Archief van
Categorie: Essen politiek

De juiste plek

De juiste plek

Gisteren werd een boeiende dag voor zowel N-VA als voor PLE.  De N-VA-dag werd uitgebreid in het nieuws gebracht.  Neen, niet het Essense nieuws, het “grote” nieuws.  N-VA duidde een kandidaat aan voor de post van minister-president, voor die van eerste minister en een Europese lijsttrekker.  Ik vroeg me af of ik dezelfde keuze zou hebben gemaakt.  Het antwoord is ja.  Of tenminste, ik zou hebben gewild dat ik ze had gemaakt, want je moet soms van hard politiek hout gesneden zijn om tot een evidente conclusie te komen.  Want uiteraard is Jan Jambon een geloofwaardig kandidaat-premier (ik blijf er wel bij dat hij nog geloofwaardiger zou zijn als zijn partij niet uit de regering zou zijn gestapt).  Maar voor N-VA is het nogal een stap om onomwonden een kandidaat voor de Wetstraat 16 naar voor te schuiven.  Wantrouwen tegenover een federale regeringsdeelname zit in het DNA van de partij, in de statuten.  Maar het bestuurdersdividend dat de voorbije jaren zorgvuldig werd opgebouwd ten volle verzilveren vergt deze stap.  En natuurlijk is Bart De Wever een geloofwaardig minister-president.  Natuurlijk kan alleen De Wevers kandidatuur aangeven dat de N-VA het Vlaamse niveau hoger inschat dan het federale – niemand anders komt boven Jambon uit.  En Geert Bourgeois is een geloofwaardig Europees kandidaat én een sterke lijsttrekker.  Ook die dubbelslag ligt niet voor de hand – op Verhofstadt na (ten laatste male dan wellicht) denk ik niet dat een andere partij echt in de combinatie zal slagen.  En ja, de keuze maakt brokken.  In Antwerpen, in de eerste plaats.  Maar ze komt de coalitiepartners aldaar alvast niet slecht uit, en de oppositie rijdt zich onvermijdelijk vast in de dubbele eis dat De Wever moet blijven én dat De Wever weg moet.  Ik vermoed ook dat De Wever titelvoerend burgemeester zal blijven.  En in de realiteit of de beeldvorming toch ook “schoonmoeder” van het stadsbestuur.  Voor de Antwerpenaar verandert er wellicht in de praktijk niet zo veel, maar voor de verkiezingscampagne is het een wereld van verschil…

Alleszins maken de beslissingen duidelijk dat N-VA alles op alles zet voor de verkiezingen én blijft mikken op een breed kiezersveld.  Het zal zorgvuldig navigeren worden in de komende maanden.  Het worden ook voor de Essense N-VA-collega’s alvast boeiende maanden.

PLE blijven dergelijke keuzes bespaard.  Toch hebben we gisteren op de Algemene Ledenvergadering óók belangrijke keuzes gemaakt.  We hebben Geert als voorzitter bevestigd en voor het eerst sinds 2007 ook een ondervoorzitter aangeduid in de persoon van Tom Hufkens.  Bovendien heb ik de ledenadministratie overgedragen; eigenlijk vooral omdat die wat te veel werk begon te worden – en ja, dat zegt iets over ons ledenaantal.  Verder wisselden we uitgebreid van gedachten over verschillende beleidsdomeinen in onze gemeente.  Die discussies gaan we nu vertalen naar de N-VA/PLE-fractie en van daaruit naar initiatieven in de gemeenteraad.  Ook boeiend – en het maakt me als “stichter-voorzitter” ook trots op mijn partij.

Tenslotte vergaderde gisteren voor het eerst het “Bijzonder Comité van de Sociale Dienst” in zijn nieuwe samenstelling en volgens de principes van het nieuwe decreet “Lokaal Bestuur”, dus “ingekanteld” in de gemeente.  De feedback die ik kreeg maakt me een beetje ongerust : het is echt wel van belang dat er aan elk individueel dossier voldoende tijd en aandacht wordt gegeven, en dat er ruimte is om over de beslissingen te discussiëren.  Ik hoop dat ook de andere partijen hun leden van het comité hebben gekozen op basis van hun bereidheid om precies dát te doen.  Daarin zit namelijk de meerwaarde van het BCSD.  Of hoe de juiste casting in de politiek op alle niveaus een belangrijke vraag is…

Plichtsbesef

Plichtsbesef

En zo zijn we er dus aan begonnen.  Gisteren hebben we met 25 raadsleden de eed afgelegd.  24 daarvan rechtstreeks verkozen door de Essenaar, 1 omdat Ludwig Caluwé (CD&V) voor de tweede keer op rij besloot om zijn mandaat niet op te nemen.  Nu goed, hij wekte ook vóór 14/10 nooit de indruk dat hij dat wel zou doen.  Met 25 vormen we samen de gemeenteraad, het hoogste beslissingsorgaan van het gemeentebestuur.  Ik ben blij dat ik daar opnieuw bij mag horen.  Het is een eer om de Essenaren te vertegenwoordigen.

Met N-VA/PLE vormen we de grootste fractie in de raad, met 10 leden.  CD&V telt er 9, sp.a 4 en het Vlaams Belang 2.  Die verhouding vertaalde zich op de installatievergadering bijvoorbeeld al bij de afvaardiging vanuit Essen in de politieraad van de zone Grens.  Wij sturen daar 3 vertegenwoordigers naartoe, CD&V 2 en sp.a 1.  Maar die afvaardiging is proportioneel, heel wat andere beslissingen worden bij meerderheid genomen.  De samenstelling van het schepencollege en de aanduiding van de voorzitter van de raad zijn daarvan de belangrijkste.  Ook die beslissingen werden gisteren genomen.  CD&V en sp.a verdeelden die mandaten onderling, telkens op basis van aktes die door 13 van de 25 raadsleden werden ondertekend.  Krap, maar zij vormen dus “de meerderheid”.  In een democratie is er daarvan ook een tegenhanger (in een dictatuur niet) : er is ook een “minderheid”, die meestal met de term “oppositie” wordt aangeduid.  Niemand -op wellicht hier of daar een PVDA’er of VB’er na- doet aan verkiezingen mee met het expliciete doel om in de oppositie te zetelen.  Als partij de meerderheid vormen, of een coalitie sluiten die een meerderheid haalt, is het opzet.  Maar tenzij de kiezer je alle kaarten in de hand geeft, kan het gebeuren dat je in de oppositie belandt.  Dat is vaak een ondankbare taak.  Maar ze is van levensbelang voor ons democratisch systeem, en ze kan bijdragen tot een beter bestuur.  Iemand moet ze dus opnemen.

Wat doet de oppositie ? De bekendste definitie, die aan Lord Randolph Spencer Churchill wordt toegeschreven, is “The duty of an opposition is to oppose”.  Dat klopt maar ten dele, wat mij betreft.  Het is inderdaad belangrijk om aan te tonen dat er vaak ook een ander beleid mogelijk is, om de mensen te vertegenwoordigen die het niet eens zijn met de beslissingen die er worden genomen.  Maar dat is niet vrijblijvend : het algemeen belang moet blijven vooropstaan, en ook alternatieve beleidsvoorstellen moeten onderbouwd en verantwoord zijn.  Bovendien is er meer te doen dan “to oppose”.  Controleren, bijvoorbeeld.  Of beslissingen wel volgens de regels tot stand komen.  Of het bestuur correct en integer handelt.  Of beslissingen die genomen worden ook zo worden uitgevoerd als ze bedoeld waren.  En uitdagen.  Proberen de bestuurders ertoe aan te zetten om hoger te mikken, beter te doen, een groter draagvlak te zoeken, kwalitatieve beslissingen te nemen.

Het is geen eenvoudige opdracht, dat oppositievoeren.  Vaak leidt ze ook vooral tot onbegrip.  Bij de bevolking, omdat het overkomt alsof je enerzijds niets kan bereiken en anderzijds vooral probeert “stokken in de wielen” te steken.  Bij de bestuurders, die vaak vinden dat ze het probleem al langs alle kanten bekeken hebben vooraleer ze ermee naar de gemeenteraad komen, en dan niet begrijpen waarom ze dat proces nog eens over moeten doen, nog eens moeten verantwoorden.  Of die het er moeilijk mee hebben dat je hen niet “vertrouwt”.  Bij ambtenaren, die je extra werk bezorgt en die het er lastig mee hebben dat zij vaak niet zelf kunnen uitleggen waarom een maatregel wel goed is, maar dat aan de bevoegde schepen moeten overlaten.  Aan hen allen alvast onze excuses – we doen gewoon onze plicht.  Niet meer, maar ook niet minder.

De N-VA/PLE-fractie heeft besloten om mij aan te stellen als voorzitter.  Daarmee ben ik de facto de “leader of the opposition”, al kent ons systeem die functie niet echt – in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Britse Parlement, waar het een formeel erkende rol is.  Ik ga proberen dat zo goed mogelijk te doen.  Gelukkig sta ik er niet alleen voor – ik daag élke andere gemeente uit om 10 even sterke oppositieraadsleden voor te stellen als het N-VA/PLE-team.  We gaan heel hard werken, in “de oppositie”.  Ik kijk er al naar uit.  Maar vergis u niet : we blijven op elk moment bereid om het beleid in Essen over te nemen.

Startschot voor de boeg

Startschot voor de boeg

Gisteren werd de nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd. Namens N-VA/PLE ben ik als volgt tussengekomen…

Voorzitter, burgemeester,

Ik heb opmerkingen bij dit en het volgende agendapunt. Vooraleer ik daartoe kom wil ik wel graag eerst namens de grootste fractie in deze raad alle verkozenen feliciteren met hun mandaat. Samen hebben wij van de Essenaren de opdracht gekregen om deze gemeente zes jaar te besturen, en hopelijk kunnen we dat ook in een goede samenwerking doen – dat vooral niemand ons komt vertellen dat een andere vergadering dan deze raad het laatste woord heeft in Essen.

We hebben de voordrachtsakte voor een voorzitter en voor de schepenen bekeken. Ze zien er formeel allemaal correct uit. Maar we vinden het onbegrijpelijk dat de wens die de vorige raad had uitgesproken om een voorzitter te kiezen na een discussie met alle raadsleden niet wordt waargemaakt. Meer nog, er is zelfs niet aan gedacht om de mening te vragen van de grootste fractie in deze raad. We kunnen alleen maar hopen dat de nieuwe voorzitter in tegenstelling tot de uittredende voorzitter de kans grijpt om deze raad echt te sturen en zo het vertrouwen van onze fractie te winnen.

Wat het schepencollege betreft, is het voor ons duidelijk dat de voorgestelde samenstelling niet de wil van de Essense kiezer weerspiegelt. Die vroeg op 14 oktober om een bestuur onder leiding van N-VA/PLE, om een bestuur met mensen van deze kant op die banken [de schepenbanken]. We hebben daarvoor de hand uitgestoken, maar de uittredende coalitie heeft besloten om de kiezer, en minstens een deel van de eigen achterban, te negeren en met een zetel minder verder te gaan. Goed, dat is dan de keuze van CD&V en sp.a. Tot daaraan toe. Maar dat die partijen zich vervolgens in de meest vreemde bochten hebben gewrongen om die keuze te proberen te verantwoorden is bij heel veel Essenaren erg onrespectvol overgekomen, ook bij veel van de CD&V- en sp.a-kiezers, en heeft eerlijk gezegd ook de mensen die hier zitten, pijn gedaan.

Na een campagne waarvan we allemaal vinden dat ze fair verliep, werd de integriteit van onze mensen in vraag gesteld. Ons programma waar vóór de verkiezingen niet op was ingegaan werd uit de context getrokken en dan onmogelijk genoemd. En de sp.a suggereerde dat de ideologische afstand zo groot is dat er eigenlijk sowieso niet kon worden samengewerkt – wat totaal ongeloofwaardig is voor wie wel eens in deze raadszaal komt, en nog ongeloofwaardiger voor wie de voorbije weken de coalitievorming heeft gevolgd in een wat grotere stad niet zo ver hier vandaag. Collega’s, was dat nu echt allemaal echt nodig ?

Dit college start ook daarom zonder ons vertrouwen. We gaan u niet feliciteren, dat zou niet passen tegenover onze kiezer. We gaan u wel succes toewensen, want dat is uiteraard in het belang van Essen. We gaan u ook de kans bieden om dat vertrouwen op te bouwen. Niet alleen door deze tien raadsleden ernstig te nemen, maar vooral door een beleid uit te werken met en voor alle Essenaren.

Graag herinneren we ook nog even aan de woorden van één van de oude en nieuwe schepenen, die een half jaar of zo geleden stelde dat een meerderheid van 13 te krap zou zijn. Niet onze woorden, maar ik hoop voor u dat u zorgt voor een groter draagvlak voor uw beleid, zodat ik ze niet te dikwijls moet herhalen. We hebben begrepen dat u van plan bent om daarbij ook rekening te houden met ons programma bij het opstellen van een bestuursakkoord. Dat is een begin, en we zijn met heel Essen benieuwd wanneer we na de mandatenverdeling ook iets over de inhoud van het beleid gaan vernemen, maar weet dat we er altijd van overtuigd zullen blijven dat we dat programma zelf het beste kennen en ook zelf beter zouden kunnen uitvoeren dan wie ook.

Maar goed, dat heeft dus niet mogen zijn. Voor het eerst in de Essense geschiedenis zit de grootste fractie in de oppositie. We gaan ons constructief opstellen, zoals deze raad dat van ons gewend is. Goed beleid gaan we blijven steunen, fout beleid bevragen, bekritiseren en vooral alternatieven voorstellen. Het worden belangrijke jaren voor Essen, en wij willen de verantwoordelijkheid daarvoor alvast niet uit de weg gaan.

In de startblokken

In de startblokken

Niet alleen het nieuwe jaar, ook de nieuwe legislatuur nadert met rasse schreden.  Vanaf 2 januari worden in alle Vlaamse gemeenten nieuwe gemeenteraden geïnstalleerd.  In de meeste gevallen moesten daarvoor meerderheidscoalities worden gevormd.  Vaak ging dat snel (of te snel, zoals in Essen), maar op sommige plekken had het wat meer voeten in de aarde.  De meeste van die moeilijkheden waren op 14 oktober al perfect voorspelbaar, trouwens.

Dat het vormen van een meerderheid in Antwerpen niet zo eenvoudig zou zijn, stond wellicht zelfs al vóór 14 oktober vast.  Centrum-rechts verderzetten had gekund, maar N-VA had duidelijk niet echt veel zin meer in een verdere samenwerking met CD&V.  Toen dan nog bleek dat de meerderheid maar één zetel overhield, was het lot van de uittredende coalitie al snel beklonken.  Dus moest de rechts-linkskloof overbrugd worden.  Ik had van bij het begin het gevoel dat de sp.a daar méér zin in had dan Groen, én dat Bart De Wever Jinnih Beels een stuk beter vertrouwde dan haar groene collega’s.  Dat ook Open Vld dan nodig was voor de meerderheid was een pluspunt, omdat de partij zo de schakel kon vormen met de voormalige bestuurspartij die nu plots de kans kreeg om terug mee op het Schoon Verdiep te geraken.  Uiteraard vergde het grote inspanningen om de meerderheid rond te krijgen, en natuurlijk was het geen evidentie om de sp.a-achterban te overtuigen.  Maar uiteindelijk lijkt het me een betere keuze om mee te besturen dan aan de kant te blijven staan : elke trendbreuk zal immers sowieso op het conto van de sp.a komen, die daarnaast altijd zal kunnen uitleggen dat ze ook niet álles konden veranderen.  Al zal N-VA zes jaar lang moeten opletten dat ze de eigen wil niet te ver doordrijft en dat ze in Brussel niet stukmaakt wat ze in Antwerpen opbouwt – en dat is wellicht óók een goede zaak voor N-VA zelf.  Ik verkies principieel geel-blauw-groene coalities, maar Groen toonde te weinig honger om te besturen en te veel koudwatervrees – het zou volgens mij een Mieke Vogels niet zijn overkomen.  Deze geel-rood-blauwe meerderheid ziet er wat mij betreft alvast redelijk veelbelovend uit.

Een andere gemeente waar de puzzelstukken erg laat in elkaar vielen was Ninove, en ook daar werd met veel belangstelling van buiten de gemeente zelf naartoe gekeken.  Forza Ninove mag dan wel niet de naam van het Vlaams Belang dragen, dat de partij wordt aangevoerd door een Belang-parlementslid maakt dat ze daar niet mee wegkomen.  De patstelling tussen Forza enerzijds, de combinatie Open Vld-Samen anderzijds en de N-VA die na een zwaar verlies en een ongetwijfeld bijzonder moeilijk intern besluitvormingsproces principieel voor de oppositie koos moest op één of andere manier leiden tot een “buigen of barsten”.  Uiteindelijk barstte de partij met de meest precaire strategie, wat niet zou mogen verbazen.  Toch is er zelden een Vlaamse gemeente zo dicht bij een extreem-rechts bestuur gekomen.  Eigenlijk zou in dit soort situaties de “burgemeester van buiten de raad” misschien toch uit de institutionele mottenballen moeten worden gehaald.  Ninove lijkt behoefte te hebben aan iemand die een maatje groter is dan de verkozenen…

Zo schieten er alleen Borsbeek en Linkebeek nog over.  In twee gevallen gaat het alleen nog over de juiste verdeling van de mandaten, want behalve in de grootsteden is ook dat een constante in Vlaanderen : er wordt zo goed als overal eerst en vooral over mandaten onderhandeld, daarna over inhoud.  Zo hebben we in Essen ook nog geen letter van het bestuursakkoord gezien (hoewel het toch zou zijn goedgekeurd door de beide partijen…).  Wat juist het probleem in Linkebeek is, ontgaat me een beetje – normaal is élk probleem daar een taalkwestie, maar dat lijkt nu toch niet het geval.  In Borsbeek ziet iedereen die met de geplogenheden van de lokale politiek vertrouwd is dat er daar een schepenmandaat gedeeld zou moeten worden.  Er zal wel een heel specifieke reden zijn waarom die afspraak vooralsnog niet is gemaakt, maar ik vermoed dat er nog wel een oplossing uit de bus gaat komen.

In elk geval lijkt de kans groot dat de hele procedure in het Gemeentedecreet die tot een bestuur moet leiden in gevallen dat er geen meerderheidscoalitie kan worden gevormd nergens zal worden gebruikt.  Gelukkig maar, want ze rammelt nogal, vooral omdat ze niet toelaat om ook een burgemeester te kiezen.  Wat niet betekent dat ik een fan ben van de “normale” procedure, die tot een ondoorzichtige en vaak overhaaste coalitievorming leidt.  Al is dat evenzeer een gevolg van onze politieke cultuur (of het gebrek daaraan) dan van de procedure zelf.

Hoe dan ook treedt er in de komende dagen een bonte verscheidenheid van gemeenteraadsleden, burgemeester en schepenen aan.  En “voorzitters van het Bijzonder Comité”, voor wie een elegantere titel ook had overwogen kunnen worden.  Hopelijk hebben ze het allemaal goed voor met hun gemeente en houden ze zich niet alleen aan de eed om de “verplichtingen van (hun) ambt trouw na te komen”, maar doen ze dat ook met inzet en doortastendheid !

Turning the page

Turning the page

De laatste “politieke” vergadering van het jaar ? Voor mij ging die eer alvast naar de Algemene Vergadering van de vzw Turnhal Essen.  Dat “politieke” is heel relatief, want het gemeentebestuur is maar één van de partners in het project waarvoor vooral Gympuls en de Mariabergscholen de handen in elkaar hebben geslagen.  Het project kende een valse start, en om de puzzelstukken in elkaar te laten vallen moest een nog ingewikkelder structuur opgezet dan de andere waarin het Essens gemeentebestuur participeert, en dat wil wat zeggen.  Maar ik heb gisteren vooral kunnen vaststellen dat de puzzel nu inderdaad ook echt klopt – en die structuur is een noodzakelijk kwaad, vrees ik.  Op papier zitten er hier een daar nog wel wat haken en ogen aan, weliswaar, maar met enige juridische voorzichtigheid en mogelijk spitsvondigheid valt daar wel aan te verhelpen.  Ook het gebruik door andere scholen en verenigingen dan de initiatiefnemers moet nog verder worden doordacht – een gemeentebestuur moet nu eenmaal voor een gelijke behandeling staan.  Maar de bouw zelf loopt voorspoedig en gaat ook leiden tot een zeer mooie hal, die uiteindelijk op een economisch verantwoorde manier wordt gerealiseerd.

Voorzitster Brigitte Quick noemde het samenwerkingsverband dat tot stand is gekomen een “model”, en ik denk dat ze daar gelijk in heeft.  Prioriteit is nu om te zorgen dat er volgend jaar op 1 september geturnd kan worden in de hal.  Ik supporter alvast mee…

(Foto : Gympuls)

Ten einde raad

Ten einde raad

Eergisteren stond de laatste gemeenteraad van de legislatuur op het programma.  Hoewel de sfeer van zo’n raad per definitie een beetje lijkt op die van de laatste schooldag, waar er niet écht meer iets wordt bijgeleerd, kregen we toch nog een beetje een “best off” van de voorbije jaren, met een verwijzing naar het zwembad en vragen over Over d’Aa en de camera in Hoek.  De burgemeester gaf ook zelf een overzicht, en vergat ook de stekelige dossiers niet.  Zelfs de rode beuk zaliger gedachtenis, die gekapt werd op het kerkhof om elders in vrede te rusten (!) haalde zijn lijstje.

Maar de raad bood natuurlijk in de eerste plaats de gelegenheid om afscheid te nemen van een aantal mensen.  Bij ons komen Thomas Dekkers en Agnes Broos niet meer terug.  Elk op hun eigen manier hadden ze genoeg van de gemeenteraad, elk op hun eigen manier waren ze nochtans een meerwaarde voor de raad.  Ik ga ze missen.  Ik ga ook Katrien Somers missen, al komt die misschien als opvolger nog terug in de loop van de legislatuur.  We werden 12 jaar geleden samen voor het eerst verkozen, en het gezond verstand, de soms dwarse kijk en het relativeringsvermogen van Katrien heb ik altijd gewaardeerd.  Ook Bianca De Backer nam afscheid, maar ook zij staat op onze opvolgerslijst, dus hoop ik vooral op een goede samenwerking in de toekomst.

Ook bij de andere partijen nemen een aantal mensen afscheid.  Arno Aerden omschreef zijn partijgenoot Cois Veraart als een stille kracht.  Ik heb met Cois nog samen in de OCWM-raad gezeten, en kan bevestigen dat hij een “valse stille” is.  Hij kan zijn standpunt overbrengen met zijn ogen, en als hij toch iets zegt dan worden de kaarten meteen verlegd.

Frans Schrauwen hangt zijn sjerp aan de haak.  Na 42 jaar gemeenteraad, alsjeblief.  Waarvan 10 als burgemeester en 20 als schepen (als ik me niet vergis…).  Jan Suykerbuyk herinnerde eraan dat ik hem hier met Boris Johnson heb vergeleken.  Laat ik dat toch maar even nuanceren : Frans heeft een veel groter verantwoordelijkheidsgevoel.  Maar hoe ik over Frans denk heb ik hier al verschillende keren uitgeschreven, want hij laat nu eenmaal niemand onberoerd.  Het ga hem goed.

Ook Imelda Schrauwen stopt ermee.  Ze was de voorbije zes jaar mijn buurvrouw in de gemeenteraad, maar eigenlijk was ze er maar als “waarnemer”, want OCMW-voorzitter.  Imelda is vaak onderschat, en ook ik heb daar een paar keer mijn tanden op stuk gebeten.  Eén van haar sterkste kanten is alleszins dat ze zelden iets persoonlijk opvat.  Waarvoor dank – en nog veel gelukkige jaren toegewenst.

Jokke Hennekam stopt als schepen, maar wordt wel fractievoorzitster van de sp.a.  En politieraadslid.  Dat ze over beide nog meer verbaasd is dan ik, maakt dat ik daar maar moeilijk commentaar op kan geven…  Jokke heeft niet zo veel met Frans gemeen, behalve een héél groot hart voor onze gemeente en voor al wie er actief is, en een grote inzet voor haar mandaat.  Jokke kan bovendien ook zichzelf relativeren, en dat is in de politiek niet ieders sterkste kant.  Dat maakte het soms ook niet zo gemakkelijk om met haar te discussiëren : als je toegeeft dat je misschien zelf niet helemaal gelijk hebt, maakt het dat voor je tegenstander niet altijd eenvoudiger.  Volgens mij gaat ze dat wel goed doen, dat raadslid-zonder-schepenambt zijn.  Ik kijk er al naar uit.

Verder zien we Chris Van Hees, Judith Francken en Siegfried Heylen niet meer terug.  Ook aan hen mijn dank voor de samenwerking.

Bij N-VA/PLE namen we ook afscheid van onze fractievoorzitter, al blijft Dirk Smout natuurlijk wel in de raad.  Ik mocht het afscheidswoordje uitspreken (en de wijn voorzien…) en zei dit : “We nemen vandaag afscheid van een aantal mensen die al veel jaren in allerlei verschillende functies hebben meegedraaid, en ik sluit me graag bij de dankwoorden aan, maar er is maar één raadslid dat hier al 24 jaar dezelfde rol vervult.  Dirk is vier legislaturen lang onze fractievoorzitter geweest.  Van een eenmansfractie zijn we in die periode vertienvoudigd, maar zijn inzet, zijn scherpe tong en opmerkingsvermogen zijn altijd dezelfde gebleven.  Dirk was al die jaren onze spits, maar ook onze coach en spelverdeler.  Als spits blijft hij op het terrein staan -jullie zijn nog lang niet van hem af, en wij ook niet trouwens- maar als spelverdeler geeft hij de fakkel door.  Dirk is een man van principes : toen hij aankondigde dat hij stopt als fractievoorzitter gaf hij meteen aan dat hij geen cadeau wil.  Dat hield hij twee seconden vol, om dan aan te geven dat hij wel een fles wijn wil.  We hebben 24 jaar naar hem geluisterd, dus gaan we hem nu ook niet meer tegenspreken.  Dirk, bedankt.”  Het weze bij deze herhaald.

Zelf kijk ik met gemengde gevoelens terug op de voorbije legislatuur, maar die heb ik hier al vaak kunnen verwoorden.  Ik kijk er vooral naar uit om op 2 januari met frisse moed opnieuw aan de slag te gaan.  Voor een veilig, leefbaar, actief en welvarend Essen, zoals we dat bij de verkiezingen aankondigden.  En als we dat aankondigen, dan gaan we dat natuurlijk ook gewoon doen !

(Foto : Roger Van Ginderen)  

Te Wapen ?

Te Wapen ?

Gisteren stond de voorlaatste gemeenteraad in de huidige samenstelling op het programma.  Die verliep in een goede sfeer.  Mogelijk hadden de felicitaties voor ons huwelijk aan het begin van de raad daarmee te maken – waarvoor veel dank aan mijn collega’s.  Het belangrijkste formele agendapunt was ongetwijfeld de meerkost voor de werken aan Over d’Aa.  Ik heb het zelf altijd lastig met dat soort meerkosten die achteraf opduiken, en vraag me dan vaak af waarom ze niet konden voorzien op het ogenblik dat aan de gemeenteraad gevraagd wordt om een budget uit te trekken.  Voor een aantal kosten is daar dan vaak toch een goede uitleg voor.  Zo is het fietspad op Over d’Aa op vraag van de raad anders uitgevoerd dan eerst was voorzien.  Maar soms loopt het de spuigaten uit, en dat was voor ons hier duidelijk het geval : Over d’Aa bleek een lijdensweg, en dat die nu ook nog méér kost dan voorzien is er wat ons betreft ver over.  Hopelijk wordt de meerkost zo veel mogelijk teruggevorderd van het studiebureau dat aan de basis ligt van een groot deel ervan.

Niet op de agenda, maar toch interessant was de discussie over de herbestemming van het voormalige Wapen van Essen (op zich al de reïncarnatie van een café dat zich elders in Essen bevond).  Het was mij uiteraard ook al opgevallen dat daar verbouwingswerken aan de gang zijn, en de voorbije weken verscheen in de pers het vermoeden dat er een moskee zou worden ingericht.  Voldoende stof om een vraag over te stellen.  Zoals hij ook al  in de pers had gedaan, antwoordde de burgemeester dat een vzw van islamitische Essenaren (de vzw Esselem) er een ontmoetingshuis wil creëren.  Geen moskee – al laat de website van de organisatie daar toch wel wat twijfel over bestaan.

Eerlijk is eerlijk : zoals hij eerder in dit soort discussies al deed vond Gaston ook nu de juiste toon, al gaf hij ook de indruk dat zijn gesprek met de betrokkenen hem met meer vragen dan antwoorden had achtergelaten.  Maar de krijtlijnen moeten duidelijk zijn : een horecazaak verbouwen tot een andere horecazaak mag zonder vergunning en er is ook in Essen vrijheid van godsdienst en van vereniging.  Hij betreurde bovendien terecht dat de zaak op sociale media door sommigen werd aangegrepen om gratuit uit te halen naar islamitische medemensen.  Anderzijds vond hij het jammer dat de betrokkenen blijkbaar te weinig de weg vinden naar het bestaande Essense socio-culturele aanbod.

Thomas Dekkers versterkte terecht dat laatste punt : het zou bijzonder te betreuren zijn als er een tweede “lokaal dienstencentrum” zou ontstaan, maar dan enkel voor één geloofsgemeenschap.  Thomas’ afgewogen tussenkomst onderlijnde overigens ook nog eens hoe jammer het is dat hij op 14 oktober niet meer op de verkiezingslijsten stond.  Guy brak een lans voor een gestructureerder integratiebeleid, ook een nuttige aanvulling.  Ik heb zelf nog gevraagd of we weten hoe de vereniging gefinancierd wordt, maar dat bleek niet het geval.

Een moskee maken van de ruimte is een functiewijziging, en daar is een vergunning voor nodig, dat bleek één van de besluiten.  Dan zou het dossier dus in principe in handen van het schepencollege komen.  Dat lijkt me stedenbouwkundig heel strikt geredeneerd, maar daarom niet noodzakelijk verkeerd.  Alleen ben ik er nadien inhoudelijk over gaan nadenken.  Ik deel heel sterk de zorg dat er geen parallel socio-economisch circuit voor één bevolkingsgroep mag ontstaan, zeker niet op etnische basis (want laten we een kat een kat noemen, de islamitische Essenaren hebben nu eenmaal vaak een andere afkomst dan de niet-gelovige of katholieke Essenaren).  Een theehuis, ontmoetingscentrum, … zou dus te betreuren zijn.  Maar wat de islamitische Essenaar onvermijdelijk van de anderen onderscheidt is natuurlijk de godsdienstbeleving zelf.  Je kan een islamiet nu eenmaal moeilijk verwijten dat hij zich niet naar een kerk of synagoge begeeft om te bidden.  De vraag naar een gebedsruimte is dan misschien op zich nog de meest onschuldige.  In de hoop dat ze na dat gebed dan een koffietje of een muntthee gaan drinken in Onder Den Toren of in het Volkshuis.  Anderzijds weten we natuurlijk ook dat niet elke vorm van islam (of de politieke vertaling die eraan gegeven wordt) zich zo maar gemakkelijk verhoudt met de waarden die we in onze samenleving vooropstellen, en zijn we daar terecht beducht voor.  En blijkt elders dat de hoop die ik net uitsprak niet zo eenvoudig gerealiseerd wordt.  Niet gemakkelijk.

Ik heb op de raad gisteren begrepen dat we het (uiteraard op extreem-rechts na) in grote lijnen eens zijn over de doelstelling die we nastreven.  We moeten wel nog eens goed nadenken hoe we die willen bereiken.  En onszelf en elkaar ook de ruimte geven om ons wat ongemakkelijk te voelen in deze discussie, die hoe dan ook nieuw is voor Essen.

Mens, erger je niet

Mens, erger je niet

Politiek is mensenwerk.  Sport ook.  Twee wielrenners die samen naar de meet rijden en dan in een millimeterspurt uitmaken wie er wint.  Misschien voelt de verliezer zich bekocht : waarom deed die andere geen meter kop ? Dat kan dan een boze blik opleveren, misschien wat harde woorden.  Maar zo goed als altijd volgt nadien de verzoening : de winnaar deed ook zijn job en reed voor wat hij waard was.  Van sporters wordt aanvaard dat ze elkaar als collega’s behandelen, als vrienden, ook als ze tegen elkaar uitkomen.  Van politici vinden mensen dat soms raar.  Hoe kan je nu tijdens de vergadering zo hard discussiëren, en nadien samen iets gaan drinken ? Hoe kan je proberen elkaars machtspositie te ondermijnen of af te nemen, en daarna toch vriendschappelijk met elkaar blijven omgaan ? Sommigen in de politiek vinden het zelf ook moeilijk om die “klik” te maken.  Toch is het niet alleen normaal, het hoort ook zo.  Ik ben ervan overtuigd dat je anders op termijn de democratie ondermijnt.  Een beetje op zijn Amerikaans, waar als maar meer “tribaal” met elkaar wordt omgegaan, waar opgeroepen wordt om politieke tegenstanders op te sluiten, bijvoorbeeld.

Toegegeven, het is niet altijd gemakkelijk.  Politiek kan hard zijn, en soms wordt er niet proper gespeeld.  De verleiding om “op de man” te spelen is soms groot, het onderscheid tussen iemands persoon en iemands kwaliteiten is soms diffuus.  Ook voetballers zullen wellicht na de match een verschil maken tussen een harde maar zuivere tackle, en een vuile fout.  Ik heb me hier ook al wel eens druk gemaakt over een gebrek aan collegialiteit, een gebrek aan respect of een pure pesterij.  Ik probeer zelf (maar ben feilbaar) om de grens angstvallig te bewaken, maar als het nodig is schuw ik de harde tackle niet – als die nodig is om mijn punt te maken, om mijn gelijk te bewijzen, om mijn visie te realiseren.  En misschien lijkt die dan wel eens persoonlijk bedoeld.  Of wordt die ten onrechte zo voorgesteld.  Als oppositielid kan je nu eenmaal ook niet verbergen dat je mensen hun functie als persoon misschien wel gunt, maar als politicus liever zou hebben dat ze die de volgende dag kwijt zijn.  Dat lijkt soms hard, maar het is ten gronde maar juist even hard dan degene die wel op de stoel zit en geen plaats wil maken voor mij…

Na een faire campagne volgde in Essen een moeilijke verkiezingsuitslag, en een coalitievorming die op de verhouding tussen politieke partijen heeft ingewerkt.  Ik weet dat sommigen dat niet zullen begrijpen, maar ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat mijn opinie over de mensen in geen van de andere partijen in de voorbije weken veranderd is.  Degenen die ik als persoon waardeerde, waardeer ik nog steeds.  Ik voel me zwaar getackeld (dat zal hier al wel gebleken zijn), en zal met plezier meedenken over het tactisch plan om de volgende keer met onze ploeg niet alleen als eerste over de streep te komen, maar ook op het podium te staan.  Vooraleer de anderen binnenkomen, zelfs.  Om zo onze visie op een beter bestuur voor Essen te realiseren.  Maar degenen tegen wie we die wedstrijd zullen rijden zijn tegenstanders, geen vijanden.  Goede mensen, met verkeerde inzichten.

 

D+3

D+3

De dag nadien.  Gisterenavond heeft sp.a ons laten weten dat ze beslist hebben om verder te besturen met CD&V.  Laat ik eerst maar stellen dat dit hun recht is.  Het staat in de spelregels dat dit mag.  Maar het kan natuurlijk ook heel anders.

Coalitiebesprekingen in Vlaanderen zijn iets raars.  In Nederland wordt er na de gemeenteraadsverkiezingen een paar dagen gewacht, want verstandige beslissingen vragen om een beetje bedenktijd – en slaaptijd.  Daarna komen alle partijen samen om de mogelijkheden te bespreken.  Er wordt een formateur aangeduid, die op basis van inhoudelijke overeenkomsten naar een meerderheid zoekt.  Dat proces leidt tot een nieuw college.

In Vlaanderen niets van dat alles.  Het gewoonterecht zegt twee dingen : tenzij je in een grote stad woont moet alles zo snel mogelijk beklonken zijn, en de grootste partij mag eerst initiatieven nemen.  Zondagnamiddag hebben we dus sp.a en CD&V uitgenodigd voor een gesprek.  We hebben hen uitgelegd waar we inhoudelijke overeenkomsten en verschillen zagen, en hoe we dachten aan een nieuw schepencollege te raken.  We hebben hen duidelijk gemaakt dat alles besproken kon worden, ook de burgemeesterssjerp.  Met sp.a zijn er op zondag en maandag verdere (korte) gesprekken geweest, CD&V hield de boot af.  De sp.a gaf aan dat het voor hen om een moeilijke keuze ging.  Dat ze alle argumenten voor en tegen verschillende meerderheden gingen afwegen.  We hebben loyaal geprobeerd om hen daarbij te helpen.  Maar ze hebben het proces niet afgerond.  Op maandagavond kregen we een uitnodiging voor een gesprek op dinsdagavond, voor verdere verduidelijkingen.  Op dat gesprek werd uiteindelijk alleen meegedeeld dat CD&V en sp.a hun coalitie gingen verderzetten, ondanks de grotere inhoudelijke overeenkomsten tussen sp.a en N-VA/PLE.

Nogmaals, dat mag.  Het is volgens het boekje, en we kenden dat boekje toen we een lijst indienden voor deze verkiezingen.  Of het een correcte manier van werken is, is natuurlijk een andere vraag.  Ik geloof in mensen, dus ga ik er toch maar vanuit dat dit geen doorgestoken kaart was, en dat de collega’s van CD&V en sp.a zichzelf en ons nog in de ogen kunnen kijken.  Het stoort me wel enorm dat CD&V in de communicatie nu de twee stemmen verschil tussen ons en hen gaat minimaliseren.  We hebben het hier wel over mensen, niet over cijfers na de komma.  Elke twee Essenaren, neen élke Essenaar zie zondag gestemd heeft verdient respect.  Een woord waar CD&V anders de mond van vol heeft…

Ik ga de Conservatieve Coalitie niet feliciteren.  Dat verdienen ze niet.  De Essenaar koos voor een vooruitstrevend, ja zelfs een progressief alternatief.  Zich verbergen achter de onwenselijkheid van een coalitie met N-VA is dan ook onzin.  Over in Vlaanderen zien we dezer dagen coalities tot stand komen met N-VA en met Groen en/of sp.a.  Mogelijk volgt zelfs Antwerpen.  Ik zou dat toejuichen, want ik heb in de voorbije campagne veel respect gekregen voor Jinnih Beels.  Ook al gaat mijn voorkeur eigenlijk uit naar “Braziliaanse” samenwerkingen met geel, groen en blauw.  Felicitaties komen er dus niet – op een enkele individuele uitzondering na.  Ik ga de coalitie van CD&V en sp.a wel veel succes wensen, want dat is in het belang van Essen.  Hopelijk brengen ze het veilig, leefbaar, actief en welvarend Essen waar de kiezer om gevraagd heeft toch dichterbij.

Eindspurt

Eindspurt

De verkiezingscampagne zit er bijna op.  Tijd om even terug te blikken.  Persoonlijk was het voor mij een goede campagne.  Ik had er eerlijk gezegd een kleine zes jaar tegen opgezien, maar ik vond de voorbije weken boeiender dan ik had verwacht.  Ik heb er alleszins veel positieve energie uit gehaald.  We brachten ook een bijzonder sterk en op elkaar ingespeeld team op het terrein, zodat we op verschillende fronten (borden, folders, brieven en online) op een duidelijke manier het verhaal van N-VA/PLE konden brengen.  Mijn dank en waardering gaat in de eerste plaats uit naar iedereen die daaraan heeft bijgedragen, zeker naar degenen die voor of achter de schermen bergen werk hebben verzet.

Ook dank aan de collega’s van de andere partijen.  We hebben er in Essen een duidelijke maar faire campagne van gemaakt.  Het aantal uitschuivers is op één hand te tellen.  Hopelijk hebben jullie dat ook zo ervaren, want wie splinters zoekt in andermans oog ziet een eventuele balk bij zichzelf niet meer.  Maar behalve de balk van een bord waar Kevin op een bepaald moment létterlijk op gebotst is, denk ik dat het met die balken ook wel meevalt : we hebben alleszins bewust geprobeerd om ons verhaal en onze ploeg naar voren te schuiven.  Met kritiek op het beleid dat de voorbije jaren werd gevoerd, waar dat nodig was.  Maar zonder op de man of vrouw te spelen.

Het wordt boeiend zondag.  Het kunnen historische verkiezingen worden voor Essen, op verschillende manieren.  Ook buiten Essen wordt het interessant.  Het heeft geen zin dat ik de analyses over doe die elders de voorbije dagen al in het lang en het breed zijn gemaakt, maar de stembusslag in Antwerpen, Gent en de andere centrumsteden wordt natuurlijk iets om naar uit te kijken.  Ook wat er in Brussel en Wallonië gebeurt is interessant.  Toch hoop ik dat de kiezer er in de eerste plaats lokale verkiezingen van maakt.  Ik vraag me soms wel eens af voor wie ik in die of die andere gemeente zou stemmen, en dan stel ik vast dat het antwoord daarop varieert.  Qua partij, maar ook tussen de zittende meerderheid en de oppositie.  Lokaal beleid maakt nu eenmaal een verschil.  En partijen zijn niet dezelfde in elk gemeente.  Daarom vind ik het soms ook jammer dat nationale partijen zo sterk hun stempel proberen te drukken op lokale verkiezingen.

Dat laatste zien we ook in de grafische vormgeving, al varieert de vrijheidsgraad binnen partijen daarin nogal.  Als N-VA/PLE hebben we daar natuurlijk net iets meer de vrije hand in.  Ik vind het belangrijk dat een campagne ook gewoon “mooi” is.  Dat affiches, folders, … er goed uitzien.  Ook op dat punt vond ik onze campagne bijzonder goed geslaagd, met dank aan onze lay-outer.  Laat ik het maar niet over andere partijen hebben, want ook daar hebben mensen hun best gedaan om hun verhaal zo goed mogelijk vorm te geven.  Ik heb in mijn leven te veel gewerkt aan folders om veel leedvermaak te koesteren als er bij anderen iets verkeerd gaat : een naam in het overzicht van de lijst dubbel presenteren, ik moet er niet aan denken.  Ik weet het, veel kiezers zien dat wellicht niet.  En toch, ik wens het niemand toe.  Opvallendste “grafische” nieuwigheid vond ik het overvloedig gebruik van donkergroen door CD&V.  Niet alleen in Essen, want dan zou het nog verklaarbaar zijn als weinig subtiele referentie naar de gemeente kleuren, maar nationaal.  Akkoord, donkergroen contrasteert mooi met oranje, maar ik heb het gevoel dat dit meer dan een eenmalige keuze is.

Het zit er bijna op.  De brievenbussen kunnen opgelucht ademhalen, de vergezichten kunnen binnenkort opnieuw zonder verkiezingsborden bewonderd worden.  En wie Facebook opent krijgt volgende week opnieuw reclame van bol.com of booking.com in plaats van pakweg mijn gezicht te pas en te onpas te zien verschijnen.  Maar eerst moet de kiezer uit het verhaal dat we allemaal samen hebben proberen te vertellen nog haar of zijn conclusies trekken.  Zo hoort dat in een democratie.  De kiezer heeft het laatste woord.  Gelukkig maar.

(Foto : Erwin Koevoets)