Archief van
Categorie: Essen politiek

Week II

Week II

De tweede week dat we in ons kot moeten blijven.  Met elke dag in het nieuws cijfers die ons eraan herinneren waarom dat een absolute noodzaak is, voor zover we het nog niet doorhadden.  Dat is bij sommigen desondanks nog steeds het geval, maar gelukkig wordt daar in het mate van het mogelijke tegen opgetreden.

Ondertussen wordt het daarmee ook alsmaar duidelijker dat de consequenties van de coronapandemie niet gering zullen zijn.  De economie krijgt zware klappen, en hoe we die gaan opvangen wordt een belangrijke discussie in de komende maanden.  Ook in Essen.  Als grootste partij wilden we onze verantwoordelijkheid niet ontlopen en stelden we een cheque van 20 EUR voor, voor elke Essenaar, te besteden bij de Essense middenstand.  De kritiek van sommigen dat dit een weinig doelgerichte maatregel is, begrijp ik, maar is niet terecht.  Het doel is immers in de eerste plaats om de lokale economie draaiende te houden.  Steun voor wie een laag inkomen heeft en nu extra onder de lockdown-maatregelen leidt is uiteraard ook nodig, maar dat is een ander verhaal – en ook die mensen hebben allerminst baat bij een Essense middenstand die de deuren moet sluiten; dat zou niet alleen economisch een drama zijn, ook ons sociaal weefsel zou er erg onder leiden.

En dat willen we dus behouden.  Net zoals de meeste mensen het liefst willen behouden wat we vóór corona hadden.  Ook daarom vind ik het zo bizar dat sommigen verregaande conclusies willen trekken, over hoe anders de wereld wel moet worden na deze crisis.  Ze staan elke dag in de krant, en meestal, zoals ik vorige week al schreef, op basis van ideologische overtuigingen die ze voordien al hadden.  En natuurlijk is het wijs om veranderingen aan te brengen, om meer buffers te voorzien om schokken op te vangen, uiteraard in de eerste plaats maar niet alleen in ons gezondheidssysteem.  Maar ik moet de eerste nog tegenkomen (figuurlijk, uiteraard !) die pakweg vindt dat een virtueel museumbezoek toch beter is dan echt in het Louvre rondwandelen.  Of die het wel zo handig vindt dat de overheid alle details van ons privéleven regelt, en dat ook zo wil houden.  Ik hoop dat de tijdelijke volmachtbestuurders op alle niveaus, dat ook beseffen – voor sommigen is dat duidelijk niet het geval, om de Hongaarse premier Orban niet te noemen die corona aangrijpt voor een staatsgreep.  Misschien is het op dat vlak wel goed dat we in ons land net een regering in lopende zaken zonder meerderheid met al die extra macht hebben bekleed : de kans op misbruik wordt daar alvast kleiner mee.

Laat ik tenslotte, niet voor de eerste keer hier, nog eens schande roepen over wie al jaren uitkraamt dat de macht en de financiële slagkracht van de Europese Unie moet worden ingeperkt, en nu staat te verkondigen dat diezelfde EU niet genoeg doet.  Gezondheidsbeleid moest bij de Lidstaten blijven, daar mocht de EU zich niet mee bemoeien.  Zo geschiedde, en daardoor mág de EU dat ook nu niet doen.  Ook wie niet inziet dat deze crisis niet als de vorige is en dat de landen die nu in moeilijkheden komen dat niet over zichzelf hebben afgeroepen met economisch wanbeleid in de voorbije jaren krijgt terecht de wind van voren nu – uiteraard is dit het moment om als Unie gezamenlijk financiële instrumenten in te zetten, of je ze nu “eurobonds” noemt of anders.  We gaan elkaar nog heel hard nodig hebben, al was  het maar omdat de maatregelen afbouwen alleen gaat lukken als we dat in de verschillende EU-landen op elkaar afstemmen.  Je hoeft niet verder te kijken dan Essen om dat te beseffen.

Blijf in uw kot

Blijf in uw kot

Eén week ophokplicht.  Voor mijzelf valt het tot nu wel mee, ook al hebben mijn vrouw en ik vooralsnog gekozen voor ons kleine hokje in Brussel (en woont mijn broer in mijn huis in Essen, vanwaar het eenvoudiger is om onze ouders te bevoorraden).  De werkweek was vrij druk zelfs : hoewel telewerk al langer ingeburgerd is en de systemen en de meeste procedures erop voorzien zijn, moeten er natuurlijk toch aanpassingen gebeuren.  En er ligt en lag ook gewoon redelijk wat werk : zaken die gewoon doorlopen (sommige tegen beter weten in) en nieuwe activiteiten rond alle werkgelegenheidsmaatregelen in het kader van deze crisis.  Vandaag heb ik een zondagswandeling gemaakt op de Louisalaan.  Daar is het op zondag altijd rustig als de winkels dicht zijn, en dat gold nu ook : ik zag vooral wandelaars en fietsers die zich allemaal netjes aan de regels hielden.

Dat kan dus wel, ons allemaal netjes aan de regels houden.  Ik houd niet van de al te vroegtijdige conclusies die “men” uit de coronacrisis wil trekken.  Zeker niet van degenen die er plots een bevestiging inzien van de ideeën die ze nu eenmaal al jaren koesteren, gaande van de noodzaak om heel ons systeem te veranderen in een communistische heilsstaat tot de al even grote noodzaak om nooit meer één vreemdeling één grens te laten passeren.  Ik heb iets meer respect voor mensen die sommige van hun ideeën bijstellen, al was het maar over de optimale omvang van ons gezondheidszorgsysteem.  Maar al bij al is het niet het ogenblik om snel lange termijnconclusies te trekken.

Wel om goed na te denken, natuurlijk.  Dat nadenken en de werking van het democratische systeem op gang houden lijkt me ook de eerste plicht van alle politici zonder corona-bestuursverplichtingen – die laatsten moeten uiteraard in de eerste plaats snel en correct instaan voor het nemen en/of uitvoeren van de juiste beslissingen.  Dat moet gebeuren in dialoog met de kiezer, zoals altijd, maar het is voor mij écht niet het moment om zomaar politieke punten te proberen scoren.  Dat laatste heeft federaal geleid tot een gammele oplossing, met een noodregering met volmachten maar zonder echt breed politiek draagvlak.  Als gemeenteraadslid probeer ik alvast zo goed en zo kwaad mogelijk de lokale uitvoerende macht verder te controleren en te bevragen, ook al besef ik dat die nu vaak vooral beslissingen van hogere overheden uitvoert.  Dat er geen tijd lijkt om verantwoording af te leggen, vind ik niet zo aanvaardbaar : dat de burgemeester het erg druk heeft, neem ik aan, maar de andere leden van het schepencollege moeten dat toch kunnen opvangen ? En de technologische middelen zijn toch echt wel voorhanden.

Dat ondertussen politici zelf bijdragen aan alle zéér welgekomen solidariteits- en hulpacties kan  natuurlijk alleen toegejuicht worden.  Wij zijn ook mensen, en iedereen moet dezer dagen zijn deel doen – en de basishouding van maatschappelijk engagement die (gelukkig) de meesten naar de politiek drijft maakt dat ze er vaak ook klaar voor staan.  Maar de opzichtige partijlogo’s die door sommigen op die ondersteuning worden gekleefd vind ik bijna zo storend als dezelfde logo’s op de aankondiging van noodzakelijke, bestuurlijke maatregelen.  Beide hebben heel weinig met politiek te maken, en de recuperatie geeft een vieze smaak in de mond, vind ik.  Ik zie het in alle kleuren en vormen gebeuren, maar enige bescheidenheid zou ons wellicht goed doen : corona is geen wedstrijdje om als partij zoveel mogelijk in beeld te komen.

Tot besluit ga ik alvast van mijn eigen regel afwijken en tóch een vorm van conclusie trekken, zij het dan in de vorm van een dubbele wens.  In de eerste plaats hoop ik dat we ook na corona als samenleving en politiek wat meer ons oor te luisteren gaan leggen bij de experts.  Veel domeinen hebben hun eigen “Marc Van Ransten”, die stevige aanwijzingen kunnen geven over met welk beleid efficiënt bepaalde problemen kunnen worden aangepakt.  Net als de virologen zijn die het vaak niet over alles helemaal eens, maar wel over enkele grote lijnen.  De maatregelen die daaruit voortvloeien niet invoeren “omdat er geen draagvlak” voor is, klinkt vandaag wat vreemd.  Een draagvlak creëer je door het goed uit te leggen.  Wie twee maanden geleden had gezegd dat niet alleen alle restaurants zouden worden gesloten maar dat ook feestjes thuis verboden zouden worden, zou wellicht ook te horen hebben gekregen dat daar nooit een “draagvlak” voor zou worden gevonden.  En ook de eeuwige pleidooien voor ellenlange overgangsperiodes worden best in perspectief geplaatst : die richtten de voorbije dagen meer kwaad dan goed aan.  Om een voorbeeld te geven : de mobiliteitsexperts zijn het erover eens dat onze verkeersknoop alleen op te lossen is met een systeem van rekeningrijden.  Als dat goed wordt uitgelegd en verstandig (en snél) wordt ingevoerd, dan volgt het draagvalk vanzelf – dat is zelfs al bewezen in sommige steden.  Dus…

Mijn tweede wens is dat we allemaal ook na corona wat meer respect gaan tonen voor maatschappelijke regels.  Wie systematisch harder rijdt dan de maximumsnelheid, wie bijvoorbeeld 40 in een zone-30 normaal vindt, doet in essentie net hetzelfde dan degene die het nu niet fout vindt om toch met enkele vrienden af te spreken om een pint te gaan drinken : beide verhogen het risico op dodelijke slachtoffers.  En wie een beetje zwartwerk ok vindt ondermijnt mee de financiering van de gezondheidszorg, om iets anders te noemen.  Toegegeven, niet alle regels zijn even goed, maar dan moeten ze worden afgeschaft of aangepast, maar ze zomaar niet naleven of de “kantjes eraf rijden” is onverantwoord.  Dat is geen oproep tot conformisme, want zoveel mogelijk vrijheid geven aan iedereen om het eigen leven in te richten moet het basisprincipe blijven.  Het gaat wel over civisme : meewerken aan een leefbare samenleving voor iedereen – en ja, dat is verplicht, dat hebben we zo afgesproken.

Laat ik tenslotte maar eindigen met het grote cliché van de voorbije dagen, maar het is welgemeend : oprechte dank aan iedereen die in dezer dagen ons gezonheidssysteem én onze samenleving mee draaiend houdt vóór in plaats van achter de computerschermen.  Van de dokters en verplegers tot de winkelbedienden, vuilnismannen en politie-agenten.  Groot respect

Viraal

Viraal

En toen werd alles anders. In een tijd van enkele weken, enkele dagen, enkele uren. Ik schrijf deze tekst op de trein naar Brussel. Ik ben gisteren en vandaag over en weer naar Essen gereden. Dat was praktisch onvermijdelijk : de komende dagen (weken, …) thuiswerken vanuit Brussel is voor mij veel efficiënter, omdat ik indien nodig te voet overal naartoe kan waar ik naartoe zou moeten gaan, maar ik had niet alles daar wat ik daarvoor nodig heb, en bovendien moest ik in Essen enkele administratieve zaken afhandelen die ook al weinig uitstel duldden. Gelukkig zit er niet veel volk op de trein, maar verderop zit er wel iemand bijna de hele tijd te hoesten. Dat klinkt plots erg griezelig. Hoewel ik dus in Essen ben geweest, heb ik mijn ouders niet bezocht. Ook de vorige weekends niet. Onder meer omdat ik op een bepaald ogenblik verkouden was. Wat een tijden.

Wat een tijden, inderdaad. Donderdagavond gingen we in Brussel naar de supermarkt, voor wat dagelijkse inkopen. Maar plots bleek iedereen daar. Mijn ouders wilden vrijdag in Essen ook wat dagelijkse inkopen doen, en ook daar bleek het plots ontzettend druk. Wat bezielt die mensen ? Er is nog nergens ter wereld een supermarkt gesloten omwille van het coronavirus. Bedankt aan de hamsteraars om mijn ouders en anderen in gevaar te hebben gebracht.

Had de overheid dat hamsteren kunnen voorkomen ? Net als de „lockdown”-feestjes om het vat leeg te maken of een terrasje gaan doen in Nederland ? Had het gekund, onmiddellijk de restaurants sluiten, recreatieve uitstapjes naar het nabije buitenland verbieden (met enige controle), een eerdere en duidelijke boodschap dat hamsteren niet nodig is, gekoppeld aan toegangs- en verkoopbeperkingen in de supermarkt – zoals hoogstens twee exemplaren van elk type product en om de x minuten iemand toelaten om binnen te gaan ? Hadden alle beslissingen van de voorbije dagen één of twee dagen eerder genomen moeten worden ? Wellicht wel, en van mij had het gemogen, maar het is in deze dagen ook niet gemakkelijk om overheid te zijn, op geen enkel niveau.

Ik ben alvast blij dat ik niet in  het land van Trump of Johnson woon, en al bij al vind ik dat de Belgische overheden het er de voorbije dagen redelijk van hebben afgebracht. Vanaf donderdagavond dan toch, want van dinsdag tot donderdag had ik, ook als federaal ambtenaar, het gevoel van gedeeltelijke stuurloosheid. Dat toen de provinciegouverneurs eigenlijk het staatsgezag moesten overnemen was niet zo fraai, al heeft het redelijk gewerkt. Dat die gouverneurs de burgemeesters hebben gebriefd was trouwens sowieso noodzakelijk. En die hebben vervolgens door de band de juiste beslissingen genomen. Ook in Essen.

Natuurlijk liep ook bij ons niet alles perfect. Maar uiteraard is de enige zinvolle en verantwoorde manier om oppositie te voeren in deze tijden om constructief de beleidsverantwoordelijken te steunen, maar kritisch te blijven, transparantie te vragen waar dat kan en om zo een democratisch draagvlak te creëren. Dat gaan we dus in de komende dagen en weken ook doen. Dat anderen wel de nood aanvoelen om dag na dag vooral partijpolitiek te willen blijven „scoren” is voor hun rekening, maar mij ligt het niet meteen.

De samenleving rekent dezer dagen op het begrip, de medewerking en de inzet van iedereen. Hopelijk kunnen we zo de schade binnen te perken houden. Hopelijk schiet ook de ontwikkeling van een geneesmiddel en een vaccin op – dat dit laatste er niet zomaar ligt, begrijp ik, maar ik vind het wel raar dat er nog geen goede virusremmer is gevonden, voor een virus dat toch ook weer niet zó uniek is, blijkbaar. Maar ik ben geen specialist ter zake.

En zoals ik al eerder schreef hoop ik dat we er op termijn ook iets over leren : hoe we de „gewone” griep efficiënter kunnen aanpakken, hoe we met enkele kleine aanpassingen hygiënischer kunnen leven, hoe we sneller en met minder complicaties allerlei „lijnen” kunnen doorknippen, als dat nodig is, zonder dat ze daarmee minder duurzaam worden. En ik blijf ervan overtuigd dat áls er genoeg mondmaskers zouden in voorraad zijn geweest (quod non) het systematisch dragen daarvan echt wel zou helpen om dit soort epidemies tegen te gaan. Dat lijkt me een oplosbaar logistiek probleem, als er terug tijd is om het aan te pakken.  Maar misschien vergis ik me ook daarin.  Zoals ze veel zaken zijn het discussie voor later…

Carnavalsstorm

Carnavalsstorm

Carnaval haalde het nieuws dit jaar.  Dat van Essen kwam op de nationale nieuwszenders, omdat de stoet werd afgelast.  Ook al was het achteraf gezien misschien niet nodig geweest, het leek mij een verstandige beslissing.  De verantwoordelijkheidszin die CV De Ossekoppen hierbij aan de dag heeft gelegd verdient alleszins een pluim (in hun geval ook letterlijk).  Ze krijgen elk jaar enkele dagen symbolisch de sleutel van de gemeente, en hoewel ze er niet altijd even ernstig uitzien nemen ze hun taak wel serieus.  Misschien moeten we bij gelegenheid -de 121e carnaval (11×11) lijkt me een gepast moment- de rollen eens een jaar omdraaien en de Raad van Elf de gemeente 362 dagen laten besturen, en de gemeenteraad 3 dagen…

Het carnaval van Aalst beperkte zich niet tot het binnenlandse nieuws, maar haalde de internationale pers.  Misschien had de Aalsterse burgemeester beter het voorbeeld van zijn Essense collega gevolgd, en zo een echt “sabbatjaar” ingelast waarbij een aangepaste strategie en communicatie had kunnen worden overlegd, met de carnavalisten en met alle overheidsniveaus.  Los van de eigenlijke controverse was het spektakel nu alleszins niet om aan te zien, en komen uiteindelijk het carnaval, de stad Aalst, Vlaanderen, België en Europa beschadigd uit het carnavalsweekend.  Zelden is aswoensdag zo op tijd gekomen.  Het lijkt me dat minstens de betrokken overheden eens moeten samenzitten, en het verhaal opnieuw langs de twee kanten bekijken.  Deze tekst die vandaag in de krant stond kan daarbij helpen : de vergelijking met Charlie Hebdo dat nog een veel grovere humor hanteert dan Aalst ooit zou kunnen is immers niet onterecht.  En eigenlijk zou iedereen die de carnavalscontext begrijpt moeten weten dat minstens de praalwagen die vorig jaar de aanleiding van de rel was niet met kwade bedoelingen was gemaakt, en dat die van dit jaar provocerend waren, maar vooral de “lange tenen” van de slachtoffers van het spektakel van het jaar voordien wilden aanklagen.  Niet echt subtiel, maar dat past ook niet bij het genre.  Maar er is een tweede kant aan dit verhaal : je krijgt dit niet uitgelegd aan wie zich niet in de carnavalscontext wil of kan verplaatsen.  Vanop een beetje afstand lijkt dit inderdaad op antisemitisme naar vooroorlogs Duits model.  Als twee druppels water zelfs.  Je zou van al die buitenlandse (en ook wel binnenlandse) waarnemers mogen verwachten dat ze wat meer moeite doen om de context van het Aalsterse carnaval te begrijpen – en dus van een aantal beleids- en opiniemakers in ons land om het beter te duiden.  Maar Aalst zal ook moeten begrijpen dat het nu eenmaal niet afgesloten is van de wereld en dat de stad niet jaarlijks enkele dagen lang in een visuele quarantaine kan worden geplaatst.  Ik las op Twitter direct na de stoet de reactie “Ajuinen !”, en die was niet geheel ongepast.

Dat alles noopt tot een salomonsoordeel.  Als ik gemeenteraadslid zou zijn in Aalst, dan zou ik vooral de toekomst van carnaval willen veiligstellen.  Die lijkt me echt wel bedreigd : ik kan me goed voorstellen dat de internationale druk om het te verbieden snel erg groot kan worden, hoe onbegrijpelijk we dat hier ook zou vinden.  Ik zou dus voorstellen om bij politiereglement te verbieden om tijdens carnaval te verwijzen naar het nazisme en de holocaust, en om volkeren of religies zo stereotypisch voor te stellen dat ze daar redelijkerwijs aanstoot aan kunnen nemen.  Het karikaturiseren van actuele gebeurtenissen of publieke figuren in binnen- en buitenland zou uitdrukkelijk buiten het verbod moeten vallen.  En het schepencollege zou de opdracht krijgen om een doordachte communicatiestrategie uit te werken, samen met alle andere overheidsniveaus.  Is dat de ideale oplossing ? Verre van.  Maar ze lijkt me wel verdedigbaar en realistisch.  Maar misschien denk ik te veel als ossenkop in plaats van als ajuin…

 

Kijk omhoog, Sammy

Kijk omhoog, Sammy

Een kleine twee weken na onze receptie stond die van de collega’s van CD&V op het programma.  Traditioneel één van de laatste in de januarimaand, wellicht passend in de christelijke en christen-democratische traditie om niet al te snel met nieuwigheden (rerum novarum) mee te gaan.  Maar ook 2020 bleek uiteindelijk onafwendbaar.

Het was een behoorlijke tijd geleden dat ik nog op die receptie ben geweest.  We hebben gedurende een aantal jaren ook gewoon geen uitnodiging gehad, maar gelukkig werd ondertussen terug algemeen aangeknoopt bij de Essense traditie dat politieke partijen elkaar respecteren en dat tonen door elkaar een glas aan te bieden.  Politiek als een strijd tussen meningen, niet tussen mensen, inderdaad.

De toespraak van de burgemeester heb ik gemist – er stond nog een andere receptieverplichting op het programma.  Maar die van nationaal jongerenvoorzitter en voormalig voorzitterskandidaat Sammy Mahdi heb ik wel gehoord.  Hij gaf een mooie, gedurfde en inspirerende speech, met een oproep die ik met hem deel : wie aan politiek doet moet mensen durven ontgoochelen door hen soms expliciet géén gelijk te geven.  Zijn verwijzing naar Merkel vond ik wel een beetje gemakkelijk (de Vlaamse politiek is de Duitse niet, en CD&V heeft “null Komma null” verdienste aan haar beleid en de terechte waardering die ze daarmee oogst), maar hij bracht een coherent verhaal, en minstens zijn bekommernis voor de staatsschuld deel ik – goed dat we die nog durven uitspreken.

Ik vind het voor de Vlaamse politiek een gemiste kans dat hij geen voorzitter van CD&V is geworden, al zou ik benieuwd zijn geweest om te zien of en hoe de partij uiteindelijk bestand zou zijn geweest tegen de “Obama van den Aldi” zoals hij ook zichzelf noemde.

De aanwezigheidstombola leverde me een fles bier op.  Op de gezondheid van al wie in Essen en daarbuiten nog aan politiek wil en durft doen.

 

Weerklank

Weerklank

Gisteren hielden we voor de tweede keer een nieuwjaarsreceptie, en kozen dit jaar voor de Oude Pastorij als locatie.  Ik mocht opnieuw een korte toespraak houden, en aangezien de afwezigen weliswaar ongelijk hadden maar desgewenst ook recht hebben om te weten wat ik gezegd heb, zal ik dat hier hernemen…

Het is een goede traditie om bij het begin van een nieuw jaar samen te komen en bij een glas even terug te blikken op wat geweest is en vooruit te kijken naar wat komen gaat. Voor ons, de tien gemeenteraadsleden van N-VA/PLE, eindigde 2019 met een slecht gevoel. Op een gemeenteraad van twee dagen, en daarvoor in de commissies, bespraken we het gemeentelijk meerjarenplan voor de komende zes jaar. Één voor één hadden we het gevoel dat het zoveel beter had gekund, dat we het zelf zoveel anders hadden willen aanpakken.

Een jaar lang plannen leverde niet veel meer op dan een korte opsomming van zaken die nog overwogen, bestudeerd, besproken of gepland moeten worden, met als enige concrete een beperkte reeks investeringen die vooral een herhaling is van wat zes jaar geleden ook al op het programma stond, maar niet uitgevoerd raakte.

Terwijl heel Essen zich elke dag met de fiets of de auto vastrijdt, ligt er vandaag geen mobiliteitsplan op tafel. Daar hadden wij onmiddellijk aan willen beginnen, zodat nu de eerste conclusies konden worden getrokken. Maar neen, het zal langzaam opgestart worden om dan later te zien of er misschien ook echt iets moet veranderen, en of daar dan geld voor is.

En terwijl alle verenigingen in Essen weten hoe belangrijk aangepaste ruimte is en dat er nood is aan een polyvalent gebouw voor hun activiteiten, moeten ze het stellen met het vage vooruitzicht van een abstract cultuurpark. In plaats van nu al bezig te zijn om de mooi gerestaureerde douaneloods voor hen in te richten, vragen CD&V en sp.a hen nog maar eens op hun behoeftes op te lijsten. Daarna zal er wellicht gekeken worden of de gemeente niet voor veel geld een half geschikt en half vervallen gebouw kan opkopen.

Zo jammer van de verloren tijd en de gemiste kansen. Maar moedeloos worden is geen optie. Daarvoor heeft de kiezer ons niet tot de grootste fractie in de raad gemaakt. Dat brengt de verantwoordelijkheid mee om te blijven proberen om het beleid bij te sturen waar het kan en om waar het moet duidelijk te maken dat er echt wel een alternatief is voor het aanmodderbeleid. We gaan er in 2020 hard aan blijven werken.

Uitstelgedrag in de politiek zien we natuurlijk niet alleen in Essen. In wat voor land leven we waar gemeentebesturen liefst de avond van de verkiezingen moeten gevormd worden, maar waar op regeringen maanden moet worden gewacht ? Uiteindelijk slaagde Jan Jambon erin om een sterke Vlaamse regeringsploeg samen te brengen, maar een federale regering hebben we nog steeds niet. Ik weet dat sommige Vlaams-nationalisten dat niet zo erg vinden, maar zolang het België is dat de lidkaart van de EU beheert zitten er nu eenmaal cruciale economische bevoegdheden op het federale niveau. Zo cruciaal dat als vandaag een economische crisis zoals die van 2008 Europa zou treffen, België op de eerste rij dreigt te staan om zoals toen een vijftal landen is overkomen het bestuur van ons land te zien overnemen door internationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Centrale Bank. Ik heb daar enige ervaring mee, een weet dat daar niemand op zit te wachten, en dat er dan taboes van alle politieke partijen zullen sneuvelen.

Ik kan me niet voorstellen dat we dat zomaar willen zien gebeuren. N-VA heeft nationaal de verantwoordelijkheid van de grootste partij, zoals wij die in Essen hebben. N-VA heeft al bewezen dat ze die verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat, dat ze niet zoals extreemrechts en extreemlinks van aan de zijlijn staat te roepen dat er eenvoudige oplossingen zijn, dat ze -om bij de actualiteit te blijven- als het brandt mee wil blussen in plaats van het vuur aan te wakkeren. Die lijn aanhouden en tegelijk duidelijk blijven maken dat er grondige structurele hervormingen nodig zijn en dat een regering meer moet doen dan de winkel open houden en alle belangengroepen om de beurt bedienen wordt een belangrijke uitdaging voor de komende weken -hopelijk geen maanden- en ik wens de collega’s van N-VA veel moed en doorzettingsvermogen toe om binnen de partij op alle niveaus daaraan mee te werken.

Vrienden, alsof de uitdagingen op alle niveaus niet al moeilijk genoeg zijn, staat ook bij ons de democratische manier van aan politiek doen soms onder druk. Democratie vereist respect voor de waarheid en voor politieke tegenstanders. Het gaat om een strijd tussen meningen, niet tussen mensen. Met argumenten, en niet door elkaar te overroepen. Een eerste voorwaarde daarvoor is om ook te luisteren naar mensen waarmee we het niet helemaal, of zelfs helemaal niet, eens zijn. Misschien is dat wel een goed voornemen voor 2020 voor al wie op welk niveau ook met politiek bezig is. Zoals wat vaker samenkomen met vrienden om het glas te heffen ook een goed voornemen moet zijn. Laten we er vandaag mee beginnen. Hier is de drank alvast gratis, en ik stel voor dat we nadien naar de Heuvelhal gaan om te kijken of dat bij Gaston ook het geval is.

Nadien trokken we dus nog naar het Burgemeestersfeest.  Het was alweer enkele jaren geleden dat ik daar nog present tekende.  Een beetje ten onrechte, want ondanks allerlei bedenkingen bij de manier waarop het wordt georganiseerd* blijft het een goed initiatief dat jaarlijks veel geld inzamelt voor een reeks veelal zeer lovenswaardige Essense verenigingen en acties.  De Abbacloon die op het podium stond kon me niet meteen bekoren, maar er heerste een goede sfeer in de Heuvelhal – niet meteen de meest sfeervolle zaal in Essen nochtans.  Eigenlijk was de combinatie met onze receptie nog niet zo slecht, dus misschien moeten we dat volgend jaar ook maar overdoen.  Al bij al een geslaagde avond !

*de grens van het organiserend comité met enerzijds het gemeentebestuur en anderzijds de partij van de burgemeester is niet altijd even duidelijk, en de keuze van “goede doelen” is weinig transparant, om maar iets te noemen
’t Is geen (vuur)werk

’t Is geen (vuur)werk

Ik heb het hier ooit al eens uitgelegd : vuurwerk is een klassiek voorbeeld van marktfalen. De meeste mensen vinden (zoals ik) vuurwerk mooi, en zijn bereid om daar op tijd en stond iets voor te betalen. Maar zo goed als niemand wil echt genoeg betalen om een vuurwerk tot stand te brengen dat de moeite waard is. En als er toch iemand vuurwerk afsteekt kan ook wie niet betaalt gewoon meegenieten van het spektakel, want het speelt zich in de lucht af. De nadelen voor mens, dier, leefmilieu, … worden niet gedragen door degenen die het vuurwerk afsteken, en worden niet op hen verhaald.

Een goede vergelijking is ironisch genoeg de brandweer : iedereen wil daarvoor wel iets betalen, maar niemand wil alleen opdraaien voor een brandweer die 24u paraat staat. En eens er brandweer is, moet die noodzakelijkerwijs voor iedereen tussenkomen, want als ik wel betaal en mijn buur niet, dan is het laten afbranden van het huis van mijn buur nu eenmaal geen optie – het mijne gaat er mee aan. De politie, het leger, een straat asfalteren, riolering aanleggen… het komt ook in de buurt : ook daar is individueel optreden niet onmogelijk, maar uiterst inefficiënt.

In dit soort geval schrijft de economische wetenschap een overheidsmonopolie voor. In dit geval bijvoorbeeld één keer per jaar een groot, mooi, goed geregisseerd, geluidsarm, veilig, … vuurwerk. En daarnaast niets, of desnoods erg strikt gereglementeerd. Waarbij in principe alleen de overheid nog als klant overblijft, zodat je de privéverkoop ook gewoon kunt verbieden. En je wellicht ook de stekker uit alle veiligheids- en overlastproblemen die zich nu voordoen trekt – want ik weet natuurlijk wel dat niet vuurwerk op zich, maar misbruik en vandalisme problemen veroorzaken, maar het valt moeilijk te ontkennen dat de “wapens” nu wel gemakkelijk voorhanden zijn.

Je regelt dit bij voorkeur Europees, lijkt me, zeker in een grensregio als de onze. Maar ik vind het geen reden om nationaal of lokaal niet zo veel mogelijk te doen, in afwachting. De huidige situatie, met een principieel verbod dat niet te controleren is wegens een overaanbod, het toelaten van bezit van wat je niet mag afsteken en de onmogelijkheid voor de politie om vuurwerkontstekers op heterdaad te betrappen, is alleszins niet bepaald goed beleid.

Dubbelslag

Dubbelslag

Twee dagen gemeenteraad, ongeveer zes uur debat over het meerjarenplan.  Zoals Dirk het achteraf stelde : het is een verdomde plicht om dat debat tot op het bot te voeren, maar veel vreugde valt er niet aan te beleven.  Al is het nog net iets meer enthousiasmerend om er volledig in op te gaan dan om het te beluisteren, denk ik.  Ik mag dus van geluk spreken dat ik het voorrecht had om onze amendementen te verdedigen en onze slotconclusie uit te spreken.

Eigenlijk is het een beetje zoals in een sportwedstrijd waar je een achterstand hebt opgelopen die niet in te halen is : je weet dat de uiteindelijke stemming verkeerd uitdraait.  Maar ook dan moet je acties blijven opzetten om te scoren.  Op het voetbalveld ga je voor dat overbodige eerreddende tegendoelpunt.  Op een rugbyveld blijf je desnoods tot een kwartier na de volledige speeltijd passen geven op zoek naar een try.  Omdat het je plicht is.

De wedstrijd aan het Heuvelplein verliep fair, waarvoor dank.  Maar de spelregels werden door CD&V en sp.a wel ten volle uitgebuit.  Een ontwerpplan neerleggen met wat losse „bullet points” en dan op maandag afkomen met een toelichting van 21 bladzijden waarin het echte beleid vervat zit, zodat dat niet meer in vraag kan worden gesteld of geamendeerd, maar dat hen wel de mogelijkheid gaf om op alle vragen te antwoordden dat er al aan werd gedacht : zo hol je natuurlijk niet alleen de gemeenteraad uit, maar ook alle adviesorganen die zich vooraf over het plan hebben gebogen.  De zogenaamde „prioriteiten” nergens voorleggen of bespreken, zodat ze technisch gezien niet meer kunnen worden aangepast bleek ook een uitstekende obstructietechniek.  Dan beweren dat onze amendementen niet veel voorstellen, omdat ze vooral over die keuze van prioriteiten gaan, vond ik net iets te gemakkelijk.  Via de prioriteitenkeuze betroffen onze 24 amendementen uiteindelijk zowat elke bladzijde van het meerjarenplan, maar daarover kon dus niet worden gediscussieerd. Eigenlijk had dat prioriteitenlijstje in juni of september op de raad moeten komen, met nu de uitwerking.  Dat zou een veel zinvoller debat hebben opgeleverd – maar op CD&V en sp.a rekenen om het debat te bevorderen zou wat te optimistisch zijn, en op de wetgever rekenen om de spelregels te veranderen ongetwijfeld ook.

Uiteindelijk bleek het niet kiezen van prioriteiten vooral een weigering om het beleid te willen beoordelen op resultaten in plaats van op intenties.  Begrijpelijk voor wie zes jaar geleden intenties voorlegde die niet of nauwelijks verband houden met de nadien geboekte resultaten.  De brochure van toen over het meerjarenplan staat in de bib ongetwijfeld in de afdeling fictie.

Dat alles neemt niet weg dat we enkele zinvolle discussies hebben kunnen voeren, dat we hebben kunnen verduidelijken waar de hele raad hetzelfde over denkt (en dat soms dan ook konden verwoorden) en waar de grote verschillen zitten.  Hopelijk kunnen we met name de convergenties aangrijpen om op enkele belangrijke domeinen een draagvlak te creëren.

Met enkele aanpassingen ben ik best tevreden : dat (het streven naar) een Essens Ringland, het voorkomen van zwerfvuil, de huisartsenwachtpost en het aantrekken van dienstenbedrijven nu zwart op wit zijn genoteerd was me telkens het verbale gevecht wel waard.  Dat geldt nog meer voor het stimuleren van tewerkstellingskansen voor mensen met een beperking, waar de combinatie van emotie en logica en zelfs een potentiële wisselmeerderheid nodig bleek om iets op papier te krijgen.  Niets van dit alles gaat de wereld veranderen, maar het maakt ons als raadsleden wel aanspreekbaar op punten die voor veel Essenaren een verschil kunnen maken. Het meest teleurgesteld ben ik over de weigering om de meerwaarde in te zien van het aanwerven of anderszins engageren van een mobiliteitsdeskundige.  Vlot en veilig verkeer laten we veel te veel over aan specialisten in het efficiënt en reglementair aanleggen van straten.  Ik hoop dat ons amendement op dit punt toch nog even nazindert, want zoals we gisteren vaststelden gaat het niet over een verschil van visie maar één van inschatting.  En inschattingen kunnen fout zijn, visies niet…

Onvoorstelbaar

Onvoorstelbaar

Een gemeenteraad voor de geschiedenisboeken zal het wel niet zijn geweest, gisteren. Toch vond ik hem om allerlei redenen leerzaam…

Zo hebben we unaniem het voorstel goedgekeurd om in te tekenen op de kapitaalverhoging van Publi-T. We hebben dus 275.000 EUR belastinggeld van de Essenaren belegd. Waarvan naar schatting 99,9% geen idee heeft wat Publi-T is. Ik ben als enige tussengekomen, en niemand heeft me tegengesproken. Dus vond iedereen dat ik gelijk had – dat is nu eenmaal de logica van besluitvorming in een politiek orgaan.

Ik heb het volgende gezegd : „We weten allemaal waarom we in dit land meer betalen voor energie dan in de buurlanden : omdat de gemeentebesturen worden gefinancierd door dit soort dividenden. Dat is dus eigenlijk een belasting : onze inwoners betalen meer voor hun energie, en wij krijgen dat geld. Het is bovendien geen goede belasting, want we weten allemaal dat wie een hoger inkomen heeft in verhouding minder aan energie betaalt dan wie een lager inkomen heeft, en dat is tegen elk principe van eerlijke belastingen. Om de belasting te kunnen innen moeten we bovendien, zoals vandaag wordt voorgesteld, geld van de burger beleggen, in plaats van het gewoon terug te geven. Het probleem is natuurlijk dat we er niet eenzijdig kunnen uitstappen : dan blijven de Essenaren betalen, maar wij ontvangen niets meer. We gaan dit goedkeuren, maar blijven hopen dat dit ooit eens ten gronde wordt opgelost.

Geen enkele vertegenwoordiger van één van de nationale politieke partij voelde zich geroepen om meteen te zeggen dat ze het in één van de parlementen gingen aankaarten.  Dat is nochtans geen principiële houding, want tegen mijn voorstel om een huisaankooppremie in te voeren kwamen alleen maar argumenten die erop neerkwamen dat het Vlaamse beleid verkeerd zit.

Of dat nu zo is of niet, het ontslaat Essen niet van de eigen verantwoordelijkheid. En verantwoordelijkheid is niet gratis. Hopelijk kunnen we zoals afgesproken de discussie eens voeren in een commissie zonder dat we (een weliswaar verbeterde versie van het) Vlaams Parlement proberen te zijn.

Een ander voorstel dat ik vorig jaar mee indiende kreeg overigens ondertussen wel uitvoering.  Het Jeugdheem heeft een nooduitgang.  Dat in de communicatie niemand het nodig vond om de link te leggen met ons voorstel (zelf zullen we dat uiteraard wel doen) is frustrerend, maar veel minder belangrijk dan het feit dat die nooduitgang er dus echt is gekomen.  Met dank aan iedereen die mee aan de kar heeft getrokken.

En tenslotte werd het voorstel van Joris en Dirk om tussen te komen in de kosten voor security bij evenementen (in de eerste plaats jeugdfuiven) koudweg weggestemd.  Daarbij werd zelfs niet nagelaten om de Jeugdraad voor de kar te spannen.  Die had in een advies aangegeven dat het voorstel in het geheel van de subsidieregeling moest bekeken worden – om zo te vermijden dat de ondersteuning van security ten koste zou gaan van andere subsidies.  Dat vonden wij ook logisch, dus stelden we voor om uitdrukkelijk vast te stellen dat de subsidie bovenop de andere zou komen.  Dat werd dan weggestemd, want het was tegen de wil van de Jeugdraad.  Dit zou ik als Jeugdraadbestuurder een dikke twintig jaar geleden niet hebben gepikt.  Benieuwd wat de huidige generatie ervan denkt…

Neen toch

Neen toch

De belangrijkste beslissing die de gemeenteraad in de loop van de legislatuur moet nemen is in principe de vaststelling van het Meerjarenplan.  Daarin worden voor zes jaar de doelstellingen en plannen van het gemeentebestuur gedefinieerd.  De belangrijkste taak van het schepencollege is om die beslissing voor te bereiden – en nadien de hoofdverantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de beslissing op te nemen.  Het Meerjarenplan komt op 16 en 18 december in de gemeenteraad.  Als laatste fase in de voorbereiding wordt vanaf deze week teruggekoppeld naar de gemeenteraadscommissies en de adviesraden.

De commissie Openbare Infrastructuur beet de spits af, en hoewel ik daar geen lid van ben heb ik het eerste uur van de vergadering bijgewoond, om nadien naar de Algemene Vergadering van de vzw Kobie te gaan.  Dat uur bleek voldoende om zeer teleurgesteld te zijn.  We kregen een Powerpoint voorgeschoteld met de “grote lijnen” van het MJP.  Die bleken vooral te bestaan uit het herhalen van de vrome wensen, vage ideeën en slogans over wat zou moeten zijn uit het bestuursakkoord.  Dat daar een jaar tijd werd ingestoken is niet echt geloofwaardig – het had ook op twee weken in januari kunnen gebeuren.  Er stonden bovendien zaken op de slides waarvan men niet eens kon uitleggen wat ze betekenen.  Zucht.

De concrete, operationele plannen werden op een drafje voorgelezen.  Ze werden niet op papier gezet en opgestuurd omdat wij (degenen die ze moeten goedkeuren) ze anders “verkeerd zouden interpreteren”.  En de details van de plannen kregen we ook niet, die zouden dan later uit het hele Meerjarenplan blijken.  Op die manier ernstig van gedachten wisselen is uiteraard onmogelijk, het voorstel van Meerjarenplan op zijn waarde beoordelen kan ook niet.  Dat wij als gemeenteraadsleden zo behandeld worden is beledigend en onaanvaardbaar, dat de adviesraden hetzelfde lot te beurt zal vallen is schandalig.  Anders kan ik het helaas niet uitdrukken.  Maar het zal wel goedgekeurd worden, zeker.  Waarna we in de gemeenteraad -en ook in de adviesraden- geacht zullen worden om zes jaar te zwijgen, want “alles staat in het Meerjarenplan”.  Hoe jammer voor Essen.