Archief van
Categorie: Buitenland politiek

Hillary for President

Hillary for President

Vakantie betekent oook tijd om wat (meer) te lezen, en zo heb ik de voorbije week de autobiografie van Hillary (Rodham) Clinton gelezen. In het Nederlands heet het boek “Mijn Verhaal”, maar ik heb er spijt van dat ik de Engelse versie niet heb verkozen, want de kwaliteit van de vertaling was vaak eerder bedenkelijk.

Dat maakte het verhaal toch niet minder interessant. En het heeft me eens te meer overtuigd dat de wereld (en de V.S., dus) een tweede president Clinton broodnodig heeft. Omdat de eerste op een schandalige manier, via misbruik van het gerecht, werd verhinderd om nog meer te doen. Al heeft hij op een aantal terreinen toch een groot verschil kunnen maken en bewonder ik zijn vermogen om doorheen alle pogingen om hem te beschadigen of zelfs af te zetten een bijzonder actief president te blijven.

Maar ik hoop vooral dat Hillary president wordt, omdat zij wél verder kan kijken dan de grenzen van de V.S.. Omdat een Amerika met haar aan de leiding een beter evenwicht zou kunnen vinden tussen een bloeiende economie, een beter leefmilieu en een fatsoenlijke sociale zekerheid. Omdat met haar aan de leiding het Bush-tijdperk meteen, duidelijk en definitief voorbij is. En omdat het fantastisch zou zijn dat een vrouw Amerikaans president zou worden.

Yes, Prime Minister

Yes, Prime Minister

Met een laatste vragenhalfuurtje in het House of Commons heeft Tony Blair afscheid genomen als Prime Minister. Waarbij dat House zich tot een nooit vertoonde staande ovatie liet verleiden, nadat vriend en vijand hem als één van de grote eerste ministers van het Verenigd Koninkrijk hadden geëerd.

Als politiek mij emotioneel raakt, dan is het bij dit soort gelegenheden – veel meer dan bij verkiezingen, bijvoorbeeld. Op 2 mei 1997, bij zijn aantreden in hetzelfde House, zat ik voor tv (op kosten van de werkloosheidskas !) en voelde dat een nieuw tijdperk was aangebroken. Nu kon ik uiteraard niet kijken (vergadering over ondermeer werkloosheid…). Gelukkig ontwikkelde het internet zich ondertussen ook tot een verzamelplaats van gemiste tv-beelden…

Over de vele verdiensten en enkele tekortkomingen van Blair heb ik hier regelmatig geschreven. Ik vind vooral dat centrum-links in Europa en de V.S. te weinig hebben gehaald uit zijn eerste ministerschap en uit de twee presidentiële termijnen van Bill Clinton. Dat heeft veel kansen gecreëerd voor Sarkozy, Merkel, Balkenende… en uiteraard ook voor G.W. Bush en morgen misschien voor David Cameron (na Sarkozy de tweede politicus van rechts die bewust en uitdrukkelijk Blair probeert te imiteren). De fixatie op Clintons privéleven en op Blairs steun voor de oorlog in Irak heeft veel potentiële medestanders blind gemaakt voor de mogelijkheden die ronduit kiezen voor een “Third Way” zou hebben geboden. Waarvan we op 10 juni ook in eigen land een aantal gevolgen hebben gezien.

Gordon Brown, de nieuwe PM, krijgt enkele jaren de kans om te bewijzen dat hij de erfenis wel heeft begrepen, eventueel hier en daar wat bijgevijld. Blair zelf gaat aan de slag als gezant voor het Midden-Oosten – een enorme uitdaging, maar uiteindelijk hoop ik dat hij toch in een functie in de Europese Unie terechtkomt. Die Unie mag er dan wel min of meer in geslaagd zijn een verdrag in elkaar te knutselen waarmee verder kan worden gewerkt, er ontbreekt meer dan ooit een sterk, enthousiast en bevlogen leiderschap. Het ideale scenario ? Blair voorzitter van de Europese Raad (een nieuwe functie) en Verhofstadt van de Commissie.

In het begin was het woord

In het begin was het woord

Zondag won Nicolas Sarkozy de Franse presidentsverkiezingen. Bij die gelegenheid hield hij een korte, goed doordachte en behoorlijk uitdagende speech. Je kan veel van “Sarko” zeggen (ik vind hem soms ook een beetje “eng”), maar lef heeft hij wel. Hopelijk maakt hij zijn beloftes waar en slaagt hij er daarbij inderdaad in om president te zijn van alle Fransen, zoals hij beloofde. Het wordt een moeilijke evenwichtsoefening. Het straatprotest tegen zijn verkiezing is begrijpelijk, maar in se natuurlijk onaanvaardbaar : zijn verkiezing is volstrekt democratisch verlopen, na een boeiend inhoudelijk debat en bij een zeer hoge opkomst. Een voorbeeld. Wat Ségolène Royal betreft : ik hoop dat ook zij slaagt in haar opdracht om een vernieuwde, eigentijdse en slagkrachtige progressieve beweging vorm te geven. Waarin meer plaats voor de geestesgenoten van Bayrou dan die van Besancenot zal moeten zijn.

Aan de overzijde van het Kanaal kondigde Tony Blair aan dat hij op 27 juni het premierschap neerlegt. Dat deed hij met een stuk minder korte maar eveneens knappe toespraak. Ik ga niet opnieuw de loftrompet van Blair steken, al zou dat nogmaals zeer terecht zijn. Net deze week beleefde hij overigens één van de hoogtepunten van zijn tienjarige ambtstermijn : in Noord-Ierland is er opnieuw een regering. Bovendien lijken de absolute tegenpolen Paisley (DUP) en McGuinness (Sinn Féin) het (vooralsnog) goed met elkaar te kunnen vinden. Vooral “Dr. No” Paisley lijkt van plan een snelle metamorfose van agitator tot staatsman te ondergaan. Waarmee bewezen is dat het onmogelijke haalbaar is voor wie erin gelooft. Blair, dus.

En hoe zit het in Vlaanderen, op één maand van cruciale federale verkiezingen ? Daar was het grote nieuws deze week dat degene van wie iedereen wist dat hij kandidaat-permier is, ook effectief op de lijst staat. En of hij zijn huidige job kan behouden als hij de Wetstraat 16 niet te pakken krijgt. Natuurlijk kan hij dat. Maar daarover beslissen niet de sp.a, en zeker niet Open Vld. Daarover beslist CD&V. Géén reden om bij een onvoldoende grote winst op twee oren te slapen, mijnheer Leterme. Dat die vast van plan lijkt de campagne zo weinig mogelijk over inhoud te laten gaan, is volgens mij alvast een onverstandig besluit.

Het kieskompas van De Standaard plaatste me ondertussen perfect waar ik mezelf zou situeren, nét niet in een leeg kwadrant van het politieke landschap. Dat een Vlaamse politicus met één of enkele toespraken me daar ook maar een centimeter zou kunnen doen verschuiven, lijkt me eerder onwaarschijnlijk. Proberen ze het trouwens wel ? En wil Vlaanderen het wel, of is het hier echt het land van de politieke BV’s en de inhoudsloze one-liners. Waar “goed bestuur” jammer genoeg het eindpunt lijkt, in plaats van de noodzakelijke onderbouw voor een degelijk politiek debat van woord en wederwoord ? Zo zou het toch moeten zijn, al weet ik ook uit Essen dat dat “goed bestuur” lang niet vanzelfsprekend is. En je dus vaak geen andere keuze hebt dan daar eerst op te hameren. Toch hoop ik dat de campagne over méér dan alleen dat zal gaan. Omdat Vlaanderen beter verdient.

…and sent him homeward, tae think again

…and sent him homeward, tae think again

Eén van de grote verdiensten van de Britse Labourregering is de instelling van regionale parlementen en regeringen in Wales, Noord-Ierland (waar het volgende week terug van start gaat) en in Schotland. De ironie van het verkiezingslot wil dat enkele dagen na de tiende verjaardag van Blairs eerste verkiezingszege de Schotse verkiezingen een (nipte) nederlaag voor Labour betekenen.

De nationalistische SNP wordt de grootste partij, al is een nieuwe coalitie nog niet meteen gevormd. Maar hopelijk krijgen Alex Salmond en de zijnen de kans om te tonen dat ze degelijke bestuurders zijn en krijgen de Schotten binnen enkele jaren bij referendum de keuze of ze al dan niet binnen het Britse staatsverband willen blijven. Al is de winst in dat referendum nog lang niet binnen, het zou een belangrijke signaalfunctie zijn binnen de EU : geen staat is voor eeuwig (geen tronen blijven staan !), ze moet een meerwaarde voor de burgers hebben en kunnen aantonen. Dat laatste geldt overigens niet alleen voor België, maar ook voor de Vlaamse staat, zoals die nu al bestaat en zoals die nog steeds in opbouw is.

Europa 50

Europa 50

De Europese Unie vierde haar vijftigste verjaardag. Het feestje verliep enigszins in mineur, want de onzekerheid over de Europese Grondwet of het verdrag dat daarvoor in de plaats moet komen duurt voort. Wellicht is het wachten tot Gordon Brown de nieuwe Britse eerste minister is, en tot Frankrijk een nieuwe president heeft, om er een beetje beweging in te krijgen. En ook dan is het lang niet zeker.

Toch was het feest oververdiend. 50 jaar na het Verdrag van Rome staat er een organisatie die erop kan bogen voor een duurzame vrede in Europa te hebben gezorgd. De Unie zorgde bovendien voor een economische welvaart via een eengemaakte markt. De euro kwam er, en bovendien werd een unieke constructie voor internationale samenwerking opgezet die dag na dag op alle terreinen vruchten afwerpt. Maar we zijn het allemaal evident gaan vinden, veel te evident. En sommige politici hebben veel te snel de neiging om de schuld voor wat mis gaat of voor impopulaire maatregelen af te schuiven op een soort mythisch “Europa”. Zonder uit te leggen dat ze de beslissing op EU-niveau vaak mee hebben genomen. En zeker zonder de verdediging van het unieke en bij saldo uiterst succesvolle Europese project op zich te nemen.

Natuurlijk zijn er fouten en gebreken aan de Europese constructie. Het mag allemaal wat democratischer, met een sterker Parlement. Maar de ministers die nu de beslissingen nemen kunnen perfect ondervraagd worden door hun eigen nationale parlementen. Dat gebeurt systematisch in Denemarken, bijvoorbeeld, waar geen minister naar een Europese vergadering gaat zonder parlementair mandaat. In onze parlementen ligt er echter niemand wakker van Europa, zeer ten onrechte. Tenzij dus om er af en toe op af te geven, veelal in de vorm van één of andere mythe. Zoals die van het “te weinig sociale” Europa. Mij lijkt méér sociaal Europa vooral te bestaan uit meer steun voor de economie van de minder rijke gebieden, maar om één of andere reden wordt dat zelden ermee bedoeld.

En natuurlijk is de Europese Commissie een onverkozen maar zeer machtig orgaan. Ik zou de voorzitter ervan graag rechtstreeks verkozen zien, met bijvoorbeeld als voorwaarde dat de kandidaten een bepaalde ervaring moeten hebben als regeringsleider. Een verkiezing tussen pakweg Schröder, Barrosso en Prodi zou de nationale partijen en de kiezers verplichten ook eens over de grenzen te kijken. Maar de kracht van de Commissie nu schuilt in essentie niet in het feit dat ze niet verkozen is, wel in het zeer sterke (maar overigens vrij kleine) en naar mijn aanvoelen uiterst integere ambtenarenkorps waarop ze kan rekenen. Dat haar dat verweten wordt (met termen als “eurocraten”) zegt meer over de zwakte van haar tegenstanders. Het vertelt overigens ook een waarheid over ambtenaren die velen niet graag horen : hoe beter betaald ze zijn, hoe sterker ze (gemiddeld) presteren…

Si j’étais président de la République

Si j’étais président de la République

De Franse presidentsverkiezingen op 22 april (eerste ronde) worden een race met drie : de socialiste Ségolène Royal en de rechtse Nicolas Sarkozy moeten sinds enkele weken de centristische Francçois Bayrou (UDF) naast zich dulden. In een aantal peilingen is hij Royal al voorbijgegaan. Bovendien wijst alles erop dat Bayrou als hij de tweede ronde haalt erg veel kans maakt om die te winnen : tegenover Sarkozy met de linkse stemmen, tegenover Royal met de rechtse. Een opmerkelijke evolutie in het sterk op de links-rechts-tegenstelling georiënteerde Franse politieke landschap. Een Franse collega in EMCO voorspelde een klein jaar geleden “tussen de soep en de patatten” dat Bayrou president zou worden. Ik wist toen niet wie dat was, en in de peilingen scoorde hij ergens rond de 4 à 5%…

Ik zou het zelf moeilijk vinden om een keuze te maken. Instinctief ligt Sarkozy me niet : een erg autoritaire stijl, af en toe flirtend met populistische of zelfs extreem-rechtse standpunten. Royal vind ik dan weer behoorlijk verfrissend : een vlotte stijl die niet te veel gelijkenissen oproept met de klassieke partijbonzen van de Franse PS. Een vrouwelijke president zou natuurlijk een goede zaak zijn. En Bayrou is behoorlijk kleurloos.

Gemakkelijke keuze, ware het niet dat Frankrijk absoluut sociaal-economische hervormingen nodig heeft (en bovendien, als het regent in Parijs…). De enige kandidaat die daartoe bereid lijkt is Sarkozy. Royal leek bij het begin van de campagne een meer Blairistische koers te kiezen, maar keerde uiteindelijk terug naar het klassieke zeer conservatief-linkse PS-discours – het weze in een aantrekkelijke verpakking. Een beetje hervormen is niet hervormen, zodat Bayrou vanuit dit perspectief niet in aanmerking komt. Dan toch Sarkozy ? Qua “waarden en normen” heb ik er bijzonder weinig affiniteit mee, maar…

Ik ben geen Fransman, de keuze blijft me dus gelukkig bespaard ! En dat Chirac weg is, zal ik alvast geen moment betreuren.

Shoulder to shoulder ?

Shoulder to shoulder ?

Ik heb nog niets over de Noord-Ierse verkiezingen geschreven. Nochtans een thema dat me erg boeit, dus moet ik die achterstand even inhalen. Nu, eigenlijk was de stembusgang een wat overbodige tussenstap : de overwinning van Sinn Féin langs katholieke kant en van de DUP langs protestantse zijde stond in de sterren geschreven. Interessant werd het pas nadat de stemmen geteld waren. Wat wegens het systeem van enkelvoudige overdraagbare stemmen nogal wat tijd in beslag nam (overigens een interessant stelsel dat volgens mij ook bij ons meer gebruikt zou moeten worden; bij computerstemmingen is het telwerk uiteraard geen probleem).

De grote vraag is of de DUP eindelijk de sprong zal wagen en met de grote tegenstander in zee zal gaan. De argumenten om dat niet te doen zijn op, maar in de politiek zijn er niet altijd argumenten nodig : de instinctieve afkeer van Sinn Féin die ondermeer uit de lichaamstaal van DUP-leider Paisley blijkt ligt in balans met het uitzicht op de ministerposten. Volgens mij gaat het deze keer nochtans wel lukken : de schade van het niet-regeren en het zich verstoppen in een zelfgekozen cordon sanitaire zou immers groter zijn dan de schade van het regeren met de (voormalige ?) erfvijand.

Waar beide partijen elkaar wél in terugvinden, is dat ze rekenen op een groot “peace dividend” van de Britse regering : een massale investering (opvallend toch dat de Ierse nationalisten geen probleem hebben met het Britse Pond !). Het doet me een beetje denken aan het Belgische sociaal overleg : de standpunten zijn in het begin altijd onverzoenbaar, en op het einde betaalt de regering altijd de rekening…

Binnenhof

Binnenhof

Op 22 november trokken de Nederlanders naar de stembus. Nu raakt stilaan ook de formatie van een nieuwe regering rond. Nederland heeft een traditie van langdurige onderhandelingen, maar of het hier na 10 juni zoveel sneller zal gaan is lang geen zekerheid…

Nadat grote winnaar SP wat graag erg snel van het formatieberaad wegliep en GroenLinks “hard to get” speelde om daardoor ook aan de kant te blijven lag de weg open voor wat ik al op de verkiezingsdag als de meest waarschijnlijke uitkomst zag : CDA + PvdA + ChristenUnie. Balkenende en Bos komen zo uiteindelijk in hetzelfde kabinet terecht. Wellicht een stabielere combinatie dan de vorige regeringen, want ook de ChristenUnie wil in de eerste plaats graag als betrouwbare bestuurspartij gezien worden. Al zie ik Rouvoet -die als enige een verkiezingsoverwinning in kabinetsdeelname weet om te zetten- niet gauw toegeven op echt fundamentele principes, niet in ethische kwesties maar ook niet in het sociale en het milieubeleid. Maar dat zullen de anderen wel ingecalculeerd hebben.

Het regeerakkoord ziet er trouwens behoorlijk groen uit, en is verder vooral een lichte bijsturing naar links zonder de hervormingen van de vorige regeringen in vraag te stellen. Met terug meer aandacht voor het klassieke sociaal overleg en voor “samenlevingsopbouw”. In dat kader gaat er heel wat aandacht naar zogenaamde probleemwijken. In tijden van “zinloos geweld” geen overbodige luxe.

Maar het lijkt me toch vooral een beheerdersakkoord. Als de visie van Verhofstadt, Vandenbroucke en anderen eens kon samengaan met de uitvoeringscapaciteiten van de Nederlandse politiek… Gelukkig is er de Tweede Kamer om voor wat vuurwerk te zorgen. Terwijl onze parlementen vooral rustig uitvoeren wat de regeringen beslist hebben. Wat was dat ook alweer, de “uitvoerende macht” ?

“I’m in. And I’m in to win”

“I’m in. And I’m in to win”

Hillary Clinton heeft gisteren aangekondigd dat ze meedoet aan de strijd voor het Amerikaanse presidentsschap – of eigenlijk aan de strijd voor de Democratische nominatie voor dat presidentsschap. De verkiezingen vinden plaats in 2008; het verkiezingsseizoen in de V.S. wordt alsmaar langer. Eerder deze week maakte ook Barack Obama zijn kandidatuur bekend.

Wellicht wordt één van beiden de Democratische kandidaat, tenzij het verhaaltje van de derde hond er een stokje voor steekt. Het zijn allebei interessante kandidaten en ze zouden beiden een goede president zijn, maar mijn voorkeur voor Clinton heb ik hier eerder al eens uitgesproken. Om (opnieuw !) in het Witte Huis te geraken zal ze wel moeten bewijzen dat ze een groot evenwichtkunstenaar is. Om de Democratische nominatie te behalen, moet je dicht genoeg bij de ideeën van het gemiddelde partijlid aansluiten. Eens de nominatie binnen, komt het erop aan je zo dicht mogelijk bij de ideeën van de gemiddelde (stemmende)Amerikaan te positioneren. Terwijl je toch moet doen alsof je ondertussen niet van mening bent veranderd om geloofwaardig te blijven.

Dat maakt het circus van de presidentsverkiezingen niet altijd even fraai en hoogstaand, maar voor wie interesse heeft in politiek blijft het wel erg boeiend om volgen. In de wetenschap bovendien dat het resultaat een reële impact heeft op de wereld, en dus ook op Vlaanderen. Wellicht zelfs meer dan de vraag of Dedecker hier of daar een zeteltje kan binnenrijven.

Dat Bill Clinton nu kandidaat is voor de post van First Lady, zal wel niet in zijn carrièreplannen hebben gestaan. En dat Amerika een dynastie zou kunnen worden waarin de Clintons de Bushes opvolgen, is wellicht ook niet helemaal de bedoeling. Nochtans, na 8 jaar Hillary en dan 8 jaar Jeb Bush, zou Chelsea Clinton oud genoeg zijn om het roer over te nemen…

Burengerucht

Burengerucht

De kiezer heeft het niet eenvoudig gemaakt. De meerderheid van christen-democraten en liberalen verloor, maar vooral de liberalen betalen daarvoor de prijs. Zodat de christen-democraten goed wegkomen. Een tot nu toe redelijk kleine oppositiepartij ziet haar zetelaantal meer dan verdubbelen, dankzij een duidelijke oppositiecampagne. Maar dat ze mee kunnen besturen, is lang niet zeker, want de christen-democraten en sociaal-democraten (deze laatste na een vrij onzichtbare en al te vriendelijke campagne) werken al aan een (krappe) meerderheid – er moet alleen nog op één of andere aangetoond worden dat er met de sterke nieuwkomer niet kan worden bestuurd. Al moet er volgens de sociaal-democraten wel één en ander veranderen bij de christen-democraten – misschien moeten ze wel een andere leider krijgen. Ondertussen zijn ze bij de liberalen helemaal van de kaart.

Ik heb het over Nederland, natuurlijk, of wat had u gedacht ? De regering verliest fors, maar een opmerkelijk sterke Balkenende -die de voorbije jaren veel aan zelfvertrouwen won- redt de meubelen van het CDA. De PvdA voerde een oppositiecampagne zonder veel inhoud en ziet dus op de linkerflank de SP zeer sterk opkomen. Van degenen waarvoor ik supporterde, houdt het D66 van Pechtold het nog steeds catastrofale verlies iets kleiner dan gevreesd. Maar dat neemt de vragen over de bestaansredenen van de partij niet weg. GroenLinks en Femke Halsema doen het niet slecht ondanks het SP-geweld, al wordt er één zetel ingeleverd. André Rouvoet en zijn ChristenUnie behoren tot het winnende kamp, en mogen misschien proberen een CDA/PvdA-coalitie op de been te helpen. Al zal er, al dan niet voor de show, eerst toch wel met Marijnissens SP worden gepraat.

En dan zijn er nog Geert Wilders (een kruising van Dedecker en Fortuyn, met een snuifje Dewinter) die met 9 zetels de LPF vervangt. En de Partij voor de Dieren. Ik heb veel sympathie voor de dierenrechtenbeweging, maar om daarvan nu meteen een partij te maken ?

Het Nederlandse kiesstelsel zorgt dus voor een sterk versnipperd parlement (in ons systeem zouden veel van de Nederlandse partijen, zelfs zonder de kiesdrempel, niet in het parlement zijn geraakt). Dat hoeft niet slecht te zijn, het geeft de publieke opinie weer in al zijn verscheidenheid. Maar het maakt een stabiel beleid er natuurlijk niet eenvoudiger op. Ik vermoed dat Balkenende één dezer dagen tegen Beatrix “Majesteit, geef me honderd dagen” zal moeten zeggen, zoals Dehaene destijds.

Het wordt boeiend om te zien waartoe een duidelijke keuze voor verandering bij de kiezers, gecombineerd met een sterke score voor de regerende en erg tradtitionele centrumpartij, toe zal leiden. Niet alleen in Nederland, trouwens.