Archief van
Categorie: Essen politiek

Kermis in de hel

Kermis in de hel

Ik heb zondag op tv naar Parijs-Roubaix gekeken.  Toch naar het laatste stuk.  Daarmee ben ik nu ongetwijfeld een groot wielerkenner.  Desalniettemin ga ik het niet alleen over koers hebben.  Achter het bemodderde gezicht van de sterkste man in de wedstrijd, die uiteindelijk weliswaar genoegen moest nemen met de tweede plaats, ging immers niet enkel een renner schuil.  De onvolprezen Michel Wutys -wat bezielt de VRT in godsnaam om zich middels de verplichte pensioenleeftijd van zijn beste krachten te ontdoen- meldde in de slotfase van de koers door de Hel van het Noorden dat de man er de maandag voordien ook al een gemeenteraadszitting op had zitten.  Vermeersch zetelt inderdaad in de fractie van Open Vld in de raad van Lochristi.  Wel, beste Michel, een ruime meerderheid van gemeenteraadsleden in dit land heeft naast dat mandaat ook een voltijds en vaak veeleisende baan.  Toegegeven, 260 km door weer en wind trappen met de schier onmogelijke opdracht om Van Der Poel en Van Aert voor te blijven staat niet in ieders jobomschrijving, en voor de meesten van ons zijn slechtliggende kasseiwegen toch vooral iets waarover ze eerder in een raadscommissie zullen tussenkomen dan er in volle vaart en met enige doodsverachting over te dokkeren.  Maar we doen het allemaal wel bij onze job bij, de gemeenteraad.  We zijn, in wielertermen, amateurs – of “elite zonder contract” in wat mooiere bewoordingen.  Kermiscoureurs, zeg maar.

Toch zijn ook die kermiskoersen niet te onderschatten.  Toegegeven, soms zijn ze wellicht “verkocht” en staat de uitslag van de sprint of de stemming al bij voorbaat vast.  Maar ook in de rondes rond de kerktoren wordt er soms best op hoog niveau gekoerst en gedebatteerd.  Het is een eigen specialiteit; het zou niet de eerste keer zijn dan een Tourwinnaar het tot zijn verbazing moet afleggen tegen veel mindere goden, of dat een parlementslid zich plots de mond gesnoerd weet door een raadslid dat toevallig wel uit persoonlijke ondervinding weet waarover het agendapunt gaat.  Terreinkennis en koersinzicht : een viaduct is dan wel geen Mont Ventoux en de bakker op de hoek geen Montesquieu, maar er zijn ook in de Dorpsstraat kansen voor een snedige demarrage of een welgemikt citaat.  En net zoals de meeste kermiscoureurs het in de Ronde van Vlaanderen kansloos zouden moeten afleggen, zouden veel gemeenteraadsleden in het Vlaams Parlement niet tot hun recht komen.  Het zou anderzijds ook niet de eerste keer zijn dat net het omgekeerde gebeurt en dat iemand na jaren bij de amateurs te hebben rondgebold plots als prof hoge ogen gooit.  Maar dat is nu eenmaal niet ieders doel : op zondag een koers en/of op dinsdag een gemeenteraad, en de rest van de week enkele uren trainen of vergaderen, maar daarnaast gewoon aan de slag.

Ze worden ondergewaardeerd, die kermiscoureurs.  Behalve het obligate artikel in de plaatselijke pers wordt er eigenlijk alleen over bericht als er een schandaal gebeurt.  Maar ze doen het graag, en het is nodig om het spel draaiende te houden.  Geen Gent-Wevelgem zonder de koers van Lotenhulle, geen Kamer van Volksvertegenwoordigers zonder de gemeenteraad van, pakweg, Essen.

Succes, Florian.

Huis van Wantrouwen

Huis van Wantrouwen

Ik ben niet onverdeeld enthousiast over de aanpassingen in het Decreet Lokaal Bestuur, zoals ik hier al eens eerder heb uitgelegd.  Ik vind het met name erg ongelukkig dat de afschaffing van de opkomstplicht -waar ik in principe wel voorstander van ben- eerst en voorlopig uitsluitend geldt voor de lokale verkiezingen.  De regeling waarbij de grootste lijst eerst het initiatiefrecht krijgt, vind ik dan weer goed, maar die had verder uitgewerkt moeten worden, bijvoorbeeld door naar Nederlands model enkele dagen na de verkiezingen een openbare vergadering van de verkozen raad te organiseren, onder leiding van de kandidaat-burgemeester van de grootste lijst, om over de verkiezingsuitslag, het te voeren beleid en mogelijke coalities te discussiëren.  Nu gaat het me toch nog te veel om een “achterkamertjes-initiatiefrecht”.

In elk geval positief is de invoering van de “constructieve motie van wantrouwen”.  Op de naam na dan, want die is van het zuiverste Wetstratees : in de nationale politiek werd een aantal jaren geleden de gewone motie van wantrouwen aangevuld met (en in sommige gevallen vervangen door) de constructieve variant, waarmee meteen een nieuwe regering wordt voorgedragen.  Eigenlijk is het ook daar al een motie van vertrouwen in een nieuwe regering, en is de gekozen benaming vooral een ongelukkige contradictio in terminis.  In de gemeenten hebben we nooit de motie van wantrouwen gekend, dus is het helemaal bizar om er nu een constructieve in te voeren.  Het gaat om de beslissing van de gemeenteraad om één of meerdere leden van het schepencollege te vervangen.  Zo eenvoudig is dat.  En uiteraard is het nodig dat die mogelijkheid wordt ingevoerd : het schepencollege bestuurt bij de gratie van de gemeenteraad, en die moet er een ander kunnen aanstellen.  Dat er daarbij een bescherming tegen het van partij wisselen met het oog op een schepenambt is ingebouwd is niet onlogisch (jammer dat zoiets nodig is, dat wel), maar de regel dat twee derden van een fractie de motie moeten ondersteunen gaat wat te ver, vind ik : een meerderheid had kunnen volstaan.  Een college dat én op een meerderheid van de gemeenteraad én op een meerderheid binnen de fracties die het ondersteunen kan rekenen lijkt me voldoende stabiel.

Uit sommige reacties blijkt overigens wat onbegrip over de nieuwe regel, zeker als die samen gelezen wordt met de ook nieuwe bepaling dat de persoon met de meeste stemmen op de grootste lijst in de coalitie burgemeester moet worden.  Dat betekent niet dat we met N-VA/PLE zomaar een motie van wantrouwen kunnen indienen en daarmee Dirk burgemeester maken.  We hebben daarvoor 3 andere gemeenteraadsleden nodig, die bovendien de steun van hun eigen fractie moeten hebben.  In de praktijk kan het dus alleen als Vooruit of CD&V elkaar beu zijn.  Wat op dit moment niet het geval is.  Dat vind ik onbegrijpelijk, want ik blijf erbij dat Vooruit in een coalitie met ons veel meer van zijn programma zou kunnen realiseren, met name op de bevoegdheidsdomeinen van hun twee schepenen, milieu en ruimtelijke ordening.  De “afkeer” van de nationale N-VA die hen wellicht in 2018 tot een andere beslissing heeft gebracht zouden ze misschien eens kunnen evalueren in het licht van het beleid van N-VA-minister Demir enerzijds en dat van haar voorganger Schauvliege anderzijds.  Maar ik wil het hier niet over nationale politiek hebben, want die zou lokaal sowieso eigenlijk niet mogen meespelen.  En dus moet ik vaststellen dat Vooruit vooralsnog niet van plan is om een einde te maken aan de coalitie (CD&V uiteraard ook niet).  Misschien helpt het de raadsleden van de meerderheid wel om te weten dat het mogelijk is om ook één schepen te vervangen.  Als Vooruit echt zou vinden dat één van de CD&V-schepenen ondermaats presteert, kunnen ze altijd met ons overleggen om die door iemand van henzelf te vervangen – andersom kan natuurlijk ook.  Ik zou dat gesprek alleszins niet weigeren.

Als reden waarom er al niet jaren geleden een vorm van “constructieve motie van wantrouwen” werd ingevoerd -zelfs de zeer strenge regeling voor de “onbestuurbaarheid”, de enige mogelijkheid om een zittend college te vervangen, bestond nog niet zo lang- werd altijd het argument van de instabiliteit gebruikt.  Vooral door degenen die zelf vreesden om zich tegenover een gemeenteraad te moeten verantwoorden, uiteraard.  Met die instabiliteit gaat het wel meevallen.  Tot nu toe was één motie succesvol (in Blankenberge), en één bleek uiteindelijk een maat voor niets (in De Panne).  Er zullen er nog wel enkele volgen, maar het lijkt erop dat de motie eerder een katalysator is van instabiliteit en onbestuurbaarheid die betrokken gemeenten al kenmerkten.  Het is overigens in veel gevallen beter een niet functionerend schepencollege door een ander te vervangen, ook als dat eventueel wat wankel is.  Wel vind ik dat er moet worden nagedacht over het statuut van de burgemeester en schepenen die vervangen worden.  Onzekerheid over een mandaat mag niet zomaar samengaan met onzekerheid over het inkomen, anders gaan er onvoldoende kandidaten gevonden worden om zich in de gemeenten te engageren.  Dat dient ook de democratie, want de beslissing om iemand al dan niet af te zetten moet op basis van het functioneren van de betrokkene en het gevoerde beleid worden genomen, niet op basis van iemands inkomen.

Goede gewoonte

Goede gewoonte

De 49e Ronde van Essen trok door onze gemeente.  Voor mij alvast belangrijker nieuws dan de kortstondige doortocht van de Beneluxtour.  Vooral omdat de Ronde voor mij zowat het eerste teken van “normaliteit” was, na de coronabeperkingen.  Het zag er allemaal opvallend gewoon uit.  De Ronde heeft dan ook een geruststellend hoog voorspelbaarheidsgehalte.  Zoals de spreekwoordelijke Amerikaanse reiziger destijds -en nu eerder de Chinese lotgenoot- “if it is Thursday, this must be Switzerland” kon zeggen, weten de Rondebezoekers dat ze op donderdag te Horendonk naar de zigzagkoers zullen staan kijken, nadat ze in het boekje de uitslag van de rekkenkoers in Heikant nog eens hebben nagelezen.  Zelfs een regenbui op donderdag lijkt wel bij het vaste stramien te horen, al viel het dit jaar naar verluidt nogal mee.  Ik ben de Ronde twee dagen gaan bekijken, en heb ook nog eens helpdesk gespeeld voor het programma waarmee de uitslagen worden verwerkt.  Maar veel werk heb ik daar alvast niet gehad.

Het deed dus deugd dat hij gewoon kon doorgaan, zoals dat hoort, die 49e Ronde.  Dat betekent uiteraard dat de 50e eraan komt – kwestie van even de open deur in te trappen.  Met enkele oud-medewerkers zijn we al wat eerste plannen beginnen maken voor die jubileumuitgave.  En ik zal me onvermijdelijk nog eens aan het uitschrijven van de Rondegeschiedenis moeten zetten.  Samengevat ziet die er als volgt uit “In 1973 werd de ‘Ronde van Essen’ uitgewerkt naar het model van de ‘Ronde van Itegem’.  Het concept werd in de eerste jaren nog wat bijgestuurd en vervolgens in grote (en ook veel kleine) lijnen jaar na jaar herhaald, behalve in 2020.”  Al ga ik toch proberen het verhaal wat verder te stofferen.

Ik ben ook op de gemeenteraad nog tussengekomen over de Ronde.  De vrijwilligers hadden me verteld dat ze om één of andere administratieve reden niet langer de 500 euro subsidie zouden kunnen krijgen die het gemeentebestuur hen jaarlijks toekent – naast, voor alle duidelijkheid, zeer veel (im)materiële steun vanuit het gemeentehuis.  Daarvoor werd aan de vrijwilligers gevraagd om een oplossing te zoeken, de ene al bureaucratischer dan de andere.  Ik heb dan maar gevraagd waar het probleem vandaan kwam, en waarom in vredesnaam van vrijwilligers zou worden verwacht dat ze het oplossen.  Schepen Arno Aerden (Vooruit) volgde mij gelukkig in de redenering dat er binnen het gemeentebestuur naar een uitweg zou worden gezocht.  Goed voor de Rondeploeg, maar jammer genoeg toont het opnieuw aan dat bij het gemeentebestuur vaak de reflex om op maat van verenigingen en vrijwilligers te werken ontbreekt.  Ik blijf erbij dat dat één van de grote uitdagingen voor het Essense gemeentebeleid in de komende jaren was.  En dat ik de Ronde kon aangrijpen om dat punt nog eens te maken was natuurlijk een kans die ik niet kon laten liggen.

Foto : Ronde van Essen
Van dik hout

Van dik hout

Er is nog eens een voorstel van mij goedgekeurd op de gemeenteraad.  Daar ben ik blij mee.  Een beetje omdat ik tevreden ben over hoe ik het heb gebracht, en ook wel over hoe ik het “spel” heb gespeeld – al had ik iets minder boos willen klinken op het einde van de discussie.  Maar als ik zie dat er met geen mogelijkheid een meerderheid tegen een voorstel kan worden gevonden wil ik het natuurlijk wel netjes goedgekeurd en genotuleerd hebben.  Het deed ook wel deugd dat achteraf oud-raadslid Johan Van Oers me even kwam bedanken.  Ik heb Johan altijd erg gewaardeerd, en toen ik het gelegenheidsgedicht dat hij had geschreven gisteren zag, wist ik meteen dat ik het ging aanhalen en had ik ook al voor ik het uitgelezen had beslist welk stukje ik eruit ging pikken en in mijn tussenkomst ging verwerken.

Toch ben ik vooral tevreden dat er opnieuw over de voorziene boomkappingen in de Kloostertuin kan worden nagedacht.  Met de nodige nuances, want de kapping beoogde wel degelijk een beter bos, méér natuur dus – en niet minder. Maar de manier waarop dat tot stand moet worden gebracht, daar zou toch best nog eens naar gekeken worden.  Een aantal van de te kappen bomen blijven wellicht beter staan.  En ik denk dat het besluit dat de gemeenteraad gisteren nam daar ruimte voor kan creëren.

Ik ben ook tevreden omdat er niemand gezichtsverlies hoeft te lijden met wat meer dialoog, want dat zou niet terecht zijn.  Ik ben het niet over alles eens met milieuschepen Helmut Jaspers (Vooruit), maar natuurlijk is hij een medestander in het streven naar een groener Essen.  En Kempens Landschap is dat ook.  Ze staan geen van beiden aan de kant van de kettingzaag.  De mensen die het protest tegen de kappingen op gang getrokken staan ook mee aan diezelfde kant.  Het is een discussie over hoe we de Kloostertuin optimaal tot zijn recht laten komen voor mens en dier, natuur en klimaat.  En we danken het aan Kempens Landschap -maar ook aan de paters Redemptoristen vóór hen- dat we die discussie kunnen voeren.

Aan de overkant, daar staan degenen die op de rem staan als het over vergroening gaat.  De aankoop van een stuk grond tegen de Ring, waar Bob al enige tijd voor pleit, biedt een perfecte kans voor extra bos.  Tussen droom en daad staan ongetwijfeld wat administratieve regels en praktische bezwaren in de weg, om niet Van Oers maar Elsschot te parafraseren.  Maar toch vooral de onwil om een goed idee van een ander uit te voeren.

Terwijl ook dat bij de democratie hoort : mee denken met de ideeën van anderen, naar iedereen luisteren en je eigen inzichten bijstellen.  Om zelf het goede voorbeeld te geven : het antwoord van de burgemeester op de VB-vraag over het goederenrecht en zijn toelichting waarom we in Essen toch maar gewoon het Burgerlijk Wetboek gaan toepassen was volstrekt waterdicht.  Ik had me er eigenlijk nog geen mening over gevormd, maar nu dus wel.  En in de antwoorden van Brigitte Quick (CD&V) over het afsluiten van Hemelrijk zaten nog wel lekken, maar ze sneden toch wat meer hout dan ik vooraf had verwacht.  Of hoe er al een dag vóór de eerste schooldag een “doe zo voort…” af kan.  Al moeten er uiteraard op andere vakken nog stevige buizen worden opgehaald !

Daarmee heb ik voor het eerst sinds lang nog eens iets geschreven hier.  De onderbreking heeft meerdere redenen, waaronder de relatieve leegte van de laatste gemeenteraden voor de zomer.  Maar toch, er zijn zoveel andere dingen waarover ik had kunnen schrijven.  Ik ben er in mijn hoofd ook een aantal keren aan begonnen, maar ze zijn nooit tot aan het toetsenbord geraakt.  Behalve één stuk, over de Israëlisch-Palestijnse verhoudingen, waar ik op het eind dan zelf niet meer uit kwam.  1 september lijkt me een goede dag voor een nieuw begin.  En het achterstallig (pre-)vakantiewerk komt er misschien ook nog wel van.

Foto : Kempens Landschap
Troubled waters

Troubled waters

Het is erg lang geleden dat ik hier over Noord-Ierland heb geschreven.  Dat is ook niet eenvoudig, want wie de situatie daar doorheen een politieke bril van hier bekijkt, zal vooral merken dat de bril reageert zoals brillen die samen met een mondmasker worden gedragen dat plegen te doen : door aan te dampen en het zicht te vertroebelen.  Er zijn twee gemeenschappen (dat lijkt op de situatie bij ons) waarvan de ene op rechtse partijen stemt en de andere op linkse (kijk eens aan), en om die boel samen te houden is er een hele institutionele spitstechnologie uitgewerkt (voilà, dat is dus zoals hier).  Desondanks lopen de spanningen regelmatig op, vooral rond de jaarlijkse 12-juliviering (nauwelijks een dag verschil).

Allemaal wáár natuurlijk.  En toch ook weer niet.  Want die twee gemeenschappen, de (Iers-katholieke) nationalistische en de (Brits-protestantse) unionistische leven weliswaar grotendeels geografisch afgezonderd, maar dan op wijkniveau, zodat je geen eenvoudige grens kan trekken.  En de geschiedenis van de Ierse onafhankelijkheidsstrijd gecombineerd met eeuwen van Britse immigratie leidde tot decennia van geweld, met aan de ene kant wellicht de meest efficiënte terroristische organisatie die Europa ooit kende (de IRA) en aan de andere kant de loyalistisch-protestantse militie en de Britse staat, die ook niet voor een zachte aanpak kozen.  Met aan beide kanten een groot gevoel van legitimiteit en een stevig draagvlak, omdat beide gemeenschappen zich -op verschillende manieren- achtergesteld of bedreigd voelden.  En met een langzame maar onmiskenbare evolutie waarbij velen zich niet zomaar meer in de twee etiketten herkennen, want wat moet een niet-kerkelijke progressieveling die zich eerder Brits voelt maar zich ook met het Ierse eiland identificeert aan met die tweedeling, maar desondanks in een samenleving zitten die van de tweedeling doordrenkt is – het grapje dat aan iemand die zich hindoe noemde werd gevraagd of hij dan een protestantse of een katholieke hindoe was, is jammer genoeg niet zo uit de lucht gegrepen.

Het Goede Vrijdagakkoord van 1998 was een absolute mijlpaal, waarvoor de unionist David Trimble en de nationalist John Hume terecht de Nobelprijs voor de Vrede hebben gekregen, al kan je argumenteren dat ook Gerry Adams van het IRA-gerelateerde Sinn Fein die had verdiend.  En eigenlijk ook de twee Britse premiers, John Major en Tony Blair, die het akkoord mogelijk maakten.  Het uitgangspunt van het akkoord was de erkenning dat de beide identiteiten legitiem zijn : wie in Noord-Ierland woont, mag zich Brits voelen, of Iers – en ook het overeenkomstige paspoort gebruiken.  Over de uiteindelijke politieke soevereiniteit zal de meerderheid beslissen, maar er zal een politieke band met zowel Dublin als Londen zijn – en daarvoor werden de nodige instituties gecreëerd.  Binnen Noord-Ierland hebben beide gemeenschappen een vetorecht.  En er zijn geen zichtbare grenzen, zodat wie zich Ier voelt niet hoeft te zien waar “Ierland” ophoudt – en eigenlijk geldt hetzelfde voor de Brit, al moet die “over het water”.

Voor dat laatste was er echter één cruciale voorwaarde, zoals iedereen die in Essen vroeger al eens door de douane werd tegengehouden zal beseffen : zowel Ierland als het Verenigd Koninkrijk moesten lid zijn van de Europese Unie.  Of toch minstens van de Europese Eenheidsmarkt.  Maar toen kwam Brexit.  Tijdens de campagne werd er al verwittigd voor de gevolgen in Noord-Ierland, onder meer door de oud-premiers Major en Blair, maar door het “Leave”-kamp werden die waarschuwingen genegeerd.  De meeste Noord-Ieren stemden dan ook tégen Brexit (en de opstelling van de grootste unionistische partij die toch vóór was kan nadien enkel als naïef en onverantwoordelijk worden beschouwd).  Maar de Brexit kwam er wel, en -in tegenstelling tot wat veel “Leavers” beloofden- stapte het VK ook uit de Eenheidsmarkt.  Dus moest er ergens een grens komen.  Die tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland leggen was voor die Republiek ondenkbaar, en daarmee ook voor de hele EU – want waarom zouden we in deze discussie onze eigen Lidstaat niet volgen ? Bovendien zou dat een zware schending van het Goede Vrijdagakkoord zijn.  Dus kwam er een grens tussen Groot-Brittannië en Noord-Ierland, en gelden binnen Noord-Ierland nog steeds een hele reeks EU-regels.  Een grens waarvan de persoon die hem invoerde, premier Boris Johson, nog nadat hij zijn handtekening onder het Brexitakkoord had gezet staalhard ontkende dat ze er zou komen.  Een grens binnen het VK , zodat Britse bedrijven die iets willen “uitvoeren” naar Noord-Ierland door de hele papierwinkel moeten.  Waardoor een hele reeks producten niet meer te krijgen zijn in de Noord-Ierse supermarkt.  Wat ertoe leidde dat de unionisten én veel Britse politici oproepen om het akkoord met de EU te heronderhandelen of zelfs eenzijdig op te zeggen.  Waar de Unie (en zeker Ierland) dan weer uiteraard niet gelukkig mee is – pacta sunt servanda, een akkoord is een akkoord.

De situatie, en vooral de (begrijpelijke) unionistische frustratie, leidde er de voorbije week toe dat de spanningen, die normaal vooral in juli oplaaien, in de straten van Belfast en elders in Noord-Ierland tot hevige rellen leidden, met een brandende bus als dieptepunt.  In een plek met een traditie van geweld, waar ondergrondse paramilitaire groepen zijn blijven voortbestaan en waar de hele maatschappij nog doordrenkt is van de tweedeling die tijdens de “Troubles” op het scherp van de snee werd uitgevochten, is dat letterlijk een levensgevaarlijke evolutie.  De enige uitweg is dat de Britse regering zijn verantwoordelijkheid neemt voor het akkoord dat ze ondertekende, en met de Ierse regering, de EU en de Noord-Ierse partijen rond de tafel gaat zitten over de manier waarop het best kan worden uitgevoerd.  Maar verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van de Brexit, dat is wel het laatste dat Johnson van plan lijkt.

Beslissingen hebben consequenties.  Het blijft een adagium waar ieder die een kieshokje binnenstapt, voor een verkiezing, een referendum of wat dan ook, zich best scherp voor de geest houdt.

Samenwerking ? Neen, bedankt.

Samenwerking ? Neen, bedankt.

We hadden in de gemeenteraad een paar maanden geleden een discussie over de papierophaling door de verenigingen, naar aanleiding van de min of meer gedwongen stopzetting van die ophaling door de Landelijke Gilde van Hoek.  Daarbij werd er vanuit onze fractie en vanuit CD&V gepleit voor een structurele regeling om de verenigingen die de ophaling stopzetten te compenseren.  Dat principe stond ook in de toelichting bij het meerjarenplan.  Alleen leek schepen Helmut Jaspers (Vooruit) niet meteen enthousiast om een dergelijke regeling uit te werken.  Dus werkte ik een voorstel uit om op de gemeenteraad in te dienen, en ik stuurde het naar enkele CD&V-collega’s binnen de meerderheid, met de suggestie om het samen in te dienen.  Ik kreeg als antwoord dat ze het gingen bekijken.

Daarna bleef het even liggen, omdat ik niets terug hoorde en omdat we ondertussen aan enkele andere voorstellen voor de gemeenteraad aan het werken waren.  Ik besloot dus om het terug op te nemen ná de gemeenteraad van maart.  Maar dat is niet meer nodig : tot mijn grote verbazing bleek dat het schepencollege zelf al had besloten om het voorstel uit te voeren.  Met enkele kleine wijzigingen, maar niet groot genoeg om te kunnen ontkennen dat mijn tekst als inspiratie had gediend.  Goed voor de verenigingen, daar niet van.  Maar erg oncollegiaal vanwege CD&V, waar ze duidelijk niet tevreden waren met het mee indienen van het voorstel, maar het helemaal voor zichzelf wilden houden.  Waar een (voormalige) “grote” partij klein in kan zijn.

Kijk en vergelijk

Kijk en vergelijk

Vóór corona zagen we af en toe wel eens enkele scholieren tussen het publiek van de gemeenteraad zitten, in opdracht van een verstandige leerkracht die dat een goede manier vond om iets te leren over democratie en politiek.  Mits een goede inleiding en situering lijkt me dat inderdaad nuttig.  Bijvoorbeeld om te leren dat een gemeente besturen niet altijd spannend of controversieel is, maar vaak eerder saai en consensueel.  En dat we daar best blij om moeten zijn.

Natuurlijk zou je dezelfde oefening kunnen doen met de “digitale” gemeenteraden nu, maar dan vertrekkend van de livestream, of van de YouTubeversie nadien.  Dat laatste heeft als voordeel dat je er ook de weergave nadien van kunt meenemen.  De twee grootste partijen in de raad verspreiden na de raadszitting een elektronische nieuwsbrief.  Die beogen allebei om de Essenaar correct te informeren.  Zowel de N-VA/PLE-auteur -die ken ik goed genoeg om daar zeker van te zijn- als de CD&V-auteur(s) -daar ga ik vanuit- trachten inderdaad juiste informatie te geven.  Maar de keuze van die informatie en de manier waarop ze wordt weergegeven is wel gekleurd.  De gelijkenissen en verschillen bekijken, en die naast de opname van de raadszitting leggen, lijkt me wel leerzaam.  Eigenlijk zou je er ook de voorbereidende stukken van de raad bij moeten kunnen nemen, want een beslissing die op de raad unaniem en zonder discussie wordt genomen, kan ook belangrijk zijn – en die haalt gemakkelijker de ene nieuwsbrief dan de andere, stel ik vast.

Vertrekkend van de gemeenteraad van eind maart (hier op YouTube) verscheen de voorbije week de Nieuwsbrief van CD&V en de N-VA/PLE-Nieuwsflits.  Beide hebben het over het Zorgpunt, respectievelijk als eerste en vierde artikel.  Beide hebben het ook over zichtbare huisnummers, als tweede en vijfde artikel.  Het gaat om artikels met een soortgelijke inhoud, maar wel een heel verschillende invulling, zeker bij de huisnummers – toch niet meteen een zwaar ideologisch geladen thema.  Opmerkelijk is ook dat de tussenkomst van CD&V-raadslid Suykerbuyk over de parking aan het Zorgpunt enkel aandacht krijgt… bij N-VA/PLE !

Op die manier halen de twee eerste punten van CD&V ook de Nieuwsflits van N-VA/PLE.  Andersom is dat niet het geval, ongetwijfeld omdat N-VA/PLE opent met twee eigen voorstellen.  Zowel het punt dat CD&V mee goedkeurde (de padelbanen) als het punt dat bijna al hun raadsleden afkeurden (het fietspad langs de Moerktsebaan) blijken geen vermelding waard.  Vermoedelijk worden die padelbanen later wel nog eens “CD&V-nieuws”, maar zal elk spoor naar de bespreking in de gemeenteraad en zeker naar het voorstel van N-VA/PLE dan uitgewist worden.  Dat CD&V in tegenstelling tot N-VA/PLE niets schrijft over de vaccinatie is wellicht opmerkelijker : dat is een thema waar de Essenaar ongetwijfeld mee bezig is.  N-VA/PLE heeft dan weer niets over de toiletwagen, toch niet onbelangrijk voor de verenigingen; CD&V geeft in zijn berichtgeving een volledig beeld van de nieuwe regels, maar “vergeet” dat sommige aanpassingen die de partij wel vermeldt eigenlijk door de collega’s van N-VA/PLE werden aangebracht.  Ook de overlagingswerken worden niet vermeld in de N-VA/PLE-Nieuwsflits; eerst zien en dan geloven was daarbij mogelijk het uitgangspunt.  De Landbouwadviesraad, een onmiskenbaar CD&V-initiatief, komt enkel bij N-VA/PLE aan bod, al geldt daarbij de verzachtende omstandigheid dat CD&V het daar al eerder over had.  Zowel CD&V als N-VA/PLE hebben het verder nog over de brede “zorg”-sfeer, maar maken verschillende keuzes : bij de oppositiepartij staat de verhuis van het OCMW voorop, bij de meerderheidscollega’s het zorgparkeren, de toegankelijkheid van haltes en parkeerplaatsen voor mensen met een handicap.  En als meerderheidspartij heeft CD&V het bijna vanzelfsprekend niet over de belastingperikelen die N-VA/PLE wel aanhaalt.

Als we er de agenda van de raad naast leggen, is het opmerkelijkste punt dat niet aan bod komt de niet-vervanging van VB-raadslid Van Ginneken, die ontslag nam uit de raad en waar zijn partij geen opvolger meer voor kan vinden.  Dat is geen onschuldig feit, want het verandert hoe dan ook de politieke verhoudingen door impliciet CD&V te versterken en N-VA/PLE te verzwakken.  Bovendien laat het VB daarmee een aantal kiezers in de steek, en beide “grote” partijen zouden daarop kunnen wijzen.  Ze zullen wel een reden gehad hebben om dat niet te doen.  Verder denk ik te kunnen stellen dat wie beide nieuwsbrieven leest deze keer een vrij volledig overzicht van alle op de raad besproken relevante thema’s krijgt, maar niet alles meekrijgt dat ook mee een rol heeft gespeeld in de besluitvorming (wat wellicht ook niet altijd even boeiend is).  Of dat ook de vorige en de volgende keren zo is, laat ik aan een andere (en wellicht betere want neutralere) analyst over…

Overbelasting

Overbelasting

Vorig jaar werden in Essen de belastingen op tweede verblijven verhoogd.  Essen is Knokke niet, dus om de gemeentekas te spijzen was dat niet meteen nodig.  Maar de verhoging hing samen met een verhoging van de belasting op leegstand.  De bedoeling was om te vermijden dat leegstaande woningen als “tweede verblijf” zouden worden geherkwalificeerd, en dan aan de belasting zouden ontsnappen.  We keurde die verhoging mee goed, maar zagen iets over het hoofd, en bij een nieuwe bespreking bracht ik aan dat de échte tweede verblijven op die manier onterecht een hogere belasting kregen opgelegd.  Dus werd er op mijn voorstel besloten om in de weekendzone, de “zone voor verblijfsrecreatie”, een minder hoge belastingverhoging toe te passen – nog steeds een belastingverhoging, overigens.  Die zone is immers net bedoeld voor tweede verblijven !

Maar ik had niet ver genoeg nagedacht : de “zone voor verblijfsrecreatie” is alleen het deel dat nog steeds weekendzone is, niet het deel dat tot “Woonbos” werd omgevormd – het “woongebied met bosrijk karakter”.  Ook daar zijn er tweede verblijven, natuurlijk.  Van mensen die nooit de bedoeling hadden om daar permanent te gaan wonen.  Mensen die zich aan de regels hielden, en dus geen vragende partij waren voor de regularisatie tot “Woonbos”, maar die wel met de gevolgen opgescheept zitten.  Zoals de planbaten, de meerwaardebelasting die ze moeten betalen.  En nu dus met de verhoogde belasting op tweede verblijven.  Onrechtvaardig, want het gaat even goed om legitieme “tweede verblijvers” dan in de weekendzone.  Ik bracht het probleem een paar keer aan in de commissie, en kreeg te horen dat het “toezicht”, de Afdeling Binnenlands Bestuur van de Vlaamse Overheid, een nieuwe uitzondering alleen zou aanvaarden als die goed gemotiveerd zou zijn.  Er werd nooit gezegd dat een nieuwe uitzondering uitgesloten zou zijn, er werd nooit tegengesproken dat de nieuwe situatie niet rechtvaardig is.  Wel kreeg ik te horen dat er maar een beperkt aantal klachten waren.  Niet zo verwonderlijk, want de verhoging gebeurt trapsgewijs; volgende jaar komen er meer klachten, en het jaar daarna nog meer.  Wedden ?

Hoewel er dus volgens mij voldoende redenen waren om het reglement aan te passen, gebeurde er niets.  Dus besloot ik om zelf het reglement te herschrijven en als voorstel in te dienen voor de gemeenteraad van gisteren.  Financieschepen Dirk Konings (CD&V) antwoordde met dezelfde verwrongen logica als in de commissie : er waren geen klachten, en het toezicht zou de wijziging niet aanvaarden zonder grondige argumentatie.  Mijn voorstel bevatte een grondige argumentatie, lijkt me.  Er was alvast niemand in de raad die ze heeft proberen die te weerleggen.  Toen ik dan maar vroeg om het goed te keuren en te wachten tot het toezicht zou reageren, bleek dat ook niet goed.  Het voorstel mocht niet doorgaan.  Waarom is me nog altijd niet duidelijk.  Maar het werd weggestemd, wellicht ook zonder dat de meeste raadsleden van de meerderheid wisten waarover het ging.  Dat geldt alleszins voor de voorzitter, die eerst de unanieme goedkeuring afkondigde om dan op zijn vingers te worden getikt door zijn fractievoorzitter, om vervolgens vrolijk tegen te stemmen.

Overigens weet ik exact hoeveel kiezers ik met mijn voorstel heb “bediend” : geen enkele, want wie in Essen een tweede verblijf heeft, die woont hier niet.  Daar moest ik het dus niet voor doen.  Toch ben ik blij dat ik het geprobeerd heb : onrechtvaardig is onrechtvaardig, en dat principe was me het werk wel waard.

Pompen of verzuipen

Pompen of verzuipen

De gemeenteraad van gisteren (hier op YouTube) was erg frustrerend. Ik vermoed dat er daarover zelfs enige eensgezindheid zal zijn over de grenzen van partijen heen, en tussen de raadsleden en het publiek. Over de oorzaken van die frustratie zouden de meningen evenwel wat meer uiteen kunnen lopen.

Ik heb me er vooral aan gestoord dat elk voorstel of initiatief van ons mordicus met alle mogelijke middelen moest worden afgeblokt. En in grote tegenstelling met de poeslieve behandeling die het Vlaams Belang te beurt viel. Zo werd mijn opmerking in de bespreking over de landbouwadviesraad dat er niet zoiets bestaat als een „algemeen beleidsplan” gewoon weggehoond : iedereen wist toch dat het over het meerjarenplan ging ? In een gesprek met een raadslid met nóg meer ervaring dan ik waren we nochtans een dag voor de raad tot de conclusie gekomen dat het wellicht als een verwijzing naar het bestuursakkoord moest worden gelezen. Hoeveel moeite had het gekost om in de tekst van de statuten van de adviesraad gewoon „meerjarenplan” te schrijven, als het dan daarover ging ? Maar de vraag kwam van mij natuurlijk, en dat is verdacht – ook de spel- en taalfouten waar ik terloops op had gewezen zullen wel tien keer tegen het licht zijn gehouden, neem ik aan.  Een andere vraag van mij ging uit van een terechte bekommernis, volgens de burgemeester, maar kon niet in de tekst worden opgenomen omdat die „van onderuit” kwam, na maandenlange voorbereidingen. Alsof het de stenen tafelen waren waarop Mozes de tien geboden ontving. De paragraaf die ik wilde aanpassen dook nochtans voor het eerst op in de tekst die ons op maandagmorgen werd bezorgd. Van onderuit – het zal wel.

En dan was er ons voorstel om zwemlessen te subsidiëren. Om die boot af te houden moest alles uit de kast worden gehaald. Terwijl het uitgangspunt van het voorstel vrij simpel was : het gemeentebestuur subsidieert zwemmen, maar zwemlessen worden uitdrukkelijk van de subsidie uitgesloten. Dat is vreemd, want „levenslang leren” is erg belangrijk in onze maatschappij en we moedigen dat als gemeentebestuur in zowat alle gevallen op allerlei manieren aan – en dat is goed natuurlijk. Het voorbeeld van schepen Konings die vond dat we zwemlessen niet moeten subsidiëren omdat we lessen Frans niet ondersteunen komt ongeveer een maand na de terechte goedkeuring van een nieuwe overeenkomst met Tatteljee, zodat die (o.a.) betaalbare… lessen Frans kunnen organiseren. Faut le faire. En de uithaal van de burgemeester dat we volgende maand wel een subsidie voor rijlessen kunnen vragen… Wel, opfriscursussen of cursussen defensief rijden in de rijschool dragen net zoals zwemlessen bij tot de veiligheid. Ik ben vóór zo’n subsidie.

Natuurlijk kan je discussiëren over de modaliteiten van de zwemlessubsidie. Liesje Van Loon en Jokke Hennekam probeerden die discussie aan te gaan : als we geld geven, moet het zo goed mogelijk terechtkomen. Die bekommernis deel ik, en we hadden vooraf afgesproken dat we op elk voorstel om het punt naar een commissie te verwijzen zouden ingaan. Maar ook Liesje en Jokke werden door het schepencollege afgeblokt : het voorstel moest van tafel, het mocht niet worden „meegenomen” of verder besproken. Dus werd het weggestemd. En ja, dat is frustrerend.

Toch eindigde de raad wat mij betreft positief, en op een punt waar ik dat niet helemaal had verwacht. Op mijn vraag over het moutainbikeparkoers in de Wildertse Duintjes kreeg ik een onderbouwde en respectvolle uitleg van Brigitte Van Aert. De voorzitter en een aantal collega’s vonden het antwoord wat lang uitgevallen, maar mij stoorde dat deze keer eigenlijk niet. Blijft natuurlijk de vaststelling dat het eigen gelijk uitleggen gemakkelijker is dan een voorstel van een ander ook constructief te bespreken.  Maar kom, beter één vogel in de lucht…

De Waarheid in Beeld

De Waarheid in Beeld

Op 1 januari verjaart ook Essen in Beeld. Het is dan al 12 jaar geleden dat we met onze fotosite van start gingen. Ondertussen brachten we 106.000 foto’s samen. Sinds enkele jaren kreeg de site overigens ook een extra leven op Facebook. Het is ook daar dat ik meestal zelf de foto’s het eerst tegenkom, want ik kom toch vooral op de site als er even iets misloopt. Dat was de voorbije dagen het geval, al zal u het niet gemerkt hebben. Het ging namelijk om een heel “doordeweeks” foutje : enkele foto’s waren op zo’n grote resolutie ingescand dat het systeem het even niet aankon. Dan verklein ik die zelf en plaats ze dan terug.

Maar daardoor wordt natuurlijk wel mijn aandacht getrokken op die foto’s. Zeker als de eerste uit de reeks hoopvol titelt dat het om “De Waarheid” gaat, en dan de gemeentepolitiek blijken te betreffen.  De vier foto’s (u vindt ze hier, hier, hier en hier) geven een verkiezingsfolder van de Essense afdeling van de Belgische Werkliedenpartij in 1938 weer.  Een interessant tijdsdocument.  Met de ogen van vandaag is het natuurlijk in de eerste plaats tragisch : het negenpuntenprogramma op de eerste bladzijde begint met “geen oorlog”.  Alvast die wens zou geen “Waarheid” worden, en daar konden de Essense socialisten uiteraard niets aan doen.  Het feit dat het bovenaan in de lijst staat wijst er wel op dat de dreiging ook in 1938 scherp werd aangevoeld.

Maar ook daarnaast zijn er nog opmerkelijke vaststellingen.  De lichte ontgoocheling dat VNV/Rex geen lijst indiende, bijvoorbeeld; de hoop dat een dergelijke lijst de conservatieve katholieke meerderheid zou verzwakken bleek in 1938 zowaar groter dan de ideologische afkeer voor beide partijen.  Ook de bekommernis om uit te leggen dat de socialisten niet ipso facto “slechte Vlamingen” zijn zou de komende tientallen jaren naar het achterplan verdwijnen.  En de titel “De Waarheid” zou in de Koude Oorlog te zeer verweven raken met de Sovjetrussische Pravda, en dus voor gematigd links onbruikbaar worden.

Wie het met de ogen van vandaag de folder leest, merkt ook dat de rest van het negenpuntenprogramma, dat na de “geen oorlog” komt, veel punten bevat die tot vandaag actueel blijven.  Een degelijk bestuur en goede wegen zullen wel altijd zaken blijven die de kiezer van een gemeentebestuur verwacht.  En uiteraard ontgaat mij noch de aandachtige sp.a-er die de folder terugleest de ironie van het “zwemdok”, waar de socialisten gedurende jaren naar vroegen, maar dan eens mee aan de macht noodgedwongen mee moesten sluiten.  Waarna ze de kans om er een nieuw te bouwen via een coalitiewissel aan zich voorbij lieten gaan het samengaan met de christen-democraten te verlengen, dezelfde christen-democratie die ze in 1938 nog verfoeiden.  Waarom ze dat niet deden is een vraag waarop ik nog steeds naar een eerlijk antwoord zoek, maar natuurlijk zou het niet fair zijn om het coalitiespel van 2018 te willen herspelen met de kaarten van 1938.  Er is ondertussen net iets te veel water door de (rechtgetrokken en vervolgens gehermeanderde) Kleine Aa gevloeid.  Partijprogramma’s en -strategieën veranderen, en gelukkig maar.

Zoals ook Essen verandert, waar we met met “Essen in Beeld” een beetje de weerslag van proberen te bewaren.  Ook in onze 13e jaargang.  En gelukkig niet alleen wat de politiek betreft.  Eigenlijk is de site aan een grondige “remake” toe, maar dat ligt voorlopig vooral in handen van de Heemkundige Kring.  Maar het basisidee zal blijven : het Essen van nu en vroeger in beeld brengen.