Archief van
Categorie: Religie

Gekluisterd

Gekluisterd

Ik heb de voorbije jaren regelmatig een Grieks-orthodox klooster bezocht.  Dat zal wellicht niemand verbazen.  Vele zijn een bezoek ook meer dan waard.  Maar tot dit weekend was ik er nog nooit met de fiets naartoe gereden.  Ik werd er ook nog nooit in het Nederlands verwelkomd.  Om er vervolgens alsnog in het Grieks te worden rondgeleid…

Je hoeft er Brabant niet eens voor te verlaten.  Het enige Grieks-orthodoxe klooster van de Lage Landen bevindt zich in De Peel, bij Asten (er zijn er nog enkele Russisch-orthodoxe).  Als je van knooppunt 45 naar 89 fietst, duikt het in de maïs op.  We ontdekten het bestaan ervan toen we op zoek waren naar de tekst van de orthodoxe huwelijksviering in het Nederlands.  We besloten een bezoek te brengen, maar daar was nog enige planning voor nodig.  Uiteindelijk kozen we voor een weekendje in Deurne – er zijn hier in de omgeving twee Deurnes, waarvan één dus een charmant dorp in Nederland is.  Mocht het ooit van pas komen : De Zoete Zonde is een uitstekende bed and breakfast.  Met gehuurde fietsen reden we door de velden en de bossen richting Asten, uiteraard gebruik makend van de onvolprezen knooppuntenroutes.  En zo belandden we bij het klooster van de Geboorte van de Moeder Gods – al wie weet wanneer Essen-Kermis valt, weet meteen ook wanneer het klooster zijn jaarlijkse feestdag viert.  We werden door een Nederlandse zuster naar de kapel geleid, waar we haar Griekse medezuster ontmoette die ons het verhaal van het klooster, de kapel in het voormalige kippenhok en de mooie kloostertuin deed.  Ze zijn nog met vier, de zusters : naast de twee al genoemde nog één met een Amerikaanse en één met een Zweedse afkomst.  De Griekse zuster bleek afkomstig uit Athene, maar serveerde de koffie op zijn Nederlands en met bijhorend plakje cake.  Of hoe Griekse en Brabantse gastvrijheid elkaar vinden…

Wie de “richtingenstrijd” tussen de christenen in Nederland een beetje kent, weet dat één van de belangrijke vragen “des onderscheids” die is naar welke Bijbelvertaling wordt gebruikt : de “conservatieve” Statenvertaling of een wat vernieuwde variant ervan, de “katholieke” Willibrordvertaling… De zuster vertelde ons dat ze ooit de vraag kreeg welke vertaling zij gebruikte.  Haar antwoord dat ze de originele (Griekse !) tekst verkiest bleek maar moeilijk tot de Nederlandse bezoekers door te dringen…

Dankbaar voor de gastvrije ontvangst reden we van het bescheiden klooster terug naar het al even bescheiden Deurne, en vonden daar een uitstekend… Grieks restaurant.  Waar we bediend werden door Grieken die aangaven dat ze er maar erg weinig landgenoten op bezoek kregen en dus besloten om ons (ik werd meteen geadopteerd) op iets te veel glaasjes ouzo te trakteren.  We aten er erg lekker (alweer, wie ooit in de buurt zou komen…), en dankzij de wijn en dus de ouzo konden we nadien het optreden van een Brabantse would-be Freddie Mercury op het dorpsplein ook nog net waarderen (of toch minstens uithouden).  Op zondag fietsten we naar de Deurnsche Peel en wuifden Deurne met een welgemeend “houdoe” terug uit.

Beeld in het bos

Beeld in het bos

Het beeld van de Heilige Lutgardis van Tongeren, dat tot voor kort in de kapel van het Redemptoristenklooter aan Rouwmoer stond, kan sinds gisteren bewonderd worden in de kloostertuin aldaar.  De overplaatsing gebeurde op initiatief van het Davidsfonds, met name van de onlangs overleden Stan Van Den Bergh.  Het houten beeld, van de hand van een Essen-Oldenburgse kunstenaar, werd door het gemeentebestuur van onze Duitse zustergemeente destijds immers aan het Essense Davidsfonds geschonken.

De Heilige Lutgardis (1182-1246) zou u kunnen kennen als patrones van de Vlaamse Beweging.  Die eer verwierf de mystica ze omdat ze tot Onze-Lieve-Vrouw bad om nooit Waals te moeten spreken, hoewel ze in abdijen ten zuiden van de (toen erg diffuse) taalgrens verbleef – onduidelijk is of haar gebed ook werd verhoord – over een eventueel beroep bij de Raad van State is er al helemaal niets bekend.  Ze wordt ook aangeroepen om de vruchtbaarheid te bevorderen, waarvoor het onder meer helpt om in haar stoel plaats te nemen, die dan weer bekend staat als het oudste meubelstuk van België.  En die zich ook ten zuiden van de taalgrens bevindt.

Dat weet ik allemaal uit Wikipedia, maar het werd gisteren ook toegelicht door Jos Van Loon, de architect die de mooie nieuwe behuizing van het beeld ontwierp.  En blijkbaar komt al die kennis uit een betrouwbare bron, wat voor heiligenlevens op zijn zachtst gezegd niet altijd het geval is.  Ze raakte overigens ook voorbij onze contreien bekend, wat blijkt uit het feit dat ze door Goya werd afgebeeld.  Maar dat werd er gisteren dan weer niet bijverteld, kwestie van het mooie Duitse houtsnijwerk niet in de schaduw te stellen, wellicht.

Gisteren, dat was op de 11 juliviering die het Essense Davidsfonds organiseerde.  Een geslaagde poging om opnieuw aan te knopen bij de traditie om Vlaanderens feest in Essen ook wat “inhoud” te geven, die door het gemeentebestuur een aantal jaren geleden werd losgelaten.  We kregen eerst een toelichting over de vervlaamsing van het College van het Eucharistisch Hart, waar we te gast waren, door de specialist ter zake die in het dagelijks leven ook burgemeester van Essen is.  En vervolgens mocht de net gepensioneerde Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans zijn verhaal brengen – en zo het boek waarin zijn zoon dat optekende promoten.  Peumans bleek een uitstekend verteller.  Een politicus ook met veel respect voor wie zijn mening of partijkaart niet deelt (die twee zaken overlappen bij hem bovendien niet noodzakelijk).  Een oud-KSA’er, wat ook hijzelf een essentieel kenmerk vond.  En iemand die zichzelf weet te relativeren, ook erg belangrijk.  Dat hij af en toe enkele data door elkaar haalde weze hem vergeven, al kan hij zich dat als doctor in de geschiedenis in spe toch misschien wat minder permitteren.  Peumans illustreerde zijn verhaal met foto’s, maar sloeg het beeld over waarop hij in carnavalsplunje te zien was.  Misschien had hij toch wat opzoekingswerk moeten doen alvorens van het verre Riemst naar het nog verdere Essen af te zakken, want de carnavalstraditie is in dit land wellicht wijder verspreid dan hij besefte.  Een mens kan niet alles weten.

Het werd een geslaagde avond, muzikaal omkaderd door het onvolprezen Essense ensemble Cantores, want bij nationale feesten hoort ook gezang.  Al gaat Vlaanderen het dit weekend qua stemmige samenzang toch moeten afleggen tegen Estland, waar de vijfjaarlijkse Laulupidu plaatsvindt.

Drievuldigheid

Drievuldigheid

De kardinaal, de koning én Anuna De Wever.  Geen van de drie had ik ooit in levenden lijve ontmoet.  Niet dat ik er meteen naar op zoek was, want alvast de beide eersten vertegenwoordigen instituten waartegenover enig wantrouwen over het algemeen gepast is.  Desalniettemin heb ik het dus in één weekend goedgemaakt.  Nu, van koningen en kardinalen zijn er meerdere exemplaren, dus moet ik eigenlijk “een kardinaal” en “een koning” zeggen.  En de persoon die die laatste functie hier ten lande invult, die had ik wél al eerder gezien.  Maar dat telt dus niet, want toen was hij nog geen koning.  En “de kardinaal” klinkt deze week ook wat vreemd, want van zo lang ik mij herinner was er ook maar één persoon die zich alhier “dé kardinaal” mocht noemen.  Die man, Godfried Danneels, overleed deze week.  De man die wellicht dichter bij het pausschap geraakte dan enig ander Vlaming sinds Adrianus VI, en die de historische overgang van het almachtige kerk-instituut naar een meer menselijke maar ook veel meer feilbare variant mee-maakte.  God hebbe zijn ziel.

Vandaag is “de kardinaal” Jozef De Kesel.  En die was deze zondag, samen met de koning dus, één van de eregasten op de viering van de Zondag van de Orthodoxie, in de Kathedraal van de Heilige Aartsengelen in Brussel.  Als u die niet weet te situeren, dan kan u dat vergeven worden, want aan de buitenkant verraadt niet zo heel veel het karakter van kathedraal.  Maar in dat gebouw aan de Stalingradlaan in Brussel zetelt de metropoliet van het aartsbisdom België en exarch van Nederland en Luxemburg, het hoofd dus van de Orthodoxe Kerk in de Benelux.  Dat aartsbisdom bestaat dit jaar 50 jaar.  Vandaar de uitzonderlijke feestviering.  De orthodoxe kerk in ons land is vooral een Griekse kerk – ook al omdat de meeste andere orthodoxe kerken er Griekse wortels op nahouden (en de Russisch-Orthodoxe Kerk zich wat meer afzijdig houdt van de orthodoxe eenheid).  Die Griekse band is, dat had u al begrepen, ook wat ons naar de kathedraal leidde.  Om daar een zeer plechtige, want orthodoxe, viering bij te wonen, in een hele reeks talen – voor zover ik ze kon identificeren minstens Nederlands, Frans, Grieks, Russisch, Roemeens en vermoedelijk Arabisch en/of Aramees.  Die laatste zijn de twee talen die door de Syrisch-Orthodoxe Kerk worden gebruikt, maar ik ben niet meteen in staat om het onderscheid tussen beide te horen.  Een kerk trouwens die bewogen jaren achter de rug heeft, en waarvan een aantal leden in ons land hun toevlucht zochten – met alle politieke gevolgen van dien.  Ik hoop vooral dat ze hier een thuis vinden waar ze ook hun geloof vrij kunnen beleven.

Of het ter ere van De Kesel was, weet ik niet, maar zowel de geloofsbelijdenis als het onzevader werden in het Nederlands gebeden.  Het verbaasde mijn vrouw dat ik niet alleen die laatste, maar ook de eerste tekst (de klassieke “twaalf artikelen van het geloof”) zo ongeveer woord voor woord kon mee opzeggen.  Niet helemaal letterlijk, want zoals ik hier al eens heb uitgelegd zijn er precies drie woorden verschil (“en de Zoon”).  Ik vond het zelf dus minder verbazend – maar de verschillen tussen beide kerken worden begrijpelijkerwijs dan ook sterker door de Orthodoxe dan door de Katholieke Kerk benadrukt.  Wie door de wat hermetische rituelen en de oud-Griekse taal heen kijkt, ziet trouwens structureel ook weinig verschillen tussen de eucharistie zoals ik ze zondag mee beleefde (eigenlijk de eerste keer dat ik een volledige orthodoxe eucharistieviering bijwoonde) en die volgens de Romeinse ritus zoals die bij ons gebruikelijk is.  De gebruikte Byzantijnse ritus, indien gecelebreerd door een katholieke priester, is overigens op zich een geldige katholieke ritus.  Maar misschien volgt u mijn theologische uitweidingen ondertussen niet meer.  Laat ik het er dan maar op houden dat ik het wel bijzonder vond om getuige te zijn van deze bijzondere viering.

De metropoliet (een Vlaming, overigens) vermeldde in zijn homilie op het einde van de viering dat hij ooit nog les had gekregen van De Kesel.  Waardoor ik me afvroeg of de kardinaal daar dan met enige trots op terugkeek, of toch vooral betreurde dat zijn toenmalige leerling (wiens vader orthodox priester was, het weze gezegd) het “rechte pad” niet had gevolgd.  In elk geval vond ik de aanwezigheid van de kardinaal een mooi gebaar naar de “zusterkerk” toe, meer nog dan van het koningshuis dat er nu eenmaal, als het zin wil hebben, voor iedereen moet zijn.

Na de viering was er nog iets kleins te eten – met een aangepast “menu” wegens de Vasten, die een stuk strenger is dan de katholieke : ook op zondag geen vlees, vis, eieren of olie (voor wie zich zorgen maakt : als u ooit in Griekenland zou “moeten” mee vasten, kan u zich nog steeds te goed doen aan een rijke keuze van zeevruchten…).  Voor enkele dansoptredens zijn we niet gebleven, want we hadden later op de dag nog een portie Griekse cultuur op het menu staan, met een zeer gesmaakt optreden van Lavrentis Machairitsas en Nikos Portokaloglou in de Madeleinezaal in Brussel.  Een heel stuk profaner, met ook een nog sterkere Griekse aanwezigheid dan ’s morgens in de kerk.  Het gemak waarmee twee “rockers” van hun eigen repertoire overschakelen naar de volksmuziek van hun land (en weer terug) verbaasde me al niet meer, maar het maakt me wel jaloers op een rijke muziektraditie die we hier toch minder hebben.  Achter onze zaten enkele mensen die ik Grieks hoorden spreken met een vreemd, maar toch herkenbaar accent.  Later spraken ze Limburgs tegen elkaar.  Vandaar, dus.

En tenslotte… van “star struck” zijn heb ik weinig last.  Ook niet toen ik vrijdag dus Anuna voor een foto zag poseren in een Brussels metrostation.  Haar rol in onze samenleving van vandaag lijkt me minstens zo uitdagend als die van koning en kardinaal (of die van landelijke muziekheld…), en wellicht ook minstens zo moeilijk – maar daar kiest ze zelf voor.  Moge de wijsheid waarvoor zondag gebeden werd ook haar ten deel vallen.  Ze leek er alvast haar “cool” niet bij te verliezen, dat is al een goed begin.

Tegenvoeters

Tegenvoeters

Christchurch.  What’s in a name ? Net daar verloren bijna 50 mensen het leven omdat ze hun godsdienst wilden beleven.  Bij een vreselijke aanslag op twee moskeeën.  Waarschijnlijk mee mogelijk gemaakt omdat niemand hem voor mogelijk hield.  Natuurlijk is alleen de dader verantwoordelijk.  Dat hoeft zelfs geen betoog.  Maar ik vind sommige waarschuwingen over een klimaat dat soms rond de islam als godsdienst of moslims als medeburgers wordt gecreëerd wel terecht.  En ja, die waarschuwingen worden dan ook soms op hun beurt misbruikt om de islam tegen terechte kritiek af te schermen, of moslim-medeburger vrij te pleiten van alle fouten.  Net zoals de waarschuwingen tegen antisemitisme soms worden aangewend om kritiek op het beleid van Israël te delegitimeren.  Dat hoort niet, maar het verantwoordt ook niet alles.  Wie een sfeer schept waarin de kritiek op sommige aspecten van de islam, of sommige interpretaties ervan, of op het gedrag van een aantal mensen dat die godsdienst aanhangt, wordt veralgemeend tot een karikatuur, waarvan elke uiting moet worden uitvergroot en vervolgens bestreden, wie alleen nog in termen van “strijd” of “verzet” over de islam kan spreken, die moet zich ervan bewust zijn dat die woorden door sommigen al te letterlijk kunnen worden genomen.

Wie een “wij”/”zij”-verhaal brengt, loopt trouwens altijd het risico dat “wij” uiteindelijk gaan denken dat “zij” niet dezelfde basisrechten hebben als wij.  Of die “zij” nu “de moslims” zijn, “de rijken”, “de elite”, “de vreemdelingen”, of al wie toevallig niet denkt zoals “wij”… doet daarbij ten gronde niet ter zake.  Mensen tot één aspect van hun zijn reduceren, dat dan uitvergroten en hen vervolgens daarop afrekenen is moreel niet aanvaardbaar.  Een liberale democratische samenleving kan daarom niet anders dan te proberen dat “wij”/”zij” denken tegen te gaan – en de strijd tussen meningen te organiseren, niet die tussen mensen.  Maar soms lijkt het de verkeerde richting uit te gaan.

De Islamitische Staat mag dan wel (vooralsnog) verslagen zijn, het blijkt gemakkelijker haar soldaten te bestrijden dan haar wereldbeeld.  En dat lijken we haar nog te gunnen ook.

Vrijheid van godsdienst

Vrijheid van godsdienst

De filosoof Maarten Boudry, vaak één van de meer heldere denkers in het Vlaanderen van vandaag, bepleitte onlangs niet voor het eerst het einde van de godsdienstvrijheid. Ik vermoed dat ik niet de enige ben wiens oog op de tekst is gevallen, want het pastafarisme maakte na het verschijnen ervan enige opgang in Vlaanderen. Maar daar ging zijn tekst niet over, en ook niet over het hoofddoekenverbod.

Ik ben het vaak wel, maar vaak ook niet eens met Boudry. Ik ben bijvoorbeeld tegen een hoofddoekenverbod (en tegen elke hoofddoekverplichting, door wie ze ook wordt opgelegd). En dit pleidooi, om godsdienstvrijheid gewoon onder de algemene regels voor de vrijheid van meningsuiting te laten vallen, vind ik een moeilijke. Maar wel een boeiende, en de moeite waard om (ongehinderd door veel kennis ter zake) toch iets over te schrijven.

Geloof ik ? Ik ben ervan overtuigd ik dat een “positieve” kracht (die ik verder niet kan duiden) bijdroeg aan het ontstaan van het universum, en dat wij die kracht ervaren. Dat hebben mensen dan vertaald in godsdiensten. Ik zie die niet als “waarheid” (hoe zouden ze dat ook allemaal tegelijk kunnen zijn), maar ik voel me er wel cultureel mee verbonden, met name met de Abrahamistische monotheïstische godsdienst en in het bijzonder de katholieke (en de orthodoxe) variant daarvan. En ook wel met de atheïstische variant, zoals die historisch voortgekomen is uit het protestantisme, een traditie waartoe wellicht ook Boudry kan worden gerekend.

Mij als “gelovig” omschrijven, is dus wellicht een brug te ver. Godsdienst is in mijn visie dus een cultuuruiting, en de levenslessen of opinies die eruit voortkomen, zijn dus inderdaad een “mening”. Máár een mening. Maar er is wel een probleem : dat is alleen maar mijn visie. Voor wie écht gelooft, is godsdienst geen mening, maar een Hogere Waarheid. Is naar de mis gaan geen uiting van een mening, zelfs geen echte keuze, maar het vervullen van een religieuze plicht.

In die zin is godsdienstvrijheid overigens veel meer een opdracht voor de gelovige dan een “vrijheid”. Het is namelijk de plicht om te aanvaarden dat ook anderen een godsdienst hebben, en een andere Hogere Waarheid aanvaarden. En bij ons (jammer genoeg in de VS veel minder) houdt het ook de plicht in om te aanvaarden dat sommige mensen niet geloven. Die vrijheid om andermans geloof te aanvaarden is hoe dan ook een vorm van anomalie voor wie echt gelooft. En het is net die plicht die de godsdienstvrijheid oplegt, die ik de moeite van het behouden waard vind.

Ik ben het ermee eens dat uit die plicht soms rechten worden afgeleid, die niet rationeel te verdedigen zijn. Onverdoofd slachten is een goed voorbeeld : ik vind dat de overheid rekening moet houden met de religieuze gevoelens van zo veel mogelijk burgers, en die niet onnodig mag beperken. Een algemeen verbod op het branden van kaarsen zou in die zin wellicht weinig proportioneel zijn (er zijn veel grotere milieuproblemen om eerst aan te pakken). Maar een verbod op onverdoofd slachten is wel proportioneel, en hoort dus te worden aanvaard. En dan moet het voor iedereen gelden, gelovig of ongelovig. Dat er echter bij het bepalen van algemene regels extra naar godsdienst wordt gekeken, vind ik aanvaardbaar, net omdat tegenover de eigen godsdienstvrijheid altijd die van de ander staat.

Dat proportionaltiteitsbeginsel maakt ook dat het logisch is dat godsdiensten, in tegenstelling tot meningen, op hun relatieve belang worden beoordeeld. De hoofddoek, of we het nu willen of niet, is in de islam een vraagstuk – waar de meningen ook binnen die godsdienst over verschillen, maar dat wel onomstotelijk op tafel ligt. En de islam weegt kwantitatief en historisch zwaarder dan het pastafarisme. Het vergiet verdient dus niet dezelfde aandacht als de hoofddoek.

Στην Κρήτη

Στην Κρήτη

Ah, vakantie. Net zoals de vorige twee jaar trok ik naar de Mediterrane zon. Naar Kreta deze keer. Waar zowaar de meest zuidelijke stad van Europa terug te vinden is (Ierapetra). Ik moest even op de kaart kijken om het te geloven, maar het klopt. Dat ik er geen druppel regen heb gezien, zou dus niet moeten verbazen.

Wel veel zon, soms een beetje te veel zelfs. Caraïbische stranden. Zeer lekker en betaalbaar eten (wel opletten om niet van de ene toeristenval in de andere te duiken). Erg gastvrije mensen. Met Chania een zeer charmante stad aan de zee. En Knossos, een plek die als geen ander de titel “bakermat van de Europese beschaving” verdient, de zichtbare brug tussen het Egypte van de farao’s en de Grieks-Romeinse eeuwen. Wat ook maakt dat het archeologisch museum van Heraklion een unieke collectie heeft, die bovendien uitstekend wordt gepresenteerd. Wereldklasse.

Ook in kleine dorpjes vind je er bovendien een archeologisch museum met wat overschotjes. Wat Minoïsche potten, wat invoer uit het oude Egypte of de Cycladen, wat Hellenistisch beeldhouwwerk, enkele Romeinse beelden, iets uit de tijd van de vroege Arabische veroveringen, een Byzantijnse muurschildering, wat Venetiaanse versierselen en nog wat Ottomaanse overblijfselen. Ik vrees dat de Werkgroep Archeologie van de Essense Heemkundige Kring er alleen maar van kan dromen…

Overigens zijn zowel de Venetiaanse als de Ottomaanse erfenis nog erg aanwezig in het straatbeeld. Dat leidt bijvoorbeeld tot het unieke fenomeen van een orthodoxe kerk met één (erg Italiaanse) klokkentoren en één minaret. Een bijzonder goede keuze om dat ook zo te houden.

Liberté – Egalité – Fraternité

Liberté – Egalité – Fraternité

Hoe vreselijk moet je de democratie, de beschaving, de samenleving, de democratie -en de God in wiens naam je meent te handelen- haten om een aanslag te plegen zoals die op Charlie Hebdo vandaag in Parijs ?

Neen, ik ga geen cartoon uit het blad hier plaatsen. Ik vind de meeste niet grappig, hooguit wrang, en ze geven zelden mijn mening weer. Maar uiteraard had het blad meer dan het volste recht om te doen wat het deed – en iedereen had het volste recht om daar bedenkingen bij te hebben. Zoals ik hier het recht heb om mijn mening te geven. Met woorden of tekeningen, of hoe dan ook. Dat is een grondwaarde van onze Europese samenleving, en daar kan, mag en zal niet aan geraakt worden. Nooit, never. Jamais.

Je suis Charlie.

Gaza

Gaza

Het is lang geleden dat ik hier nog iets over de Israëlisch-Palestijnse kwestie schreef. Ik vind dat nochtans een erg intrigerend conflict, dat in al zijn pijnlijkheid de aandacht vasthoudt. Maar het is zo verdomd moeilijk om er iets evenwichtig over te schrijven. Net dat maakt het moeilijk. Mijn twee uitgangspunten zijn duidelijk : Israël heeft het recht op een veilig bestaan, de Palestijnen hebben het recht op een leefbare eigen staat gevormd door Gaza en de Westelijke Jordaanoever.

Om te beginnen zijn dat al géén algemeen aanvaarde beginselen. Je kan een overtuigende case opbouwen om uit te leggen dat Israël er nooit had mogen komen, en je kan ook overtuigend uitleggen dat aan een eigen Palestijnse staat zoveel randvoorwaarden voor Israël verbonden zouden moeten zijn dat ze er eigenlijk niet kan komen. Het tweede probleem is dat je zelfs met mijn uitgangspunten (die ik zeer redelijk vind) posities moet innemen die je even objectief bondgenoot maken met respectievelijk de overtuigde antisemieten en de al even overtuigde moslimhaters. Niet het soort gezelschap waarin je wil vertoeven, maar beide kampen vereenzelvigen er hun tegenstanders ook mee. De gezamenlijke geschiedenis van het Joodse en het Arabische volk met Europa maakt het nog moeilijk : van pakweg de kruistochten tot de Shoah, erfzonden genoeg om te worden beschuldigd van het Kwaad – door de bewoners van een stuk wereld waar het verleden zwaarder weegt dan bij ons, maar dat kan hen ook al niet zo gemakkelijk verweten worden. Je zou soms willen dat je als Japanner of Chinees een onpartijdig oordeel zou kunnen vellen, of het toch proberen.

De beide partijen in het conflict maken het ook niet gemakkelijk. Hamas gebruikt volgens mij inderdaad bewust burgers als een soort menselijk schild, maar Israël doet vervolgens echt niet veel moeite om hen niet te treffen. Om maar iets te noemen. En de enige bemiddelaar met het gezag om op tafel te kloppen -de VS- is, ook alweer dankzij de geschiedenis, niet echt neutraal te noemen – ook al doet John Kerry absoluut zijn best.

Toch zijn mijn uitgangspunten in principe niet onverzoenbaar. Twee staten die in een strak internationaal gegarandeerd kader naast elkaar bestaan, dat zou moeten kunnen. Daar lijken vooralsnog velen het over eens. Maar misschien bestaat alleen de bestemming nog, en is de weg al lang niet meer begaanbaar. Zelfs dan moet de karavaan worden aangemoedigd om te vertrekken. En blijft het nuttig om, met alle beperkingen, te trachten om een afgewogen moreel oordeel te vellen. De Koran, de Torah, de Bijbel en het gezond verstand verbieden bijvoorbeeld minstens om onschuldigen te doden – of om dat te proberen met vliegtuigbommen, raketten, geweren of messen.

Uitgelezen

Uitgelezen

Op 14 april schreef ik hier over het stapeltje boeken dat op mij lag te wachten. Heb ik dat lijstje ondertussen afgewerkt ? Bijna. Alleen het eerste boek, dat over ruimtelijke ordening, is nog niet helemaal uit. Wat meteen aantoont dat ik de volgorde niet heb gerespecteerd…

Wat heb ik dan wel gelezen ? Het boek over De Wever heb ik in één keer uitgelezen. Dat ik daardoor op de betrokken avond te laat in mijn bed lag, moet voor wie mij kent meteen duidelijk maken dat ik het bijzonder boeiend vond. Het deed me denken aan de epische beschrijvingen die Hugo De Ridder destijds van de politieke crisissen in dit land maakte. Een blik achter de schermen, met zeer veel relevantie voor wat zich vóór de schermen afspeelt. Een blik ook op de meest relevante Vlaamse politicus van dit moment, ook al blijkt burgemeester van Antwerpen “zijn” een ander vak dan het “worden”. Een boek dat al wie naar de “moeder van alle verkiezingen” in 2014 uitkijkt gelezen moet hebben – en dat overigens ook leert dat een briljant strateeg wat geluk nodig heeft, zoals de ook nogal doorgewinterde tegenstander van De Wever, premier Di Rupo, de voorbije weken tot zijn vreugde mocht vaststellen.

Ik las ook Meneer de Burgemeester en herkende een ambt en een dorpspolitiek uit een afgesloten verleden, dat jammer genoeg soms nog doorleeft in de mentaliteit – en ook al eens in het kiesgedrag. Een verleden van individueel dienstbetoon en burgemeesters die -afhankelijk van het perspectief- met gezond boerenverstand of dictatoriaal gebrek aan inzicht af en toe hun gemeente opstuwden in de vaart der volkeren, daarbij het dagelijks bestuur overlatend aan wie dat toevallig op zich nam (de secretaris, een schepen, desnoods de pastoor). Ik raad het boek aan onze burgemeester aan, als hij het al niet gelezen heeft. Ik weet zeker dat hij blij zal zijn dat hij de sjerp in de 21e eeuw mocht omgorden, ook al was het ambt vroeger wellicht eenvoudiger en vooral veel dankbaarder.

Ook het boek van Herman Suykerbuyk heb ik doorworsteld. De hermetische schrijfstijl en soms gespannen verhouding van de teksten met de regels van de Nederlandse grammatica maakten dat niet eenvoudig. Maar het blijft interessante lectuur, die me er nogmaals van overtuigde dat een democratie goede volksvertegenwoordigers nodig heeft, op alle niveaus. Als tegengewicht voor de uitvoerende macht. En dat Herman Suykerbuyk er zo één was. Un bon député de campagne. Meer moet dat niet zijn.

Overigens belandde een boek dat niet in mijn stukje stond in april alsnog bovenaan de stapel. The Ancestor’s Tale van Richard Dawkins wurmde zich bij het lezen van een Wikipedia-artikel in het “must read”-lijstje (het boek bestaat ook in het Nederlands, als “Het verhaal van onze voorouders”). Terecht, want het is een zéér sterk boek. Het volgt de evolutie in omgekeerde richting, waarbij het telkens op zoek gaat naar de laatste gemeenschappelijke voorouder van achtereenvolgens de mensen, de mensen en chimpansees, de mensen, chimpansees en gorilla’s… om zo na veertig stappen (wonderbaarlijk weinig) bij de oorsprong van het leven te belanden. De militant atheïstische Dawkins stopte er enkele (terechte) sneren naar het creationisme in, maar dat zijn niet meer dan voetnoten in een werk dat vooral het wonder van de evolutie uitlegt en illustreert. Dat hij het formaat van het boek aan de Canterbury Tales ophangt, geeft aan dat het boek ook enige literaire ambities heeft, en dit wat mij betreft ook vervult. Non-fictie van de bovenste plank.

Dat ik Strange Rebels ging lezen stond wel in het aprillijstje. Het jaar 1979 wordt daarin bekeken vanuit het perspectief van het aantreden van Deng Xiaoping in China, Margaret Thatcher in het Verenigd Koninkrijk en Ayatollah Khomeiny in Ira. En het jaar van het eerste bezoek van paus Johannes-Paulus II aan Polen. Verschillende, maar boeiende verhalen, al gaat het leggen van verbanden al eens ten koste van de diepgang.

Wat China betreft, heb ik dat dan later goedgemaakt door China’s War with Japan 1937-1945 te lezen. Een vergeten stuk van de Tweede Wereldoorlog, met een warrig verloop waarbij de overwinnaar (Chiang Kai-shek) zo goed als geen veldslagen won en vier jaar na de oorlog enkel nog over Taiwan regeerde. Maar wel een stuk van die oorlog dat wellicht voor de afloop van de strijd tegen Japan minstens zo belangrijk is geweest dan de eilandenstrijd die op Pearl Harbour volgde. En een strijd die een zeer grote invloed had op het land dat het wereldtoneel ondertussen mee domineert. Waar trouwens de visie van Kai-shek uiteindelijk vermocht wat zijn troepen niet konden : China domineren.

De Spycker heb ik ook nog niet helemaal uit. De stapel is dus nog niet helemaal verwerkt. Maar ik ben toch al een heel eind gevorderd. Een productieve vlaag van leeswoede, geholpen door lange treinreizen (en vliegreizen soms ook). Die me er ook aan herinnert waarom ik onze bibliotheek een belangrijke instelling vind, zonder er zelf te komen…

حجاب

حجاب

Op 11 juli brengen we elk jaar iets naar de Essenaren die een Leeuwenvlag uithangen. Die vlag komt in veel soorten en maten voor. Daar maken we geen onderscheid tussen, natuurlijk. Toch valt de allergrootste van de vlaggen vanzelfsprekend wel op. Waar vinden we die ? Wel, aan een gebouw waar alleen vrouwen met een hoofddoek wonen. Die dragen ze om religieuze redenen.

Wie het politieke debat in dit land volgt, ziet wellicht een levensgrote paradox opduiken. Die mogelijk van aanschijn verandert als ik erbij vertel dat ik het over het klooster van Mariaberg heb. Of toch ook weer niet helemaal. Een hoofddoek blijft tenslotte een hoofddoek, en de ene godsdienst kan vanuit het perspectief van een 21e eeuwse overheid niet fundamenteel meer- of minderwaardig zijn aan de andere, toch ?

De discussie over het dragen van een hoofddoek in de gemeenteraad van Boom, of achter het loket van Antwerpen, raakt de zenuwen van een moeilijk debat, waarin de zuivere redeneringen redelijk zeldzaam zijn (Boom was natuurlijk een “no-brainer” : politici horen een mening te hebben, en daarvoor uit te komen). Het debat vertoont raakvlakken met de discussie die we vorige week in de gemeenteraadscommissie “bestuur” hielden over de symbolen in het gemeentehuis. Maar gebouwen zijn geen personen. Voor een gebouw is “neutraliteit” gemakkelijker te bereiken dan voor een persoon.

In neutrale personen geloof ik namelijk niet. Hoe je ook je best doet om het te verbergen, je bent altijd “iemand”. Wie op mij beroep doet als federaal ambtenaar, gaat zelfs aan de telefoon beseffen dat er een Nederlandstalige man aan de andere kant van de lijn zit. En aan een loket kan je nog minder van jezelf “verbergen”. Mensen zijn niet “neutraal”, je kan er geen robots van maken (en zelfs de robot die de treinen aankondigt in sommige stations, is duidelijk een “vrouw”). Ambtenaren, maar eigenlijk al wie ten dienste staat van het publiek, moeten er wel voor zorgen dat wat ze doen zo neutraal mogelijk is. Ik moet iedereen even goed helpen, in welke taal ze me ook aanspreken. Aan het loket in het gemeentehuis moet iedereen zo goed mogelijk geholpen worden. Het zou mij niet storen dat en beambte daar een kruisje draagt, een pin van FC Antwerp of de regenboog van de homobeweging. Of gisteren een oranje lintje. Zolang islamieten en hetero’s maar gelijk behandeld worden. En Beerschotsupporters – al moeten we voor hen misschien tijdelijk positieve discriminatie invoeren…

Ik zou het veel erger vinden dat volstrekt neutraal uitziende ambtenaren bijvoorbeeld bouwvergunningen gemakkelijker zouden toekennen aan bevriende projectontwikkelaars, dan dat ze met een hoofddoek op alle aanvragen gelijk zouden behandelen.

Op de commissie besloot sp.a-collega Arno Aerden dat de symbolen in het gebouw hem niet zoveel konden schelen, zolang een overheid zich maar neutraal gedraagt. Dat vind ik een verstandige uitspraak, al geldt ze voor mij nog meer voor personen dan voor een gebouw.

We hebben gisteren in de gemeenteraad unaniem de titel van ereburger toegekend aan zuster Juliana. Zelden voelde een beslissing zo terecht aan. De burgemeester had de titel eigenlijk zelfs al beloofd, maar ik vind het lastig om hem dat “uit democratisch oogpunt” kwalijk te nemen. Als iemand het ooit verdiende om ereburger te zijn van onze gemeente, dan is zij dat wel. Ze werd door haar “orde” onlangs naar Heist-Op-Den-Berg verhuisd. Als volgend jaar de Leeuwenvlag niet meer aan Mariaberg hangt, moeten we misschien maar een bos bloemen naar daar sturen. Met hartelijke groeten aan onze ereburger-met-hoofddoek. Of hoe Essen soms onverwacht dwars kan zijn…