

Allo, allo…

…this is Nighthawk.  Are you receiving me ?

Ik heb de voorbije weken al vaak aan René Artois gedacht, bij elke videoconferentie waar het even misliep.  Bij allemaal dus.  En dat zijn er nogal wat.  Vandaag heb ik er maar liefst zes gehad.  In vier verschillende talen ook, maar dat terzijde.  Ik ben zelf één keer helemaal weggevallen, en ik was natuurlijk niet de enige.

Toch is het een oplossing.  Skype kende ik al, en ondertussen staan ook Zoom en Microsoft Teams op mijn pc.  Nu we allemaal verplicht thuis moeten blijven zijn het manieren om toch samen te komen en om contact te houden.  Zowel  met enkele mensen als met grotere groepen; vorige vrijdag heb ik een Zoomvergadering voorgezeten waarvoor 116 mensen waren ingelogd.  Gelukkig hebben die niet allemaal iets gezegd; de drempel om het woord te nemen lijkt ook groter online dan op echte vergaderingen.  Vergaderingen zijn (daardoor ?) ook korter : die van vrijdag is er normaal één van anderhalve dag, nu van tweeënhalf uur.  Gelukkig maar, want het is niet zo eenvoudig om je heel lang te concentreren.  Dat is bovendien ook gemakkelijker te verbergen : je kan je camera afzetten, of er heel geconcentreerd naar staren terwijl je Facebook open hebt staan.  Pro-tip : zorg dat je dat niet doet terwijl je je scherm met iedereen deelt !

Zijn ze een blijver, die televergaderingen ? De digitale koffiepauze die we vandaag hielden, die is toch echt leuker in het echt, dus die zie ik sowieso verdwijnen.  Het korte werkoverleg dat we anders in de gang zouden hebben gedaan hoeft ook niet duurzaam te worden gedigitaliseerd, lijkt me.  Ik had een vergadering met allemaal mensen die in verschillende overheidsinstanties in Brussel werken.  Die zou me anders wellicht twee keer twintig minuten verplaatsing hebben gekost, wat nog wel meevalt; ze zou mogelijk ook langer hebben geduurd, maar denkelijk ook solidere uitkomsten hebben opgeleverd – en mogelijk broodjes.  Wellicht dus beter fysiek dan digitaal, al zijn er ook argumenten in de andere richting.

Ik heb ook Griekse les gehad, en een kwartier later een vergadering “in” het gemeentehuis.  Dat zou ik anders natuurlijk “in real life” nooit halen, want ik volg les in Brussel.  De vergadering was ook ongetwijfeld korter dan ze anders zou zijn geweest.  En ik heb deze middag een vergadering gehad in het kader van de OESO, met een vijftiental mensen.  Dat is de enige van de reeks die vooraf ook meestal virtueel doorging (meestal wel enkel met geluid, nu hadden we ook beeld).  Al komen we soms ook fysiek samen, in Parijs dan.  Dat kost me in dat geval minstens de hele dag, uiteraard.  Die kan dus beter virtueel blijven, ook al stoot ze op een niet te verwaarlozen beperking : de vergadering was om 14u, maar de voorzitter (in de VS) zat er letterlijk met zijn eerste koffie van dag, terwijl de Japanse collega bij wijze van spreken al in bed had moeten liggen.  Als er Chilenen en Nieuw-Zeelanders bij zouden zijn geweest (ook hun landen zijn lid van de OESO), dan zouden we hen echt tot nachtbraken hebben moeten uitnodigen.  Eén reden om de vergadering van vorige vrijdag, ook in OESO-kader, volgende keer toch maar weer écht te doen.  En ook omdat die dan toch grondiger besluiten zou hebben opgeleverd.

Dus ja, ik denk wel dat er ook na het coronatijdperk al eens gemakkelijker getelevergaderd zal worden (het Nederlands heeft daar dringend een leuker woord voor nodig), maar ook weer niet altijd en in alle omstandigheden.  En misschien leren we ook dat fysieke vergaderingen soms korter kunnen.  Of vervangen kunnen worden door een email.  Al is dat weer een ander verhaal, want het aantal e-mails dat ik dagelijks ontvang is sinds de corona-lockdown ook schrikbarend gestegen, vandaag tot 144 (ik tel enkel de professionele mails mee).

We leven  nu eenmaal in een tijdperk waarin er veel en snel gecommuniceerd wordt, en we voelen dat ook als noodzaak aan.  En toch… er wordt in de “strijd” tegen corona vaak naar de oorlog verwezen, maar de laatste oorlog hier te lande is gewonnen met de zeer spaarzame communicatie van de radio.  Misschien moeten we ook terug wat meer leren om onze boodschap in één (gecodeerde) zin samen te vatten : “Allo, allo, this is Nighthawk.  Aunt Eloise will arrive on Thursday.  Over.”

Week II

Week II

De tweede week dat we in ons kot moeten blijven.  Met elke dag in het nieuws cijfers die ons eraan herinneren waarom dat een absolute noodzaak is, voor zover we het nog niet doorhadden.  Dat is bij sommigen desondanks nog steeds het geval, maar gelukkig wordt daar in het mate van het mogelijke tegen opgetreden.

Ondertussen wordt het daarmee ook alsmaar duidelijker dat de consequenties van de coronapandemie niet gering zullen zijn.  De economie krijgt zware klappen, en hoe we die gaan opvangen wordt een belangrijke discussie in de komende maanden.  Ook in Essen.  Als grootste partij wilden we onze verantwoordelijkheid niet ontlopen en stelden we een cheque van 20 EUR voor, voor elke Essenaar, te besteden bij de Essense middenstand.  De kritiek van sommigen dat dit een weinig doelgerichte maatregel is, begrijp ik, maar is niet terecht.  Het doel is immers in de eerste plaats om de lokale economie draaiende te houden.  Steun voor wie een laag inkomen heeft en nu extra onder de lockdown-maatregelen leidt is uiteraard ook nodig, maar dat is een ander verhaal – en ook die mensen hebben allerminst baat bij een Essense middenstand die de deuren moet sluiten; dat zou niet alleen economisch een drama zijn, ook ons sociaal weefsel zou er erg onder leiden.

En dat willen we dus behouden.  Net zoals de meeste mensen het liefst willen behouden wat we vóór corona hadden.  Ook daarom vind ik het zo bizar dat sommigen verregaande conclusies willen trekken, over hoe anders de wereld wel moet worden na deze crisis.  Ze staan elke dag in de krant, en meestal, zoals ik vorige week al schreef, op basis van ideologische overtuigingen die ze voordien al hadden.  En natuurlijk is het wijs om veranderingen aan te brengen, om meer buffers te voorzien om schokken op te vangen, uiteraard in de eerste plaats maar niet alleen in ons gezondheidssysteem.  Maar ik moet de eerste nog tegenkomen (figuurlijk, uiteraard !) die pakweg vindt dat een virtueel museumbezoek toch beter is dan echt in het Louvre rondwandelen.  Of die het wel zo handig vindt dat de overheid alle details van ons privéleven regelt, en dat ook zo wil houden.  Ik hoop dat de tijdelijke volmachtbestuurders op alle niveaus, dat ook beseffen – voor sommigen is dat duidelijk niet het geval, om de Hongaarse premier Orban niet te noemen die corona aangrijpt voor een staatsgreep.  Misschien is het op dat vlak wel goed dat we in ons land net een regering in lopende zaken zonder meerderheid met al die extra macht hebben bekleed : de kans op misbruik wordt daar alvast kleiner mee.

Laat ik tenslotte, niet voor de eerste keer hier, nog eens schande roepen over wie al jaren uitkraamt dat de macht en de financiële slagkracht van de Europese Unie moet worden ingeperkt, en nu staat te verkondigen dat diezelfde EU niet genoeg doet.  Gezondheidsbeleid moest bij de Lidstaten blijven, daar mocht de EU zich niet mee bemoeien.  Zo geschiedde, en daardoor mág de EU dat ook nu niet doen.  Ook wie niet inziet dat deze crisis niet als de vorige is en dat de landen die nu in moeilijkheden komen dat niet over zichzelf hebben afgeroepen met economisch wanbeleid in de voorbije jaren krijgt terecht de wind van voren nu – uiteraard is dit het moment om als Unie gezamenlijk financiële instrumenten in te zetten, of je ze nu “eurobonds” noemt of anders.  We gaan elkaar nog heel hard nodig hebben, al was  het maar omdat de maatregelen afbouwen alleen gaat lukken als we dat in de verschillende EU-landen op elkaar afstemmen.  Je hoeft niet verder te kijken dan Essen om dat te beseffen.

Blijf in uw kot

Blijf in uw kot

Eén week ophokplicht.  Voor mijzelf valt het tot nu wel mee, ook al hebben mijn vrouw en ik vooralsnog gekozen voor ons kleine hokje in Brussel (en woont mijn broer in mijn huis in Essen, vanwaar het eenvoudiger is om onze ouders te bevoorraden).  De werkweek was vrij druk zelfs : hoewel telewerk al langer ingeburgerd is en de systemen en de meeste procedures erop voorzien zijn, moeten er natuurlijk toch aanpassingen gebeuren.  En er ligt en lag ook gewoon redelijk wat werk : zaken die gewoon doorlopen (sommige tegen beter weten in) en nieuwe activiteiten rond alle werkgelegenheidsmaatregelen in het kader van deze crisis.  Vandaag heb ik een zondagswandeling gemaakt op de Louisalaan.  Daar is het op zondag altijd rustig als de winkels dicht zijn, en dat gold nu ook : ik zag vooral wandelaars en fietsers die zich allemaal netjes aan de regels hielden.

Dat kan dus wel, ons allemaal netjes aan de regels houden.  Ik houd niet van de al te vroegtijdige conclusies die “men” uit de coronacrisis wil trekken.  Zeker niet van degenen die er plots een bevestiging inzien van de ideeën die ze nu eenmaal al jaren koesteren, gaande van de noodzaak om heel ons systeem te veranderen in een communistische heilsstaat tot de al even grote noodzaak om nooit meer één vreemdeling één grens te laten passeren.  Ik heb iets meer respect voor mensen die sommige van hun ideeën bijstellen, al was het maar over de optimale omvang van ons gezondheidszorgsysteem.  Maar al bij al is het niet het ogenblik om snel lange termijnconclusies te trekken.

Wel om goed na te denken, natuurlijk.  Dat nadenken en de werking van het democratische systeem op gang houden lijkt me ook de eerste plicht van alle politici zonder corona-bestuursverplichtingen – die laatsten moeten uiteraard in de eerste plaats snel en correct instaan voor het nemen en/of uitvoeren van de juiste beslissingen.  Dat moet gebeuren in dialoog met de kiezer, zoals altijd, maar het is voor mij écht niet het moment om zomaar politieke punten te proberen scoren.  Dat laatste heeft federaal geleid tot een gammele oplossing, met een noodregering met volmachten maar zonder echt breed politiek draagvlak.  Als gemeenteraadslid probeer ik alvast zo goed en zo kwaad mogelijk de lokale uitvoerende macht verder te controleren en te bevragen, ook al besef ik dat die nu vaak vooral beslissingen van hogere overheden uitvoert.  Dat er geen tijd lijkt om verantwoording af te leggen, vind ik niet zo aanvaardbaar : dat de burgemeester het erg druk heeft, neem ik aan, maar de andere leden van het schepencollege moeten dat toch kunnen opvangen ? En de technologische middelen zijn toch echt wel voorhanden.

Dat ondertussen politici zelf bijdragen aan alle zéér welgekomen solidariteits- en hulpacties kan  natuurlijk alleen toegejuicht worden.  Wij zijn ook mensen, en iedereen moet dezer dagen zijn deel doen – en de basishouding van maatschappelijk engagement die (gelukkig) de meesten naar de politiek drijft maakt dat ze er vaak ook klaar voor staan.  Maar de opzichtige partijlogo’s die door sommigen op die ondersteuning worden gekleefd vind ik bijna zo storend als dezelfde logo’s op de aankondiging van noodzakelijke, bestuurlijke maatregelen.  Beide hebben heel weinig met politiek te maken, en de recuperatie geeft een vieze smaak in de mond, vind ik.  Ik zie het in alle kleuren en vormen gebeuren, maar enige bescheidenheid zou ons wellicht goed doen : corona is geen wedstrijdje om als partij zoveel mogelijk in beeld te komen.

Tot besluit ga ik alvast van mijn eigen regel afwijken en tóch een vorm van conclusie trekken, zij het dan in de vorm van een dubbele wens.  In de eerste plaats hoop ik dat we ook na corona als samenleving en politiek wat meer ons oor te luisteren gaan leggen bij de experts.  Veel domeinen hebben hun eigen “Marc Van Ransten”, die stevige aanwijzingen kunnen geven over met welk beleid efficiënt bepaalde problemen kunnen worden aangepakt.  Net als de virologen zijn die het vaak niet over alles helemaal eens, maar wel over enkele grote lijnen.  De maatregelen die daaruit voortvloeien niet invoeren “omdat er geen draagvlak” voor is, klinkt vandaag wat vreemd.  Een draagvlak creëer je door het goed uit te leggen.  Wie twee maanden geleden had gezegd dat niet alleen alle restaurants zouden worden gesloten maar dat ook feestjes thuis verboden zouden worden, zou wellicht ook te horen hebben gekregen dat daar nooit een “draagvlak” voor zou worden gevonden.  En ook de eeuwige pleidooien voor ellenlange overgangsperiodes worden best in perspectief geplaatst : die richtten de voorbije dagen meer kwaad dan goed aan.  Om een voorbeeld te geven : de mobiliteitsexperts zijn het erover eens dat onze verkeersknoop alleen op te lossen is met een systeem van rekeningrijden.  Als dat goed wordt uitgelegd en verstandig (en snél) wordt ingevoerd, dan volgt het draagvalk vanzelf – dat is zelfs al bewezen in sommige steden.  Dus…

Mijn tweede wens is dat we allemaal ook na corona wat meer respect gaan tonen voor maatschappelijke regels.  Wie systematisch harder rijdt dan de maximumsnelheid, wie bijvoorbeeld 40 in een zone-30 normaal vindt, doet in essentie net hetzelfde dan degene die het nu niet fout vindt om toch met enkele vrienden af te spreken om een pint te gaan drinken : beide verhogen het risico op dodelijke slachtoffers.  En wie een beetje zwartwerk ok vindt ondermijnt mee de financiering van de gezondheidszorg, om iets anders te noemen.  Toegegeven, niet alle regels zijn even goed, maar dan moeten ze worden afgeschaft of aangepast, maar ze zomaar niet naleven of de “kantjes eraf rijden” is onverantwoord.  Dat is geen oproep tot conformisme, want zoveel mogelijk vrijheid geven aan iedereen om het eigen leven in te richten moet het basisprincipe blijven.  Het gaat wel over civisme : meewerken aan een leefbare samenleving voor iedereen – en ja, dat is verplicht, dat hebben we zo afgesproken.

Laat ik tenslotte maar eindigen met het grote cliché van de voorbije dagen, maar het is welgemeend : oprechte dank aan iedereen die in dezer dagen ons gezonheidssysteem én onze samenleving mee draaiend houdt vóór in plaats van achter de computerschermen.  Van de dokters en verplegers tot de winkelbedienden, vuilnismannen en politie-agenten.  Groot respect

Viraal

Viraal

En toen werd alles anders. In een tijd van enkele weken, enkele dagen, enkele uren. Ik schrijf deze tekst op de trein naar Brussel. Ik ben gisteren en vandaag over en weer naar Essen gereden. Dat was praktisch onvermijdelijk : de komende dagen (weken, …) thuiswerken vanuit Brussel is voor mij veel efficiënter, omdat ik indien nodig te voet overal naartoe kan waar ik naartoe zou moeten gaan, maar ik had niet alles daar wat ik daarvoor nodig heb, en bovendien moest ik in Essen enkele administratieve zaken afhandelen die ook al weinig uitstel duldden. Gelukkig zit er niet veel volk op de trein, maar verderop zit er wel iemand bijna de hele tijd te hoesten. Dat klinkt plots erg griezelig. Hoewel ik dus in Essen ben geweest, heb ik mijn ouders niet bezocht. Ook de vorige weekends niet. Onder meer omdat ik op een bepaald ogenblik verkouden was. Wat een tijden.

Wat een tijden, inderdaad. Donderdagavond gingen we in Brussel naar de supermarkt, voor wat dagelijkse inkopen. Maar plots bleek iedereen daar. Mijn ouders wilden vrijdag in Essen ook wat dagelijkse inkopen doen, en ook daar bleek het plots ontzettend druk. Wat bezielt die mensen ? Er is nog nergens ter wereld een supermarkt gesloten omwille van het coronavirus. Bedankt aan de hamsteraars om mijn ouders en anderen in gevaar te hebben gebracht.

Had de overheid dat hamsteren kunnen voorkomen ? Net als de „lockdown”-feestjes om het vat leeg te maken of een terrasje gaan doen in Nederland ? Had het gekund, onmiddellijk de restaurants sluiten, recreatieve uitstapjes naar het nabije buitenland verbieden (met enige controle), een eerdere en duidelijke boodschap dat hamsteren niet nodig is, gekoppeld aan toegangs- en verkoopbeperkingen in de supermarkt – zoals hoogstens twee exemplaren van elk type product en om de x minuten iemand toelaten om binnen te gaan ? Hadden alle beslissingen van de voorbije dagen één of twee dagen eerder genomen moeten worden ? Wellicht wel, en van mij had het gemogen, maar het is in deze dagen ook niet gemakkelijk om overheid te zijn, op geen enkel niveau.

Ik ben alvast blij dat ik niet in  het land van Trump of Johnson woon, en al bij al vind ik dat de Belgische overheden het er de voorbije dagen redelijk van hebben afgebracht. Vanaf donderdagavond dan toch, want van dinsdag tot donderdag had ik, ook als federaal ambtenaar, het gevoel van gedeeltelijke stuurloosheid. Dat toen de provinciegouverneurs eigenlijk het staatsgezag moesten overnemen was niet zo fraai, al heeft het redelijk gewerkt. Dat die gouverneurs de burgemeesters hebben gebriefd was trouwens sowieso noodzakelijk. En die hebben vervolgens door de band de juiste beslissingen genomen. Ook in Essen.

Natuurlijk liep ook bij ons niet alles perfect. Maar uiteraard is de enige zinvolle en verantwoorde manier om oppositie te voeren in deze tijden om constructief de beleidsverantwoordelijken te steunen, maar kritisch te blijven, transparantie te vragen waar dat kan en om zo een democratisch draagvlak te creëren. Dat gaan we dus in de komende dagen en weken ook doen. Dat anderen wel de nood aanvoelen om dag na dag vooral partijpolitiek te willen blijven „scoren” is voor hun rekening, maar mij ligt het niet meteen.

De samenleving rekent dezer dagen op het begrip, de medewerking en de inzet van iedereen. Hopelijk kunnen we zo de schade binnen te perken houden. Hopelijk schiet ook de ontwikkeling van een geneesmiddel en een vaccin op – dat dit laatste er niet zomaar ligt, begrijp ik, maar ik vind het wel raar dat er nog geen goede virusremmer is gevonden, voor een virus dat toch ook weer niet zó uniek is, blijkbaar. Maar ik ben geen specialist ter zake.

En zoals ik al eerder schreef hoop ik dat we er op termijn ook iets over leren : hoe we de „gewone” griep efficiënter kunnen aanpakken, hoe we met enkele kleine aanpassingen hygiënischer kunnen leven, hoe we sneller en met minder complicaties allerlei „lijnen” kunnen doorknippen, als dat nodig is, zonder dat ze daarmee minder duurzaam worden. En ik blijf ervan overtuigd dat áls er genoeg mondmaskers zouden in voorraad zijn geweest (quod non) het systematisch dragen daarvan echt wel zou helpen om dit soort epidemies tegen te gaan. Dat lijkt me een oplosbaar logistiek probleem, als er terug tijd is om het aan te pakken.  Maar misschien vergis ik me ook daarin.  Zoals ze veel zaken zijn het discussie voor later…