Archief van
Categorie: Essen politiek

Dubbelslag

Dubbelslag

Twee dagen gemeenteraad, ongeveer zes uur debat over het meerjarenplan.  Zoals Dirk het achteraf stelde : het is een verdomde plicht om dat debat tot op het bot te voeren, maar veel vreugde valt er niet aan te beleven.  Al is het nog net iets meer enthousiasmerend om er volledig in op te gaan dan om het te beluisteren, denk ik.  Ik mag dus van geluk spreken dat ik het voorrecht had om onze amendementen te verdedigen en onze slotconclusie uit te spreken.

Eigenlijk is het een beetje zoals in een sportwedstrijd waar je een achterstand hebt opgelopen die niet in te halen is : je weet dat de uiteindelijke stemming verkeerd uitdraait.  Maar ook dan moet je acties blijven opzetten om te scoren.  Op het voetbalveld ga je voor dat overbodige eerreddende tegendoelpunt.  Op een rugbyveld blijf je desnoods tot een kwartier na de volledige speeltijd passen geven op zoek naar een try.  Omdat het je plicht is.

De wedstrijd aan het Heuvelplein verliep fair, waarvoor dank.  Maar de spelregels werden door CD&V en sp.a wel ten volle uitgebuit.  Een ontwerpplan neerleggen met wat losse „bullet points” en dan op maandag afkomen met een toelichting van 21 bladzijden waarin het echte beleid vervat zit, zodat dat niet meer in vraag kan worden gesteld of geamendeerd, maar dat hen wel de mogelijkheid gaf om op alle vragen te antwoordden dat er al aan werd gedacht : zo hol je natuurlijk niet alleen de gemeenteraad uit, maar ook alle adviesorganen die zich vooraf over het plan hebben gebogen.  De zogenaamde „prioriteiten” nergens voorleggen of bespreken, zodat ze technisch gezien niet meer kunnen worden aangepast bleek ook een uitstekende obstructietechniek.  Dan beweren dat onze amendementen niet veel voorstellen, omdat ze vooral over die keuze van prioriteiten gaan, vond ik net iets te gemakkelijk.  Via de prioriteitenkeuze betroffen onze 24 amendementen uiteindelijk zowat elke bladzijde van het meerjarenplan, maar daarover kon dus niet worden gediscussieerd. Eigenlijk had dat prioriteitenlijstje in juni of september op de raad moeten komen, met nu de uitwerking.  Dat zou een veel zinvoller debat hebben opgeleverd – maar op CD&V en sp.a rekenen om het debat te bevorderen zou wat te optimistisch zijn, en op de wetgever rekenen om de spelregels te veranderen ongetwijfeld ook.

Uiteindelijk bleek het niet kiezen van prioriteiten vooral een weigering om het beleid te willen beoordelen op resultaten in plaats van op intenties.  Begrijpelijk voor wie zes jaar geleden intenties voorlegde die niet of nauwelijks verband houden met de nadien geboekte resultaten.  De brochure van toen over het meerjarenplan staat in de bib ongetwijfeld in de afdeling fictie.

Dat alles neemt niet weg dat we enkele zinvolle discussies hebben kunnen voeren, dat we hebben kunnen verduidelijken waar de hele raad hetzelfde over denkt (en dat soms dan ook konden verwoorden) en waar de grote verschillen zitten.  Hopelijk kunnen we met name de convergenties aangrijpen om op enkele belangrijke domeinen een draagvlak te creëren.

Met enkele aanpassingen ben ik best tevreden : dat (het streven naar) een Essens Ringland, het voorkomen van zwerfvuil, de huisartsenwachtpost en het aantrekken van dienstenbedrijven nu zwart op wit zijn genoteerd was me telkens het verbale gevecht wel waard.  Dat geldt nog meer voor het stimuleren van tewerkstellingskansen voor mensen met een beperking, waar de combinatie van emotie en logica en zelfs een potentiële wisselmeerderheid nodig bleek om iets op papier te krijgen.  Niets van dit alles gaat de wereld veranderen, maar het maakt ons als raadsleden wel aanspreekbaar op punten die voor veel Essenaren een verschil kunnen maken. Het meest teleurgesteld ben ik over de weigering om de meerwaarde in te zien van het aanwerven of anderszins engageren van een mobiliteitsdeskundige.  Vlot en veilig verkeer laten we veel te veel over aan specialisten in het efficiënt en reglementair aanleggen van straten.  Ik hoop dat ons amendement op dit punt toch nog even nazindert, want zoals we gisteren vaststelden gaat het niet over een verschil van visie maar één van inschatting.  En inschattingen kunnen fout zijn, visies niet…

Onvoorstelbaar

Onvoorstelbaar

Een gemeenteraad voor de geschiedenisboeken zal het wel niet zijn geweest, gisteren. Toch vond ik hem om allerlei redenen leerzaam…

Zo hebben we unaniem het voorstel goedgekeurd om in te tekenen op de kapitaalverhoging van Publi-T. We hebben dus 275.000 EUR belastinggeld van de Essenaren belegd. Waarvan naar schatting 99,9% geen idee heeft wat Publi-T is. Ik ben als enige tussengekomen, en niemand heeft me tegengesproken. Dus vond iedereen dat ik gelijk had – dat is nu eenmaal de logica van besluitvorming in een politiek orgaan.

Ik heb het volgende gezegd : „We weten allemaal waarom we in dit land meer betalen voor energie dan in de buurlanden : omdat de gemeentebesturen worden gefinancierd door dit soort dividenden. Dat is dus eigenlijk een belasting : onze inwoners betalen meer voor hun energie, en wij krijgen dat geld. Het is bovendien geen goede belasting, want we weten allemaal dat wie een hoger inkomen heeft in verhouding minder aan energie betaalt dan wie een lager inkomen heeft, en dat is tegen elk principe van eerlijke belastingen. Om de belasting te kunnen innen moeten we bovendien, zoals vandaag wordt voorgesteld, geld van de burger beleggen, in plaats van het gewoon terug te geven. Het probleem is natuurlijk dat we er niet eenzijdig kunnen uitstappen : dan blijven de Essenaren betalen, maar wij ontvangen niets meer. We gaan dit goedkeuren, maar blijven hopen dat dit ooit eens ten gronde wordt opgelost.

Geen enkele vertegenwoordiger van één van de nationale politieke partij voelde zich geroepen om meteen te zeggen dat ze het in één van de parlementen gingen aankaarten.  Dat is nochtans geen principiële houding, want tegen mijn voorstel om een huisaankooppremie in te voeren kwamen alleen maar argumenten die erop neerkwamen dat het Vlaamse beleid verkeerd zit.

Of dat nu zo is of niet, het ontslaat Essen niet van de eigen verantwoordelijkheid. En verantwoordelijkheid is niet gratis. Hopelijk kunnen we zoals afgesproken de discussie eens voeren in een commissie zonder dat we (een weliswaar verbeterde versie van het) Vlaams Parlement proberen te zijn.

Een ander voorstel dat ik vorig jaar mee indiende kreeg overigens ondertussen wel uitvoering.  Het Jeugdheem heeft een nooduitgang.  Dat in de communicatie niemand het nodig vond om de link te leggen met ons voorstel (zelf zullen we dat uiteraard wel doen) is frustrerend, maar veel minder belangrijk dan het feit dat die nooduitgang er dus echt is gekomen.  Met dank aan iedereen die mee aan de kar heeft getrokken.

En tenslotte werd het voorstel van Joris en Dirk om tussen te komen in de kosten voor security bij evenementen (in de eerste plaats jeugdfuiven) koudweg weggestemd.  Daarbij werd zelfs niet nagelaten om de Jeugdraad voor de kar te spannen.  Die had in een advies aangegeven dat het voorstel in het geheel van de subsidieregeling moest bekeken worden – om zo te vermijden dat de ondersteuning van security ten koste zou gaan van andere subsidies.  Dat vonden wij ook logisch, dus stelden we voor om uitdrukkelijk vast te stellen dat de subsidie bovenop de andere zou komen.  Dat werd dan weggestemd, want het was tegen de wil van de Jeugdraad.  Dit zou ik als Jeugdraadbestuurder een dikke twintig jaar geleden niet hebben gepikt.  Benieuwd wat de huidige generatie ervan denkt…

Neen toch

Neen toch

De belangrijkste beslissing die de gemeenteraad in de loop van de legislatuur moet nemen is in principe de vaststelling van het Meerjarenplan.  Daarin worden voor zes jaar de doelstellingen en plannen van het gemeentebestuur gedefinieerd.  De belangrijkste taak van het schepencollege is om die beslissing voor te bereiden – en nadien de hoofdverantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de beslissing op te nemen.  Het Meerjarenplan komt op 16 en 18 december in de gemeenteraad.  Als laatste fase in de voorbereiding wordt vanaf deze week teruggekoppeld naar de gemeenteraadscommissies en de adviesraden.

De commissie Openbare Infrastructuur beet de spits af, en hoewel ik daar geen lid van ben heb ik het eerste uur van de vergadering bijgewoond, om nadien naar de Algemene Vergadering van de vzw Kobie te gaan.  Dat uur bleek voldoende om zeer teleurgesteld te zijn.  We kregen een Powerpoint voorgeschoteld met de “grote lijnen” van het MJP.  Die bleken vooral te bestaan uit het herhalen van de vrome wensen, vage ideeën en slogans over wat zou moeten zijn uit het bestuursakkoord.  Dat daar een jaar tijd werd ingestoken is niet echt geloofwaardig – het had ook op twee weken in januari kunnen gebeuren.  Er stonden bovendien zaken op de slides waarvan men niet eens kon uitleggen wat ze betekenen.  Zucht.

De concrete, operationele plannen werden op een drafje voorgelezen.  Ze werden niet op papier gezet en opgestuurd omdat wij (degenen die ze moeten goedkeuren) ze anders “verkeerd zouden interpreteren”.  En de details van de plannen kregen we ook niet, die zouden dan later uit het hele Meerjarenplan blijken.  Op die manier ernstig van gedachten wisselen is uiteraard onmogelijk, het voorstel van Meerjarenplan op zijn waarde beoordelen kan ook niet.  Dat wij als gemeenteraadsleden zo behandeld worden is beledigend en onaanvaardbaar, dat de adviesraden hetzelfde lot te beurt zal vallen is schandalig.  Anders kan ik het helaas niet uitdrukken.  Maar het zal wel goedgekeurd worden, zeker.  Waarna we in de gemeenteraad -en ook in de adviesraden- geacht zullen worden om zes jaar te zwijgen, want “alles staat in het Meerjarenplan”.  Hoe jammer voor Essen.

Ere wie ere toekomt

Ere wie ere toekomt

De gemeenteraad van vorige week dinsdag was er geen om in te kaderen.  Een oppositievoorstel tegelijk claimen omdat het ook in je eigen verkiezingsprogramma stond en dan toch afwijzen omdat het wel goed is maar dus van de oppositie komt, het levert theater op waar toekomstig CD&V-voorzitter Walter De Donder niet aan kan tippen.  En zo zaten er nog enkele momenten in de vergadering van deze raad.

Je zou bijna beschaamd zijn om net door die raad in die zitting te worden voorgedragen tot ereburgemeester, en benoemd tot ereschepen.  Dat doet echter niets af aan de verdienste van de geëerden.  De tomeloze inzet van Frans Schrauwen voor Essen, het enthousiasme van Jokke Hennekam en de jarenlange trouwe dienst van Imelda Schrauwen hoeven niet te worden betwijfeld, en ik heb dus ook overtuigd voor hun eretitels gestemd.  Natuurlijk zijn er mensen die dat soort eerbetoon niet nodig vinden.  Dat is het ook niet echt, maar het is goed om een formele blijk van waardering uit te spreken.  Dat Jokke ook openlijk bij degenen hoort die het niet echt een noodzaak vinden, die eretitel, plaatst hem op zich al genoeg in perspectief.  Tezamen met het feit dat de diensten er niet in slaagden mij een lijstje te bezorgen van wie er zich nu eigenlijk allemaal ereschepen mag noemen in Essen.  Zo héél veel eer hangt er nu ook weer niet aan vast.  En dus is het wel goed zo.

Zoals in de raad gebeurde kan de vraag ook gesteld worden naar criteria voor dit soort eretitels.  Dat heeft voordelen, want je haalt ze wat uit de politieke sfeer.  Nu lijkt het er toch een beetje op dat een zittende meerderheid vooral de eigen oud-gedienden wil belonen.  Het heeft ook nadelen, want het automatisme haalt een stuk van de beoordelingsruimte weg.  Ik ben er zelf ook niet helemaal uit.  Bovendien wordt door alleen ex-leden van het schepencollege te eren het belang van de gemeenteraad, en met name van een sterke democratische oppositie, niet echt gewaardeerd.  Maar of dat dan ook tot ereraadsleden moet leiden, daar ben ik ook niet echt uit.  Gelukkig maar dat het niet allemaal zo heel belangrijk is.  Laat ik het maar gewoon houden op een dank u en op felicitaties voor Frans, Jokke en Imelda.

Vrijheid

Vrijheid

Dit weekend wordt het uitgebreid gevierd : 75 jaar geleden werd Essen bevrijd.  Daarmee kwam er nog geen einde aan de Tweede Wereldoorlog, maar wel aan de bezetting van onze gemeente door het naziregime.  Een regime dat heel Europa in de oorlog had gestort.  Een regime ook dat uniek was in zijn moorddadige logica, vooral omwille van de holocaust.  Net die unieke slechtheid doet ons soms vergeten dat de NSDAP in Duitsland ook een kind van zijn tijd was.  De jaren 1930 waren een tijd van politieke polarisatie, die kansen gaf aan totalitaire regimes.  Die misschien zonder de persoonlijkheid van Hitler (en Stalin) niet tot een grootschalige oorlog zouden hebben geleid – en dan misschien ook niet tot een grote “bevrijding”.  De dictators hadden ook van het Francotype kunnen zijn : tevreden met de almacht in eigen land.  Zelfs Mussolini zou zijn ambities ongetwijfeld sterk hebben ingeperkt zonder het bondgenootschap met Hitler.  Als je de geschiedenis van na 1918 zichzelf laat herhalen, leidt die volgens mij hoogstwaarschijnlijk opnieuw tot een totalitair regime in Duitsland.  Maar mogelijk beperkt dat zich militair tot grensconflicten met Polen en Tsjechoslovakije.  En tot een latent antisemitisme in plaats van tot de ongebreidelde jodenvervolging die we nu hebben gezien.

Uiteraard omvat de herdenking van de bevrijding ook de waarschuwing dat het niet opnieuw mag gebeuren.  Natuurlijk geldt dat voor een Hitleriaans regime.  Maar ook voor de meer bescheiden -ik schreef bijna “beschaafde”- totalitaire regimes die in de jaren 1930 opgang maakten.  Ik zie geen modern Westers staatsapparaat zomaar in handen vallen van een gek als Hitler – wat niet betekent dat we er niet voor moeten opletten.  Maar een meer terechte schrik is die voor semi-autoritaire tot grotendeels-autoritaire regimes.  Voor de schaal die wellicht bij Orban begint en dan Erdogan, Putin en pakweg de Chinese leiders omvat.  Geen volstrekt illegitieme regimes – ze zijn wellicht allemaal op een echte meerderheid bij de bevolking gebaseerd.  Niet helemaal zonder “checks en balances” : de burgemeester van Boedapest en Istanboel komen uit de oppositie, en zelfs de opstand in Hong Kong wordt niet zomaar volledig neergeslagen.  Maar ook niet echt democratisch, niet echt vrij.  Met nog wat afstand tegenover Franco en Tito, en dus zeker tegenover Hitler en Stalin.

De bevrijding van 1944-1945 was in West-Europa ook de bevrijding van die politieke tendens – al heeft het soms tot in de jaren 1970 geduurd om die te voltrekken, en in Oost-Europa tot in 1990.  Een tendens met verschillende oorzaken, maar die ook te maken had met polarisatie.  Met wat vandaag in de VS “identity politics” wordt genoemd.  Waarbij mensen geen ideeën meer “hebben”, maar “zijn”.  Waar je alleen nog helemaal “links” of “rechts” kunt zijn.  Waar er vanuit wordt gegaan dat wie voor een beperking op vuurwapens is meteen ook voor ingrijpende maatregelen voor het klimaat moet zijn.  Voor het recht op abortus, voor de sociale zekerheid.  Voor alles wat Bernie Sanders doet en denkt, en tegen Donald Trump.  En andersom, dat wie rechts is daar allemaal volledig tegen moet zijn, en alle onzin die Trump uitkraamt, of alle stommiteiten die hij doet dan ook maar goed moet vinden, in naam van het hogere doel maar vooral van de eigen groep.

Zo ver is het bij ons nog niet helemaal, maar hoe langer hoe meer wordt er hier verondersteld dat je het of over alles eens bent met pakweg Jean-Marie Dedecker, of met Peter Mertens.  Dat een Vlaams-nationalist tegen klimaatmaatregelen moet zijn, vóór een harde aanpak van migratie en vóór op de beste leerlingen gericht onderwijs, pakweg.  Terwijl wie mee stapt voor het klimaat eigenlijk meteen ook mee opkomt voor hogere belastingen, een unitair België, een gelijkschakelend onderwijs en open grenzen.  Zo’n politiek klimaat kan mee voeding geven aan totalitaire regimes, waarin iedereen ofwel het regime volgt, ofwel helemaal niet – en er voor de andersdenkende geen of weinig plaats is.  Zonder te willen idealiseren (de Koude Oorlog was natuurlijk ook polariserend) heeft de bevrijding van 1944-1945 Europa ook mee van een dergelijk polariserend politiek klimaat verlost.  In de hoop dat het nooit meer terugkomt.

Quand tu chantes, je chante avec toi liberté
Quand tu pleures, je pleure aussi ta peine
Quand tu trembles je prie pour toi liberté
Dans la joie ou les larmes je t’aime

(Foto : Eerste Engelse tank in Essen – Bron : Essen in Beeld, foto uit de doos van Angelina Van Ginneken, foto genomen door Mr Van Groningen)
Eén jaar later

Eén jaar later

14 oktober.  Eén jaar na de gemeenteraadsverkiezingen.  Een mooie dag voor de democratie, en mooie dag ook voor N-VA/PLE.  En daarmee ook voor mijzelf.  Ik herinner me het ongeloof en de vreugde om de twee stemmen en de ene zetel verschil.  Maar ook het besef dat we daarmee nog niet de kaarten in handen hadden.  Wat de zoete smaak van de overwinning toch een beetje bitterzoet maakte.

De dagen nadien werd die bittere smaak sterker.  Dat was uiteraard het gevolg van de coalitievorming, en dan vooral de rol die de sp.a daarin speelde.  De toezegging vóór de verkiezingen om na twaalf jaar coalitie met CD&V niet automatisch terug met die partij in zee te gaan en de eerste gesprekken lieten ons vermoeden dat er op zijn minst ernstig kon worden gesproken.  Maar daaraan werd dan plots abrupt en zonder goede verklaring een einde aan gemaakt.  Ik vond en vind dat we een fatsoenlijke uitleg verdiend hadden.  Eén die steekhield.  Ik blijf ervan overtuigd dat er inhoudelijk een sterk verhaal kon worden geschreven.  En dat de “argumenten” die we kregen of opvingen ofwel absoluut geen steek hielden, ofwel ook al vóór de verkiezingen bekend waren (de nationale N-VA was op 13/10 dezelfde partij als op 15/10; daarmee niet willen samenwerken is onverstandig maar legitiem – maar als je dat vindt moet je dat ook vooraf durven zeggen).   Misschien kan er nu, een jaar later, nog eens een toelichting vanaf.  Tussen mensen die ernstig met lokale politiek bezig zijn en (zouden moeten) beseffen dat ze elkaar op één of andere manier altijd “nodig” zullen hebben, moet dat toch kunnen ?

Ik blijf er ondertussen van overtuigd dat belangrijke beleidsbeslissingen die het voorbije jaar genomen zijn er met een andere meerderheid ook anders zouden hebben uitgezien.  En dat geldt wellicht ook voor het meerjarenplan dat ondertussen nog altijd in opmaak is (een dynamisch bestuur zou dat vóór de zomer hebben afgeleverd, overigens).  Verkiezingen maken wel een verschil – en coalitie-onderhandelingen ook, dus.

Nu, het blijft bijzonder aangenaam om samen te werken in een tienkoppige, sterke fractie.  Dát resultaat nemen ze ons in elk geval niet af.  Zodat één jaar na 14 oktober toch vooral een feestelijke herinnering blijft.

Ode aan Hoek

Ode aan Hoek

Jij bent toch afkomstig van Essen-Hoek ?” – „Neen, toch niet. Maar mijn ouders wonen daar.” Ik heb de voorbije 19 jaar regelmatig die conversatie gevoerd. Zelden met mensen die écht van Hoek afkomstig waren, want die wisten natuurlijk hoe de vork in de steel zat. Maar 19 jaar geleden zijn mijn ouders inderdaad naar Hoek verhuisd. Ik ben hun buren en bij uitbreiding de hele wijk heel dankbaar dat ze zo welkom mochten zijn in het mooiste stukje Essen.

Ze hebben genoten van de wijk. Maar nu zijn ze wel terug naar Essen verhuisd. Naar de Kapelstraat. Het grote huis in de Bergsebaan met de mooie tuin was wat té groot geworden. En het appartement dat te koop stond was een buitenkans. Desalniettemin bleef het een moeilijke beslissing. Ze laten ook een stukje hart achter in Hoek, en blijven Hoekenaren. En ook ik blijf dus toch een beetje van Hoek „afkomstig”.

Omwille van de verhuis ben ik de voorbije weken ook nog wat frequenter van en naar Hoek gereden. Dat heeft me ook nog eens met het schandaal geconfronteerd dat er zomaar door het rode licht wordt gereden. Vier jaar na de plaatsing van het licht lukt het nog altijd niet om de naleving ervan te controleren. Ik kan de uitleg daarvoor (bijvoorbeeld naar aanleiding van de niet-aflatende vragen van Anne Somers in de gemeenteraad) eigenlijk niet meer aanhoren. Het is gewoon knoeiwerk, en de burgemeester is daarvoor verantwoordelijk. Punt. Ik wil me dan ook excuseren bij de mensen van Hoek dat ik de plaatsing van dat licht mee heb goedgekeurd. Als ik had geweten dat het niet effectief gecontroleerd ging worden, had ik dat niet gedaan. Want nu is de remedie erger dan de kwaal – voor die kwaal had ik trouwens destijds wel gewaarschuwd : de Moerkantsebaan is een bijzonder mooi aangelegde racebaan geworden…

Toch niet alles peis en vree, dus. Ben ik nu zo veel Hoekenaar geworden dat ik nu ook het latente gevoel van achterstelling al heb overgenomen ? Dat laat ik aan andermans oordeel over. Maar aan de mensen van Hoek zeg ik toch graag nog eens uitdrukkelijk „dankjewel” !

Perfecte landing

Perfecte landing

De gymsport doet het erg goed in Essen.  Dat is al jaren zo.  De vaststelling dat de infrastructuur niet meer mee kon met het niveau waarop geturnd wordt, zowel kwantitatief als kwalitatief, is ook niet nieuw.  Een nieuwe turnhal was echt niet overbodig.  Nu staat ze er : gisteren werd Gymhal De Grens officieel geopend, en ik was zowaar ook uitgenodigd.  Brigitte Quick sprak van een puzzel waarvan alle stukjes in elkaar waren gevallen.  Zo heb ik het hier zelf ook al eens omschreven.  Eerlijk : ik vond dat de puzzel moest gelegd worden, maar op een bepaald moment geloofde ik niet meer dat het met de stukken die op tafel lagen zou lukken.

Ongeveer een jaar geleden raakte ik ervan overtuigd dat het toch goed zat en ging lukken.  Maar dan nog : wat ik gisteren heb gezien oversteeg ruim mijn verwachtingen.  Uiteindelijk is zowat alles dan ook meegevallen : het juridische raderwerk bleek zowaar te draaien en zowat alle subsidies op te leveren die ingebeeld konden worden.  Onder meer daardoor bleek ook de samenwerking tussen de scholen en Gympuls stabiel genoeg – ook in gedachten houdend dat Gympuls zélf een recente en toch ook niet zo evidente fusie is.  De bouwfirma die het beste voorstel indiende stak niet alleen beton en stenen in het project, maar bracht vanuit een historische band met de turnsport in Essen ook een hart voor de hal mee – bij hoeveel publieke bouwprojecten kan dat gezegd worden ?

Alles zat zowat mee, hopelijk blijft dat zo.  Maar geluk moet je ook afdwingen.  Gisteren werden door Joris Brosens (namens Gympuls), Kris Peeters (namens de scholen) en Brigitte Quick (namens de gemeente) heel wat mensen bedankt.  Terecht.  Met name raad van bestuur van de vzw Turnhal bleek erg sterk en leverde uitstekend werk – dan is het eenvoudig om in een algemene vergadering te zitten…  Zoals de drie sprekers aangaven is het altijd gevaarlijk om namen te noemen.  En ik heb zelf het bouwproject niet eens van nabij gevolgd.  Maar ik weet wel wie mij ervan overtuigd heeft en het vertrouwen heeft gegeven dat het goed zat, en dus wil ik toch Danny Uytdewilligen van Mariaberg en schepen Brigitte Quick -in heel verschillende rollen- een figuurlijk bloemetje toewerpen.  Zonder hen naar mijn aanvoelen geen hal.  Ik had nog anderen kunnen noemen; laat Joris vooral niet denken dat ik de Gympulsinbreng onderschat – maar eerder dan figuurlijke bloemetjes zal de beloning voor hun werk toch vooral het turnplezier zijn dat nog jaren lang gaan beleven in hun Gymhal.

De hal zelf ziet er erg duurzaam uit, maar ik sluit niet uit dat de juridische, praktische en financiële fundamenten ooit nog op de proef worden gesteld.  Ook daarom vind ik dat het gemeentebestuur zich niet te afzijdig mag houden uit dit project, nu het gebouw er staat : er kroop Essens, provinciaal en Vlaams belastinggeld in, en daaruit moet een zo groot mogelijke maatschappelijke meerwaarde worden gehaald.  En tenslotte hoop ik dat de creativiteit, de energie en  het vernuft dat in deze hal kroop in de komende jaren ook wordt gevonden om de socio-culturele infrastructuur in onze gemeente op peil te brengen.

Magda ? Neen, toch niet.

Magda ? Neen, toch niet.

Gert Raeijmakers is een goede cafébaas.  Toegegeven, dat weet ik niet echt uit eigen ervaring, maar dat ligt niet aan hem.  Ik ben geen groot caféganger.  Nooit echt geweest, maar ook toen ik frequenter aan de toog hing was dat niet zo heel vaak in café Rex; ons “stamcafé” was bij Den Block aan het Heuvelplein.  Maar Martin Soeterbroek deed destijds Rex wel draaien, ook nadat het gebouw in handen kwam van het gemeentebestuur (dat zo het café van de appartementsdood redde).  En toen Martin aangaf dat het voor hem “hoogste tijd” was om te stoppen, nam Gert het café even succesvol over.  Dat zal wel niet altijd gemakkelijk zijn, en verdient dus waardering.

Gert is ook politiek actief.  Vóór zijn overname van Rex zat hij in de gemeenteraad, en nadien werd hij voorzitter van de Essense CD&V.  Op dat vlak is het al helemaal niet aan mij om te oordelen of hij dat goed doet, natuurlijk, maar uit het feit dat hij er nog steeds zit leid ik af dat zijn partij dat wel vindt.  Dat zal ook wel niet altijd gemakkelijk zijn… Ik waardeer iedereen die zich inzet voor de lokale politiek, en als cafébaas is hij ongetwijfeld goed geplaatst om mee de vinger aan de pols te houden in Essen.  Dat is belangrijk.

Maar Rex is wel een gemeentelijk gebouw, en het café is aan hem in concessie gegeven.  Dat betekent dat hij bepaalde regels moet naleven.  In de concessieovereenkomst staat : “De concessiehouder moet zich te opzichte van de klanten onthouden van enige vorm van discriminatie, uitsluiting, beperking of voorkeur omwille van ras, geaardheid, of om ideologische en filosofische redenen.”  Terecht eist het gemeentebestuur dat iemand die een gemeentelijke inrichting uitbaat dat op een neutrale manier doet.  Maar cafébaas Gert kwam daarbij enkele keren in conflict met partijvoorzitter Gert.  Bij de gemeenteraadsverkiezingen, waarvoor hij kandidaat was, hingen er CD&V-affiches in zijn café.  Die werden toen naar verluidt na een melding bij het gemeentebestuur weggehaald.  Maar bij de parlementsverkiezingen hingen ze er opnieuw.  Na een eerste melding werden ze even weggehaald, al vond het schepencollege toen al dat de concessie eigenlijk wél toeliet dat ze er hingen.  Gert bleef, onder meer op Facebook, ook volharden : op vragen over de affiches antwoordde hij staalhard dat hij die daar mocht hangen.  En op de verkiezingsdag kleurde zijn café dus opnieuw oranje.

Eén van de meldingen kwam van mij.  Ik werd er namelijk door kiezers vanuit heel verschillende hoeken (van PVDA en Groen tot Open Vld en N-VA) op aangesproken dat het toch wel vreemd was, die partij-affiches in een gemeentelijk gebouw.  Omdat het schepencollege er blijkbaar niet in slaagde om de concessieovereenkomst juist te interpreteren, stapte ik dan maar naar het Agentschap Binnenlands Bestuur.  Dat ondertussen besliste dat ik uiteraard gelijk heb : de concessieovereenkomst verbiedt het ophangen van partij-affiches in café Rex.  Magda ? Neen, dus.  Dat wist het schepencollege ongetwijfeld zelf ook, er zitten voldoende juristen in.  Maar blijkbaar kwam het politiek net iets te goed uit dat die affiches daar hingen.  Niet netjes.

Maar goed, nu is de knoop dus doorgehakt.  Ik ben blij met die beslissing, omdat ze duidelijkheid schept.  En er hopelijk mee toe bijdraagt dat cafébaas Gert terug het vertrouwen kan winnen van de hele gemeenteraad, en niet alleen van zijn eigen partij.  Het zou jammer zijn dat de uitbating van Rex een politiek vraagstuk wordt, en het café als partijlokaal wordt aanzien.  Daar heeft Rex alvast geen baat bij, en cafébaas Gert zou dat moeten weten.  Terwijl partijvoorzitter Gert buiten het café gewoon zijn ding kan blijven doen, natuurlijk.

Weggeloodst

Weggeloodst

De kogel is door de kerk.  Of beter : door de loods.  De rangeerloods, goederenloods of douaneloods aan Hemelrijk, hoe u ze ook wil noemen, zal na de restauratie voor 54 jaar in erfpacht worden gegeven aan de BVBA Robotland.  Dat geeft ongetwijfeld niet alleen mij een dubbel gevoel : op zich is Robotland een interessant idee van een Essense ondernemer, dat als het slaagt een meerwaarde kan betekenen voor Essense bedrijven en Essense scholen.  Maar moeten we daar nu echt de loods voor afstaan ? Aan een erg lage prijs bovendien : Robotland betaalt een vaste prijs van 38.846,99 EUR per jaar, met daarbovenop een variabel bedrag per bezoeker.  Om aan het bedrag van 60.000 EUR per jaar te komen dat CD&V-voorzitter in zijn “oproep tot redelijkheid” -o ironie- vooropstelde te komen, moet het project jaarlijks 171.530 bezoekers trekken, toch al gauw iets meer dan de 100.000 die het project zelf vooropstelt in zijn meest optimistische plannen.  Dat gaat dus niet gebeuren. Bovendien maken we ons als gemeentebestuur afhankelijk van een bezoekersaantal waar we zelf heel weinig aan kunnen veranderen. En zelfs 60.000 EUR per jaar is maar 5.000 EUR per maand, voor een gigantisch gebouw waarvan de waarde op 5,4 miljoen EUR is geschat.

We hebben meegeholpen om de overeenkomst zo correct mogelijk te krijgen en om procedureproblemen te vermijden – onder meer door erop te wijzen dat het gemeentebestuur pas iets in erfpacht kan geven als het ook eigenaar is (dat lijkt evident, maar niets is zomaar wat het lijkt).  Maar ze goedkeuren, dat ging echt niet.  Daarvoor is de overeenkomst niet goed genoeg.  Ik kan me voorstellen dat er iets op tafel zou hebben gelegen dat wél goed genoeg is, een project waarvan de maatschappelijke en de financiële meerwaarde opwegen tegen de miljoenen overheidsgeld die in het gebouw geïnvesteerd zijn.  Robotland doet dat niet.  In de plaats zouden we dan veel beter de loods verder zelf hebben ontwikkeld om er een polyvalent centrum voor de verenigingen van te maken, zoals wij twee maanden geleden voorstelden.

De erfpachtovereenkomst met Robotland werd goedgekeurd door CD&V en sp.a, al heb ik die laatste partij nooit en nergens het voorstel horen verdedigen.  Dat doet ook twijfels rijzen over het echte draagvlak voor de beslissing.  Hoe is het dan toch zo ver kunnen komen ? Mijn analyse is dat de meerderheidspartijen in een fuik zijn beland.  Bij de laatste oproep voor een invulling van de loods kwamen er maar vijf projecten, waarvan twee min of meer levensvatbare.  Toen had men moeten beseffen dat dit te precair was, en zeker toen er nog één afviel wegens onvoldoende financiële draagkracht had de stekker eruit getrokken moeten worden.  Tenzij men bereid was om het alternatief, de loods zelf ontwikkelen, nog steeds als volwaardige piste te beschouwen.  Dat was alleszins onze redenering, maar vooral CD&V had zich erop vastgepind om van het lastige gebouw vanaf te raken.  Zodat er maar met één kandidaat werd onderhandeld.  Die uiteraard het onderste uit de kan haalde.  Goed voor hem, maar niet voor de gemeente.

Waarom moest men van het gebouw vanaf ? Om een mix van redenen, denk ik.  Voor sommigen verhinderde het wellicht andere plannen met andere gebouwen, voor anderen was het meer een zaak om zich van het verwijt te ontdoen dat er geld werd gestoken in een gebouw zonder bestemming.  Anderen raakten mogelijk iets te enthousiast over Robotland.  Maar het resultaat is dat men zich in de fuik liet vangen en hoe langer hoe minder nog een weg terug zag.  Zodat Robotland de vis kon binnen halen.

Nogmaals, dat is een interessant, zelfs enthousiasmerend project.  Ik zal er met plezier en interesse een kijkje gaan nemen.  Maar ik zal het niet kunnen laten om rond te kijken en me de deal te betreuren die we als gemeentebestuur hebben afgesloten.  Zéker als het een groot succes wordt, wat ik de initiatiefnemer toewens.  Want dan zal het helemaal zo zijn dat de gemeenschap het met de kruimels moet stellen.

En dat 54 jaar lang.  Daar moet ik ook nog aan wennen, dat we gisteren een besluit hebben genomen met een dergelijke draagwijdte : het grootste publieke gebouw in onze gemeente, het grootste monument ook, hebben we voor 54 jaar in erfpacht gegeven.  Het soort beslissing waar elke mandataris hopelijk meer dan twee keer over heeft nagedacht – of je er nu voor of tegen stemt.