Archief van
Categorie: Buitenland politiek

Donc je suis.

Donc je suis.

Een zeer vroege lezer van mijn vorige bijdrage zou gemerkt kunnen hebben dat de laatste zin, “Je suis Charlie”, er pas later werd bijgeplaatst. Ik twijfelde. Nu het stof een klein beetje gaat liggen en na de indrukwekkende mars door Parijs vandaag, wil ik even uitleggen waarom. En daarmee wat nuance aanbrengen.

Zoals ik al aangaf ben ik het niet eens met alles wat Charlie Hebdo de voorbije jaren vertelde. Het ging vaak om onnodige provocaties, om beledigingen, waar ik ik geen geval achter kan staan. Maar dat is de vraag niet, natuurlijk. Mocht Charlie Hebdo die meningen uiten ? Uiteraard wel. Om dat te stellen moet ik de mening helemaal niet delen.

Waarom ben ik dan toch “Charlie” ? Omdat ik mij ook beroep op de vrijheid van meningsuiting om, hier bijvoorbeeld, te zeggen wat ik wil zeggen. Omdat ik dat een erg belangrijke waarde vindt. En het is niet omdat ik vind dat sommige zaken beter niet gezegd zouden worden, dat ze niet mógen gezegd worden. Dat betekent dat ze best worden tegengesproken – soms best keihard, dat ze best worden geduid, dat ze niet zomaar vrijblijvend, zonder context worden opgevoerd. Maar uiteraard mogen Peter Mertens en Filip Dewinter zeggen wat ze willen zeggen, om even de uitersten van ons politieke spectrum aan te halen. Ze hebben de morele plicht om na te denken over wat ze zeggen, om hun woorden voldoende te wikken en te wegen. We mogen niet nalaten hen daarop te wijzen, hen te bevragen. Maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij hen, en bij hen alleen.

Zijn daaraan geen beperkingen ? Ja, die zijn er wel. Wie schade aanricht, zal die moeten herstellen of vergoeden. Als ik een onwaarheid beweer en daar iemand mee schaad, dan krijg ik achteraf de rekening. Bepaalde meningen hebben we ook uitgesloten. Ik weet niet of het lijstje zuiver genoeg gemaakt is, maar aanzetten tot geweld of tot discriminatie (bewust ongelijke behandeling) mag niet, en dat vind ik ook juist. De holocaust ontkennen mag ook niet – dat vind ik een beetje een moeilijk geval, overigens, die negationismewet. Ze is wat mij betreft te verantwoorden omdat het negeren van de holocaust de facto een discriminatie van een welbepaalde bevolkingsgroep én het ondermijnen van de democratie beoogt, maar het vraagt wat denkwerk om ze in een rigoureuze verdediging van de vrije meningsuiting in te passen (tussen haakjes : er was bij de stemming van de wet één parlementslid dat zich onthouden heeft – een zekere moed kan de betrokkene niet ontzegd worden).

Overigens zijn ook voor wie deze wetten overtreedt de straffen proportioneel : de doodstraf hoort daar nooit bij (en is uiteraard sowieso onmenselijk). Het recht in eigen handen nemen is ook al nooit aanvaardbaar. En zelfs voor wie ontoelaatbare meningen heeft geuit geldt vervolgens opnieuw het recht op vrije meningsuiting. Iemand monddood maken kan in geen geval geaccepteerd worden. Zelfs wie vindt dat sommige meningen buiten de grenzen van het maatschappelijk aanvaardbare vallen, moet dat met de spelregels van de rechtstaat aanpakken.

Dat alles betekent dus uitdrukkelijk niet dat alle geuite meningen zomaar “goed” zijn. Het is niet omdat je iets mag zeggen dat het daarom waar(devol) wordt. De vrijheid van meningsuiting is in geen geval de vrijheid om niet tegengesproken, of binnen het democratisch bestel bestreden, te worden. Dat sommigen Charlie Hebdo nooit “gesteund” hebben en nu zeer ontdaan zijn door de aanslag is daarom ook op geen enkele manier inconsequent : de Charlieredactie heeft het leven gelaten omwille van hun vrije meningsuiting. Net dát is in onze samenleving onaanvaardbaar – los van de geuite mening zelf.

Ook na “Charlie Hebdo” vind ik het dus in veel gevallen verstandiger om mensen, bevolkingsgroepen en overtuigingen met een minimum aan respect te behandelen. Alleen moeten we helder durven stellen dat dit in principe niet kan, mag en zal afgedwongen worden.

Overigens vond ik de volgende uitspraak van Ricky Gervais wel goed gevonden : “If I believed in an all-powerful God I’d also assume he could do his own murders.” En tenslotte vind ik het vreemd dat de openbare marteling van de Saoedische blogger Raif Badawi net nú zo weinig verontwaardiging oproept. Als de Europese regeringen echt willen, dan stoppen ze dit.

Je suis Raif Badawi.

Tae think again

Tae think again

Schotland -en het hele Verenigd Koninkrijk- maken zich op voor het referendum waarin de keuze voor of tegen de Schotse onafhankelijkheid moet worden gemaakt. Het past om in de eerste plaats te wijzen op de kracht van de Schotse en Britse democratie : beide regeringen sloten netjes een akkoord over de voorwaarden en organisatie van het referendum, en zorgden voor een -gegeven de inzet- erg zuivere en waardige campagne. Prime Minister David Cameron en First Minister Alex Salmond verdienen daarvoor allebei zeer veel krediet, en alles laat ook uitschijnen dat ze zich donderdagavond netjes bij het resultaat zullen neerleggen. Al zal er nadien nog een moeilijke onderhandeling volgen, als Schotland “Yes” kiest.

Twee van de belangrijkste potentiële knelpunten zijn de munt en het EU-lidmaatschap. Hoewel de leidende kracht in de onafhankelijkheidsbeweging, de SNP, lang de euro verdedigde, kiest ze nu voor het behoud van het Britse pond. Waarop de Britse regering (en oppositie) terecht stellen dat dit niet zomaar een automatisme kan zijn. Gezien de omvang van de Schotse financiële sector lijkt het me ook logisch dat ze niet onvoorwaardelijk in zo’n scenario zou meestappen. De Schotse staat zou wellicht een stevig “stabiliteitspact” moeten ondertekenen met de Britse regering. Op middellange termijn lijkt de euro me eigenlijk een betere keuze. Maar misschien wacht Salmond wel gewoon tot hij met de neus op de feiten wordt gedrukt en blijkt het opgeven van het Pond een “pasmunt” om andere verdelingskwesties te regelen.

Zoals het EU-lidmaatschap. Eigenlijk zou het referendum naast de vraag “Moet Schotland onafhankelijk worden” ook de vraag “Moet Schotland onafhankelijk worden als het VK uit de EU stapt” moeten stellen. Dat zou een stevige stok achter de deur creëren, omdat heel veel “nee-stemmers” absoluut de EU niet willen verlaten. Mocht het ja-kamp het wel halen, dan verwacht ik een veel pragmatischer opstelling van de Europese Unie dan tot vandaag het geval is : het lijkt mij in het belang van de EU om de continuïteit te garanderen, en Schotland de hele procedure van een toetredingsverdrag te besparen. Al weet je nooit welk land daar een stokje voor zou kunnen steken.

Het nee-kamp, marketinggewijs redelijk briljant “Better Together” genoemd, wordt niet geleid door Cameron, maar door de voormalige Labourminister Alistair Darling. Gezien de politieke verhoudingen in Schotland ongetwijfeld een verstandige keuze. Hoewel de eindspurt moeilijk loopt, vind ik het een bijzonder sterke campagne, die er ondanks het zeer onnatuurlijke bondgenootschap tussen de Britse partijen die elkaar dagdagelijks in het parlement in Westminster bestrijden vrij goed in slaagt om de gaten in het Yes-verhaal te exploiteren en om een eigentijdse case voor “Britain” te maken. Dat neemt niet weg dat de dynamiek die van het ja-kamp uitgaat duidelijk sterker is. Salmond vermijdde ook allerlei valkuilen door een inclusieve campagne te voeren en zich niet tegen Engeland op te stellen. Hij heeft ook intrinsiek een Bovendien krijgt hij de steun van mogelijk de bekendste Schot ter wereld. Maar de initiële achterstand en de schrik voor het onbekende zouden hem uiteindelijk de das kunnen omdoen. Ook al omdat “ja” veel definitiever is dan “nee”, dat altijd een “nog niet” kan blijken.

Wat er donderdag ook gebeurt, Schotland, het VK en Europa zullen nooit meer hetzelfde zijn. Boeiend.

Beyond this place of wrath and tears

Beyond this place of wrath and tears

“For to be free is not merely to cast off one’s chains, but to live in a way that respects and enhances the freedom of others. ” Nelson Mandela, 1918-2013.

Nelson Mandela is overleden. Nieuws dat er al lang zat aan te komen, en dat toch nog ontroert. Omwille van zijn unieke levensverhaal, het charisma en de wijsheid die hij uitstraalde. Mandela was geen heilige. Hij heeft het geluk gehad om de juiste man op de juiste plaats te zijn. Maar hij was een vrijheidsstrijder, een nationalist, een sociaal-liberaal en een zeer groot democraat. Een verdomd handig politicus ook – en een goed mens. De film “Invictus” is het bekijken meer dan waard, en niet alleen omdat hij over rugby gaat…

Mandela verdient alle eer die hem nu wordt betuigd, en waarvan gelukkig ook een deel hem al tijdens zijn leven te beurt viel. Maar natuurlijk werpt hij vandaag zijn schaduw op de zeer onvolmaakte manier waarop zijn land, en bij uitbreiding heel Afrika, wordt bestuurd. Ik las net een oproep aan de Zuid-Afrikanen om als eerbetoon aan de democraat die “Madiba” was de volgende keer niet voor het ANC te stemmen. Dat lijkt me inderdaad verstandig, en dus sluit ik hier af met de link naar het eerbetoon aan Mandela op de website van de Democratic Alliance, de grootste oppositiepartij in zijn Zuid-Afrika.

Nkosi sikelel’ iAfrika.

Four more years

Four more years

De belangrijkste verkiezingen van dit jaar zijn natuurlijk die voor de Essense gemeenteraad. Maar een goede tweede zijn die voor het Amerikaans presidentschap. Daar ben ik geen kandidaat – daarvoor moet je in de VS geboren zijn. Soms zou ik wel willen, want er ontbreken wel wat schakeringen in het politieke landschap aldaar.

Kiezer ben ik ook niet. Als ik dat wel zou zijn, dan zou mijn stem overtuigd naar president Obama gaan. Natuurlijk heeft die niet de hele belofte kunnen waarmaken die hij in 2008 opriep, maar hij bleek een meer dan degelijk president, die de historische ziektewet erdoor kreeg. Bovendien is de Republikeinse partij zo naar rechts opgeschoven dat een reactionair als Mitt Romney zowaar nog gematigd lijkt. Gelukkig lijkt die vast van plan om zijn eigen campagne om zeep te helpen. Je moet niet meteen een politiek genie zijn om te beseffen dat 47% van de kiezers beledigen (en dat ook nog netjes zelf uitrekenen) géén verstandige zet is. Zeker niet in een tweestrijd…

Hopelijk haalt het gezond verstand van de Amerikanen het andermaal. Vier jaar geleden ben ik speciaal opgestaan voor Obama’s overwinningsspeech. Ik heb hem nog eens terug bekeken, en het blijft een uniek moment en een fenomenaal goede toespraak. Zoals het er nu uitziet, zal de speech nog vroeger in de nacht komen. En per definitie net iets minder historisch klinken. Maar misschien net daardoor nog meer de visie uittekenen waar de VS -en de wereld- de komende vier jaar nood aan heeft.

Bij de buren

Bij de buren

Verkiezingen. Bij ons volgende maand voor de gemeenteraad. In Nederland deze week al voor de Tweede Kamer. De vraag voor wie ik zou stemmen is in dat land niet zo moeilijk te beantwoorden : welke stemtest ik ook doe, ik komt steevast bij D66 uit. Een partij waar ik bovendien veel sympathie voor heb, met een partijleider (Alexander Pechtold) die de juiste mix van uitstraling en politieke moed bezit.

Zijn partij gaat het niet zo slecht doen, maar het grote verschil zal ze niet kunnen maken. Tot voor kort zag het ernaar uit dat de strijd zou gaan tussen de rechts-liberale VVD van premier Rutte en de conservatief-linkse SP van Roemer. Maar Diederik Samson, ingehuurd om de sociaal-democratische PvdA uit het slop te halen, deed dat dankzij enkele goede debatoptredens me zoveel verve dat hij nu de uitdager van Rutte geworden is. Gelukkig, want de SP heeft echt niet de ideeën om Nederland te leiden en loopt met name wat de Europese Unie betreft te vaak politieke tegenpool Wilders achterna.

Het christen-democratische CDA komt er niet aan te pas. De partij gaat wellicht ruim onder de 10% van de stemmen eindigen, een zeer historisch dieptepunt. Ik hoop dat VVD en PvdA uit die vaststelling, en uit hun eigen resultaten, de juiste conclusie trekken en samen met D66 Paars III opzetten. Nederland verdient een nonsense, daadkrachtige regering, die vooral ook in Europees perspectief de verantwoordelijkheid mee neemt voor de hele Unie, en zich niet achter de dijken terugplooit. Dat is de inzet van woensdag, en ik wens onze noorderburen veel wijsheid in het stemhokje toe.

Recht

Recht

Kent u SCOTUS ? Mogelijk niet.  Het gaat immers om een typisch Amerikaanse afkorting voor een al even typisch Amerikaanse instelling : the Supreme Court of the Unites States – het Hooggerechtshof dus.  Een Hof dat de voorbije dagen het wereldnieuws haalde door te beslissen om de “Affordable Care Act”, de gezondheidszorgwet die president Obama als zijn grootste verwezenlijking ziet, niet te vernietigen.  Daar leek het immers wel op te zullen uitdraaien : vijf van de negen rechters in het Hof zijn door Republikeinse presidenten benoemd.  En de Republikeinen lijken er alles voor over te hebben om “Obamacare” ten gronde te richten.

Maar John Roberts, Chief Justice -voorzitter- van het Hof stemde met de linkervleugel mee. Mogelijk vooral om de geloofwaardigheid van zijn instelling te redden, maar dat valt natuurlijk niet te achterhalen.  Bovendien met een adder onder het gras : het Hof keurde de verplichte ziekteverzekering goed als een “toegelaten belasting”, een label dat Obama en de Democraten liever niet op hun wet geplakt zien.  Het zou natuurlijk vreemd zijn overgekomen als de hoogste rechters van de VS klaarblijkelijk puur op partijpolitieke gronden zouden hebben geoordeeld.  Wat dus niet is gebeurd.

Obama haalt zo een belangrijke slag thuis.  Tegelijk wordt het Amerikaanse volk herinnerd aan het belang van het Hof.  En van de bevoegdheid van de president om de rechters voor het leven te benoemen.  Nu vier van de negen zittende rechters de tachtig naderen, uiteraard geen onbelangrijke taak.  Op zich eigenlijk al reden genoeg om Obama te herverkiezen : één “liberal” die vervangen wordt door het soort reactionair waar Romney voor zou kiezen zou het Hof vooral ethisch erg naar rechts doen doorslaan.  En aangezien het Hof met name over kwesties als abortus, de doodstraf, … een cruciale rol speelt in de VS, en die VS op haar beurt in de rest van de wereld, is de toekomst van het Hooggerechtshof voor iedereen relevant.

Ik volg daarom het wel en wee van SCOTUS.  Maar ook omdat ik het gewoon een boeiend gegeven vindt : een sterke grondwet die bewaakt wordt door een Hof dat zich alleen uitspreekt wanneer het een zaak wil behandelen – uiteraard een relatief probaat middel tegen gerechtelijke achterstand.  De beste vergelijking is wellicht die met het Europees Hof voor Justitie of met het Duitse Bundesverfassungsgericht – allebei hoven voor wie principes op de eerste plaats komen, en pas daarna de politieke realiteit van het moment.  Ik vrees dat het in onze contreien minder voor de hand ligt, ook al omdat er hier geen stevig basisdocument is dat toelaat om principiële knopen door te hakken.  Zodat ik het voorlopig moet stellen met de “belevenissen” van Roberts, Kennedy, Alito, Kagan, Sotomayor, Ginsburg, Thomas, Breyer en Scalia…

Het ijzer smeden…

Het ijzer smeden…

“The Iron Lady”, met Meryl Streep in een glansrol, bleek net lang genoeg om twee treinritten mee te vullen.  Ik zou aan dat ritme probleemloos een “cinefiel” kunnen worden, maar dat zit er niet helemaal in.  Af en toe komt er een film uit die ik om allerlei redenen wel wil zien.  De bioscoop lukt me niet vaak, dus biedt de combinatie van Apple en de NMBS -bien étonnés de se trouver ensembles- al een soelaas.

De film overtuigde me niet helemaal.  Het perspectief van Margaret Thatcher geplaagd door Alzheimer is niet slecht gevonden, maar overheerste voor mij te veel de film – al werd die zo wel een mooi eerbetoon voor haar overleden man Dennis.  Daardoor ontbraken veel politieke elementen, en werd de relatie met een aantal medespelers in de politieke drama’s van het Thatchertijdperk onvoldoende uitgediept.  Zeker de relatie met de EU ontbrak wat mij betreft, zodat legendarische uitspraken als “The lady is not for turning” en “I want my money back” niet aan bod kwamen.  De film staat daarmee duidelijk in de schaduw van “The Queen”, waarmee het dezelfde hoofdrolspeelster deelt.  Maar het blijft desondanks een boeiend document.

En “Maggie” blijft uiteraard een boeiende figuur.  Ik ben het uiteraard over veel dingen met haar oneens, met haar virulente anti-europeanisme om maar één ding te noemen.  Bovendien maakte ze te weinig gebruik van haar positie om de positie van vrouwen in de politiek te verankeren. 

Maar zoals een commentator het omschreef veranderde ze niet één maar twee partijen definitief : haar eigen Conservatieve partij deed ze haar principes ontdekken, op een moment dat de Britse samenleving daar bovendien voor open stond.  En de Labourpartij leerde dat het politieke centrum in een tweepartijenstelsel de sleutel tot succes is – bovendien maakte Thatcher Labour verkiesbaar door een aantal misgroeide “verworven rechten” uit het verleden op te ruimen.  Ze past in een rijtje van grote Britse premiers, met onder meer Churchill en Blair.  En dus verdiende ze nog beter dan deze film.  Al mag Streep haar wat mij betreft opnieuw gestalte geven.

Opnieuw even gidsland

Opnieuw even gidsland

De Nederlandse regering is vorig weekend gevallen. Ik vond het kabinet-Rutte met de gedoogsteun van racist en demagoog Wilders altijd al onethisch en onverantwoord. Nu is het ook onwerkbaar gebleken : na weken onderhandelen bleek Wilders niet in staat om een akkoord te maken met de budgettaire ingrepen die Nederland nodig had. Niet omdat Europa dat zo had gedecreteerd, wel omdat het een noodzaak is om het eigen staathuishouden op orde te krijgen. Door de pijnlijke ingrepen te weigeren die moeten gebeuren, en bovendien een zondebok te willen zoeken bij ”Europa” of ”de Islam” maakte hij duidelijk dat het een bijzonder onzalig idee was om hem bij het landsbestuur te willen betrekken.

Zijn ideeën, een mix van het linkse conservatisme dat we in Frankrijk bij Mélenchon zagen, maar dat jammer genoeg ook bij Hollande sterk doorklinkt en de virulente xenofobie van een Le Pen of een Dewinter -of eigenlijk ver voorbij die twee- blijken de test van de realiteit bovendien onmogelijk te kunnen doorstaan. Zich afzetten tegen de EU (naar keuze vertaald als ”Duitsland” of ”Griekenland”) als excuus om geen beleid te voeren is overigens niet alleen in Nederland een onwerkbare houding.

Enkele dagen na de val van de regering werd er bliksemsnel een akkoord over de Nederlandse begroting gesloten. Dat onderhandelden regeringspartijen CDA en VVD met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en GroenLinks. Die partijen schrapten een aantal maatregelen waar Wilders om had gevraagd, onder meer in de cultuur- en milieusector. Maar ze hielden de sociaal-economische hervormingen overeind.

Als linkse partijen verdienen ze daarvoor de waardering die ze de voorbije dagen in Nederland kregen. Ze toonden verantwoordelijkheid en visie : alles bij het oude willen laten is géén progressieve, geen sociale keuze. Dat lijkt soms zo op korte termijn, maar is het niet in een langer perspectief. De drie partijleiders leggen in dit fragment uit hoe ze tot het akkoord zijn gekomen. Meest veelzeggend voor mij : de groene partijleider Sap die aangeeft dat het terugdraaien van de verhoging van de pensioenleeftijd voor haar onbespreekbaar is (30:51). Gelukkig zijn er dus wel groenen die begrijpen wat “duurzaam” betekent !

In Frankrijk stonden al verkiezingen voor de deur. In Nederland nu ook. Als ik in beide zou mogen stemmen, dan zouden wellicht Pechtold of Sap en Sarkozy mijn stem krijgen – die laatste een beetje bij gebrek aan alternatief. Desondanks blijf ik mezelf wél consequent vinden !

Kiezen is verliezen

Kiezen is verliezen

Ik zit in Parijs. Om een vergadering bij de OESO bij te wonen. Altijd interessant, en ook steeds sterker relevant : de voorbije jaren heeft de OESO zich een sterk plaats weten te veroveren in de wereldwijde “governance” die als reactie op de crisis rond met name de G20 werd opgebouwd. Dat heeft de organisatie grotendeels op basis van zijn intellectuele capaciteit gerealiseerd, want politiek lagen de kaarten eigenlijk niet zo goed, als club van “oude rijken”. Ik kom hier dus graag, en waardeer de scherpte en de openheid van geest die de organisatie kenmerkt.

Maar Parijs is meer dan het Château de la Muette, natuurlijk. En dezer dagen komt de stad stilaan in de ban van de campagne voor de Franse presidentsverkiezingen. Met een wetgeving over campagnevoeren die voor ons heel Spartaans aandoet : de affiches van Sarkozy of Hollande zijn een stuk kleiner dan wat u in het najaar in Essen zal aantreffen, en om en rond de Place de la Bastille waar ik verbleef hingen er ook veel minder dan u er in oktober in de buurt van pakweg het Heuvelplein zal vinden.

De verkiezingen verlopen redelijk wereldvreemd : geen van de kandidaten lijkt zich echt bewust van de economische uitdagingen waar Frankrijk voorstaat. Extremisten zoals Jean-Luc Mélenchon (links) of Marine Le Pen (rechts) slagen erin om hun dwaze karikaturen verkocht te krijgen : beiden zouden wel eens rond de 15% kunnen eindigen. Maar ook de twee grote kanshebber, zittend president Nicolas Sarkozy en socialistisch uitdager Jean-François Hollande, spreken absoluut niet over de vernieuwing die de Franse economie in navolging van de Duitse, Italiaanse, Spaanse… nodig heeft. Dat nogal wat Franse bedrijven al noodplannen aan het bedenken zijn voor het geval Hollande zou winnen (een verhuis naar Luxemburg, bijvoorbeeld), is veelzeggend.

Dat maakt de vraag voor wie ik zou stemmen opnieuw interessant. In de eerste ronde lijkt centrist François Bayrou nog de beste optie. Die lijkt tenminste te beseffen hoe cruciaal het is de publieke financiën op orde te brengen, en die nog het meest “sociaal-liberaal” is in een land waar links en rechts het liberalisme erg ongenegen zijn. Maar wellicht haalt hij de tweede ronde niet, en gaat het dan tussen Sarkozy en Hollande. Op basis van hun beider persoonlijkheid zou de keuze niet moeilijk mogen zijn : Hollande zou het ambt een stuk waardiger invullen. Maar zijn ideeën zijn zo ver verwijderd van wat Europa nodig heeft, en de fallout in België van zijn verkiezing zou zo groot zijn, dat er toch maar één optie zou overblijven. Of hoe een mens blij is dat hij géén keuze hoeft te maken…

Reisgezel

Reisgezel

Ik heb net “A Journey” uit – in de laatste rechte lijn geholpen door een licht griepje. Het eerste volwaardige boek overigens dat ik niet op papier heb gelezen maar op mijn nog altijd nieuw aanvoelende iPad. “A Journey” is de bibliografie van Tony Blair, de voormalige Britse premier. Ik heb me hier wel eens als een “Blairite” omschreven, en dat is alleszins niet veranderd na lezing van dit boek…

Blair een “rolmodel” noemen zou uiteraard nogal pretentieus zijn, maar ik vind hem in elk geval een zeer inspirerend politicus. Die niet te beroerd is om zijn zwakheden en fouten toe te geven – ook al is één van die fouten zijn aftreden, en vind wellicht elk ex-politicus dat hij of zij in principe eeuwig in functie had moeten blijven… Maar Blairs analyse dat hij door (uiteindelijk) plaats te maken voor Gordon Brown – aan wie hij dat jaren voordien had beloofd -de nederlaag van zijn partij bij de verkiezingen van 2010 heeft mee veroorzaakt klopt volgens mij.

Wat ik bewonder in Blair ? Zijn politieke genie om goed aan te voelen hoe je mensen van een soms moeilijk verhaal kan overtuigen. De manier waarop hij een vastgeroeste partij als Labour terug bij de tijd bracht en verkiesbaar maakte. Zijn inzicht dat doel en middelen niet mogen worden verward en dat instrumenten die ooit voor een betere samenleving zorgden nu soms de vooruitgang tegenhouden. Het besef dat niemand gediend is met inefficiënte overheden, en de durf om de markt in te zetten om publieke doelstellingen te bereiken. De moed om te veranderen, gekoppeld aan het talent om dat niet alleen te willen maar ook te kunnen realiseren.

En neen, ik was het niet met hem eens bij de oorlog in Irak. Maar toen al kon ik er begrip voor opbrengen, en na het boek te hebben gelezen vraag ik me af of ik in zijn plaats niet exact dezelfde beslissing zou hebben genomen. Soms betekent “leiderschap”, waar dit boek over gaan, dat je in een beslissing met twee slechte opties tóch moet kiezen. En er dan keihard de consequenties van dragen.

Tony Blair is in essentie een sociaal-liberaal, die zich beter thuisvoelde bij Labour dan zijn partij bij hem. Het lijkt een beetje het lot van sociaal-liberalen dat onze plaats in het politieke landschap nooit helemaal comfortabel is. Zoals Blair heeft bewezen betekent dat echter ook dat je vanuit verschillende posities uiteindelijk een draagvlak kan tot stand brengen waarmee je wel een verschil kan maken. Dat je van op een plek waar traditie en affiniteit, de manier van werken en persoonlijke banden je neerzet een aantal ideeën kan realiseren. Waarbij voor een sociaal-liberaal “links” en “rechts” altijd wat ongelukkige begrippen zullen zijn…

Blair had het gezond verstand om de noodzakelijke hervormingen die Margaret Thatcher had doorgevoerd niet in vraag te stellen, ook al had zijn partij ze te vuur en te zwaard bestreden – maar om wel bij te sturen. Eén van de mooiste complimenten voor wat hij heeft verwezenlijkt is wellicht dat vandaag David Cameron ook de kern van Blairs agenda niet opnieuw in vraag stelt. Of hoe ook een systeem waarbij partijen elkaar afwisselen uiteindelijk een soort “centrum” vindt. Misschien wel gemakkelijker dan een proportioneel systeem, dat al te vaak bij stilstand en slechte compromissen uitkomt. Al blijf ik het toch democratischer vinden dat je niet zomaar met 35% van de stemmen een land kan regeren.

Een leerzaam en inspirerend (i)boek over één van de grote Britse Europese politici van de voorbije decennia.