Archief van
Categorie: Buitenland politiek

Stop de Perzen

Stop de Perzen

In het vorige bericht had ik het al over Salamina (of Salamis, met een oudere naam), het Griekse eiland dat het dichtst bij Athene is gelegen, en waarvan mijn vrouw afkomstig is.  Ik plaag haar wel eens door te zeggen dat er daar de laatste 25 eeuwen niet zo veel van belang meer is gebeurd.  Dat is uiteraard ironisch voor iemand van Essen, waar we in 2009 vierden dat de naam “Essen” zelf toen 850 jaar geleden voor het eerst werd opgeschreven.  Voor zover we weten is het belangrijkste dat er hier voordien gebeurde dat er mogelijk enkele Romeinen ooit hun kamp hebben opgeslagen.  Voordien moeten we het wellicht hebben van de spectaculaire mammoetvangst waar nog jaren over werd gesproken (maar nu niet meer, zodat we er ook niets van weten).

Die 25 eeuwen zijn bovendien geen toevallig gekozen aantal.  Het is dit jaar zelfs exact 2.500 jaar geleden dat de zeeslag bij Salamis plaatsvond.  In 480 voor Christus dus.  Bij de slag werd de Perzische vloot, met drie keer meer schepen, verslagen door de Griekse vloot.  In de baai die Salamina van Athene scheidt was de numerieke meerderheid eerder een nadeel, en konden de Grieken gemakkelijker manoeuvreren.  Er zijn argumenten om deze slag als de belangrijkste zeeslag in de wereldgeschiedenis te beschouwen (zie bijvoorbeeld deze top-10).  Dat komt vooral omdat met de slag (en de andere slagen in dezelfde oorlog, met name de bekende slag bij Thermopylae die in hetzelfde jaar plaatsvond) de opmars van de Perzische koning Xerxes in Griekenland werd gestuit.  Als dat niet gebeurt, en Griekenland in Perzische handen valt, dan kan je inderdaad de vraag stellen wat er zou zijn gebeurd met de Grieks-Romeins-christelijke beschaving die Europa heeft gevormd en ook op de rest van de wereld een onuitwisbare impact heeft gehad.  Zelf ben ik daar niet helemaal van overtuigd -de Perzische cultuur was nu ook weer niet zo verschillend van de Griekse- maar het klopt uiteraard dat de symbolische “bakermat” van onze beschaving dan toch wel een eindje verder naar het oosten zou hebben gelegen.

Griekenland viert de 2.500e verjaardag van de slag wat in mineur dit jaar, als gevolg van Corona.  Bovendien is de overheid van Salamina niet zo goed in het zichzelf op de toeristische kaart zetten, ook al haalde het kleine maar inderdaad indrukwekkende archeologische museum van het eiland (in de voormalige lagere school) in juni nog The Economist.  Maar de opvoering van het stuk “De Perzen” van Aeschylus in het theater van Epidaurus maakt wellicht veel goed.  Aeschylus nam zelf deel aan de slag en schreef het stuk 8 jaar later.  Het beschrijft de slag vanuit het standpunt van de Perzen en staat in het teken van “hoogmoed komt voor de val”.  De opvoering kan niet door heel veel mensen worden bijgewoond (corona), maar vorige zaterdag was het via livestream te volgen – enkel buiten Griekenland of voor wie via de 3G van een Belgische provider keek.  Zodat we bij de grote uitzonderingen waren die het stuk konden bekijken met de Acropolis op de achtergrond.  Er is wat discussie over de “modernistische” vormgeving van de tragedie, maar ik vond het alvast een erg geslaagde opvoering.  Hopelijk verschijnt ze nog eens integraal op YouTube, zodat iedereen ze kan zien (en ik hier een link kan plaatsen), maar voorlopig zal u mij gewoon moeten geloven.

Naast de historische waarde van de slag en de artistieke waarde van het stuk bleek het geheel overigens onvermijdelijk ook een zekere actualiteitswaarde te hebben, nu de spanningen tussen Griekenland en de huidige oosterburen -niet langer de Perzen, maar de Turken- hoog oplopen.  Of hoe een zeeslag van 2.500 jaar geleden op verschillende manier de gemoederen kan beroeren…

Vakantie in coronatijden

Vakantie in coronatijden

Drie weken geleden vertrokken we naar Griekenland.  We hadden de reis niet zolang vooraf geboekt, maar dat we zouden gaan stond wel redelijk vast : de familie niet zien na respectievelijk 5 en 7 maanden was voor mijn vrouw en mij geen optie.  Maar we wisten wel dat het geen vakantie zoals de andere jaren zou worden : daar stak Covid-19 een stokje voor.  We hoopten dat de toestand zowel hier als ter plaatse in de zomer vrij goed zou zijn, en dat we misschien nog een lange daguitstap of zo zouden kunnen maken, maar dat bleek niet het geval : zowel hier als in Griekenland (weliswaar minder snel) liep het aantal coronagevallen snel op.  Zodat we zelfs na een herhaaldelijke positieve test besloten om het voorzichtig aan te doen.  Eigenlijk hebben we ons gewoon ook ginder aan de Antwerpse regels gehouden, al zijn we één keer tot na 1u op een terras blijven zitten.  Maar ginder was dat dus toegelaten.

Twee weken hebben we in Athene doorgebracht, één week zijn we naar Salamina getrokken.  Waar we van thuis uit elke dag naar de zee zijn getrokken.  Dat is hoogstens een paar kilometer ver, dus zou ik ons geen dagjestoeristen noemen.  We hadden bovendien op de meeste dagen een privéstrand of toch bijna.  Van rellen bleek dus ook al geen sprake.  Neen, die kregen we ’s avonds gewoon op de Griekse tv mee vanuit Blankenberge.  Wellicht de enige keer deze zomer dat een niet-Grieks strand dat nieuws haalde…

Dat corona er in Griekenland in de lente veel minder zwaar heeft ingehaakt (er zijn bij een gelijke bevolking ongeveer 50 keer minder doden gevallen dan hier !) was af en toe wel te merken.  De maskerplicht werd met name in de horeca en in sommige winkels al eens redelijk vrij geïnterpreteerd.  En hoewel we niet zo veel mensen gesproken hebben zijn er toch vier gepasseerd die beweerden dat het coronavirus eenvoudigweg niet bestaat.  Twee daarvan droegen wel een masker, en met de derde was de afstand zo groot dat het niet nodig was.  De vierde heeft op ons aandringen het masker alsnog opgezet.  Maar toch.  Op één van hen ben ik behoorlijk kwaad geworden en heb ik uitgelegd dat het nogal beledigend is tegenover de slachtoffers van het virus om te beweren dat het niet bestaat.  Dat leek gelukkig wel door te dringen (en ik was vervolgens een beetje trots dat ik in het Grieks kwaad was geworden, want boosheid en taalvaardigheid combineren is niet zo evident).  De Grieken blijken ook in deze tijden vatbaar voor allerlei complottheorieën.  Het moet wel gezegd dat de overheid zich niet laat kennen : de persconferenties van de bevoegde minister en de topviroloog blinken uit in helderheid en de overheidscommunicatie laat zelden of nooit ruimte voor interpretatie.  Maar om de maskers overal af te dwingen is de politiecapaciteit niet toereikend.

Zo werd het geen zomer als de andere, al maakte de zee en het Griekse eten wel één en ander goed.  Maar de eilanden die we hadden willen bezoeken blijven nog een jaar langer op het programma staan.  En zo zal het deze zomer voor velen gegaan zijn, maar laten we daar maar niet te veel over klagen : er zijn genoeg mensen die zelden of nooit de kans krijgen om wat vakantie te nemen of te reizen.  Zelf ben ik vrij optimistisch over de ontwikkeling van een coronavaccin en hoop ik dat we in 2021 een inhaalbeweging zullen kunnen doorvoeren.

Black lives matter

Black lives matter

En andere levens ook, maar dat is nu niet het punt.  De politiemoord op George Floyd in Minneapolis bracht het racisme in de Amerikaanse samenleving in het algemeen en bij de politie in het bijzonder nog eens voor het voetlicht.  Het is logisch dat dit net nu leidt tot stevig protest, met een president in het Witte Huis die racisme eerder aanwakkert dan ontmoedigt en die het (gewapende) blanke protest tegen de coronamaatregelen aanmoedigde en plaats van veroordeelde.

Dat er ook in Europa een grote solidariteit is met de protestbeweging in de VS, is een goede zaak.  Dat dit tot al te massale samenkomsten leidt in coronatijden, is dat dan weer niet, natuurlijk.  Er zijn genoeg andere manieren om te protesteren.  Dat de protesten in de VS niet altijd vreedzaam verlopen, valt uiteraard ook niet goed te keuren : met winkels plunderen is nog nooit een probleem opgelost.  Al ligt die sfeer van geweld ook aan het wel erg hardhandig optreden van de ordediensten daar.  En dat lijkt me meteen ook hét grote verschil met Europa.  Ook hier is er uiteraard racisme  in de samenleving, en wellicht ook bij sommige politiediensten.  Terecht zijn er waarnemers die op de balk in ons eigen oog wijzen : het is (te) gemakkelijk om tegen Trump en de VS te roepen zonder naar onszelf te kijken.

Ik vind het moeilijk om na te gaan hoeveel racisme er in de VS relatief gesproken is tegenover de EU-landen – waar ik dat ook onderling moeilijk vind om te vergelijken.  Bovendien is niet alle racisme hetzelfde, wat de vergelijking verder bemoeilijkt.  Onze geschiedenis is ook niet die van de VS : kolonialisme en slavernij, om er twee thema’s uit te pikken, zijn allebei natuurlijk verwerpelijk, maar het zijn wel twee verschillende zaken die een verschillende context uitmaken.  Om al die redenen durf ik niet zeggen dat er hier minder racisme zou zijn,

Wat ik wél weet, is dat onze samenleving hier minder gewelddadig is dan in de VS.  De kans dat een politie-arrestatie, al dan niet racistisch geïnspireerd, hier dodelijk afloopt is gewoon kleiner dan daar (neen, ze is niet nul, dat weet ik ook wel).  De kans dat een protest uit de hand loopt omdat de politie geweld uitlokt is dat ook.  Dat de politie in de VS er uitziet als Robocop en ook reageert alsof elke burger een potentiële moordenaar is, is ook begrijpelijk, overigens : de vrije wapendracht maakt dat de kans dat iemand gewapend is gewoon veel groter is dan hier.  Om al die redenen is de kans dat de vlam in de VS in de pan slaat veel groter dan hier, zonder dat dit meteen een oordeel inhoudt over de omvang van het probleem zelf.  En ook dat is een grote reden voor bezorgdheid, met een heethoofd als Trump in het Witte Huis.

Met Barack Obama hoop ik dat het protest erin slaagt om zo geweldloos mogelijk te blijven en zich te richten op de structurele veranderingen die nodig zijn in de VS-samenleving.  Iets doen aan het wapenbezit en de wapenverkoop hoort absoluut in dat lijstje thuis.

Week II

Week II

De tweede week dat we in ons kot moeten blijven.  Met elke dag in het nieuws cijfers die ons eraan herinneren waarom dat een absolute noodzaak is, voor zover we het nog niet doorhadden.  Dat is bij sommigen desondanks nog steeds het geval, maar gelukkig wordt daar in het mate van het mogelijke tegen opgetreden.

Ondertussen wordt het daarmee ook alsmaar duidelijker dat de consequenties van de coronapandemie niet gering zullen zijn.  De economie krijgt zware klappen, en hoe we die gaan opvangen wordt een belangrijke discussie in de komende maanden.  Ook in Essen.  Als grootste partij wilden we onze verantwoordelijkheid niet ontlopen en stelden we een cheque van 20 EUR voor, voor elke Essenaar, te besteden bij de Essense middenstand.  De kritiek van sommigen dat dit een weinig doelgerichte maatregel is, begrijp ik, maar is niet terecht.  Het doel is immers in de eerste plaats om de lokale economie draaiende te houden.  Steun voor wie een laag inkomen heeft en nu extra onder de lockdown-maatregelen leidt is uiteraard ook nodig, maar dat is een ander verhaal – en ook die mensen hebben allerminst baat bij een Essense middenstand die de deuren moet sluiten; dat zou niet alleen economisch een drama zijn, ook ons sociaal weefsel zou er erg onder leiden.

En dat willen we dus behouden.  Net zoals de meeste mensen het liefst willen behouden wat we vóór corona hadden.  Ook daarom vind ik het zo bizar dat sommigen verregaande conclusies willen trekken, over hoe anders de wereld wel moet worden na deze crisis.  Ze staan elke dag in de krant, en meestal, zoals ik vorige week al schreef, op basis van ideologische overtuigingen die ze voordien al hadden.  En natuurlijk is het wijs om veranderingen aan te brengen, om meer buffers te voorzien om schokken op te vangen, uiteraard in de eerste plaats maar niet alleen in ons gezondheidssysteem.  Maar ik moet de eerste nog tegenkomen (figuurlijk, uiteraard !) die pakweg vindt dat een virtueel museumbezoek toch beter is dan echt in het Louvre rondwandelen.  Of die het wel zo handig vindt dat de overheid alle details van ons privéleven regelt, en dat ook zo wil houden.  Ik hoop dat de tijdelijke volmachtbestuurders op alle niveaus, dat ook beseffen – voor sommigen is dat duidelijk niet het geval, om de Hongaarse premier Orban niet te noemen die corona aangrijpt voor een staatsgreep.  Misschien is het op dat vlak wel goed dat we in ons land net een regering in lopende zaken zonder meerderheid met al die extra macht hebben bekleed : de kans op misbruik wordt daar alvast kleiner mee.

Laat ik tenslotte, niet voor de eerste keer hier, nog eens schande roepen over wie al jaren uitkraamt dat de macht en de financiële slagkracht van de Europese Unie moet worden ingeperkt, en nu staat te verkondigen dat diezelfde EU niet genoeg doet.  Gezondheidsbeleid moest bij de Lidstaten blijven, daar mocht de EU zich niet mee bemoeien.  Zo geschiedde, en daardoor mág de EU dat ook nu niet doen.  Ook wie niet inziet dat deze crisis niet als de vorige is en dat de landen die nu in moeilijkheden komen dat niet over zichzelf hebben afgeroepen met economisch wanbeleid in de voorbije jaren krijgt terecht de wind van voren nu – uiteraard is dit het moment om als Unie gezamenlijk financiële instrumenten in te zetten, of je ze nu “eurobonds” noemt of anders.  We gaan elkaar nog heel hard nodig hebben, al was  het maar omdat de maatregelen afbouwen alleen gaat lukken als we dat in de verschillende EU-landen op elkaar afstemmen.  Je hoeft niet verder te kijken dan Essen om dat te beseffen.

Average Joe

Average Joe

De Amerikaanse presidentsverkiezingen.  Normaal schrijf ik er veel vroeger al iets over, wanneer de voorverkiezingen op gang komen.  Maar deze keer vind ik het moeilijk.  Uiteraard zijn alleen de voorverkiezingen bij de Democraten van belang : bij de Republikeinen heeft Trump de partij volledig voor zichzelf.  Het blijft ontgoochelend dat er in die partij zo weinig mensen zijn opgestaan tegen een onbekwame en gevaarlijke populist.  Het zal dus aan de Democratische kandidaat zijn om hem in november te verslaan.

Maar geen van de Democratische kandidaten vond of vind ik echt inspirerend.  Ik ben geen fan van het bekampen van het rechts-populisme van Trump met een vorm van links-populisme, al vind ik de manier waarop Elisabeth Warren die agenda vertegenwoordigde nog enigszins aanvaardbaar.  Maar in Bernie Sanders heb ik nooit geloofd, al blijft hij natuurlijk een fatsoenlijk mens die op een aantal vlakken wel degelijk gelijk heeft, en die sowieso een betere president zou zijn dan Trump.  Dat laatste geldt uiteraard ook voor Joe Biden, die wellicht de nominatie zal binnenhalen.  Diens politieke ideeën liggen ook dichter bij wat ik denk dat het best zou zijn voor de VS, maar enthousiast word ik niet van hem.  Pete Buttigieg of Amy Klobuchar zouden een betere keuze geweest zijn, maar ook zij ontbreken (vooralsnog) het charisma van een Barack Obama of een Bill Clinton – of zelfs van Hillary Clinton.  Michael Bloomberg was uiteraard ook geen alternatief, wegens veel te gelijkend op Trump en niet in staat om de klassieke basis van de Democraten bijeen te houden.

Erg jammer dat er geen betere kandidaat is opgestaan, want hoe bizar het met Europese ogen ook lijkt, Trump verslaan wordt geen evidentie, wat voor rare fratsen hij ook uithaalt.  We zullen het dus met Joe Biden moeten doen.  Veel commentatoren denken nu al dat hij in het beste geval een overgangspresident wordt, iemand die terug aanknoopt bij het Obamabeleid, maar eigenlijk vanaf dag één in lopende zaken zal gaan.  Maar goed, alles beter dan “four more years” voor Trump.  Dus bij deze alvast voor alle Amerikanen : ga stemmen, en stem voor Biden.  En binnen vier jaar voor een nog betere president !

Don’t leave me this way

Don’t leave me this way

Vandaag is een historische dag voor de Europese Unie en voor het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland, zoals onze 28e Lidstaat officieel heet.  Vanavond verlaat het V.K. de Unie.  Ik ben en blijf ervan overtuigd dat die beslissing een historische vergissing is, en slecht voor beide partijen.  Vandaag is een droevige dag.

Ik heb na het referendum lang gehoopt dat de tegenstanders van Brexit in het V.K., ook na de verkiezingen, een manier zouden vinden om de uitstap af te wenden.  Dat was niet helemaal onmogelijk : er zijn ongetwijfeld zeer veel Britten die bij het referendum in 2016 voor de uitstap hebben gestemd, maar die ondertussen hebben ingezien dat ze een vergissing hebben gemaakt.  Maar de “remainers” hebben het moeten afleggen tegen de strategie van Boris Johnson (en zijn adviseur Dominic Cummings) : die zuiverde zijn partij van alle dissidenten en lokte vervolgens verkiezingen uit, die hij (met 43,6% van de stemmen) wel ruim kon winnen.

Het hoefde niet zo uit te draaien.  Een verantwoordelijke en centristisch gerichte Labourleider had, al van in 2016, duidelijk kunnen kiezen voor een tweede referendum en op die basis een Remain-Alliantie opzetten.  Die had de verkiezingen wel kunnen winnen.  Nu kon de verstandige kiezer enkel proberen om tactisch haar of zijn stem zo goed mogelijk uit te brengen.  Te veel onder hen kozen, begrijpelijk, voor de partij waar ze achter stonden in plaats van de partij die in hun kiesdistrict de beste kans maakte om de Conservatieven van Johnson te verslaan.

De stembusgang bezegelde zo de uitstap.  De politici die de verantwoordelijkheid dragen voor de schade die ze aan hun land en aan het unieke Europese project van vrede en welvaart hebben toegebracht verdienen de politieke schandpaal : David Cameron, die zijn partij probeerde te redden ten koste van zijn land, Jeremy Corbyn, die het kapitalisme probeerde te vernietigen ten koste van de belangen van net die Britten die het meest onder de uitwassen ervan lijden en uiteraard Boris Johnson, voor wie enkel zijn plaatsje in Downing Street 10 van belang was.

Wat nu ? Het is duidelijk dat met name Schotland en Noord-Ierland zeer tegen hun wil uit de EU worden gehaald.  Noord-Ierland heeft een wettelijk eenvoudige uitweg : bij een hereniging met de Ierse Republiek is de herintrede in de Unie zonder verdere procedures verzekerd.  Politiek is het wat minder evident : het is niet duidelijk of de unionisten, die de unie met Groot-Britannië verdedigen, wel echt zo verzwakt zijn, of bereid zijn om hun opties te herzien.  Maar de feitelijke douanegrens die Johnson tussen Noord-Ierland en de rest van zijn land heeft aanvaard zou mogelijk de geesten toch kunnen doen rijpen.  Veel hangt af van de definitieve Brexitregeling, na het overgangsjaar 2020 (dat volgens mij onvermijdelijk verlengd zal worden).

Schotland heeft wettelijk een minder helder pad naar de Unie : een nieuw referendum over de onafhankelijkheid moet de goedkeuring van de Londen krijgen, en vervolgens moet het Koninkrijk Schotland ook nog tot de Unie kunnen toetreden.  Dat laatste zal volgens mij niet zo moeilijk zijn : zo allergisch als de EU reageert op interne structuurwijzigingen*, zo relaxt gaan we om met externe.  Maar je weet nooit of er toch nergens een kink in de kabel opduikt.  Schots premier Nicola Sturgeon heeft alleszins alle kwaliteiten om haar land terug in de Europese familie te loodsen.  Ik hoop dat het haar lukt.

Ooit komen volgens mij ook Engeland en Wales overigens nog terug naar de Unie.  De hele Brexit heeft bewezen wat een formidabele machine de EU kan zijn als ze eensgezind een probleem aanpakt : de onderhandelingen langs Brusselse kant kunnen moeilijk anders dan als een foutloos parkoers worden omschreven.  Aan de kant gaan staan van de eenheidsmarkt, van het economisch en (onvolmaakt, maar onweerlegbaar) politiek blok dat de Unie heeft gecreëerd en dat een gigantische hefboom is voor Lidstaten die anders op wereldvlak hoogstens in tweede klasse (1B heet dat tegenwoordig) zouden kunnen meespelen, is op lange termijn eigenlijk geen optie.  Ooit kan dat ook aan de Britse kiezer worden uitgelegd.

*Ik blijf overigens van mening dat de EU een mechanisme nodig heeft dat toelaat om binnen duidelijk kader Lidstaten op te splitsen of samen te voegen.  Met zo’n artikel 50bis -er zijn wellicht wat meer artikels nodig om het goed te regelen- zou morgen wellicht Edinburgh ook nog in de EU hebben gelegen, en zouden én de Catalaanse kwestie en de Belgische regeringsvorming minder explosief zijn, zelfs als het artikel niet zou worden aangewend.
Grand cru européen

Grand cru européen

Vandaag eindigt het mandaat van Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker en van zijn team. En ook Europees Raadspresident Donald Tusk geeft de fakkel door. Als Europeaan, maar ook als in sommige opzichten bevoorrecht waarnemer, vind ik dat beiden uitstekend parkoers hebben gereden. De stijl van Juncker mag dan niet iedereen aanspreken, maar hij heeft de Commissie met vaste hand geleid, en samen met Tusk binnen Europa het politiek leiderschap opgenomen dat we in veel nationale regeringen soms ontbreken. Samen met Merkel zijn Juncker en Tusk ook zowat de enige democratische leiders die tegen die andere Donald, de heer Trump, durfden in te gaan. Natuurlijk zat niet elke beleidsmaatregel even goed, maar aan politieke moed – en gelukkig ook humor en zelfrelativering – heeft het beide nooit ontbroken. Juncker’s eigen bilan in Politico vandaag is lezenswaardig.

Juncker had ook een sterke ploeg commissarissen. Met name Margrethe Vestager deed uitstekend werk als waakhond over concurrentie op de Europese markten – met haar bleek de Europese Commissie mondiaal de sterkste autoriteit op dit vlak. Frans Timmermans als rechtlijnig verdediger van de mensenrechten en de democratie heb ik ook altijd kunnen waarderen. En onze eigen Marianne Thyssen kan een uitstekend palmares voorleggen op het domein dat ik het beste ken, dat van werk en sociale zaken. Haar toewijding aan haar werk heeft vaak indruk op me gemaakt – ik heb urenlange vergaderingen gezien waar niemand van begin tot einde aandachtig was, op Thyssen na. Haar terreinkennis, maar ook haar menselijkheid en bescheidenheid evenzeer. Ze heeft het grootste deel van haar politieke carrière aan de EU besteed, aan het Europees Parlement en de Commissie. Ik vermoed dat ze meer bereikt heeft dan ze had kunnen doen in pakweg de Wetstraat 16, ook al zou ze ook dat wellicht uitstekend hebben gedaan.

In de Berlaymont neemt Ursula von der Leyen over, die ik een aantal jaren geleden leerde kennen als een geëngageerde minister van werk. In de Justus Lipsius zal zowaar Charles Michel plaatsnemen. Die net als Tusk voor hem boven zichzelf zal moeten uitgroeien om zijn taak tot een goed einde te brengen. In de Commissie zitten nog een aantal “bekenden” voor mij, want minister van werk zijn blijkt een uitstekende opstap naar de Commissie. Ook de ploeg van VDL heeft een groot potentieel, maar Ursula zal zelf moeten bewijzen dat ze haar handen even vuil durft maken als Juncker dat deed. Terwijl die bij een onvermijdelijk glas wijn kan terugblikken.

Vrijheid

Vrijheid

Dit weekend wordt het uitgebreid gevierd : 75 jaar geleden werd Essen bevrijd.  Daarmee kwam er nog geen einde aan de Tweede Wereldoorlog, maar wel aan de bezetting van onze gemeente door het naziregime.  Een regime dat heel Europa in de oorlog had gestort.  Een regime ook dat uniek was in zijn moorddadige logica, vooral omwille van de holocaust.  Net die unieke slechtheid doet ons soms vergeten dat de NSDAP in Duitsland ook een kind van zijn tijd was.  De jaren 1930 waren een tijd van politieke polarisatie, die kansen gaf aan totalitaire regimes.  Die misschien zonder de persoonlijkheid van Hitler (en Stalin) niet tot een grootschalige oorlog zouden hebben geleid – en dan misschien ook niet tot een grote “bevrijding”.  De dictators hadden ook van het Francotype kunnen zijn : tevreden met de almacht in eigen land.  Zelfs Mussolini zou zijn ambities ongetwijfeld sterk hebben ingeperkt zonder het bondgenootschap met Hitler.  Als je de geschiedenis van na 1918 zichzelf laat herhalen, leidt die volgens mij hoogstwaarschijnlijk opnieuw tot een totalitair regime in Duitsland.  Maar mogelijk beperkt dat zich militair tot grensconflicten met Polen en Tsjechoslovakije.  En tot een latent antisemitisme in plaats van tot de ongebreidelde jodenvervolging die we nu hebben gezien.

Uiteraard omvat de herdenking van de bevrijding ook de waarschuwing dat het niet opnieuw mag gebeuren.  Natuurlijk geldt dat voor een Hitleriaans regime.  Maar ook voor de meer bescheiden -ik schreef bijna “beschaafde”- totalitaire regimes die in de jaren 1930 opgang maakten.  Ik zie geen modern Westers staatsapparaat zomaar in handen vallen van een gek als Hitler – wat niet betekent dat we er niet voor moeten opletten.  Maar een meer terechte schrik is die voor semi-autoritaire tot grotendeels-autoritaire regimes.  Voor de schaal die wellicht bij Orban begint en dan Erdogan, Putin en pakweg de Chinese leiders omvat.  Geen volstrekt illegitieme regimes – ze zijn wellicht allemaal op een echte meerderheid bij de bevolking gebaseerd.  Niet helemaal zonder “checks en balances” : de burgemeester van Boedapest en Istanboel komen uit de oppositie, en zelfs de opstand in Hong Kong wordt niet zomaar volledig neergeslagen.  Maar ook niet echt democratisch, niet echt vrij.  Met nog wat afstand tegenover Franco en Tito, en dus zeker tegenover Hitler en Stalin.

De bevrijding van 1944-1945 was in West-Europa ook de bevrijding van die politieke tendens – al heeft het soms tot in de jaren 1970 geduurd om die te voltrekken, en in Oost-Europa tot in 1990.  Een tendens met verschillende oorzaken, maar die ook te maken had met polarisatie.  Met wat vandaag in de VS “identity politics” wordt genoemd.  Waarbij mensen geen ideeën meer “hebben”, maar “zijn”.  Waar je alleen nog helemaal “links” of “rechts” kunt zijn.  Waar er vanuit wordt gegaan dat wie voor een beperking op vuurwapens is meteen ook voor ingrijpende maatregelen voor het klimaat moet zijn.  Voor het recht op abortus, voor de sociale zekerheid.  Voor alles wat Bernie Sanders doet en denkt, en tegen Donald Trump.  En andersom, dat wie rechts is daar allemaal volledig tegen moet zijn, en alle onzin die Trump uitkraamt, of alle stommiteiten die hij doet dan ook maar goed moet vinden, in naam van het hogere doel maar vooral van de eigen groep.

Zo ver is het bij ons nog niet helemaal, maar hoe langer hoe meer wordt er hier verondersteld dat je het of over alles eens bent met pakweg Jean-Marie Dedecker, of met Peter Mertens.  Dat een Vlaams-nationalist tegen klimaatmaatregelen moet zijn, vóór een harde aanpak van migratie en vóór op de beste leerlingen gericht onderwijs, pakweg.  Terwijl wie mee stapt voor het klimaat eigenlijk meteen ook mee opkomt voor hogere belastingen, een unitair België, een gelijkschakelend onderwijs en open grenzen.  Zo’n politiek klimaat kan mee voeding geven aan totalitaire regimes, waarin iedereen ofwel het regime volgt, ofwel helemaal niet – en er voor de andersdenkende geen of weinig plaats is.  Zonder te willen idealiseren (de Koude Oorlog was natuurlijk ook polariserend) heeft de bevrijding van 1944-1945 Europa ook mee van een dergelijk polariserend politiek klimaat verlost.  In de hoop dat het nooit meer terugkomt.

Quand tu chantes, je chante avec toi liberté
Quand tu pleures, je pleure aussi ta peine
Quand tu trembles je prie pour toi liberté
Dans la joie ou les larmes je t’aime

(Foto : Eerste Engelse tank in Essen – Bron : Essen in Beeld, foto uit de doos van Angelina Van Ginneken, foto genomen door Mr Van Groningen)
Oh dear

Oh dear

Het Britse Brexitdrama bereikte deze week een nieuw hoogtepunt.  Na het aftreden van Theresa May kozen de leden van de Britse Conservatieve Partij voor Boris Johnson als hun nieuwe leider.  Ik heb hier ooit al over Johnson gesproken.  Ik kon hem namelijk wel smaken als burgemeester van Londen.  Zijn chaotische stijl, zijn liberale instincten en de drang om geliefd te zijn en zijn capaciteit om knopen door te hakken pasten wel bij de stad.  Maar voor het opportunisme en het gebrek aan principes waarmee hij zich nadien op het Brexitverhaal heeft gestort, met als voor iedereen zichtbare doel om premier te worden, kan ik alleen maar afkeer opbrengen.  Bovendien was zijn doortocht als minister van buitenlandse zaken al een bewijs dat hij zijn “olifant in de porseleinkast”-stijl niet kan afschudden, ook niet als dat nodig is.  Hij heeft zowat iedereen beledigd en daarbij de (terecht) vaak geroemde Britse diplomatie enorme schade berokkend.  Zijn weigering onlangs om de Britse ambassadeur in de VS tegen Donald Trump te verdedigen spreekt op dat vlak boekdelen.

Daarmee is die andere olifant, de “elephant in the room”, meteen ook genoemd : hoewel hij veel intelligenter is dan de Oranje Man in het Witte Huis schurkt Johnson overduidelijk tegen Trump aan en spiegelt hij zich aan zijn stijl – en vooral het gebrek daaraan.  Zijn leermeester duwt in de VS het constitutionele systeem tegen de limieten aan, en het lijkt erop dat Johson bereid is om hetzelfde te doen en desnoods tegen de wil van het Parlement in (en tegen die van de bevolking) zonder een overeenkomst uit de EU te stappen.  Wat de Unie pijn zou doen, en voor het Verenigd Koninkrijk een regelrechte ramp zou zijn.

Al kan het feit dat de man geen principes heeft ook andersom werken : het is duidelijk dat het hem er in de eerste plaats om te doen is om in Downing Street 10 te blijven.  Als dat kan met een niet-catastrofale Brexit, of zelfs zonder Brexit, dan zal hij ook dat niet laten.  Maar gezien de druk van de extremistische vleugel van zijn partij lijkt dat soort uitkomst ook niet meteen waarschijnlijk.

Ik hoop dat zijn regering snel struikelt, wat niet onmogelijk is : het volstaat dat enkele “redelijk” mensen zijn partij verlaten om zijn meerderheid onderuit te halen.  En dat in de daaropvolgende verkiezingen de Liberal Democrats, de SNP en enkele kleinere partijen elkaar vinden om samen een alternatief te vormen voor Johnson én voor Labourleider Corbyn, die er maar niet toe komt om vast te stellen dat Brexit ook vanuit een sociaal-democratisch perspectief enkel nadelige gevolgen zal hebben voor zijn land.  De nieuwe LibDem-aanvoerster, Jo Swinson, zou alvast een uitstekende premier zijn.

En de EU ? Voor ons geldt toch vooral het “Keep calm and carry on”-adagium.  Het staat de Britten vrij om in de EU te blijven, om de Unie te verlaten met de overeenkomst die door Michel Barnier met de regering-May werd onderhandeld of om zonder deal uit de Unie te crashen.  Als Johnson met een alternatief komt dat beter is voor ons, dan is dat uiteraard welkom.  Maar we mogen ons in elk geval niet door laten intimideren of uit elkaar laten spelen door de “buffoon” die hopelijk ooit toch zal doorhebben dat een land regeren iets anders in dan elke week in een krantencolumn uitroepen hoe dwaas de EU is en hoe die pijnloos kan worden verlaten.  Al vrees ik sterk de schade die hij tijdens dat bewustwordingsproces kan aanrichten.

Zwitsere klok

Zwitsere klok

Wat hebben 40 staats- en regeringsleiders -waaronder Macron, Merkel, May en koning Filip, VN-secretaris-generaal Guttieres en ikzelf gemeen ? Wel, de voorbije twee weken namen we deel aan de “International Labour Conference” van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO of ILO)  in Genève.  Vorig jaar was ik daar ook al, en mijn ervaring van toen was hier toen ook te lezen.  Deze keer mocht ik niet op het spreekgestoelte (in tegenstelling tot de al genoemde VIPs) maar had ik een andere rol als vertegenwoordiger op de regeringsbanken in het comité dat belast was met het opstellen van de plechtige “Verklaring” ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de IAO.  Die verklaring beslaat acht bladzijden.  Ik heb daarover ongeveer 108 uren vergaderd (de laatste 5 vergaderuren heb ik gemist, wegens het koninklijk bezoek), met 1 werkdag van 8 tot 21u, 3 van 8 tot 22u (zaterdag inbegrepen), 2 van 8 tot middernacht, en eentje van 8 tot 1 uur ’s morgens.  Telkens met anderhalf uur pauze.  De andere dagen hadden een wat rustiger ritme.

Het uurschema deed me zowaar terugdenken aan wat we vroeger als leider op kamp deden, al waren de spelletjes en tochten dan vervangen door eindeloze reeksen amendementen en verklaringen.  Maar goed, de toekomst van het werk stond dan ook op het spel ! De verklaring had van mij ambitieuzer gemogen, en het taalgebruik wat helderder.  De procedure was daar niet helemaal op ingesteld, zodat het bloed, zweet en tranen heeft gekost om tot een overeenstemming te komen.  Het is dan ook niet evident om een tekst te schrijven die aanvaard kan worden door de overheden, én door de werkgeversorganisaties en vakbonden van 186 landen.  Zelf heb ik vooral bijgedragen als “WhatsAppfluisteraar” van  het EU-team (een rol die in internationale onderhandelingen nog niet zo lang bestaat, vermoed ik, maar die inhoudt dat ik onze woordvoerster de inbreng influisterde die de anderen deden via WhatsApp, en die ik probeerde samen te vatten of operationeel te maken) en af en toe als verbindingspersoon naar vertegenwoordigers van landen als daar zijn Mali, Cuba en Brazilië.  Daarnaast heb ik vooral geprobeerd om mijn ervaring vanuit andere internationale fora in te brengen.  Ik heb zelden zo hard gewerkt, moet ik zeggen – in uren uitgedrukt dan toch.  Maar boeiend was het wel.  En zo’n eeuwfeest, het heeft wel iets, moet ik zeggen.

Belangrijker dan onze verklaring was overigens de goedkeuring van een formele “conventie” over geweld en intimidatie op het werk.  Ik hoop en vrees tegelijk dat die veel meer een écht verschil zal maken dan onze verklaring…