Archief van
Categorie: Buitenland politiek

Comeback Kid (The Sequel)

Comeback Kid (The Sequel)

Hillary for President ! Ze bleek iets te vroeg te zijn afgeschreven door de pers. Vooral de Belgische kranten waren “hilarisch” : op basis van de opiniepeilingen berichtten ze over een nederlaag die er nooit gekomen is. Een deadline is soms een vervelend ding.

Ik heb veel sympathie voor Barack Obama, maar ik zou de V.S. -en dus de wereld- toch graag voor nog eens vier jaar willen toevertrouwd zien aan een Clinton. Ik geloof dat zij veel heeft geleerd van het succesvolle bewind van echtgenoot Bill – en ook van diens niet talrijke maar vaak eerder opvallende missers. Ik geloof ook dat zij de beste kans maakt om de Republikeinse kandidaat, wie dat ook zal worden, te verslaan. Al zal het al erg vreemd moeten lopen voor de “Grand Old Party” om het Witte Huis nog te behouden na het grote “succes” van Bush. Wie de wereldvreemdheid van een kandidaat als Mike Huckabee ziet, kan zich daarover alleen maar verheugen.

Mocht die Huckabee het toch halen, dan komt wellicht een derde hond in het kegelspel, in de persoon van Michael Bloomberg, de nu als “onafhankelijke” zetelende burgemeester van New York. Maar ook in dat geval zie ik Clinton uiteindelijk de overwinning halen. Verandering is nodig, maar wel met iemand die dat ook kan waarmaken. Omdat Amerika beter verdient !

De “webstats” van mijn site geven aan dat sommige surfers hier belanden als ze “Hillary2008” ingeven. Wie weet slaag ik er dus in om één verdwaalde V.S.-kiezer die het Nederlands machtig is te overtuigen. En zoals de onfortuinlijke Al Gore in 2000 heeft aangetoond : enkele stemmen kunnen een wereld van verschil maken. Wat een geluk dat diezelfde Al Gore het internet heeft uitgevonden…

Quid Pakistan ?

Quid Pakistan ?

Moord op de partijleider die hoog scoort in de peilingen, vlak voor de verkiezingen. Het overkwam Nederland toen Pim Fortuyn werd vermoord, het overkomt nu Pakistan. Maar Nederland was en is een stabiele volwassen democratie, terwijl Pakistan een licht ontvlambaar kruitvat is. Benazir Bhutto was geen ideaalbeeld van een democratische politica, maar ze was er wel één, en één met veel ervaring en charisma. Iemand met zeer veel lef, bovendien. Pakistan deelt met Turkije en Indonesië de roeping om grote moslimdemocratieën te zijn, die aantonen dat islam, democratie en “goed bestuur” kunnen samengaan. De ligging van Pakistan is bovendien zo mogelijk strategisch nog belangrijker dan dat van de beide andere. Alles liet uitschijnen dat de Pakistani duidelijk en doelbewust voor een terugkeer naar de democratie zouden kiezen. Dat -mogelijk- Al Qaeda Bhutto belangrijk genoeg vond om dat te willen verhinderen, toont aan dat het land mogelijk echt op de goede weg was.

De opdeling van Brits-Indië in India en Pakistan was een vergissing. Het ene India had een sterke multi-religieuze democratie kunnen zijn, waar zoals van oudsher moslims en hindoes relatief harmonieus samenleefden. De Indiase en de Ierse vlag lijken wat op elkaar, en symboliseren een soortgelijk idee : het wit van de vrede tussen groen (moslims in India en… katholieken in Ierland) en oranje/saffraan (hindoes en protestanten). In beide gevallen bleef de droom van de vlag onvoltooid en ontstonden toch grenzen op religieus-politieke grondslag. In India kozen moslims en ook wel hindoes ervoor om elk een eigen koers te varen – met Kashmir als twistappel. Pakistan toonde echter wel aan dat het het potentieel heeft om naast India een sterke democratische staat te zijn. Hopelijk wordt de heropflakkering van díe droom nu niet opnieuw in de kiem gesmoord.

Beschaving

Beschaving

Eergisteren was de internationale dag tegen de doodstraf. “Dankzij” de reactionaire ideeën van de Poolse regering deed de EU er niet officieel aan mee, maar dat maakt de dag niet minder belangrijk en waardevol. Onbegrijpelijk trouwens dat democratische landen als de VS en Japan vasthouden aan een Middeleeuwse straf. In Amerika wordt de verdedigen ervan vaak dan nog door zich christen noemenden opgenomen, het toch vrij duidelijke gebod “Gij zult niet doden” voor het gemak opzijleggend. Minstens op dit vlak kan men het Vaticaan overigens géén dubbelzinnigheid verwijten, daar heeft men zich altijd tegen de straf gekeerd. De doodstraf is bij uitstek een straf waarbij een vergissing in de rechtspraak niet meer kan worden rechtgezet (zoals in de VS, maar vroeger ook in Frankrijk en ons eigen land bijvoorbeeld, uitdrukkelijk werd aangetoond door veroordelingen die achteraf onterecht bleken). De doodstraf is ook bij uitstek de negatie van de menselijkheid van de samenleving.

Vandaag werd Hans Van Themsche tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Dat zijn misdaden binnen elk rechtssysteem de maximumstraf verdienen, lijkt me buiten kijf te staan : het gaat om blinde moord, met voorbedachten rade, en bovendien een racistische inslag. Als de doodstraf had bestaan, had hij die moeten krijgen. Omdat ze niet bestaat, krijgt zijn wens om “een mens te worden” nog een kans. Geen eenvoudige kans, maar toch. Gelukkig maar.

De Europese geschiedenis heeft tot een beschaving geleid waarin de mens kansen krijgt. Onvolmaakte kansen, vaak (te vaak) ook nog ongelijke kansen. Daaraan moeten we werken. Maar we moeten er vooral ook voor zorgen dat wat we verworven hebben niet zomaar in vraag wordt gesteld. Niet door wie de sharia wil invoeren, niet door wie de CIA de vrijheid wil geven om wie dan ook naar Guantanamo af te voeren, niet door wie de klok wil terugdraaien naar de jaren 1950, 1940 of 1930.

Hillary for President

Hillary for President

Vakantie betekent oook tijd om wat (meer) te lezen, en zo heb ik de voorbije week de autobiografie van Hillary (Rodham) Clinton gelezen. In het Nederlands heet het boek “Mijn Verhaal”, maar ik heb er spijt van dat ik de Engelse versie niet heb verkozen, want de kwaliteit van de vertaling was vaak eerder bedenkelijk.

Dat maakte het verhaal toch niet minder interessant. En het heeft me eens te meer overtuigd dat de wereld (en de V.S., dus) een tweede president Clinton broodnodig heeft. Omdat de eerste op een schandalige manier, via misbruik van het gerecht, werd verhinderd om nog meer te doen. Al heeft hij op een aantal terreinen toch een groot verschil kunnen maken en bewonder ik zijn vermogen om doorheen alle pogingen om hem te beschadigen of zelfs af te zetten een bijzonder actief president te blijven.

Maar ik hoop vooral dat Hillary president wordt, omdat zij wél verder kan kijken dan de grenzen van de V.S.. Omdat een Amerika met haar aan de leiding een beter evenwicht zou kunnen vinden tussen een bloeiende economie, een beter leefmilieu en een fatsoenlijke sociale zekerheid. Omdat met haar aan de leiding het Bush-tijdperk meteen, duidelijk en definitief voorbij is. En omdat het fantastisch zou zijn dat een vrouw Amerikaans president zou worden.

Yes, Prime Minister

Yes, Prime Minister

Met een laatste vragenhalfuurtje in het House of Commons heeft Tony Blair afscheid genomen als Prime Minister. Waarbij dat House zich tot een nooit vertoonde staande ovatie liet verleiden, nadat vriend en vijand hem als één van de grote eerste ministers van het Verenigd Koninkrijk hadden geëerd.

Als politiek mij emotioneel raakt, dan is het bij dit soort gelegenheden – veel meer dan bij verkiezingen, bijvoorbeeld. Op 2 mei 1997, bij zijn aantreden in hetzelfde House, zat ik voor tv (op kosten van de werkloosheidskas !) en voelde dat een nieuw tijdperk was aangebroken. Nu kon ik uiteraard niet kijken (vergadering over ondermeer werkloosheid…). Gelukkig ontwikkelde het internet zich ondertussen ook tot een verzamelplaats van gemiste tv-beelden…

Over de vele verdiensten en enkele tekortkomingen van Blair heb ik hier regelmatig geschreven. Ik vind vooral dat centrum-links in Europa en de V.S. te weinig hebben gehaald uit zijn eerste ministerschap en uit de twee presidentiële termijnen van Bill Clinton. Dat heeft veel kansen gecreëerd voor Sarkozy, Merkel, Balkenende… en uiteraard ook voor G.W. Bush en morgen misschien voor David Cameron (na Sarkozy de tweede politicus van rechts die bewust en uitdrukkelijk Blair probeert te imiteren). De fixatie op Clintons privéleven en op Blairs steun voor de oorlog in Irak heeft veel potentiële medestanders blind gemaakt voor de mogelijkheden die ronduit kiezen voor een “Third Way” zou hebben geboden. Waarvan we op 10 juni ook in eigen land een aantal gevolgen hebben gezien.

Gordon Brown, de nieuwe PM, krijgt enkele jaren de kans om te bewijzen dat hij de erfenis wel heeft begrepen, eventueel hier en daar wat bijgevijld. Blair zelf gaat aan de slag als gezant voor het Midden-Oosten – een enorme uitdaging, maar uiteindelijk hoop ik dat hij toch in een functie in de Europese Unie terechtkomt. Die Unie mag er dan wel min of meer in geslaagd zijn een verdrag in elkaar te knutselen waarmee verder kan worden gewerkt, er ontbreekt meer dan ooit een sterk, enthousiast en bevlogen leiderschap. Het ideale scenario ? Blair voorzitter van de Europese Raad (een nieuwe functie) en Verhofstadt van de Commissie.

In het begin was het woord

In het begin was het woord

Zondag won Nicolas Sarkozy de Franse presidentsverkiezingen. Bij die gelegenheid hield hij een korte, goed doordachte en behoorlijk uitdagende speech. Je kan veel van “Sarko” zeggen (ik vind hem soms ook een beetje “eng”), maar lef heeft hij wel. Hopelijk maakt hij zijn beloftes waar en slaagt hij er daarbij inderdaad in om president te zijn van alle Fransen, zoals hij beloofde. Het wordt een moeilijke evenwichtsoefening. Het straatprotest tegen zijn verkiezing is begrijpelijk, maar in se natuurlijk onaanvaardbaar : zijn verkiezing is volstrekt democratisch verlopen, na een boeiend inhoudelijk debat en bij een zeer hoge opkomst. Een voorbeeld. Wat Ségolène Royal betreft : ik hoop dat ook zij slaagt in haar opdracht om een vernieuwde, eigentijdse en slagkrachtige progressieve beweging vorm te geven. Waarin meer plaats voor de geestesgenoten van Bayrou dan die van Besancenot zal moeten zijn.

Aan de overzijde van het Kanaal kondigde Tony Blair aan dat hij op 27 juni het premierschap neerlegt. Dat deed hij met een stuk minder korte maar eveneens knappe toespraak. Ik ga niet opnieuw de loftrompet van Blair steken, al zou dat nogmaals zeer terecht zijn. Net deze week beleefde hij overigens één van de hoogtepunten van zijn tienjarige ambtstermijn : in Noord-Ierland is er opnieuw een regering. Bovendien lijken de absolute tegenpolen Paisley (DUP) en McGuinness (Sinn Féin) het (vooralsnog) goed met elkaar te kunnen vinden. Vooral “Dr. No” Paisley lijkt van plan een snelle metamorfose van agitator tot staatsman te ondergaan. Waarmee bewezen is dat het onmogelijke haalbaar is voor wie erin gelooft. Blair, dus.

En hoe zit het in Vlaanderen, op één maand van cruciale federale verkiezingen ? Daar was het grote nieuws deze week dat degene van wie iedereen wist dat hij kandidaat-permier is, ook effectief op de lijst staat. En of hij zijn huidige job kan behouden als hij de Wetstraat 16 niet te pakken krijgt. Natuurlijk kan hij dat. Maar daarover beslissen niet de sp.a, en zeker niet Open Vld. Daarover beslist CD&V. Géén reden om bij een onvoldoende grote winst op twee oren te slapen, mijnheer Leterme. Dat die vast van plan lijkt de campagne zo weinig mogelijk over inhoud te laten gaan, is volgens mij alvast een onverstandig besluit.

Het kieskompas van De Standaard plaatste me ondertussen perfect waar ik mezelf zou situeren, nét niet in een leeg kwadrant van het politieke landschap. Dat een Vlaamse politicus met één of enkele toespraken me daar ook maar een centimeter zou kunnen doen verschuiven, lijkt me eerder onwaarschijnlijk. Proberen ze het trouwens wel ? En wil Vlaanderen het wel, of is het hier echt het land van de politieke BV’s en de inhoudsloze one-liners. Waar “goed bestuur” jammer genoeg het eindpunt lijkt, in plaats van de noodzakelijke onderbouw voor een degelijk politiek debat van woord en wederwoord ? Zo zou het toch moeten zijn, al weet ik ook uit Essen dat dat “goed bestuur” lang niet vanzelfsprekend is. En je dus vaak geen andere keuze hebt dan daar eerst op te hameren. Toch hoop ik dat de campagne over méér dan alleen dat zal gaan. Omdat Vlaanderen beter verdient.

…and sent him homeward, tae think again

…and sent him homeward, tae think again

Eén van de grote verdiensten van de Britse Labourregering is de instelling van regionale parlementen en regeringen in Wales, Noord-Ierland (waar het volgende week terug van start gaat) en in Schotland. De ironie van het verkiezingslot wil dat enkele dagen na de tiende verjaardag van Blairs eerste verkiezingszege de Schotse verkiezingen een (nipte) nederlaag voor Labour betekenen.

De nationalistische SNP wordt de grootste partij, al is een nieuwe coalitie nog niet meteen gevormd. Maar hopelijk krijgen Alex Salmond en de zijnen de kans om te tonen dat ze degelijke bestuurders zijn en krijgen de Schotten binnen enkele jaren bij referendum de keuze of ze al dan niet binnen het Britse staatsverband willen blijven. Al is de winst in dat referendum nog lang niet binnen, het zou een belangrijke signaalfunctie zijn binnen de EU : geen staat is voor eeuwig (geen tronen blijven staan !), ze moet een meerwaarde voor de burgers hebben en kunnen aantonen. Dat laatste geldt overigens niet alleen voor België, maar ook voor de Vlaamse staat, zoals die nu al bestaat en zoals die nog steeds in opbouw is.

Europa 50

Europa 50

De Europese Unie vierde haar vijftigste verjaardag. Het feestje verliep enigszins in mineur, want de onzekerheid over de Europese Grondwet of het verdrag dat daarvoor in de plaats moet komen duurt voort. Wellicht is het wachten tot Gordon Brown de nieuwe Britse eerste minister is, en tot Frankrijk een nieuwe president heeft, om er een beetje beweging in te krijgen. En ook dan is het lang niet zeker.

Toch was het feest oververdiend. 50 jaar na het Verdrag van Rome staat er een organisatie die erop kan bogen voor een duurzame vrede in Europa te hebben gezorgd. De Unie zorgde bovendien voor een economische welvaart via een eengemaakte markt. De euro kwam er, en bovendien werd een unieke constructie voor internationale samenwerking opgezet die dag na dag op alle terreinen vruchten afwerpt. Maar we zijn het allemaal evident gaan vinden, veel te evident. En sommige politici hebben veel te snel de neiging om de schuld voor wat mis gaat of voor impopulaire maatregelen af te schuiven op een soort mythisch “Europa”. Zonder uit te leggen dat ze de beslissing op EU-niveau vaak mee hebben genomen. En zeker zonder de verdediging van het unieke en bij saldo uiterst succesvolle Europese project op zich te nemen.

Natuurlijk zijn er fouten en gebreken aan de Europese constructie. Het mag allemaal wat democratischer, met een sterker Parlement. Maar de ministers die nu de beslissingen nemen kunnen perfect ondervraagd worden door hun eigen nationale parlementen. Dat gebeurt systematisch in Denemarken, bijvoorbeeld, waar geen minister naar een Europese vergadering gaat zonder parlementair mandaat. In onze parlementen ligt er echter niemand wakker van Europa, zeer ten onrechte. Tenzij dus om er af en toe op af te geven, veelal in de vorm van één of andere mythe. Zoals die van het “te weinig sociale” Europa. Mij lijkt méér sociaal Europa vooral te bestaan uit meer steun voor de economie van de minder rijke gebieden, maar om één of andere reden wordt dat zelden ermee bedoeld.

En natuurlijk is de Europese Commissie een onverkozen maar zeer machtig orgaan. Ik zou de voorzitter ervan graag rechtstreeks verkozen zien, met bijvoorbeeld als voorwaarde dat de kandidaten een bepaalde ervaring moeten hebben als regeringsleider. Een verkiezing tussen pakweg Schröder, Barrosso en Prodi zou de nationale partijen en de kiezers verplichten ook eens over de grenzen te kijken. Maar de kracht van de Commissie nu schuilt in essentie niet in het feit dat ze niet verkozen is, wel in het zeer sterke (maar overigens vrij kleine) en naar mijn aanvoelen uiterst integere ambtenarenkorps waarop ze kan rekenen. Dat haar dat verweten wordt (met termen als “eurocraten”) zegt meer over de zwakte van haar tegenstanders. Het vertelt overigens ook een waarheid over ambtenaren die velen niet graag horen : hoe beter betaald ze zijn, hoe sterker ze (gemiddeld) presteren…

Si j’étais président de la République

Si j’étais président de la République

De Franse presidentsverkiezingen op 22 april (eerste ronde) worden een race met drie : de socialiste Ségolène Royal en de rechtse Nicolas Sarkozy moeten sinds enkele weken de centristische Francçois Bayrou (UDF) naast zich dulden. In een aantal peilingen is hij Royal al voorbijgegaan. Bovendien wijst alles erop dat Bayrou als hij de tweede ronde haalt erg veel kans maakt om die te winnen : tegenover Sarkozy met de linkse stemmen, tegenover Royal met de rechtse. Een opmerkelijke evolutie in het sterk op de links-rechts-tegenstelling georiënteerde Franse politieke landschap. Een Franse collega in EMCO voorspelde een klein jaar geleden “tussen de soep en de patatten” dat Bayrou president zou worden. Ik wist toen niet wie dat was, en in de peilingen scoorde hij ergens rond de 4 à 5%…

Ik zou het zelf moeilijk vinden om een keuze te maken. Instinctief ligt Sarkozy me niet : een erg autoritaire stijl, af en toe flirtend met populistische of zelfs extreem-rechtse standpunten. Royal vind ik dan weer behoorlijk verfrissend : een vlotte stijl die niet te veel gelijkenissen oproept met de klassieke partijbonzen van de Franse PS. Een vrouwelijke president zou natuurlijk een goede zaak zijn. En Bayrou is behoorlijk kleurloos.

Gemakkelijke keuze, ware het niet dat Frankrijk absoluut sociaal-economische hervormingen nodig heeft (en bovendien, als het regent in Parijs…). De enige kandidaat die daartoe bereid lijkt is Sarkozy. Royal leek bij het begin van de campagne een meer Blairistische koers te kiezen, maar keerde uiteindelijk terug naar het klassieke zeer conservatief-linkse PS-discours – het weze in een aantrekkelijke verpakking. Een beetje hervormen is niet hervormen, zodat Bayrou vanuit dit perspectief niet in aanmerking komt. Dan toch Sarkozy ? Qua “waarden en normen” heb ik er bijzonder weinig affiniteit mee, maar…

Ik ben geen Fransman, de keuze blijft me dus gelukkig bespaard ! En dat Chirac weg is, zal ik alvast geen moment betreuren.

Shoulder to shoulder ?

Shoulder to shoulder ?

Ik heb nog niets over de Noord-Ierse verkiezingen geschreven. Nochtans een thema dat me erg boeit, dus moet ik die achterstand even inhalen. Nu, eigenlijk was de stembusgang een wat overbodige tussenstap : de overwinning van Sinn Féin langs katholieke kant en van de DUP langs protestantse zijde stond in de sterren geschreven. Interessant werd het pas nadat de stemmen geteld waren. Wat wegens het systeem van enkelvoudige overdraagbare stemmen nogal wat tijd in beslag nam (overigens een interessant stelsel dat volgens mij ook bij ons meer gebruikt zou moeten worden; bij computerstemmingen is het telwerk uiteraard geen probleem).

De grote vraag is of de DUP eindelijk de sprong zal wagen en met de grote tegenstander in zee zal gaan. De argumenten om dat niet te doen zijn op, maar in de politiek zijn er niet altijd argumenten nodig : de instinctieve afkeer van Sinn Féin die ondermeer uit de lichaamstaal van DUP-leider Paisley blijkt ligt in balans met het uitzicht op de ministerposten. Volgens mij gaat het deze keer nochtans wel lukken : de schade van het niet-regeren en het zich verstoppen in een zelfgekozen cordon sanitaire zou immers groter zijn dan de schade van het regeren met de (voormalige ?) erfvijand.

Waar beide partijen elkaar wél in terugvinden, is dat ze rekenen op een groot “peace dividend” van de Britse regering : een massale investering (opvallend toch dat de Ierse nationalisten geen probleem hebben met het Britse Pond !). Het doet me een beetje denken aan het Belgische sociaal overleg : de standpunten zijn in het begin altijd onverzoenbaar, en op het einde betaalt de regering altijd de rekening…