Archief van
Categorie: Geen categorie

Uit vrije wil

Uit vrije wil

Het is Roefel vandaag. In tegenstelling tot de voorbije 12 edities maak ik daarvan geen foto’s. Omdat niemand het me heeft gevraagd. Vind ik dat erg ? Niet echt, ik krijg de dag wel gevuld. En mijn ego is nu ook weer niet zo groot -en mijn fotografietalent al helemaal niet- dat ik denk dat er iemand iets aan zal missen.

Bovendien heb ik misschien wat overdreven in mijn openigszin. Is het wel Roefel vandaag ? Er zijn een aantal activiteiten die onder de Roefelvlag worden georganiseerd. Een week later dan de voorbije 21e jaar het geval was. En met een beperkt aanbod. Naar verluidt zonder dat er echt met de mensen werd overlegd die de Roefel de voorbije jaren organiseerden.

En net daarom vind ik mijn eigen verhaal wel relevant. Want het past in een patroon. Het lijkt er namelijk sterk op dat er aan het Heuvelplein beslist is om zo weinig mogelijk samen te werken met vrijwilligers. Ofwel organiseert de gemeente iets zelf, ofwel laat ze de verenigingen doen. Coproducties zijn uit den boze. Want werken met vrijwilligers laat dan wel toe om méér te doen, het kost ook wat meer tijd en energie. En die vrijwilligers willen dan ook iets te zeggen hebben. Ze hebben ideeën. Zijn wel eens kritisch. Kunnen niet bij dienstnota aangestuurd worden, maar moeten af en toe overtuigd worden dat de gekozen aanpak ook de beste is. Vinden ook niet zo nodig dat een activiteit pas áf is als er minstens één schepen in het zonnetje kan worden gezet.

En de vzw Kobie dan ? Dat zijn vrijwilligers, waarmee wordt samengewerkt. Klopt. Dat is de grote uitzondering. Hoewel… Het is een vzw die geleid wordt door het gemeentebestuur, met de burgemeester als voorzitter, en die voor een belangrijk deel gestuurd wordt vanuit het Heuvelplein. Ik heb heel veel respect voor de vrijwilligers die erin actief zijn, maar ook voor hen moet het wel duidelijk zijn dat hun “vrije wil” als vrijwilliger wordt ingeperkt. De keuze voor Kobie neemt bovendien ook ruimte weg voor samenwerking met andere -echt onafhankelijke- vrijwilligersgroepen. De vzw Kobie is daardoor niet zomaar de uitzondering die de regel bevestigt, maar de uitzondering die de regel nog versterkt.

Tussen de gemeenteraad en gedichtendag

Tussen de gemeenteraad en gedichtendag

Bad stop

Badstop ? No, bad stop. In English.
Want stout, dat is het.
De stop eruit.
De vennen drooggelegd. Fijn gemalen.
Weg water. Uit de kom !

Chlorofyl ? Baantjer ? Of net niet.
Het was ons aller bad.
’t Essens diep. Twee meter en een klets.
Naast het Parochiecentrum.
En de kerk, in het midden.

Wel versleten.
Poel van betonrot, oord van verderf.
Maar nog niet vergeten. Nog niet.

Tijd voor nieuwe Vennen ?
Neen, we zwemmen niet. In het geld.
Neen, we willen niet. Nadenken.
Neen, we luisteren niet. Klakkeloos.
Zeggen ze zomaar wat, de mensen.
Als boeren. Met kiespijn.

Kopje onder, en weer boven.
Luctor et emergo.
Maar niet hier.

Hier heersen de koppigheid en de traagheid.
Fortiter et patienter.

Voor de haaien is het allemaal Latijn.
Ze horen niet, maar duiken onder.
Naar zichzelf, alleen. Ingekeerd.
Zij vieren de badstop.

Bad stop ! Very bad.

In Memoriam Fons Tobback

In Memoriam Fons Tobback

Met zijn drieën hebben we vaak gemeenteraden voorbereid : Fons, Dirk en ik. Bestuursvergaderingen hebben we gehouden, soms met nog één of twee extra aanwezigen. Soms ook niet. De tijden zijn veranderd. Toen Fons schepen was, zat ik de lokale VU voor. Op het nationale secretariaat van die partij sprak men mij ooit eens aan met “de kabinetschef van Fons Tobback”.

Neen, 1994, toen we in de meerderheid stapten met de toenmalige CVP en Fons dus schepen werd, was geen gemakkelijk moment. 2006, toen Fons overstapte naar -diezelfde- CD&V omwille van de misgelopen kartelbesprekingen met die partij was ook niet evident. Als beide anders lopen, zien wellicht vooral mijn politieke verhaal, dat van Dirk en dat van Fons er heel anders uit. Maar tussen 1994 en 2006 hebben we fantastisch samengewerkt, heel veel plezier beleefd en ook gewoon veel bereikt. Ik weet zeker dat we dat nadien alle drie gemist hebben. En ik weet al even zeker dat we ervan uitgingen dat we er ooit een pint op zouden gaan drinken, ná de politiek.

Maar die tijd ná de politiek komt niet meer. Deze nacht is Fons Tobback overleden. Goede, warme mensen sterven altijd te vroeg – maar voor Fons geldt dat vandaag wel heel in het bijzonder.

In beeld

In beeld

Voor één keer dan maar. Slechts één van beide personen achter de microfoons op deze foto heeft een Nobelprijs voor Economie gewonnen. De andere heeft dus nog wat werk en moest zich vooralsnog tot het inleiden van de prijswinnaar beperken. Of hoe een kort tripje naar Athene toch bijzonder was voor deze economist…

Roger

Roger

Ik vernam dat oud-OCMW-collega Roger Budin overleden is. Stefaan wees me op dit tekstje dat in herinnering brengt hoe ik in 2006 over mijn liberale mede-raadslid dacht. Ik heb ook nu nog goede herinneringen aan de samenwerking en aan de pittige discussies die we soms hadden. Roger overtuigen dat iemand tóch steun verdiende was geen sinecure. Maar als het wel lukte was ik er meestal ook gerust in dat ik de juiste strijd gestreden had en dat de betrokkene de steun ook verdiende.

Ik denk dat het OCMW hem heeft gemist – als oppositieraadslid had hij erg efficiënt kunnen zijn. Ook de Essense Open VLD had hem nog goed kunnen gebruiken. Maar ik had hem vooral nog geel gelukkige jaren gegund. Ik wens Colette en de kinderen, en al wie hem na aan het hart lag, veel sterkte toe.

Gedichtendag 2014

Gedichtendag 2014

XIV 

Leer stil zijn en leer niets doen en leer wachten:
’t geheim der sterken school altijd daarin,
dat zij zich instelden op lange drachte’ en
intoomden d’ ongestuime dadenzin.

Niet ’t wachten der praatgragen zij het onze,
die, sprekend aldoor over wat zal zijn,
intusschen inslurpen als grage sponzen,
met lijf en ziel den heeten levenswijn,
maar ’t dadenrijke wachten van wie maken
wachtend, zichzelven èn het levensveld
anders, wie niet uitstellen het ontwaken
tot een bazuinroep door de heuvlen zwelt.

Zij voor wie alle dage’ en alle uren
de eeuwigheid breekt door den tijd
en die houden aldóór bij de kampvuren
zwijgende wacht, te gaan bereid.

Henriette Roland Holst

Honderd jaar na de Groote Oorlog…
On being asked for a War Poem

I THINK it better that in times like these
A poet’s mouth be silent, for in truth
We have no gift to set a statesman right;
He has had enough of meddling who can please
A young girl in the indolence of her youth,
Or an old man upon a winter’s night.

W.B. Yeats

Love is…

Love is feeling cold in the back of vans
Love is a fanclub with only two fans
Love is walking holding paintstained hands
Love is.
Love is fish and chips on winter nights
Love is blankets full of strange delights
Love is when you don’t put out the light
Love is
Love is the presents in Christmas shops
Love is when you’re feeling Top of the Pops
Love is what happens when the music stops
Love is
Love is white panties lying all forlorn
Love is pink nightdresses still slightly warm
Love is when you have to leave at dawn
Love is
Love is you and love is me
Love is prison and love is free
Love’s what’s there when you are away from me
Love is…

Adrian Henri

Brabant

Brabant

Toen ik onlangs even aan de andere kant van de grens moest zijn viel dit bord me op, net voorbij het OCMW-gebouw aan de grens. Ik weet niet hoe lang het er al staat. Ik vind het wel een mooi bord, waarin de Brabantse blokjesvlag netjes in verwerkt is. Alleen vind ik het ook een beetje een fout bord. De Brabantse grens loopt helemaal niet tussen Essen en Nispen, natuurlijk. Die ligt een heel eind verder naar het zuiden, nog voorbij de taalgrens zelfs. Dus zou ik dit bord liever alleen aan de noordgrens van de Nederlandse provincie Noord-Brabant zien staan. Hier mag dan een bord “Welkom in Noord-Brabant” komen.

Het ligt natuurlijk ook wel een beetje aan ons. De provincie waar wij wonen zou gewoon “Midden-Brabant” moeten heten. Dat zou het Brabants bewustzijn wat versterken en de soms opgeklopte tegenstellingen tussen de streekgenoten aan de twee kanten van de rijksgrens wat afremmen. Ondertussen geniet ik alvast mee van dit bloedmooie en herkenbare lied van van Guus Meeuwis. Met fanfare en vendelzwaaiers, zoals dat hier hoort !