Archief van
Categorie: Buitenland politiek

Beyond this place of wrath and tears

Beyond this place of wrath and tears

“For to be free is not merely to cast off one’s chains, but to live in a way that respects and enhances the freedom of others. ” Nelson Mandela, 1918-2013.

Nelson Mandela is overleden. Nieuws dat er al lang zat aan te komen, en dat toch nog ontroert. Omwille van zijn unieke levensverhaal, het charisma en de wijsheid die hij uitstraalde. Mandela was geen heilige. Hij heeft het geluk gehad om de juiste man op de juiste plaats te zijn. Maar hij was een vrijheidsstrijder, een nationalist, een sociaal-liberaal en een zeer groot democraat. Een verdomd handig politicus ook – en een goed mens. De film “Invictus” is het bekijken meer dan waard, en niet alleen omdat hij over rugby gaat…

Mandela verdient alle eer die hem nu wordt betuigd, en waarvan gelukkig ook een deel hem al tijdens zijn leven te beurt viel. Maar natuurlijk werpt hij vandaag zijn schaduw op de zeer onvolmaakte manier waarop zijn land, en bij uitbreiding heel Afrika, wordt bestuurd. Ik las net een oproep aan de Zuid-Afrikanen om als eerbetoon aan de democraat die “Madiba” was de volgende keer niet voor het ANC te stemmen. Dat lijkt me inderdaad verstandig, en dus sluit ik hier af met de link naar het eerbetoon aan Mandela op de website van de Democratic Alliance, de grootste oppositiepartij in zijn Zuid-Afrika.

Nkosi sikelel’ iAfrika.

Four more years

Four more years

De belangrijkste verkiezingen van dit jaar zijn natuurlijk die voor de Essense gemeenteraad. Maar een goede tweede zijn die voor het Amerikaans presidentschap. Daar ben ik geen kandidaat – daarvoor moet je in de VS geboren zijn. Soms zou ik wel willen, want er ontbreken wel wat schakeringen in het politieke landschap aldaar.

Kiezer ben ik ook niet. Als ik dat wel zou zijn, dan zou mijn stem overtuigd naar president Obama gaan. Natuurlijk heeft die niet de hele belofte kunnen waarmaken die hij in 2008 opriep, maar hij bleek een meer dan degelijk president, die de historische ziektewet erdoor kreeg. Bovendien is de Republikeinse partij zo naar rechts opgeschoven dat een reactionair als Mitt Romney zowaar nog gematigd lijkt. Gelukkig lijkt die vast van plan om zijn eigen campagne om zeep te helpen. Je moet niet meteen een politiek genie zijn om te beseffen dat 47% van de kiezers beledigen (en dat ook nog netjes zelf uitrekenen) géén verstandige zet is. Zeker niet in een tweestrijd…

Hopelijk haalt het gezond verstand van de Amerikanen het andermaal. Vier jaar geleden ben ik speciaal opgestaan voor Obama’s overwinningsspeech. Ik heb hem nog eens terug bekeken, en het blijft een uniek moment en een fenomenaal goede toespraak. Zoals het er nu uitziet, zal de speech nog vroeger in de nacht komen. En per definitie net iets minder historisch klinken. Maar misschien net daardoor nog meer de visie uittekenen waar de VS -en de wereld- de komende vier jaar nood aan heeft.

Bij de buren

Bij de buren

Verkiezingen. Bij ons volgende maand voor de gemeenteraad. In Nederland deze week al voor de Tweede Kamer. De vraag voor wie ik zou stemmen is in dat land niet zo moeilijk te beantwoorden : welke stemtest ik ook doe, ik komt steevast bij D66 uit. Een partij waar ik bovendien veel sympathie voor heb, met een partijleider (Alexander Pechtold) die de juiste mix van uitstraling en politieke moed bezit.

Zijn partij gaat het niet zo slecht doen, maar het grote verschil zal ze niet kunnen maken. Tot voor kort zag het ernaar uit dat de strijd zou gaan tussen de rechts-liberale VVD van premier Rutte en de conservatief-linkse SP van Roemer. Maar Diederik Samson, ingehuurd om de sociaal-democratische PvdA uit het slop te halen, deed dat dankzij enkele goede debatoptredens me zoveel verve dat hij nu de uitdager van Rutte geworden is. Gelukkig, want de SP heeft echt niet de ideeën om Nederland te leiden en loopt met name wat de Europese Unie betreft te vaak politieke tegenpool Wilders achterna.

Het christen-democratische CDA komt er niet aan te pas. De partij gaat wellicht ruim onder de 10% van de stemmen eindigen, een zeer historisch dieptepunt. Ik hoop dat VVD en PvdA uit die vaststelling, en uit hun eigen resultaten, de juiste conclusie trekken en samen met D66 Paars III opzetten. Nederland verdient een nonsense, daadkrachtige regering, die vooral ook in Europees perspectief de verantwoordelijkheid mee neemt voor de hele Unie, en zich niet achter de dijken terugplooit. Dat is de inzet van woensdag, en ik wens onze noorderburen veel wijsheid in het stemhokje toe.

Recht

Recht

Kent u SCOTUS ? Mogelijk niet.  Het gaat immers om een typisch Amerikaanse afkorting voor een al even typisch Amerikaanse instelling : the Supreme Court of the Unites States – het Hooggerechtshof dus.  Een Hof dat de voorbije dagen het wereldnieuws haalde door te beslissen om de “Affordable Care Act”, de gezondheidszorgwet die president Obama als zijn grootste verwezenlijking ziet, niet te vernietigen.  Daar leek het immers wel op te zullen uitdraaien : vijf van de negen rechters in het Hof zijn door Republikeinse presidenten benoemd.  En de Republikeinen lijken er alles voor over te hebben om “Obamacare” ten gronde te richten.

Maar John Roberts, Chief Justice -voorzitter- van het Hof stemde met de linkervleugel mee. Mogelijk vooral om de geloofwaardigheid van zijn instelling te redden, maar dat valt natuurlijk niet te achterhalen.  Bovendien met een adder onder het gras : het Hof keurde de verplichte ziekteverzekering goed als een “toegelaten belasting”, een label dat Obama en de Democraten liever niet op hun wet geplakt zien.  Het zou natuurlijk vreemd zijn overgekomen als de hoogste rechters van de VS klaarblijkelijk puur op partijpolitieke gronden zouden hebben geoordeeld.  Wat dus niet is gebeurd.

Obama haalt zo een belangrijke slag thuis.  Tegelijk wordt het Amerikaanse volk herinnerd aan het belang van het Hof.  En van de bevoegdheid van de president om de rechters voor het leven te benoemen.  Nu vier van de negen zittende rechters de tachtig naderen, uiteraard geen onbelangrijke taak.  Op zich eigenlijk al reden genoeg om Obama te herverkiezen : één “liberal” die vervangen wordt door het soort reactionair waar Romney voor zou kiezen zou het Hof vooral ethisch erg naar rechts doen doorslaan.  En aangezien het Hof met name over kwesties als abortus, de doodstraf, … een cruciale rol speelt in de VS, en die VS op haar beurt in de rest van de wereld, is de toekomst van het Hooggerechtshof voor iedereen relevant.

Ik volg daarom het wel en wee van SCOTUS.  Maar ook omdat ik het gewoon een boeiend gegeven vindt : een sterke grondwet die bewaakt wordt door een Hof dat zich alleen uitspreekt wanneer het een zaak wil behandelen – uiteraard een relatief probaat middel tegen gerechtelijke achterstand.  De beste vergelijking is wellicht die met het Europees Hof voor Justitie of met het Duitse Bundesverfassungsgericht – allebei hoven voor wie principes op de eerste plaats komen, en pas daarna de politieke realiteit van het moment.  Ik vrees dat het in onze contreien minder voor de hand ligt, ook al omdat er hier geen stevig basisdocument is dat toelaat om principiële knopen door te hakken.  Zodat ik het voorlopig moet stellen met de “belevenissen” van Roberts, Kennedy, Alito, Kagan, Sotomayor, Ginsburg, Thomas, Breyer en Scalia…

Het ijzer smeden…

Het ijzer smeden…

“The Iron Lady”, met Meryl Streep in een glansrol, bleek net lang genoeg om twee treinritten mee te vullen.  Ik zou aan dat ritme probleemloos een “cinefiel” kunnen worden, maar dat zit er niet helemaal in.  Af en toe komt er een film uit die ik om allerlei redenen wel wil zien.  De bioscoop lukt me niet vaak, dus biedt de combinatie van Apple en de NMBS -bien étonnés de se trouver ensembles- al een soelaas.

De film overtuigde me niet helemaal.  Het perspectief van Margaret Thatcher geplaagd door Alzheimer is niet slecht gevonden, maar overheerste voor mij te veel de film – al werd die zo wel een mooi eerbetoon voor haar overleden man Dennis.  Daardoor ontbraken veel politieke elementen, en werd de relatie met een aantal medespelers in de politieke drama’s van het Thatchertijdperk onvoldoende uitgediept.  Zeker de relatie met de EU ontbrak wat mij betreft, zodat legendarische uitspraken als “The lady is not for turning” en “I want my money back” niet aan bod kwamen.  De film staat daarmee duidelijk in de schaduw van “The Queen”, waarmee het dezelfde hoofdrolspeelster deelt.  Maar het blijft desondanks een boeiend document.

En “Maggie” blijft uiteraard een boeiende figuur.  Ik ben het uiteraard over veel dingen met haar oneens, met haar virulente anti-europeanisme om maar één ding te noemen.  Bovendien maakte ze te weinig gebruik van haar positie om de positie van vrouwen in de politiek te verankeren. 

Maar zoals een commentator het omschreef veranderde ze niet één maar twee partijen definitief : haar eigen Conservatieve partij deed ze haar principes ontdekken, op een moment dat de Britse samenleving daar bovendien voor open stond.  En de Labourpartij leerde dat het politieke centrum in een tweepartijenstelsel de sleutel tot succes is – bovendien maakte Thatcher Labour verkiesbaar door een aantal misgroeide “verworven rechten” uit het verleden op te ruimen.  Ze past in een rijtje van grote Britse premiers, met onder meer Churchill en Blair.  En dus verdiende ze nog beter dan deze film.  Al mag Streep haar wat mij betreft opnieuw gestalte geven.

Opnieuw even gidsland

Opnieuw even gidsland

De Nederlandse regering is vorig weekend gevallen. Ik vond het kabinet-Rutte met de gedoogsteun van racist en demagoog Wilders altijd al onethisch en onverantwoord. Nu is het ook onwerkbaar gebleken : na weken onderhandelen bleek Wilders niet in staat om een akkoord te maken met de budgettaire ingrepen die Nederland nodig had. Niet omdat Europa dat zo had gedecreteerd, wel omdat het een noodzaak is om het eigen staathuishouden op orde te krijgen. Door de pijnlijke ingrepen te weigeren die moeten gebeuren, en bovendien een zondebok te willen zoeken bij ”Europa” of ”de Islam” maakte hij duidelijk dat het een bijzonder onzalig idee was om hem bij het landsbestuur te willen betrekken.

Zijn ideeën, een mix van het linkse conservatisme dat we in Frankrijk bij Mélenchon zagen, maar dat jammer genoeg ook bij Hollande sterk doorklinkt en de virulente xenofobie van een Le Pen of een Dewinter -of eigenlijk ver voorbij die twee- blijken de test van de realiteit bovendien onmogelijk te kunnen doorstaan. Zich afzetten tegen de EU (naar keuze vertaald als ”Duitsland” of ”Griekenland”) als excuus om geen beleid te voeren is overigens niet alleen in Nederland een onwerkbare houding.

Enkele dagen na de val van de regering werd er bliksemsnel een akkoord over de Nederlandse begroting gesloten. Dat onderhandelden regeringspartijen CDA en VVD met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en GroenLinks. Die partijen schrapten een aantal maatregelen waar Wilders om had gevraagd, onder meer in de cultuur- en milieusector. Maar ze hielden de sociaal-economische hervormingen overeind.

Als linkse partijen verdienen ze daarvoor de waardering die ze de voorbije dagen in Nederland kregen. Ze toonden verantwoordelijkheid en visie : alles bij het oude willen laten is géén progressieve, geen sociale keuze. Dat lijkt soms zo op korte termijn, maar is het niet in een langer perspectief. De drie partijleiders leggen in dit fragment uit hoe ze tot het akkoord zijn gekomen. Meest veelzeggend voor mij : de groene partijleider Sap die aangeeft dat het terugdraaien van de verhoging van de pensioenleeftijd voor haar onbespreekbaar is (30:51). Gelukkig zijn er dus wel groenen die begrijpen wat “duurzaam” betekent !

In Frankrijk stonden al verkiezingen voor de deur. In Nederland nu ook. Als ik in beide zou mogen stemmen, dan zouden wellicht Pechtold of Sap en Sarkozy mijn stem krijgen – die laatste een beetje bij gebrek aan alternatief. Desondanks blijf ik mezelf wél consequent vinden !

Kiezen is verliezen

Kiezen is verliezen

Ik zit in Parijs. Om een vergadering bij de OESO bij te wonen. Altijd interessant, en ook steeds sterker relevant : de voorbije jaren heeft de OESO zich een sterk plaats weten te veroveren in de wereldwijde “governance” die als reactie op de crisis rond met name de G20 werd opgebouwd. Dat heeft de organisatie grotendeels op basis van zijn intellectuele capaciteit gerealiseerd, want politiek lagen de kaarten eigenlijk niet zo goed, als club van “oude rijken”. Ik kom hier dus graag, en waardeer de scherpte en de openheid van geest die de organisatie kenmerkt.

Maar Parijs is meer dan het Château de la Muette, natuurlijk. En dezer dagen komt de stad stilaan in de ban van de campagne voor de Franse presidentsverkiezingen. Met een wetgeving over campagnevoeren die voor ons heel Spartaans aandoet : de affiches van Sarkozy of Hollande zijn een stuk kleiner dan wat u in het najaar in Essen zal aantreffen, en om en rond de Place de la Bastille waar ik verbleef hingen er ook veel minder dan u er in oktober in de buurt van pakweg het Heuvelplein zal vinden.

De verkiezingen verlopen redelijk wereldvreemd : geen van de kandidaten lijkt zich echt bewust van de economische uitdagingen waar Frankrijk voorstaat. Extremisten zoals Jean-Luc Mélenchon (links) of Marine Le Pen (rechts) slagen erin om hun dwaze karikaturen verkocht te krijgen : beiden zouden wel eens rond de 15% kunnen eindigen. Maar ook de twee grote kanshebber, zittend president Nicolas Sarkozy en socialistisch uitdager Jean-François Hollande, spreken absoluut niet over de vernieuwing die de Franse economie in navolging van de Duitse, Italiaanse, Spaanse… nodig heeft. Dat nogal wat Franse bedrijven al noodplannen aan het bedenken zijn voor het geval Hollande zou winnen (een verhuis naar Luxemburg, bijvoorbeeld), is veelzeggend.

Dat maakt de vraag voor wie ik zou stemmen opnieuw interessant. In de eerste ronde lijkt centrist François Bayrou nog de beste optie. Die lijkt tenminste te beseffen hoe cruciaal het is de publieke financiën op orde te brengen, en die nog het meest “sociaal-liberaal” is in een land waar links en rechts het liberalisme erg ongenegen zijn. Maar wellicht haalt hij de tweede ronde niet, en gaat het dan tussen Sarkozy en Hollande. Op basis van hun beider persoonlijkheid zou de keuze niet moeilijk mogen zijn : Hollande zou het ambt een stuk waardiger invullen. Maar zijn ideeën zijn zo ver verwijderd van wat Europa nodig heeft, en de fallout in België van zijn verkiezing zou zo groot zijn, dat er toch maar één optie zou overblijven. Of hoe een mens blij is dat hij géén keuze hoeft te maken…

Reisgezel

Reisgezel

Ik heb net “A Journey” uit – in de laatste rechte lijn geholpen door een licht griepje. Het eerste volwaardige boek overigens dat ik niet op papier heb gelezen maar op mijn nog altijd nieuw aanvoelende iPad. “A Journey” is de bibliografie van Tony Blair, de voormalige Britse premier. Ik heb me hier wel eens als een “Blairite” omschreven, en dat is alleszins niet veranderd na lezing van dit boek…

Blair een “rolmodel” noemen zou uiteraard nogal pretentieus zijn, maar ik vind hem in elk geval een zeer inspirerend politicus. Die niet te beroerd is om zijn zwakheden en fouten toe te geven – ook al is één van die fouten zijn aftreden, en vind wellicht elk ex-politicus dat hij of zij in principe eeuwig in functie had moeten blijven… Maar Blairs analyse dat hij door (uiteindelijk) plaats te maken voor Gordon Brown – aan wie hij dat jaren voordien had beloofd -de nederlaag van zijn partij bij de verkiezingen van 2010 heeft mee veroorzaakt klopt volgens mij.

Wat ik bewonder in Blair ? Zijn politieke genie om goed aan te voelen hoe je mensen van een soms moeilijk verhaal kan overtuigen. De manier waarop hij een vastgeroeste partij als Labour terug bij de tijd bracht en verkiesbaar maakte. Zijn inzicht dat doel en middelen niet mogen worden verward en dat instrumenten die ooit voor een betere samenleving zorgden nu soms de vooruitgang tegenhouden. Het besef dat niemand gediend is met inefficiënte overheden, en de durf om de markt in te zetten om publieke doelstellingen te bereiken. De moed om te veranderen, gekoppeld aan het talent om dat niet alleen te willen maar ook te kunnen realiseren.

En neen, ik was het niet met hem eens bij de oorlog in Irak. Maar toen al kon ik er begrip voor opbrengen, en na het boek te hebben gelezen vraag ik me af of ik in zijn plaats niet exact dezelfde beslissing zou hebben genomen. Soms betekent “leiderschap”, waar dit boek over gaan, dat je in een beslissing met twee slechte opties tóch moet kiezen. En er dan keihard de consequenties van dragen.

Tony Blair is in essentie een sociaal-liberaal, die zich beter thuisvoelde bij Labour dan zijn partij bij hem. Het lijkt een beetje het lot van sociaal-liberalen dat onze plaats in het politieke landschap nooit helemaal comfortabel is. Zoals Blair heeft bewezen betekent dat echter ook dat je vanuit verschillende posities uiteindelijk een draagvlak kan tot stand brengen waarmee je wel een verschil kan maken. Dat je van op een plek waar traditie en affiniteit, de manier van werken en persoonlijke banden je neerzet een aantal ideeën kan realiseren. Waarbij voor een sociaal-liberaal “links” en “rechts” altijd wat ongelukkige begrippen zullen zijn…

Blair had het gezond verstand om de noodzakelijke hervormingen die Margaret Thatcher had doorgevoerd niet in vraag te stellen, ook al had zijn partij ze te vuur en te zwaard bestreden – maar om wel bij te sturen. Eén van de mooiste complimenten voor wat hij heeft verwezenlijkt is wellicht dat vandaag David Cameron ook de kern van Blairs agenda niet opnieuw in vraag stelt. Of hoe ook een systeem waarbij partijen elkaar afwisselen uiteindelijk een soort “centrum” vindt. Misschien wel gemakkelijker dan een proportioneel systeem, dat al te vaak bij stilstand en slechte compromissen uitkomt. Al blijf ik het toch democratischer vinden dat je niet zomaar met 35% van de stemmen een land kan regeren.

Een leerzaam en inspirerend (i)boek over één van de grote Britse Europese politici van de voorbije decennia.

Oh flower of Scotland…

Oh flower of Scotland…

Eergisteren trokken de kiezers in het Verenigd Koninkrijk. Ze kregen een divers menu voorgeschoteld : een referendum over een verandering in het kiessysteem, verkiezing van de regionale parlementen in Wales, Schotland en Noord-Ierland en van lokale raden in Engeland.

Die diversiteit maakt dat het niet zo evident is om winnaars en verliezers aan te duiden, maar de LibDems zitten duidelijk bij die laatsten. In hun coalitieakkoord met de Conservatieven was het referendum over het kiesstelsel voor hen een belangrijk sluitstuk, en de nederlaag komt hard aan. Vooral omdat ze er ook op alle andere fronten op achteruitgingen. Als ik stemrecht had over het Kanaal (in Engeland), dan zou ik bij de laatste verkiezingen voor de partij van Nick Clegg hebben gestemd, en ik vind het nog steeds verstandig dat ze in de coalitie gestapt zijn. Maar Clegg zal ervoor moeten zorgen dat de partij zijn “cool” bewaart en de coalitie uitzit – waarna volgens mij de waardering van de kiezer wel zal komen.

De conservatieve premier Cameron mag zich bij de winnaars rekenen, omdat zijn partij zo goed als niets verloor ondanks de besparingen die zijn regering oplegt. Maar de grote winnaar van donderdag resideert niet in Londen maar in Edinburgh : de Scottisch National Party (SNP) haalde een meerderheid in het Schotse Parlement.

Het is voor het eerst dat één partij in Schotland de meerderheid haalt, en de nationalisten deden dat van op de regeringsbanken (de voorbije jaren vormden ze een minderheidskabinet). De SNP toonde zich de voorbije jaren degelijke bestuurders, en als gematigde centrum-linkse partij vonden ze goed aansluiting bij wat bij brede lagen in de Schotse samenleving leeft. Alex Salmond, die opnieuw First Minister wordt, is bovendien een charismatisch en sympathiek man, én een bekwaam bestuurder. Als is in Schotland stemrecht had…

De SNP vermijdt ook vreemde excessen : als het nodig was om met de Britse regering te werken dan gebeurde dat zonder gemor, en de SNP zorgde er altijd voor om de afstand met de andere partijen niet onnodig groot te maken. De Schotse nationalisten positioneren zich bovendien als duidelijk pro-Europees en ze stellen voor om de Queen ook als Schots staatshoofd te behouden eens Schotland onafhankelijk wordt.

Want dat blijft wel het doel. De SNP-minderheidsregering probeerde al een referendum op te zetten, goed wetende dat ze dat voorstel nooit door het parlement zouden krijgen. Als meerderheidsregering liggen de kaarten heel anders, en nu geen referendum organiseren is geen optie meer. Al kan er nog wel enkele jaren mee worden gewacht : in opiniepeilingen is er geen meerderheid voor een onafhankelijk Schotland, maar met een intelligente campagne kan Salmond dat mogelijk doen omslaan. Een onafhankelijk Schotland zou niet alleen voor het Verenigd Koninkrijk een hele schok zijn, maar het zou in de hele EU gevolgen hebben.

Enkele weken geleden zag het er nog naar uit dat Labour Schotland zou heroveren, maar een slechte campagne deed alles omslaan. Labour voerde de Schotse campagne tegen de Britse regering, terwijl de SNP campagne voerde vóór Schotland. Of waarom je nooit moet proberen een lokale verkiezing te laten uitvechten over nationale thema’s…

الحرية

الحرية

Na 18 dagen van vreedzaam protest is het Egyptische volk erin geslaagd om een einde te maken aan het regime van dictator Moebarak. Na het kleine Tunesië slaagt het grote Egypte erin om de wil van het volk op te leggen aan een leider die al decennia lang de touwtjes in handen had, en waarvan niemand het opstappen tot voor heel kort verwachtte.

Je kan natuurlijk alleen maar bewondering hebben voor de moed van de (vooral jonge) betogers. En je kan enkel vaststellen dat men ook in de Arabische wereld, in de islamwereld, wel degelijk democratie wil – maar al te vaak de kans niet kreeg om die op te bouwen. Die kans is er nu wel, en we kunnen alleen maar hopen dat ze niet in de kiem gesmoord wordt én niet leidt tot een radicale islamstaat die al even weinig democratisch zou zijn als het Moebarakregime. Maar de wijsheid die het Egyptische volk de voorbije weken liet zien en de inspiratie van een geschiedenis die zoveel ouder is dan die van ons Europa doe me erop vertrouwen dat het nieuwe Egypte de juiste keuzes zal maken.

Overigens heeft het Westen aan deze vreedzame revolutie bijgedragen. Niet via de wapens van de inval in Irak, zoals George W Bush verwachtte, maar dankzij de mogelijkheden van sociale netwerksites zoals Facebook en Twitter. Dat is een nuttige les om ons, ondanks allerlei uitwassen, eraan te herinneren hoe belangrijk een vrije communicatie, vrije meningsuiting en een vrije pers wel zijn (zelfs op gemeentelijk niveau…).

Welkom, Egypte, in de democratische wereld, waar “geen tronen blijven staan” en waar macht alleen tijdelijk van het vol geleend kan worden. Moge het Tahrirplein in 2011 worden wat de Berlijnse Muur in 1989 was : het begin van een nieuwe tijd van vrijheid en vooruitgang !