Archief van
Categorie: Geen categorie

Zonder commentaar (II)

Zonder commentaar (II)

“Sire, geef me 100 dagen” klonk het in 1991. We zijn nu 99 dagen na de verkiezingen, hebben een informateur, een bemiddelaar en een formateur gehad en nu een verkenner, maar Albert II hoeft nog geen nieuw kostuum voor de eedaflegging te kopen.

Ik heb hier enkele keren eerder over de regeringsvorming geschreven. Nu is het een maand geleden, en dat ritme ga ik proberen vol te houden tot Nieuwjaar. Daarna schrijf ik er nog één keer per drie maanden over…

Zo trok ik een parallel tussen Leterme en Vinokourov, kort voor die laatste op doping zou worden betrapt. Ik moest er vandaag aan terugdenken toen ik de commentaar van Het Laatste Nieuws las, waarin CD&V “beschuldigd” wordt van het nemen van… doping (in de vorm van de N-VA).

De analyse van De Morgen van zaterdag vind ik nog herkenbaarder. Ik heb hier ooit mijn virtuele geld ingezet op Verhofstadt III. Yves Desmet lijkt dat ook te overwegen nu…

Dat zijn natuurlijk “paarse” kranten, wat dat ook nog moge betekenen in deze tijd. Maar ook De Standaard titelt “Tijd keert zich tegen winnaars”. Het is tijd voor Leterme, of Van Rompuy, om een regering te vormen.

Ik had deze morgen voor mijn werk een vergadering in de Wetstraat 16. Noodgedwongen wordt daar stilaan terug naar een “normaal” ritme overgeschakeld en worden er zaken op de agenda van de ministerraad ingeschreven. Het begrip “lopende zaken” zal stilaan opgerekt worden. Zoals Desmet terecht opmerkt : wie de verfoeide Verhofstadt wegwil, moet een andere regering in de plaats vormen. Anders mag hij met recht en reden blijven zitten. Tot in 2011 desnoods. Waarna hij met algemene stemmen zal worden herkozen…

Als burger zou ik ondertussen overigens wel willen weten wat Van Rompuy bekokstoofd. Een beetje discretie is goed, maar stilaan wordt de regeringsvorming een ondoorzichtige dikke mist. Dehaene zei in zijn tijd tenminste nog íets, al was het dan “zonder commentaar”.

Tien

Tien

Op 1 juni 1997 trad ik in dienst van de federale overheid, met name van het toenmalige Federale Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Dat is vandaag dag op dag tien jaar geleden. Ik zou allerlei mijmeringen kunnen intikken over hoe snel de tijd wel gaat, maar dat ga ik dus niet doen. Ik ga het houden bij de vaststelling dat ik het me nog geen moment heb betreurd dat ik “ambtenaar” ben geworden. Niet omwille van de clichés, waarvan overigens de helft waar is en de andere helft niet. Wel omwille van de kansen die er zijn om binnen een soms tot in het absurde foutgegroeid systeem (dat soms ook onwaarschijnlijk performant uit de hoek kan komen) toch een heel zinvolle bijdrage te leveren aan de samenleving. Omwille van de mensen die in weerwil van talloze nooit afgewerkte hervormingspogingen het beste van zichzelf blijven geven “tot nut van het algemeen”. Ik besef natuurlijk wel dat ik geluk heb gehad dat ik net in deze functie binnen de overheid ben terechtgekomen. Maar ik ben ervan overtuigd (en stel vast) dat er binnen de openbare sector héél veel kansen zijn om jezelf waar te maken (oh ja, ook zonder de symbolische kruiwagen).

En ja, de federale overheid is ook boeiend omwille van net dat federale gegeven en de diversiteit in opvattingen en (bestuurs)culturen die dat meebrengt. Wat geen argument is of zou mogen zijn, uiteraard, in het communautaire debat. Maar dat ik als werknemer wel waardeer.

Als vast benoemd ambtenaar ben ik overigens van mening dat de vaste benoeming moet verdwijnen en plaats moet maken voor één uniform statuut voor alle bedienden, arbeiders en ambtenaren. Met een iets meer “marktconform” weddestelsel als tegenhanger.

Kwaliteit

Kwaliteit

Hoewel ik van geen van beide lid ben, heb ik deze week twee gemeenteraadscommissies bijgewoond. De domeinen “onderwijs” en “woonbeleid” hebben niet zo veel gemeen natuurlijk, maar ze vallen wel beide onder de bevoegdheid van eerste schepen Gino Veraart (sp.a). Die kwam goed voorbereid maar met een open geest naar beide commissies : de besluiten stonden niet op voorhand vast en er bleek ruimte voor dialoog. Zo hoort het natuurlijk, maar vanzelfsprekend is het zeker niet altijd. Al moeten we nog even afwachten of de voorstellen uit de commissie uiteindelijk niet allemaal door het schepencollege naar af worden gestuurd, Gino verdient wat mij betreft een uitdrukkelijk “doe zo verder”-compliment.

Vooral het domein woonbeleid blijft natuurlijk een gigantische uitdaging. Terecht worden door dit college de bouwpromotoren uitgenodigd om hun verantwoordelijkheid te nemen, in ruil voor het woonvoorranglabel. Maar de sociale bouwmaatschappijen schieten tekort – van mij zou het gemeentebestuur daar een stuk assertiever tegenover mogen staan. Het verbaasde me vooral dat het nu de bedoeling blijkt om het overblijvende stuk van “Statievelden”, de reuzenverkaveling aan de Grensstraat, vol te bouwen met appartementen (al is er van enige timing nog lang geen sprake). Zoals Philip Peeters (Groen!) en Willy Heymans (Open Vld) terecht opmerkten is het niet zo duidelijk of de massale appartementenbouw uiteindelijk een goede zaak is voor Essen : we zijn een landelijke gemeente, en bovendien is niet alleen de hoeveelheid woningen maar ook de kwaliteit van de woning belangrijk. Om het cru te stellen : wie in een stad wil wonen, kan uiteindelijk veel beter in de stad gaan wonen.

Leven

Leven

Vanmorgen is de vermoorde Annick Van Uytsel begraven. Zij was leidster van KSJ Diest en werd begraven met een rood sjaaltje op haar kist. Al dragen ze het daar boven een donkerblauw hemd, het is wel hetzelfde sjaaltje dat ik jaren lang heb gedragen en dat voor mij hét symbool van “KSJ-leider zijn” was. Hoe een onwezenlijke ver-van-je-bed gebeurtenis toch wel heel dichtbij kan komen.

Ik wens KSJ Diest heel veel moed, sterkte en vooral vriendschap voor elkaar toe. Dat elk spel, elke tocht, elke geknutselde kleifiguur of gezongen lied het bewijs mogen zijn dat waar Annick voor stond het leven is, en niet de dood.

—-

Vanmorgen trouwde één van de KSJ-leden die ik het meest als “mijn leden” beschouw met haar vriend waarmee ik nog samen in de Deugnietenleiding heb gestaan. Daarmee een klein beetje aantonend dat elk spel, elke tocht, elke geknutselde kleifiguur of gezongen lied uiteindelijk een betekenis vindt. Ester en David, het ga jullie goed.

Nog eens de scouts

Nog eens de scouts

Blijkbaar is er bij Scouts en Gidsen Vlaanderen (voorheen VVKSM) kritiek op de overstap van verbondscommissaris Rudy Verhoeven naar CD&V. Ondermeer op de timing, zo kort na de eeuwfeestviering. Ik kan niet verdacht worden van overdreven veel affiniteit met CD&V, maar Verhoeven heeft wel een punt als hij zich afvraagt wanneer hij het dan wel had moeten bekendmaken. En het blijft vooral heel belangrijk dat mensen uit de jeugdbeweging kansen krijgen en grijpen in de politiek. Daar zouden de scouts ook blij mee moeten zijn. En de partijkeuze… volgende keer beter. Al toont de openheid naar Verhoeven toe toch aan dat CD&V niet meer helemaal de oude CVP is.

Joepie

Joepie

Ik hoorde op de radio een enthousiaste 14- à 16-jarige vertellen over tientallen kilometers die ze de volgende dagen ging stappen. Zonder verdere uitleg wist ik het meteen : het is natuurlijk weer Joepie ! Joepie is de grootste en mooiste organisatie van KSJ-KSA-VKSJ. Een vierdaagse voettocht naar X voor de Sjo’ers, Simmers en Jonghernieuwers van de beweging. Dat zijn er zo’n 3.000. Joepie is jeugdbeweging op zijn allerbest. Eigentijds, met deze keer trouwens een mooi Joepielied, maar vooral tijdloos. Voor de 22e keer. Een scenario dat elke keer weer bijzonder professioneel en met een massa vrijwilligers wordt overgedaan.

Zelf ben ik alleen als Jonghernieuwerleider meegestapt. In Joepie 17. Omdat toen ik nog lid was KSJ Essen jammer genoeg het contact met de nationale en provinciale werking wat kwijt was geraakt. Nu, ook als leider was het fysiek een behoorlijke uitdaging. Een 100-tal kilometers stap je niet zomaar, ook al krijg je vier dagen tijd. Waarbij je de weg ook nog moet zoeken aan de hand van de meest inventieve tochttechnieken. Al zijn we voor zover ik mij herinner niet echt verloren gelopen. Wat ook net iets eenvoudiger is als je niet bij de allersnelste groepen hoort…

De “KSJ-kick” die je krijgt wanneer je met zijn allen samen in X aankomt, is moeilijk te beschrijven. Ik ben ervan overtuigd dat een behoorlijk stuk leidingsengagement dáár in X ontstaat. KSJ-KSA-VKSJ doet er trouwens goed aan stevig te investeren in net die leeftijdsgroep (en de iets jongere 11- tot 13-jarigen).

Voor wie denkt “X ? Iedereen zal dat toch wel weten” misschien toch nog even meegeven dat het geheim van X schenden in KSJ echt “not done” is. De geheimhouding gaat ver. Ik herinner me dat we met de Beheerraad vergaderden tegelijk met de werkgroep die Joepie 20 voorbereidde. Zij zaten in een lokaal met een grote tafel met allerlei stafkaarten naast elkaar, om de tochten uit te werken en de verschillende slaapdorpen te kiezen (veronderstel ik). Zelden zoveel boze blikken gezien als toen ik onverhoeds even door hun vergaderruimte wilde passeren. Alsof ik als kaartanalfabeet vanop een meter of tien ook maar iets zou hebben kunnen ontcijferen. Ik was op dat moment overigens als voorzitter van de vzw de juridische eindverantwoordelijke van de hele organisatie (toen gelukkig niet te veel bij stilgestaan). Om maar te zeggen : de geheimhouding gaat voor alles, X is X. In de voorafgaande weken wordt er dan ook vergaderd over het gemeentebestuur van X waarnaar brieven moeten worden geschreven…

Zolang er KSJ-KSA-VKSJ (al dan niet ooit onder een meer hanteerbare naam is) zal er Joepie zijn. Zolang er Joepie is zal er KSJ-KSJ-VKSJ zijn. En elke twee jaar in de paasvakantie zal de radio, de tv of de krant me er hopelijk even aan herinneren dat nieuwe generaties met nieuwe schoenen en nieuwe inzichten ónze paden bewandelen. Ze gaan dat goed doen, zeker weten.

At your service

At your service

Ik ben nog eens op de OCMW-raad geraakt, al strooide de trein bijna weer roet in het eten. Nu, deze keer kon de NMBS er heel duidelijk niets aan doen : in Mechelen sukkelde een reiziger op vooralsnog onverklaarbare wijze onder de trein.

De raad besliste een aanvraag in te dienen om tien bijkomende serviceflats te bouwen aan de bestaande residentie Mastbos. Al bij al een wijze beslissing. Omdat de voorwaarden waaronder dat kan veranderd zijn. Terecht wees de OCMW-voorzitter erop dat de dagprijs nu geïndexeerd is én dat men ook bij de Vlaamse overheid tot het besef is gekomen dat de voorwaarden om erkende serviceflats te bouwen financieel onvoldoende aantrekkelijk waren. Twee jaar geleden werd er ook al gepleit voor nieuwe flats, aan de toenmalige voorwaarden (zowel de prijs zoals die in Essen vastlag als vooral de onaantrekkelijke financieringscondities via Serviceflats Invest) vond ik dat onverantwoord. Ik was blij te horen dat ook de grote voorstanders van toen tot dat besef zijn gekomen. Altijd leuk om (achteraf) gelijk te krijgen – al stond ik toen overigens zeker niet alleen met mijn mening. De oppositie beschikt vaak niet over meer dan wat olie om hier en daar een radertje te smeren en over wat zand om er sommige het vlotjes draaien te bemoeilijken. Ik ben blij dat ik in dit geval een beetje zand heb gestrooid…

Maar nieuwe zelfbedruipende serviceflats aan de huidige voorwaarden zijn zeker zinvol voor onze gemeente (wie het minder breed heeft kan daarbij natuurlijk op een extra steuntje van het OCMW rekenen). Het had nog goedkoper gekund door helemaal zelf te bouwen, maar daarvoor waren de randvoorwaarden niet vervuld en zoals Thomas Dekkers terecht opmerkte deed dat de balans toch opnieuw in de richting van Mastbos overslaan. Al bij al denk ik dat er een verstandig besluit uit de bus is gekomen – ik hoop wel dat het OCMW maximaal voor een zelffinanciering zal kiezen. Maar zowel de bouw als de verdere invulling gaan door het personeelsteam, door de voorzitter en de raad (met een belangrijke rol voor serviceflats-specialist Jan Goosen) degelijk en bekwaam worden aangepakt, daarvan ben ik overtuigd.

Halfjaarlijks

Halfjaarlijks

De gemeenteraadsverkiezingen zijn vandaag precies een half jaar geleden. 8 oktober 2007 wordt sowieso een dag die ik nooit meer zal vergeten, met een gedeelte “vóór” (de uitslag) en een deel “ná”. Ik was naar verluidt even helemaal van de kaart toen de uitslag zeer plots op het scherm verscheen. Je zou van minder.

Terugkijkend ben ik natuurlijk trots op het resultaat en op de succesvolle campagne, en vooral op de sterke en hechte ploeg die we eigenlijk op vrij korte tijd bijeenbrachten. Maar ik ben nu vooral gelukkig met de kansen die we dankzij dat resultaat krijgen om degelijk werk af te leveren in het gemeentehuis. We wegen op de besluitvorming en zijn een efficiënte waakhond voor het schepencollege. Met een fractie van vijf -met vijf verschillende mensen met elk hun eigen talenten en interesses- hebben we natuurlijk ook de middelen om sterk aanwezig te zijn op de verschillende terreinen waarop het politieke “spel” wordt gespeeld. Het is een ongelooflijke luxe om vast te stellen dat we toch op een commissie vertegenwoordigd zijn, ook al is één van onze commissieleden ziek.

Soms krijgen we nog wel eens de vraag of we het niet erg vinden dat we niet bij de meerderheid zijn. Dat is niet onze keuze, maar in de eerste plaats die van CD&V – overigens hadden zij het democratische recht om die keuze te maken, dat zal je me niet horen betwisten. Ik ben er natuurlijk van overtuigd dat het voor Essen veel beter zou zijn geweest als wij wel mee in het schepencollege zouden zitten (dat meen ik echt, niet alleen als “politieker”). Maar met CD&V zouden we hoogstwaarschijnlijk niet tot een akkoord zijn gekomen : inhoudelijk stel ik vast dat ze 8 oktober onvoldoende begrepen hebben, en de lat zou bij ons op dat vlak behoorlijk hoog hebben gelegen. En over mandaten kan je discussiëren, maar wel binnen redelijke grenzen. Wellicht zou het gewoon niet zijn gelukt, wat CD&V misschien (ook) vooraf al aanvoelde.

Bovendien deden we mee aan de verkiezingen om een sterke vertegenwoordiging te krijgen in de gemeenteraad, en er is geen enkele reden -integendeel- om ontevreden te zijn dat dat ook gelukt is. In een democratie is een stevige oppositie trouwens essentieel. Om de meerderheid bij de les te houden en te controleren, om de gaten die er dreigen te vallen dicht te rijden, om thema’s te agenderen waaraan ze misschien niet dachten, om te vermijden dat hun timing steeds het ritme aangeeft en om de stem te zijn van wie of wat in hun visie minder aan bod komt. Met een fractie van vijf kunnen we op dat vlak heel wat werk verzetten.

Ook omwille van de manier waarop de huidige situatie me toelaat om werk, privé-leven en politiek te combineren voel ik me wel goed in mijn politieke vel. En blijft 8 oktober 2006 wellicht nog lang een bijzonder aangename herinnering…

Saint Patrick’s day in mineur

Saint Patrick’s day in mineur

De Six Nations zijn een echte thriller geworden, waarbij twee late tries beslissend werden. Ierland liet Italië op het einde van de wedstrijd terugkomen” tot 51-24. Frankrijk zou de winnaar worden indien ze in de kort daarna te spelen wedstrijd met een verschil van 24 punten of meer Schotland versloegen. Op het einde van de officiële speeltijd was de stand in het Stade de France 39-19, maar in het rugby wordt het spel niet stopgezet zolang het niet stilligt. Elvis Vermeulen (er speelt ook een Heymans in de Franse ploeg, of het familie is van de Essense Open VLD-fractieleider weet ik niet) raakte over de Schotse doellijn, maar of hij de bal op de grond had gedrukt was ook voor de scheidsrechter niet zo duidelijk. Die riep de hulp in van de (Ierse !) videoreferee, en de try werd toegekend (en vervolgens ook geconverteerd). 46-13.

Frankrijk winnaar, tenzij Engeland vervolgens met 57 punten verschil Wales zou verslaan. Maar voor de Welshmen is er één wedstrijd die te allen prijze niet verloren mag worden : die tegen Engeland. Onder impuls van fly-half James Hook hield Wales met 27-18 de overwinning in Cardiff. Zodat de Franse overwinning niet meer werd bedreigd, al verdiende Ierland de titel wellicht meer. Italië beëindigt het toernooi vóór Wales en Schotland, en dat is een historisch resultaat voor de Italiaanse vijftien.

Maar geen van de “six” gaf echt de indruk klaar te staan om in het najaar de landen van het zuidelijk halfrond -met Nieuw-Zeeland voorop- te verslaan. Al blijft de bal natuurlijk… ovaal.

Neuslengte

Neuslengte

De OCMW-raad besliste gisteren, op voorstel van N-VA/PLE, om Thomas Dekkers in het Vast Bureau te vervangen door Suzanne Kerstens. Dat zou een “interne keuken”-verhaal van ons kartel zijn, als de aanleiding niet de weigering zou zijn van de meerderheidspartijen om (nog maar te overwegen om) met dat Vast Bureau buiten de kantooruren te vergaderen. We hebben even overwogen om via de toezichtsoverheid (minister/gouverneur) de strijd aan te gaan -we zouden dat ook gehaald hebben-, maar dat leek ons uiteindelijk niet in het belang van het OCMW, waar de instabiele meerderheid sowieso al voor problemen zorgt. Vandaar onze beslissing.

Begrijp me niet verkeerd : wie aan politiek doet moet daarvoor de nodige tijd kunnen vrijmaken. Maar er is een duidelijk verschil tussen de mandaten waarvoor een wedde wordt toegekend (burgemeester, schepen, OCMW-voorzitter) en de andere waarvoor per vergadering een zitpenning wordt uitgekeerd. In het eerste geval is het evident dat wie daartoe geroepen wordt er geen voltijdse baan bij kan nemen. Maar van gemeenteraadsleden of OCMW-raadsleden koudweg eisen dat zij overdag beschikbaar moeten zijn, leidt ertoe dat politieke mandaten voorbehouden worden aan een beperkte categorie van mensen. Het politiek verlof is daarbij een gedeeltelijk antwoord, maar voor wie een verantwoordelijke baan heeft zijn er ook daarbij in de praktijk serieuze beperkingen (zelfs in de publieke sector). En het lijkt me toch wel gezond om in politieke organen óók mensen te hebben die in hun beroepsleven enige verantwoordelijkheid dragen.

De weigering om naar avondvergaderingen voor het Vast Bureau te gaan is in hoofde van CD&V en sp.a overigens nogal kortzichtig : ook zij zouden vroeg of laat met hetzelfde probleem geconfronteerd kunnen worden.

Dat alles neemt tenslotte niet weg dat ik er het volste vertrouwen in heb dat Suzanne haar plaats heeft in het Vast Bureau en dat mandaat op een erg competente wijze gaat invullen, natuurlijk.