Archief van
Categorie: Essen politiek

Weerklank

Weerklank

Gisteren hielden we voor de tweede keer een nieuwjaarsreceptie, en kozen dit jaar voor de Oude Pastorij als locatie.  Ik mocht opnieuw een korte toespraak houden, en aangezien de afwezigen weliswaar ongelijk hadden maar desgewenst ook recht hebben om te weten wat ik gezegd heb, zal ik dat hier hernemen…

Het is een goede traditie om bij het begin van een nieuw jaar samen te komen en bij een glas even terug te blikken op wat geweest is en vooruit te kijken naar wat komen gaat. Voor ons, de tien gemeenteraadsleden van N-VA/PLE, eindigde 2019 met een slecht gevoel. Op een gemeenteraad van twee dagen, en daarvoor in de commissies, bespraken we het gemeentelijk meerjarenplan voor de komende zes jaar. Één voor één hadden we het gevoel dat het zoveel beter had gekund, dat we het zelf zoveel anders hadden willen aanpakken.

Een jaar lang plannen leverde niet veel meer op dan een korte opsomming van zaken die nog overwogen, bestudeerd, besproken of gepland moeten worden, met als enige concrete een beperkte reeks investeringen die vooral een herhaling is van wat zes jaar geleden ook al op het programma stond, maar niet uitgevoerd raakte.

Terwijl heel Essen zich elke dag met de fiets of de auto vastrijdt, ligt er vandaag geen mobiliteitsplan op tafel. Daar hadden wij onmiddellijk aan willen beginnen, zodat nu de eerste conclusies konden worden getrokken. Maar neen, het zal langzaam opgestart worden om dan later te zien of er misschien ook echt iets moet veranderen, en of daar dan geld voor is.

En terwijl alle verenigingen in Essen weten hoe belangrijk aangepaste ruimte is en dat er nood is aan een polyvalent gebouw voor hun activiteiten, moeten ze het stellen met het vage vooruitzicht van een abstract cultuurpark. In plaats van nu al bezig te zijn om de mooi gerestaureerde douaneloods voor hen in te richten, vragen CD&V en sp.a hen nog maar eens op hun behoeftes op te lijsten. Daarna zal er wellicht gekeken worden of de gemeente niet voor veel geld een half geschikt en half vervallen gebouw kan opkopen.

Zo jammer van de verloren tijd en de gemiste kansen. Maar moedeloos worden is geen optie. Daarvoor heeft de kiezer ons niet tot de grootste fractie in de raad gemaakt. Dat brengt de verantwoordelijkheid mee om te blijven proberen om het beleid bij te sturen waar het kan en om waar het moet duidelijk te maken dat er echt wel een alternatief is voor het aanmodderbeleid. We gaan er in 2020 hard aan blijven werken.

Uitstelgedrag in de politiek zien we natuurlijk niet alleen in Essen. In wat voor land leven we waar gemeentebesturen liefst de avond van de verkiezingen moeten gevormd worden, maar waar op regeringen maanden moet worden gewacht ? Uiteindelijk slaagde Jan Jambon erin om een sterke Vlaamse regeringsploeg samen te brengen, maar een federale regering hebben we nog steeds niet. Ik weet dat sommige Vlaams-nationalisten dat niet zo erg vinden, maar zolang het België is dat de lidkaart van de EU beheert zitten er nu eenmaal cruciale economische bevoegdheden op het federale niveau. Zo cruciaal dat als vandaag een economische crisis zoals die van 2008 Europa zou treffen, België op de eerste rij dreigt te staan om zoals toen een vijftal landen is overkomen het bestuur van ons land te zien overnemen door internationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Centrale Bank. Ik heb daar enige ervaring mee, een weet dat daar niemand op zit te wachten, en dat er dan taboes van alle politieke partijen zullen sneuvelen.

Ik kan me niet voorstellen dat we dat zomaar willen zien gebeuren. N-VA heeft nationaal de verantwoordelijkheid van de grootste partij, zoals wij die in Essen hebben. N-VA heeft al bewezen dat ze die verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat, dat ze niet zoals extreemrechts en extreemlinks van aan de zijlijn staat te roepen dat er eenvoudige oplossingen zijn, dat ze -om bij de actualiteit te blijven- als het brandt mee wil blussen in plaats van het vuur aan te wakkeren. Die lijn aanhouden en tegelijk duidelijk blijven maken dat er grondige structurele hervormingen nodig zijn en dat een regering meer moet doen dan de winkel open houden en alle belangengroepen om de beurt bedienen wordt een belangrijke uitdaging voor de komende weken -hopelijk geen maanden- en ik wens de collega’s van N-VA veel moed en doorzettingsvermogen toe om binnen de partij op alle niveaus daaraan mee te werken.

Vrienden, alsof de uitdagingen op alle niveaus niet al moeilijk genoeg zijn, staat ook bij ons de democratische manier van aan politiek doen soms onder druk. Democratie vereist respect voor de waarheid en voor politieke tegenstanders. Het gaat om een strijd tussen meningen, niet tussen mensen. Met argumenten, en niet door elkaar te overroepen. Een eerste voorwaarde daarvoor is om ook te luisteren naar mensen waarmee we het niet helemaal, of zelfs helemaal niet, eens zijn. Misschien is dat wel een goed voornemen voor 2020 voor al wie op welk niveau ook met politiek bezig is. Zoals wat vaker samenkomen met vrienden om het glas te heffen ook een goed voornemen moet zijn. Laten we er vandaag mee beginnen. Hier is de drank alvast gratis, en ik stel voor dat we nadien naar de Heuvelhal gaan om te kijken of dat bij Gaston ook het geval is.

Nadien trokken we dus nog naar het Burgemeestersfeest.  Het was alweer enkele jaren geleden dat ik daar nog present tekende.  Een beetje ten onrechte, want ondanks allerlei bedenkingen bij de manier waarop het wordt georganiseerd* blijft het een goed initiatief dat jaarlijks veel geld inzamelt voor een reeks veelal zeer lovenswaardige Essense verenigingen en acties.  De Abbacloon die op het podium stond kon me niet meteen bekoren, maar er heerste een goede sfeer in de Heuvelhal – niet meteen de meest sfeervolle zaal in Essen nochtans.  Eigenlijk was de combinatie met onze receptie nog niet zo slecht, dus misschien moeten we dat volgend jaar ook maar overdoen.  Al bij al een geslaagde avond !

*de grens van het organiserend comité met enerzijds het gemeentebestuur en anderzijds de partij van de burgemeester is niet altijd even duidelijk, en de keuze van “goede doelen” is weinig transparant, om maar iets te noemen
’t Is geen (vuur)werk

’t Is geen (vuur)werk

Ik heb het hier ooit al eens uitgelegd : vuurwerk is een klassiek voorbeeld van marktfalen. De meeste mensen vinden (zoals ik) vuurwerk mooi, en zijn bereid om daar op tijd en stond iets voor te betalen. Maar zo goed als niemand wil echt genoeg betalen om een vuurwerk tot stand te brengen dat de moeite waard is. En als er toch iemand vuurwerk afsteekt kan ook wie niet betaalt gewoon meegenieten van het spektakel, want het speelt zich in de lucht af. De nadelen voor mens, dier, leefmilieu, … worden niet gedragen door degenen die het vuurwerk afsteken, en worden niet op hen verhaald.

Een goede vergelijking is ironisch genoeg de brandweer : iedereen wil daarvoor wel iets betalen, maar niemand wil alleen opdraaien voor een brandweer die 24u paraat staat. En eens er brandweer is, moet die noodzakelijkerwijs voor iedereen tussenkomen, want als ik wel betaal en mijn buur niet, dan is het laten afbranden van het huis van mijn buur nu eenmaal geen optie – het mijne gaat er mee aan. De politie, het leger, een straat asfalteren, riolering aanleggen… het komt ook in de buurt : ook daar is individueel optreden niet onmogelijk, maar uiterst inefficiënt.

In dit soort geval schrijft de economische wetenschap een overheidsmonopolie voor. In dit geval bijvoorbeeld één keer per jaar een groot, mooi, goed geregisseerd, geluidsarm, veilig, … vuurwerk. En daarnaast niets, of desnoods erg strikt gereglementeerd. Waarbij in principe alleen de overheid nog als klant overblijft, zodat je de privéverkoop ook gewoon kunt verbieden. En je wellicht ook de stekker uit alle veiligheids- en overlastproblemen die zich nu voordoen trekt – want ik weet natuurlijk wel dat niet vuurwerk op zich, maar misbruik en vandalisme problemen veroorzaken, maar het valt moeilijk te ontkennen dat de “wapens” nu wel gemakkelijk voorhanden zijn.

Je regelt dit bij voorkeur Europees, lijkt me, zeker in een grensregio als de onze. Maar ik vind het geen reden om nationaal of lokaal niet zo veel mogelijk te doen, in afwachting. De huidige situatie, met een principieel verbod dat niet te controleren is wegens een overaanbod, het toelaten van bezit van wat je niet mag afsteken en de onmogelijkheid voor de politie om vuurwerkontstekers op heterdaad te betrappen, is alleszins niet bepaald goed beleid.

Dubbelslag

Dubbelslag

Twee dagen gemeenteraad, ongeveer zes uur debat over het meerjarenplan.  Zoals Dirk het achteraf stelde : het is een verdomde plicht om dat debat tot op het bot te voeren, maar veel vreugde valt er niet aan te beleven.  Al is het nog net iets meer enthousiasmerend om er volledig in op te gaan dan om het te beluisteren, denk ik.  Ik mag dus van geluk spreken dat ik het voorrecht had om onze amendementen te verdedigen en onze slotconclusie uit te spreken.

Eigenlijk is het een beetje zoals in een sportwedstrijd waar je een achterstand hebt opgelopen die niet in te halen is : je weet dat de uiteindelijke stemming verkeerd uitdraait.  Maar ook dan moet je acties blijven opzetten om te scoren.  Op het voetbalveld ga je voor dat overbodige eerreddende tegendoelpunt.  Op een rugbyveld blijf je desnoods tot een kwartier na de volledige speeltijd passen geven op zoek naar een try.  Omdat het je plicht is.

De wedstrijd aan het Heuvelplein verliep fair, waarvoor dank.  Maar de spelregels werden door CD&V en sp.a wel ten volle uitgebuit.  Een ontwerpplan neerleggen met wat losse „bullet points” en dan op maandag afkomen met een toelichting van 21 bladzijden waarin het echte beleid vervat zit, zodat dat niet meer in vraag kan worden gesteld of geamendeerd, maar dat hen wel de mogelijkheid gaf om op alle vragen te antwoordden dat er al aan werd gedacht : zo hol je natuurlijk niet alleen de gemeenteraad uit, maar ook alle adviesorganen die zich vooraf over het plan hebben gebogen.  De zogenaamde „prioriteiten” nergens voorleggen of bespreken, zodat ze technisch gezien niet meer kunnen worden aangepast bleek ook een uitstekende obstructietechniek.  Dan beweren dat onze amendementen niet veel voorstellen, omdat ze vooral over die keuze van prioriteiten gaan, vond ik net iets te gemakkelijk.  Via de prioriteitenkeuze betroffen onze 24 amendementen uiteindelijk zowat elke bladzijde van het meerjarenplan, maar daarover kon dus niet worden gediscussieerd. Eigenlijk had dat prioriteitenlijstje in juni of september op de raad moeten komen, met nu de uitwerking.  Dat zou een veel zinvoller debat hebben opgeleverd – maar op CD&V en sp.a rekenen om het debat te bevorderen zou wat te optimistisch zijn, en op de wetgever rekenen om de spelregels te veranderen ongetwijfeld ook.

Uiteindelijk bleek het niet kiezen van prioriteiten vooral een weigering om het beleid te willen beoordelen op resultaten in plaats van op intenties.  Begrijpelijk voor wie zes jaar geleden intenties voorlegde die niet of nauwelijks verband houden met de nadien geboekte resultaten.  De brochure van toen over het meerjarenplan staat in de bib ongetwijfeld in de afdeling fictie.

Dat alles neemt niet weg dat we enkele zinvolle discussies hebben kunnen voeren, dat we hebben kunnen verduidelijken waar de hele raad hetzelfde over denkt (en dat soms dan ook konden verwoorden) en waar de grote verschillen zitten.  Hopelijk kunnen we met name de convergenties aangrijpen om op enkele belangrijke domeinen een draagvlak te creëren.

Met enkele aanpassingen ben ik best tevreden : dat (het streven naar) een Essens Ringland, het voorkomen van zwerfvuil, de huisartsenwachtpost en het aantrekken van dienstenbedrijven nu zwart op wit zijn genoteerd was me telkens het verbale gevecht wel waard.  Dat geldt nog meer voor het stimuleren van tewerkstellingskansen voor mensen met een beperking, waar de combinatie van emotie en logica en zelfs een potentiële wisselmeerderheid nodig bleek om iets op papier te krijgen.  Niets van dit alles gaat de wereld veranderen, maar het maakt ons als raadsleden wel aanspreekbaar op punten die voor veel Essenaren een verschil kunnen maken. Het meest teleurgesteld ben ik over de weigering om de meerwaarde in te zien van het aanwerven of anderszins engageren van een mobiliteitsdeskundige.  Vlot en veilig verkeer laten we veel te veel over aan specialisten in het efficiënt en reglementair aanleggen van straten.  Ik hoop dat ons amendement op dit punt toch nog even nazindert, want zoals we gisteren vaststelden gaat het niet over een verschil van visie maar één van inschatting.  En inschattingen kunnen fout zijn, visies niet…

Onvoorstelbaar

Onvoorstelbaar

Een gemeenteraad voor de geschiedenisboeken zal het wel niet zijn geweest, gisteren. Toch vond ik hem om allerlei redenen leerzaam…

Zo hebben we unaniem het voorstel goedgekeurd om in te tekenen op de kapitaalverhoging van Publi-T. We hebben dus 275.000 EUR belastinggeld van de Essenaren belegd. Waarvan naar schatting 99,9% geen idee heeft wat Publi-T is. Ik ben als enige tussengekomen, en niemand heeft me tegengesproken. Dus vond iedereen dat ik gelijk had – dat is nu eenmaal de logica van besluitvorming in een politiek orgaan.

Ik heb het volgende gezegd : „We weten allemaal waarom we in dit land meer betalen voor energie dan in de buurlanden : omdat de gemeentebesturen worden gefinancierd door dit soort dividenden. Dat is dus eigenlijk een belasting : onze inwoners betalen meer voor hun energie, en wij krijgen dat geld. Het is bovendien geen goede belasting, want we weten allemaal dat wie een hoger inkomen heeft in verhouding minder aan energie betaalt dan wie een lager inkomen heeft, en dat is tegen elk principe van eerlijke belastingen. Om de belasting te kunnen innen moeten we bovendien, zoals vandaag wordt voorgesteld, geld van de burger beleggen, in plaats van het gewoon terug te geven. Het probleem is natuurlijk dat we er niet eenzijdig kunnen uitstappen : dan blijven de Essenaren betalen, maar wij ontvangen niets meer. We gaan dit goedkeuren, maar blijven hopen dat dit ooit eens ten gronde wordt opgelost.

Geen enkele vertegenwoordiger van één van de nationale politieke partij voelde zich geroepen om meteen te zeggen dat ze het in één van de parlementen gingen aankaarten.  Dat is nochtans geen principiële houding, want tegen mijn voorstel om een huisaankooppremie in te voeren kwamen alleen maar argumenten die erop neerkwamen dat het Vlaamse beleid verkeerd zit.

Of dat nu zo is of niet, het ontslaat Essen niet van de eigen verantwoordelijkheid. En verantwoordelijkheid is niet gratis. Hopelijk kunnen we zoals afgesproken de discussie eens voeren in een commissie zonder dat we (een weliswaar verbeterde versie van het) Vlaams Parlement proberen te zijn.

Een ander voorstel dat ik vorig jaar mee indiende kreeg overigens ondertussen wel uitvoering.  Het Jeugdheem heeft een nooduitgang.  Dat in de communicatie niemand het nodig vond om de link te leggen met ons voorstel (zelf zullen we dat uiteraard wel doen) is frustrerend, maar veel minder belangrijk dan het feit dat die nooduitgang er dus echt is gekomen.  Met dank aan iedereen die mee aan de kar heeft getrokken.

En tenslotte werd het voorstel van Joris en Dirk om tussen te komen in de kosten voor security bij evenementen (in de eerste plaats jeugdfuiven) koudweg weggestemd.  Daarbij werd zelfs niet nagelaten om de Jeugdraad voor de kar te spannen.  Die had in een advies aangegeven dat het voorstel in het geheel van de subsidieregeling moest bekeken worden – om zo te vermijden dat de ondersteuning van security ten koste zou gaan van andere subsidies.  Dat vonden wij ook logisch, dus stelden we voor om uitdrukkelijk vast te stellen dat de subsidie bovenop de andere zou komen.  Dat werd dan weggestemd, want het was tegen de wil van de Jeugdraad.  Dit zou ik als Jeugdraadbestuurder een dikke twintig jaar geleden niet hebben gepikt.  Benieuwd wat de huidige generatie ervan denkt…

Neen toch

Neen toch

De belangrijkste beslissing die de gemeenteraad in de loop van de legislatuur moet nemen is in principe de vaststelling van het Meerjarenplan.  Daarin worden voor zes jaar de doelstellingen en plannen van het gemeentebestuur gedefinieerd.  De belangrijkste taak van het schepencollege is om die beslissing voor te bereiden – en nadien de hoofdverantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de beslissing op te nemen.  Het Meerjarenplan komt op 16 en 18 december in de gemeenteraad.  Als laatste fase in de voorbereiding wordt vanaf deze week teruggekoppeld naar de gemeenteraadscommissies en de adviesraden.

De commissie Openbare Infrastructuur beet de spits af, en hoewel ik daar geen lid van ben heb ik het eerste uur van de vergadering bijgewoond, om nadien naar de Algemene Vergadering van de vzw Kobie te gaan.  Dat uur bleek voldoende om zeer teleurgesteld te zijn.  We kregen een Powerpoint voorgeschoteld met de “grote lijnen” van het MJP.  Die bleken vooral te bestaan uit het herhalen van de vrome wensen, vage ideeën en slogans over wat zou moeten zijn uit het bestuursakkoord.  Dat daar een jaar tijd werd ingestoken is niet echt geloofwaardig – het had ook op twee weken in januari kunnen gebeuren.  Er stonden bovendien zaken op de slides waarvan men niet eens kon uitleggen wat ze betekenen.  Zucht.

De concrete, operationele plannen werden op een drafje voorgelezen.  Ze werden niet op papier gezet en opgestuurd omdat wij (degenen die ze moeten goedkeuren) ze anders “verkeerd zouden interpreteren”.  En de details van de plannen kregen we ook niet, die zouden dan later uit het hele Meerjarenplan blijken.  Op die manier ernstig van gedachten wisselen is uiteraard onmogelijk, het voorstel van Meerjarenplan op zijn waarde beoordelen kan ook niet.  Dat wij als gemeenteraadsleden zo behandeld worden is beledigend en onaanvaardbaar, dat de adviesraden hetzelfde lot te beurt zal vallen is schandalig.  Anders kan ik het helaas niet uitdrukken.  Maar het zal wel goedgekeurd worden, zeker.  Waarna we in de gemeenteraad -en ook in de adviesraden- geacht zullen worden om zes jaar te zwijgen, want “alles staat in het Meerjarenplan”.  Hoe jammer voor Essen.

Ere wie ere toekomt

Ere wie ere toekomt

De gemeenteraad van vorige week dinsdag was er geen om in te kaderen.  Een oppositievoorstel tegelijk claimen omdat het ook in je eigen verkiezingsprogramma stond en dan toch afwijzen omdat het wel goed is maar dus van de oppositie komt, het levert theater op waar toekomstig CD&V-voorzitter Walter De Donder niet aan kan tippen.  En zo zaten er nog enkele momenten in de vergadering van deze raad.

Je zou bijna beschaamd zijn om net door die raad in die zitting te worden voorgedragen tot ereburgemeester, en benoemd tot ereschepen.  Dat doet echter niets af aan de verdienste van de geëerden.  De tomeloze inzet van Frans Schrauwen voor Essen, het enthousiasme van Jokke Hennekam en de jarenlange trouwe dienst van Imelda Schrauwen hoeven niet te worden betwijfeld, en ik heb dus ook overtuigd voor hun eretitels gestemd.  Natuurlijk zijn er mensen die dat soort eerbetoon niet nodig vinden.  Dat is het ook niet echt, maar het is goed om een formele blijk van waardering uit te spreken.  Dat Jokke ook openlijk bij degenen hoort die het niet echt een noodzaak vinden, die eretitel, plaatst hem op zich al genoeg in perspectief.  Tezamen met het feit dat de diensten er niet in slaagden mij een lijstje te bezorgen van wie er zich nu eigenlijk allemaal ereschepen mag noemen in Essen.  Zo héél veel eer hangt er nu ook weer niet aan vast.  En dus is het wel goed zo.

Zoals in de raad gebeurde kan de vraag ook gesteld worden naar criteria voor dit soort eretitels.  Dat heeft voordelen, want je haalt ze wat uit de politieke sfeer.  Nu lijkt het er toch een beetje op dat een zittende meerderheid vooral de eigen oud-gedienden wil belonen.  Het heeft ook nadelen, want het automatisme haalt een stuk van de beoordelingsruimte weg.  Ik ben er zelf ook niet helemaal uit.  Bovendien wordt door alleen ex-leden van het schepencollege te eren het belang van de gemeenteraad, en met name van een sterke democratische oppositie, niet echt gewaardeerd.  Maar of dat dan ook tot ereraadsleden moet leiden, daar ben ik ook niet echt uit.  Gelukkig maar dat het niet allemaal zo heel belangrijk is.  Laat ik het maar gewoon houden op een dank u en op felicitaties voor Frans, Jokke en Imelda.

Vrijheid

Vrijheid

Dit weekend wordt het uitgebreid gevierd : 75 jaar geleden werd Essen bevrijd.  Daarmee kwam er nog geen einde aan de Tweede Wereldoorlog, maar wel aan de bezetting van onze gemeente door het naziregime.  Een regime dat heel Europa in de oorlog had gestort.  Een regime ook dat uniek was in zijn moorddadige logica, vooral omwille van de holocaust.  Net die unieke slechtheid doet ons soms vergeten dat de NSDAP in Duitsland ook een kind van zijn tijd was.  De jaren 1930 waren een tijd van politieke polarisatie, die kansen gaf aan totalitaire regimes.  Die misschien zonder de persoonlijkheid van Hitler (en Stalin) niet tot een grootschalige oorlog zouden hebben geleid – en dan misschien ook niet tot een grote “bevrijding”.  De dictators hadden ook van het Francotype kunnen zijn : tevreden met de almacht in eigen land.  Zelfs Mussolini zou zijn ambities ongetwijfeld sterk hebben ingeperkt zonder het bondgenootschap met Hitler.  Als je de geschiedenis van na 1918 zichzelf laat herhalen, leidt die volgens mij hoogstwaarschijnlijk opnieuw tot een totalitair regime in Duitsland.  Maar mogelijk beperkt dat zich militair tot grensconflicten met Polen en Tsjechoslovakije.  En tot een latent antisemitisme in plaats van tot de ongebreidelde jodenvervolging die we nu hebben gezien.

Uiteraard omvat de herdenking van de bevrijding ook de waarschuwing dat het niet opnieuw mag gebeuren.  Natuurlijk geldt dat voor een Hitleriaans regime.  Maar ook voor de meer bescheiden -ik schreef bijna “beschaafde”- totalitaire regimes die in de jaren 1930 opgang maakten.  Ik zie geen modern Westers staatsapparaat zomaar in handen vallen van een gek als Hitler – wat niet betekent dat we er niet voor moeten opletten.  Maar een meer terechte schrik is die voor semi-autoritaire tot grotendeels-autoritaire regimes.  Voor de schaal die wellicht bij Orban begint en dan Erdogan, Putin en pakweg de Chinese leiders omvat.  Geen volstrekt illegitieme regimes – ze zijn wellicht allemaal op een echte meerderheid bij de bevolking gebaseerd.  Niet helemaal zonder “checks en balances” : de burgemeester van Boedapest en Istanboel komen uit de oppositie, en zelfs de opstand in Hong Kong wordt niet zomaar volledig neergeslagen.  Maar ook niet echt democratisch, niet echt vrij.  Met nog wat afstand tegenover Franco en Tito, en dus zeker tegenover Hitler en Stalin.

De bevrijding van 1944-1945 was in West-Europa ook de bevrijding van die politieke tendens – al heeft het soms tot in de jaren 1970 geduurd om die te voltrekken, en in Oost-Europa tot in 1990.  Een tendens met verschillende oorzaken, maar die ook te maken had met polarisatie.  Met wat vandaag in de VS “identity politics” wordt genoemd.  Waarbij mensen geen ideeën meer “hebben”, maar “zijn”.  Waar je alleen nog helemaal “links” of “rechts” kunt zijn.  Waar er vanuit wordt gegaan dat wie voor een beperking op vuurwapens is meteen ook voor ingrijpende maatregelen voor het klimaat moet zijn.  Voor het recht op abortus, voor de sociale zekerheid.  Voor alles wat Bernie Sanders doet en denkt, en tegen Donald Trump.  En andersom, dat wie rechts is daar allemaal volledig tegen moet zijn, en alle onzin die Trump uitkraamt, of alle stommiteiten die hij doet dan ook maar goed moet vinden, in naam van het hogere doel maar vooral van de eigen groep.

Zo ver is het bij ons nog niet helemaal, maar hoe langer hoe meer wordt er hier verondersteld dat je het of over alles eens bent met pakweg Jean-Marie Dedecker, of met Peter Mertens.  Dat een Vlaams-nationalist tegen klimaatmaatregelen moet zijn, vóór een harde aanpak van migratie en vóór op de beste leerlingen gericht onderwijs, pakweg.  Terwijl wie mee stapt voor het klimaat eigenlijk meteen ook mee opkomt voor hogere belastingen, een unitair België, een gelijkschakelend onderwijs en open grenzen.  Zo’n politiek klimaat kan mee voeding geven aan totalitaire regimes, waarin iedereen ofwel het regime volgt, ofwel helemaal niet – en er voor de andersdenkende geen of weinig plaats is.  Zonder te willen idealiseren (de Koude Oorlog was natuurlijk ook polariserend) heeft de bevrijding van 1944-1945 Europa ook mee van een dergelijk polariserend politiek klimaat verlost.  In de hoop dat het nooit meer terugkomt.

Quand tu chantes, je chante avec toi liberté
Quand tu pleures, je pleure aussi ta peine
Quand tu trembles je prie pour toi liberté
Dans la joie ou les larmes je t’aime

(Foto : Eerste Engelse tank in Essen – Bron : Essen in Beeld, foto uit de doos van Angelina Van Ginneken, foto genomen door Mr Van Groningen)
Eén jaar later

Eén jaar later

14 oktober.  Eén jaar na de gemeenteraadsverkiezingen.  Een mooie dag voor de democratie, en mooie dag ook voor N-VA/PLE.  En daarmee ook voor mijzelf.  Ik herinner me het ongeloof en de vreugde om de twee stemmen en de ene zetel verschil.  Maar ook het besef dat we daarmee nog niet de kaarten in handen hadden.  Wat de zoete smaak van de overwinning toch een beetje bitterzoet maakte.

De dagen nadien werd die bittere smaak sterker.  Dat was uiteraard het gevolg van de coalitievorming, en dan vooral de rol die de sp.a daarin speelde.  De toezegging vóór de verkiezingen om na twaalf jaar coalitie met CD&V niet automatisch terug met die partij in zee te gaan en de eerste gesprekken lieten ons vermoeden dat er op zijn minst ernstig kon worden gesproken.  Maar daaraan werd dan plots abrupt en zonder goede verklaring een einde aan gemaakt.  Ik vond en vind dat we een fatsoenlijke uitleg verdiend hadden.  Eén die steekhield.  Ik blijf ervan overtuigd dat er inhoudelijk een sterk verhaal kon worden geschreven.  En dat de “argumenten” die we kregen of opvingen ofwel absoluut geen steek hielden, ofwel ook al vóór de verkiezingen bekend waren (de nationale N-VA was op 13/10 dezelfde partij als op 15/10; daarmee niet willen samenwerken is onverstandig maar legitiem – maar als je dat vindt moet je dat ook vooraf durven zeggen).   Misschien kan er nu, een jaar later, nog eens een toelichting vanaf.  Tussen mensen die ernstig met lokale politiek bezig zijn en (zouden moeten) beseffen dat ze elkaar op één of andere manier altijd “nodig” zullen hebben, moet dat toch kunnen ?

Ik blijf er ondertussen van overtuigd dat belangrijke beleidsbeslissingen die het voorbije jaar genomen zijn er met een andere meerderheid ook anders zouden hebben uitgezien.  En dat geldt wellicht ook voor het meerjarenplan dat ondertussen nog altijd in opmaak is (een dynamisch bestuur zou dat vóór de zomer hebben afgeleverd, overigens).  Verkiezingen maken wel een verschil – en coalitie-onderhandelingen ook, dus.

Nu, het blijft bijzonder aangenaam om samen te werken in een tienkoppige, sterke fractie.  Dát resultaat nemen ze ons in elk geval niet af.  Zodat één jaar na 14 oktober toch vooral een feestelijke herinnering blijft.

Ode aan Hoek

Ode aan Hoek

Jij bent toch afkomstig van Essen-Hoek ?” – „Neen, toch niet. Maar mijn ouders wonen daar.” Ik heb de voorbije 19 jaar regelmatig die conversatie gevoerd. Zelden met mensen die écht van Hoek afkomstig waren, want die wisten natuurlijk hoe de vork in de steel zat. Maar 19 jaar geleden zijn mijn ouders inderdaad naar Hoek verhuisd. Ik ben hun buren en bij uitbreiding de hele wijk heel dankbaar dat ze zo welkom mochten zijn in het mooiste stukje Essen.

Ze hebben genoten van de wijk. Maar nu zijn ze wel terug naar Essen verhuisd. Naar de Kapelstraat. Het grote huis in de Bergsebaan met de mooie tuin was wat té groot geworden. En het appartement dat te koop stond was een buitenkans. Desalniettemin bleef het een moeilijke beslissing. Ze laten ook een stukje hart achter in Hoek, en blijven Hoekenaren. En ook ik blijf dus toch een beetje van Hoek „afkomstig”.

Omwille van de verhuis ben ik de voorbije weken ook nog wat frequenter van en naar Hoek gereden. Dat heeft me ook nog eens met het schandaal geconfronteerd dat er zomaar door het rode licht wordt gereden. Vier jaar na de plaatsing van het licht lukt het nog altijd niet om de naleving ervan te controleren. Ik kan de uitleg daarvoor (bijvoorbeeld naar aanleiding van de niet-aflatende vragen van Anne Somers in de gemeenteraad) eigenlijk niet meer aanhoren. Het is gewoon knoeiwerk, en de burgemeester is daarvoor verantwoordelijk. Punt. Ik wil me dan ook excuseren bij de mensen van Hoek dat ik de plaatsing van dat licht mee heb goedgekeurd. Als ik had geweten dat het niet effectief gecontroleerd ging worden, had ik dat niet gedaan. Want nu is de remedie erger dan de kwaal – voor die kwaal had ik trouwens destijds wel gewaarschuwd : de Moerkantsebaan is een bijzonder mooi aangelegde racebaan geworden…

Toch niet alles peis en vree, dus. Ben ik nu zo veel Hoekenaar geworden dat ik nu ook het latente gevoel van achterstelling al heb overgenomen ? Dat laat ik aan andermans oordeel over. Maar aan de mensen van Hoek zeg ik toch graag nog eens uitdrukkelijk „dankjewel” !

Perfecte landing

Perfecte landing

De gymsport doet het erg goed in Essen.  Dat is al jaren zo.  De vaststelling dat de infrastructuur niet meer mee kon met het niveau waarop geturnd wordt, zowel kwantitatief als kwalitatief, is ook niet nieuw.  Een nieuwe turnhal was echt niet overbodig.  Nu staat ze er : gisteren werd Gymhal De Grens officieel geopend, en ik was zowaar ook uitgenodigd.  Brigitte Quick sprak van een puzzel waarvan alle stukjes in elkaar waren gevallen.  Zo heb ik het hier zelf ook al eens omschreven.  Eerlijk : ik vond dat de puzzel moest gelegd worden, maar op een bepaald moment geloofde ik niet meer dat het met de stukken die op tafel lagen zou lukken.

Ongeveer een jaar geleden raakte ik ervan overtuigd dat het toch goed zat en ging lukken.  Maar dan nog : wat ik gisteren heb gezien oversteeg ruim mijn verwachtingen.  Uiteindelijk is zowat alles dan ook meegevallen : het juridische raderwerk bleek zowaar te draaien en zowat alle subsidies op te leveren die ingebeeld konden worden.  Onder meer daardoor bleek ook de samenwerking tussen de scholen en Gympuls stabiel genoeg – ook in gedachten houdend dat Gympuls zélf een recente en toch ook niet zo evidente fusie is.  De bouwfirma die het beste voorstel indiende stak niet alleen beton en stenen in het project, maar bracht vanuit een historische band met de turnsport in Essen ook een hart voor de hal mee – bij hoeveel publieke bouwprojecten kan dat gezegd worden ?

Alles zat zowat mee, hopelijk blijft dat zo.  Maar geluk moet je ook afdwingen.  Gisteren werden door Joris Brosens (namens Gympuls), Kris Peeters (namens de scholen) en Brigitte Quick (namens de gemeente) heel wat mensen bedankt.  Terecht.  Met name raad van bestuur van de vzw Turnhal bleek erg sterk en leverde uitstekend werk – dan is het eenvoudig om in een algemene vergadering te zitten…  Zoals de drie sprekers aangaven is het altijd gevaarlijk om namen te noemen.  En ik heb zelf het bouwproject niet eens van nabij gevolgd.  Maar ik weet wel wie mij ervan overtuigd heeft en het vertrouwen heeft gegeven dat het goed zat, en dus wil ik toch Danny Uytdewilligen van Mariaberg en schepen Brigitte Quick -in heel verschillende rollen- een figuurlijk bloemetje toewerpen.  Zonder hen naar mijn aanvoelen geen hal.  Ik had nog anderen kunnen noemen; laat Joris vooral niet denken dat ik de Gympulsinbreng onderschat – maar eerder dan figuurlijke bloemetjes zal de beloning voor hun werk toch vooral het turnplezier zijn dat nog jaren lang gaan beleven in hun Gymhal.

De hal zelf ziet er erg duurzaam uit, maar ik sluit niet uit dat de juridische, praktische en financiële fundamenten ooit nog op de proef worden gesteld.  Ook daarom vind ik dat het gemeentebestuur zich niet te afzijdig mag houden uit dit project, nu het gebouw er staat : er kroop Essens, provinciaal en Vlaams belastinggeld in, en daaruit moet een zo groot mogelijke maatschappelijke meerwaarde worden gehaald.  En tenslotte hoop ik dat de creativiteit, de energie en  het vernuft dat in deze hal kroop in de komende jaren ook wordt gevonden om de socio-culturele infrastructuur in onze gemeente op peil te brengen.