Archief van
Categorie: Geen categorie

De laatste Ronde

De laatste Ronde

In de tweede Ronde-Echo van vandaag verscheen dit Ronde-alfabet :

A van Afscheid van de Ronde.
B van Begonnen in 1988.
C van Coördinator geweest, ook al heel lang geleden.
D van Dankbaar omdat ik zo lang mocht blijven meedraaien.
E van Eerste digitale foto uit 1999, en die ziet u hier.
F van Fotograaf, wat ik dus de voorbije 17 rondes ben geweest.
G van Gemeentebestuur, dat hopelijk blijft beseffen hoe uniek, belangrijk en fragiel de Ronde is.
H van Heimwee, dat komt als ik volgend jaar naar de 45e Ronde kom kijken.
I van In mijnen tijd…
J van Jeugdraad.
K van KSA.
L van Lopen, iets wat ik zo goed als nooit heb gedaan in de Ronde.
M van Medewerkers, die komen en (hopelijk niet te snel) gaan, en waar ik heel veel waardering voor heb.
N van Negentwintig keer dat ik heb meegeholpen.
O van Oud, dat je maar bent in de mate dat je het je voelt.
P van Pieter, Boris, Amber, Tine, Annelies, Anne, Matthias, Bart, Jasper, Robin, Rudy, Annemie, Leen, Geert, Werner, Rob, Ria, Danny, Wim, Gert, Roel, Marc, Erik, Johan, Dieter, Kathleen, Dirk, Jos, Cis, Leo, Rudi, …
Q van Queetniehoeveelanderenooknog (endedubbelenamenstaaneralmaaréénkeerin).
R van Ronde-Echo, nog steeds het enige dagblad van Essen.
S van Stuurgroep, die doet dat goed, veel succes.
T van Tijd die me een beetje ontbreekt stilaan.
U van Uitslagenprogamma dat ondertussen ook al 15 jaar meegaat en waarvan het onderhoud gegarandeerd blijft.
V van Vrachtwagenchauffeurs van de gemeente, vaak onderschatte maar cruciale medewerkers voor de Ronde.
W van www.rondevanessen.be.
X van Xou zou nog altijd niet weten wat.
Y van Ysco’s – heb ik ook wel eens verkocht in de Ronde.
Z van Ziens. Tot.
Tom.

Dat ik ermee stop, komt voor mezelf niet meteen als een verrassing. Het zat er eigenlijk al enkele jaren aan te komen. Ook al omdat ik het gevoel heb dat ik de Ronde wel in goede handen achterlaat. Al doet het me wel pijn dat ik afscheid neem na een Ronde met erg weinig deelnemers. Het op één na laagste aantal in mijn carrière – ik heb er enkel minder gezien in… 1988 ! Ik heb niet meteen een verklaring daarvoor. Ik hoopte al enkel jaren op een Ronde met goed weer, om nog eens echt veel deelnemers te zien. Die vlieger bleek dus niet op te gaan. Jammer. Ik wil er gerust nog eens mee over nadenken, en blijf alvast in de Ronde geloven. Ook al zal die volgend jaar op zoek moeten naar een andere fotograaf.

Hoe het komt dat net ik die fotograaf ben geworden – en lang ben gebleven ? Wel, op het eind van de jaren 1990 besefte ik dat ik om mijn Ronde-carrière nog wat te verlengen een vaste taak nodig had, die ik van Ronde tot Ronde kon behouden. Maar Werner was de vaste omroeper, en Geert de vaste startmeester. En die deden dat allebei beter dan ik het ooit zou kunnen. Bovendien moest de taak te combineren zijn met de algemene coördinatie, want die had ik even (opnieuw) op mij genomen. De digitale fotografie was net in opkomst. We hadden al wel eens foto’s in de Ronde-Echo gezet, maar nooit de volgende dag : eerst afmaken, dan inscannen kostte immers wel wat tijd. Ik werd dus de (digitale) fotograaf van de Ronde.

In de beginjaren was het vaak behelpen : foto’s maken van lopers bij valavond was niet meteen de sterkste kant van de eerste digitale fototoestellen. Je moest een paar tellen vóór je onderwerp in beeld ging komen afdrukken. Rekken, hindernissen en zigzags waren daarbij gelukkig een grote hulp ! Tegenwoordig maak ik met één druk op de knop twintig opeenvolgende foto’s, waar ik er dan eentje uitpik. De andere worden hooguit nog gebruikt om een loper die de ellebogen al te enthousiast inzet bij de start enkele strafpunten aan te smeren…

Al dat gefotografeer heeft in de loop der jaren uiteraard erg veel beelden opgeleverd. Ze staan allemaal op de website van de Ronde. Sommige kunnen zelfs geslaagd worden genoemd. Om op een winteravond nog eens (virtueel) doorheen te bladeren…

Weg

Weg

Die ochtend op de trein van Brussel naar Antwerpen… Nadat ik gisterenavond teruggekeerd was uit Parijs, alwaar de voetbalgekte uiteraard de stad overheerste, meer nog dan het zich opstapelende vuilnis, nam ik deze morgen de “Amsterdammer”. Met nogal wat bagage, waaronder een bakje aardbeien. Die zijn veilig in mijn ijskast beland. Maar de tas met mijn laptop, die ik ook meenam op de trein, wel, die bleek in Antwerpen verdwenen.

Een doodgewoon voorval, ongetwijfeld. Het overkwam me zelden, maar dat betekent vooral dat ik van geluk mag spreken. De tas werd ook gewoon meegenomen (denk ik, ik heb namelijk niets gemerkt). Waren het maar de aardbeien geweest – ik had er allicht mooiere moeten kopen. Echte Hoogstraatse, bijvoorbeeld. Dan was ik die nu misschien kwijt geweest…

Ik ken maar al te veel mensen bij wie werd ingebroken, die werden bedreigd of overvallen. Maar toch, het zorgt voor het soort dag waarop je de shariastraf voor diefstal plots niet eens zo onredelijk vindt. Dat zal weer wel overgaan (de would-be one-armed-bandit kan daarin wellicht gerust zijn), maar ondertussen zorgt het toch maar voor een behoorlijk rot gevoel, waarvoor vreemd genoeg zowel mijn eigen onoplettendheid als het gebrekkige normbesef van de nieuwe bezitter van mijn tas elk voor de volle 100% verantwoordelijk zijn.

En het is erg vervelend. Dit stukje intikken lukt met een tablet nog wel, maar de N-VA/PLE-Nieuwsflits zal vandaag echt niet zoals gepland verstuurd geraken. En ook enkele “Essen in Beeld”-taken gaan voorlopig blijven liggen.

Oh ja, het kantoor van de spoorwegpolitie in Antwerpen-Centraal is dicht, omwille van te veel patrouille-opdrachten. En bij de Nederlandse Spoorwegen bleek het hele systeem om “verloren voorwerpen” te melden er vandaag ook uit te liggen. Maar goed, maandag wordt er alvast niet gestaakt. Hopelijk is er ook plaats genoeg in de trein, want mijn bagage gaat voorlopig toch een zitplaats krijgen, vrees ik…

Een dag later

Een dag later

Brussel, 23 maart 2016

Ik zat in de trein, gisteren, en was bijna in Brussel toen een “breaking news” bericht van de BBC op mijn telefoon me een ontploffing in de luchthaven van Zaventem meldde. Zoals wellicht iedereen hoopte ik eerst dat het een vergissing was. Of een ongeluk. Maar zoals wellicht ook iedereen wist ik het toch wel. Ik ben met de trein doorgereden, ook al was het vrij evident dat het volgende doelwit een station zou kunnen zijn. Maar uitstappen in Noord, Centraal of Zuid leek me geen relevant verschil.

De luchthaven. Toen ik dit weekend bij de tombola van de Kom Op Tegen Kankerquiz een reiskoffer won, zeiden verschillende mensen dat ik die niet nodig had, omdat ik toch nooit op reis ga. Met de nodige ironie, want ik ben inderdaad vaak weg. Meestal voor het werk. Soms ook niet. Ik heb een vlucht naar Wenen geboekt. Voor mezelf. Ik zou er argeloos doorwandelen, door de vertrekhal. Gehaast en gefocust, want ik ken er mijn weg vrij goed. En voor een koffie is er voorbij de paspoortcontrole nog een Starbucks. Alleen was mijn boeking niet voor 22, maar voor 24 maart. Te laat voor IS. Ze hebben me gemist. Deze keer.

Ik ging naar mijn bureau, om van daaruit later op de dag de metro te nemen naar Kunst-Wet om daar over te stappen en via Maalbeek naar Schuman te rijden. Voor een presentatie over de arbeidsmarktpositie van mensen van vreemde origine in ons land. Niet om 10u, anders was ik misschien juist op tijd in Maalbeek geweest. Maar om 12u. Te laat voor IS. Ze hebben me gemist. Deze keer.

Maalbeek. Een onvermijdelijke passage voor al wie wel eens in de Europese wijk in Brussel moet zijn. Vlak naast de Belgische Permanente Vertegenwoordiging bij de EU ook. Daar heb ik tot in 2013 anderhalf jaar lang halftijds gewerkt. En dus stapte ik er vaak uit, in Maalbeek. Van de collega’s bij de PV lijkt iedereen ok. Maar er zitten daar in de buurt zoveel organisaties en administraties waar ik mensen ken. Ik bereid me nog altijd voor op slecht nieuws. Of probeer dat toch.

Ik heb de verdere dag “gewerkt”. Af en toe wellicht zelfs iets nuttigs gedaan, ’s Middags aten we soep met chips en wafels, want naar buiten gaan mocht niet. ’s Avonds bleek op tijd in Essen geraken niet zo evident. Ik ben in Brussel gebleven. Ik heb er de gemeenteraad door gemist. Dat vond ik heel jammer, eigenlijk. Ik had me goed voorbereid. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik er met mijn gedachten toch niet helemaal bij zou zijn geweest. Maar ik vond het erg dat “ze” mij dat hadden afgepakt. Zoals “ze” van zoveel mensen zoveel kleine en grote stukjes vreugde hebben afgenomen. De vreugde om uit te zien naar een vakantietrip, naar een onbezorgde dag, naar een vergadering – waarom niet. Of gewoon, naar het weerzien met een collega of een familielid. Voor velen komt dat weerzien nooit meer, voor nog meer mensen zal het niet meer hetzelfde zijn. Ik voelde gisteren vooral daarom pijn, daarom woede. Om de kleine en grote menselijke dingen die er plots niet meer waren.

Vandaag kan ik terug de analyse over het hoe en waarom bevatten. Zien dat het om een aanslag tegen de hele Europese Unie gaat, of zelfs tegen het hele Westen. Maar de bommen gingen wel hier af. Tot ontploffing gebracht door mensen die hier opgroeiden. Wat in het buitenland over ons land wordt gezegd, en ook wat in het binnenland over Brussel wordt gesteld, is vernietigend. Maar er zit veel waarheid in. Hopelijk worden er op alle terreinen lessen uit getrokken, en wordt er niet te veel met de mantel der liefde bedekt. Samen moeten we tonen dat een samenleving vrijheid, democratie en tolerantie kan combineren met veiligheid, efficiëntie en gedeeld burgerschap. Toch past nu vooral bewondering en dankbaarheid voor de hulpverleners, de ordediensten, de bewindspersonen ook, die in ongelooflijk moeilijke omstandigheden gisteren, vandaag, maar ook vorige week en de komende weken, zo goed mogelijk hun werk probeerden en proberen te doen. En natuurlijk, nog veel meer, past medeleven met de slachtoffers en hun naasten.

Niets wordt ooit nog helemaal als tevoren. Zeker Brussel niet. Maar samen kunnen we proberen de juiste conclusies te trekken. En zo een stukje onbezorgdheid, een stukje vreugde om kleine dingen, een stukje “gewoonheid” te heroveren.

Het is hier even stil geweest, vooral wegens een dubbel verbouwingsproject. Dit had natuurlijk nooit het eerste stukje mogen zijn om die stilte te doorbreken. Dat had over Donald Trump moeten gaan. Of over de Kom Op Tegen Kankerquizzen. Over de serviceflats of de activeringsheffing. Over Sven Nys ook eigenlijk. Misschien komen die stukjes nog. Maar nu verzinken ze toch even in het niets, vrees ik…

Gedichtendag 2016

Gedichtendag 2016


Like a Small Cafe, That’s Love

Like a small cafe on the street of strangers-
that’s love…its doors open to all.
Like a cafe that expands and
contracts with the weather:
if it pours with rain its customers increase,
if the weather’s fine, they are few and weary…
I am here, stranger, sitting in the corner.
(What color are your eyes? What is your name?
How shall I call to you as you pass by,
as I sit waiting for you?)
A small cafe, that’s love
I order two glasses of wine
and drink to my health and yours.
I am carrying two caps
and an umbrella. It is raining now.
It is raining more than ever,
and you do not come in.
I say to myself at last: Perhaps she who I was waiting for
was waiting for me, or was waiting for some other man,
or was waiting for us, and did not find him/me.
She would say: Here I am waiting for you.
(What color are your eyes? What is your name?
What kind of wine do you prefer? How shall I call to you when
you pass by?)
A small cafe, that’s love…

Mahmoud Darwish (vertaling naar het Engels : Mohammad Shaheen)

Uit vrije wil

Uit vrije wil

Het is Roefel vandaag. In tegenstelling tot de voorbije 12 edities maak ik daarvan geen foto’s. Omdat niemand het me heeft gevraagd. Vind ik dat erg ? Niet echt, ik krijg de dag wel gevuld. En mijn ego is nu ook weer niet zo groot -en mijn fotografietalent al helemaal niet- dat ik denk dat er iemand iets aan zal missen.

Bovendien heb ik misschien wat overdreven in mijn openigszin. Is het wel Roefel vandaag ? Er zijn een aantal activiteiten die onder de Roefelvlag worden georganiseerd. Een week later dan de voorbije 21e jaar het geval was. En met een beperkt aanbod. Naar verluidt zonder dat er echt met de mensen werd overlegd die de Roefel de voorbije jaren organiseerden.

En net daarom vind ik mijn eigen verhaal wel relevant. Want het past in een patroon. Het lijkt er namelijk sterk op dat er aan het Heuvelplein beslist is om zo weinig mogelijk samen te werken met vrijwilligers. Ofwel organiseert de gemeente iets zelf, ofwel laat ze de verenigingen doen. Coproducties zijn uit den boze. Want werken met vrijwilligers laat dan wel toe om méér te doen, het kost ook wat meer tijd en energie. En die vrijwilligers willen dan ook iets te zeggen hebben. Ze hebben ideeën. Zijn wel eens kritisch. Kunnen niet bij dienstnota aangestuurd worden, maar moeten af en toe overtuigd worden dat de gekozen aanpak ook de beste is. Vinden ook niet zo nodig dat een activiteit pas áf is als er minstens één schepen in het zonnetje kan worden gezet.

En de vzw Kobie dan ? Dat zijn vrijwilligers, waarmee wordt samengewerkt. Klopt. Dat is de grote uitzondering. Hoewel… Het is een vzw die geleid wordt door het gemeentebestuur, met de burgemeester als voorzitter, en die voor een belangrijk deel gestuurd wordt vanuit het Heuvelplein. Ik heb heel veel respect voor de vrijwilligers die erin actief zijn, maar ook voor hen moet het wel duidelijk zijn dat hun “vrije wil” als vrijwilliger wordt ingeperkt. De keuze voor Kobie neemt bovendien ook ruimte weg voor samenwerking met andere -echt onafhankelijke- vrijwilligersgroepen. De vzw Kobie is daardoor niet zomaar de uitzondering die de regel bevestigt, maar de uitzondering die de regel nog versterkt.

Tussen de gemeenteraad en gedichtendag

Tussen de gemeenteraad en gedichtendag

Bad stop

Badstop ? No, bad stop. In English.
Want stout, dat is het.
De stop eruit.
De vennen drooggelegd. Fijn gemalen.
Weg water. Uit de kom !

Chlorofyl ? Baantjer ? Of net niet.
Het was ons aller bad.
’t Essens diep. Twee meter en een klets.
Naast het Parochiecentrum.
En de kerk, in het midden.

Wel versleten.
Poel van betonrot, oord van verderf.
Maar nog niet vergeten. Nog niet.

Tijd voor nieuwe Vennen ?
Neen, we zwemmen niet. In het geld.
Neen, we willen niet. Nadenken.
Neen, we luisteren niet. Klakkeloos.
Zeggen ze zomaar wat, de mensen.
Als boeren. Met kiespijn.

Kopje onder, en weer boven.
Luctor et emergo.
Maar niet hier.

Hier heersen de koppigheid en de traagheid.
Fortiter et patienter.

Voor de haaien is het allemaal Latijn.
Ze horen niet, maar duiken onder.
Naar zichzelf, alleen. Ingekeerd.
Zij vieren de badstop.

Bad stop ! Very bad.