Archief van
Categorie: Essen politiek

Schadenfreude

Schadenfreude

De gemeenteraad verliep gisteren iets eensgezinder dan de OCMW-raad – en dat is goed nieuws, want de gemeenteraad duurde ook een stuk langer… De belangrijkste beslissing was ongetwijfeld een reeks steunmaatregelen voor de verenigingen.  De geschiedenis van dat pakket is interessant.  De belangrijkste maatregel is wellicht de mogelijkheid voor de verenigingen om een schadedossier in te dienen en zo de gemiste uitgaven en extra kosten die ze door corona hebben gemaakt (en na aftrek van eventuele extra inkomsten en niet opgelopen kosten) gecompenseerd te krijgen.  Een goed idee, geagendeerd door het schepencollege, nadat de “Taskforce verenigingen” het als één van zijn voorstellen had naar voren gebracht.

Waar dat idee ontstaan is, is voor mij eenvoudig te achterhalen.  In de WhatsAppgroep van de N-VA/PLE-fractie, tussen 29 maart en 4 april, ondertussen dus drie maanden geleden.  We gaven het de naam “verenigingenfonds”, maar het leek verder als twee druppels water op de “schadedossiers” die nu werden goedgekeurd.  We hebben dat voorstel dan vervolgens afgetoetst met mensen uit het verenigingsleven, en geagendeerd op de gemeenteraad van eind april.  Waar CD&V en sp.a het hebben weggestemd.  Omdat het niet op maat van de verenigingen was.  Omdat het haastwerk was.  Omdat het niet “van onderuit”, vanuit de verenigingen kwam.  Omdat het getuigde van sinterklaaspolitiek.  Omdat…  Wie zal het zeggen ?

Er werd dan beslist om een “Taskforce verenigingen” op te richten.  Die kwam al bij zijn eerste vergadering opnieuw bij dit voorstel uit.  We dienden het dan terug in, onder een andere naam en met enkele kleine aanpassingen.  Maar weer mocht en kon het niet doorgaan.  Er moest gewacht worden tot de taskforce zijn werkzaamheden kon afronden.  Het kwam niet “van onderuit”.  Ons pleidooi om de verenigingen ruim vóór de zomer zekerheid te geven werd, met een kleine uitzondering voor de jeugdbewegingen, opnieuw niet gehoord.

De task force rondde zijn werkzaamheden af, en bleef bij het voorstel.  We agendeerden het terug op de raad van gisteren, in de overtuiging dat de derde keer de goede keer zou zijn.  Maar het schepencollege agendeerde gewoon… hetzelfde voorstel.  Aangevuld met andere elementen uit ons eerste voorstel (aanpassing subsidieregeling) die nu plots óók goed waren, en met een voorstel voor renteloze leningen waar “van onderuit” door exact niemand werd gevraagd, maar dat het schepencollege zelf in al zijn wijsheid een goed idee vond – voor hen gelden duidelijk niet dezelfde criteria.  We hebben dat hele pakket vervolgens gewoon mee goedgekeurd, en ons eigen voorstel ingetrokken.  Omdat het uiteindelijk niet van belang is van wie het idee komt, maar dat het doorgaat.  Ik ben er wel trots op dat het ons idee is.  Dat CD&V en sp.a het nu verkopen alsof ze het zelf bedacht hebben, is natuurlijk geen erg faire manier om aan politiek te doen.  Het zij zo.  Het is wel jammer dat het nu twee maanden langer dan nodig heeft moeten duren, want de verenigingen hadden dus al twee maanden eerder zekerheid kunnen krijgen.  Maar goed, beter laat dan nooit.

En toch… zou dat nu echt zoveel pijn hebben gedaan, om een voorstel van ons goed te keuren ? Dat zou alleen in de communicatie een verschil hebben gemaakt, maar dat is toch bijzaak, niet ? Het gaat om de inhoud, toch.  Toch ?

Sex, Lies and Videotapes

Sex, Lies and Videotapes

Of eigenlijk alleen Lies and Videotapes.  Maar u bent toch maar beginnen lezen, het heeft dus gewerkt ! En de verwijzing naar de bekende filmtitel was te mooi om hem te laten liggen…

Gisteren was het gemeente- en OCMW-raad.  Het onderscheid tussen beide is nog nauwelijks meer dan theoretisch, maar dit gaat dus over de OCMW-raad.  Het schepencollege heet in die context het “vast bureau”.  Als OCMW-raadslid had ik in de vorige zitting van de raad gereageerd op een eerdere tussenkomst van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst (schepen Brigitte Van Aert) tijdens de gemeenteraad.  Ik had daarbij gesteld dat de informatie die zij aan de gemeenteraad (die net voordien had vergaderd) had verstrekt niet klopte, en heb dan letterlijk verwezen naar de geldende wetgeving en wat daarover op de site van de Vlaamse overheid staat.  Ik had dat snel opgezocht, maar zou anders in dezelfde zin zijn tussengekomen; ik zat immers (net) in de OCMW-raad toen de GPMIs werden ingevoerd, en wist er nog genoeg over.

Schepen Van Aert heeft vervolgens dit geantwoord : “Wat ik heel duidelijk kan stellen is dat het GPMI een contract is tussen de maatschappelijk assistent en de cliënt, en zij bepalen samen wat er in vertrouwen wordt afgesproken, en dat wordt voorgelegd aan het Bijzonder Comité ter kennisgeving.    Het is niet aan de OCMW-raad (…) om te bepalen wat er in het GPMI staat.”  Hoe ik dat zo precies weet ? Wel, dat brengt me bij de “videotapes” uit mijn titel : de hele raad werd opgenomen, en kan hier worden teruggevonden.  Het stuk waarover het gaat loopt van 2:32:06 tot 2:34:33.

Ik heb dan meteen na de raad om een schriftelijke opheldering gevraagd.  Klopt de wetgeving zoals ik die had aangehaald, of was het een “interpretatie” van mij, zoals Van Aert beweerde, en had zij gelijk ? Ik heb een antwoord gekregen, dat uitgebreid op de kwestie ingaat en er ondubbelzinnig op neer kwam dat wat de schepen in de raad beweerd had niet juist was.  In de brief wordt wel een poging gedaan om wat verwarring te scheppen, maar de conclusie is desalniettemin duidelijk : het GPMI is een overeenkomst tussen het OCMW en de cliënt, en de OCMW-raad kan er perfect algemene instructies over geven (uiteraard kan de raad niet beslissen om één individueel GPMI aan te passen, dat had ik noch iemand anders beweerd).

Ik ben hier dan gisteren in de OCMW-raad op teruggekomen, en heb het volgende gezegd : “In de vorige raad was er een discussie over de procedure voor het opmaken van een Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie.  Ik heb naar aanleiding daarvan om een schriftelijke verduidelijking gevraagd van het vast bureau, en heb die ook gekregen, waarvoor dank.  Ik heb met de brief erbij dat deel van de raad nog eens opnieuw bekeken, en daaruit blijkt dat er letterlijk geen woord klopt van wat er toen vanuit dat vast bureau gezegd werd.  Dat is opmerkelijk, want het ging niet over iets dat spontaan in de raad aan bod kwam, maar over een vooraf ingediend punt.  Dat iemand iets niet weet, is begrijpelijk, maar bewust foute informatie geven is iets heel anders.  In elk democratisch systeem is het recht van de verkozenen om vragen te stellen één van de belangrijkste rechten, en het juist inlichten van de verkozen één van de belangrijkste plichten van uitvoerende mandatarissen.  Ik wil daarom niet alleen weten hoe ervoor gezorgd gaat worden dat zoiets niet meer kan gebeuren, maar ook welke conclusies hieruit door het Vast Bureau worden getrokken.” 

Het is voor de werking van een gemeentebestuur heel belangrijk dat de raad juist wordt ingelicht.  Als dat per hoogste uitzondering en per vergissing niet gebeurt, dan horen daar minstens verontschuldigingen aan de raad en een spontane rechtzetting door de verantwoordelijke, tijdens de raad, op te volgen.  Anders gaat het om het bewust voorliegen van de verkozenen, en dat is een doodzonde in een democratisch systeem.

Met mijn vraag probeerde ik het vast bureau (het college) de kans te bieden om het alsnog recht te zetten.  Korte excuses en de belofte om beter op te letten bij het verstrekken van informatie hadden volstaan.  Maar dat gebeurde niet.  De burgemeester beweerde integendeel dat het allemaal niet zo zwart-wit was, en dat zowel de schepen als ik niet helemaal gelijk of ongelijk hadden.  In de eerste plaats is dat niet waar : alles wat ik gezegd heb, klopt en alles wat de schepen heeft gezegd niet.  In de tweede plaats doet het niet ter zake : de uitvoerende mandataris (burgemeester, schepen, voorzitter van het bijzonder comité) moet de raad correct inlichten en zich daarvoor tegenover de raad verantwoorden.  Als raadslid heb ik die plicht niet – al blijft het natuurlijk mijn bedoeling om correcte informatie te geven en me op goed onderbouwde argumenten te baseren.

Uiteraard weet ik ook wel dat dit niet over een uiterst belangrijke beleidskwestie gaat.  Er liggen maar weinig Essenaren wakker van de vraag wie er exact verantwoordelijk is voor de Geïndividualiseerde Projecten voor Maatschappelijke Integratie – op de betrokkenen na, want ik wil het belang ervan voor hen niet onderschatten.  Maar het recht van verkozenen op juiste informatie is fundamenteel voor de democratie.  Anders belanden we in het straatje van Poetin en Trump.  Ik kan in eer en geweten niet anders dan een harde conclusie trekken.

Die conclusie brengt mij bij de “lies” uit mijn titel.  Halsstarrig de waarheid ontkennen is liegen.  Een uitvoerende mandataris die liegt moet opstappen.  Het vast bureau (schepencollege) heeft tegenover de raad gelogen en weigert in te zien dat dit een probleem is en moet worden rechtgezet.  Het moet nu zelf maar uitmaken of de verantwoordelijkheid daarvoor bij de burgemeester of bij de betrokken schepen ligt.

De Ambetante Ambtenaar*

De Ambetante Ambtenaar*

*vrij naar Willy Vandersteen

De eerste Essense jeugdambtenaar gaat met pensioen.  Met een actieve ploeg enthousiaste Jeugdraders, met ook enig strategisch inzicht, wisten we een jaar of 25 geleden dat onze gemeente een jeugddienst op het gemeentehuis nodig had.  Een aanspreekpunt voor de verenigingen, voor al wie door of voor jongeren iets wilde betekenen, voor onszelf als Jeugdraad, voor de gemeentediensten zelf die met “de jeugd” wilden of moesten samenwerken.  Hoe daarvan een gemeentebestuur overtuigen dat het verenigingsleven weliswaar genegen was, maar alleen zolang het zijn eigen plan kon trekken (vanuit een visie die ik hier al eens heb uiteengezet) ? Het zichtbare succes van Roefel in de buurgemeenten was een eerste hefboom : de Essenaar zag dat er elders iets succesvol gebeurde, en hier lukte dat niet.  Het decreet op het jeugdwerkbeleid was de tweede : een volwaardig jeudgdwerkbeleidsplan uitschrijven was een niet te onderschatten taak, en het niet doen zou net iets te veel gelden kosten aan het gemeentebestuur.

Ik weet niet van wie het briljante idee uiteindelijk kwam, maar het zou best van Frans Schrauwen kunnen zijn geweest : Josée Van Doren werd aangesteld als jeugdambtenaar.  De Essense Roefel stak al snel de buren naar de kroon, en voor de beleidsplannen die zij toen uitschreef moet je een studiebureau honderdduizenden euro’s betalen.  Ik heb toen met haar leren samenwerken : realistisch, pragmatisch, altijd constructief maar ook kritisch, niet op haar mond gevallen.  En vooral : met een héél groot hard voor de mensen waarvoor ze werkte.  De jongeren, en later de senioren.  De bezoekers en vrijwilligers van het Lokaal Dienstencentrum.  De Essenaren, kortom.

Die vond ze altijd belangrijker dan de regels van het gemeentebestuur of de hiërarchie waarin ze moest werken.  Foute beslissingen, vooral als die het resultaat waren van niet luisteren naar de mensen op het terrein, ergerden haar mateloos.  Mensen die hun positie niet te danken hadden aan inzet of inzicht, maar daaraan wel meenden alwetendheid te mogen ontlenen, ze doorzag ze en durfde dat ook wel eens te zeggen.  Dat zij wél in staat bleek om een degelijk beleidsplan te schrijven en veel beter betaalden niet, het ergerde haar wel eens.  Neen, niet omdat die anderen beter betaald zouden worden, maar wel omdat ze die hogere graad als vrijbrief gebruikten om te beslissen zonder te luisteren, om te doen alsof de wijsheid in pacht hadden.  En omdat ze de oplossing van problemen niet dichterbij brachten, maar bemoeilijkten.  Samen met Marcel Van Meel, die de technische dienst leidde (en die nóg een grotere mond had), slaagde ze er vaak in allerlei praktische problemen op te lossen door gewoon te doen wat er moest gebeuren, of dat nu wel of niet in de regels stond.  Als het niet kon zoals het moest, dan moest het maar zoals het kon.

Zo’n ambtenaren moesten er meer zijn.  Ik begrijp wel waarom leidinggevenden soms last hebben met loyale maar kritische ambtenaren, die durven de vinger op zere wondes te leggen.  Wie leiderschap verwart met controle, wie gezag verwart met procedurele macht, wie deskundigheid verwart met een positie, die gaat met hen botsen.  Het is ook niet altijd gemakkelijk, wat natuurlijk is ook niet elke kritiek altijd terecht, komt niet alle wijsheid van onderuit, bestaan veel regels en procedures ook om goede redenen.  Maar daar gaat het ook niet om.  Want ook die loyaal-kritische ambtenaren weten vaak wel dat ze niet altijd gelijk hebben.  Het gaat erom dat ze de organisatie dwingen om zichzelf en de beslissingen die worden genomen te bevragen en te verantwoorden.  Ze passen in een cultuur die de mensen de ruimte geeft om mee te denken en om aan te geven wat er schort, zodat wat er moet gebeuren ook mee gedragen kan worden.  Uiteindelijk werkt dat versterkend voor de organisatie en voor wie in die organisatie leiding geeft.

Ik vrees dat die organisatiecultuur er in Essen de voorbije decennia onvoldoende is geweest.  Ik vrees ook dat er veel te weinig is nagedacht over het gebruiken van competenties in plaats van te focussen op diploma’s en formele posities.  Josée Van Doren zou een uitstekend afdelingshoofd Vrije Tijd zijn geweest.  Ik denk ook dat ze dan vandaag nog niet met pensioen zou zijn gegaan.  Dat is een gemiste kans voor de organisatie, al gun ik haar uiteraard van harte de “rust” (van stilzitten gaat niet veel in huis komen).

Ik ben er bijzonder trots op dat ze in 2012 en 2018 op onze verkiezingslijst stond, en dat we bij N-VA/PLE op haar inzichten kunnen rekenen.  Ik hoop dat dat nog lang zo blijft; eigenlijk zou ze in de gemeenteraad moeten komen, maar dat kan natuurlijk niet zomaar meteen.  Maar ook als ze niet bij ons actief zou zijn zou ik dit stukje.  Uit nostalgie naar een uitstekende jeugdambtenaar en uit waardering voor al die mensen die op de werkvloer van ons gemeentebestuur dag na dag het beste van zichzelf geven.  Ik wens ze toe dat ze niet vergeten om als het moet flink ambetant te zijn, en de organisatie wens ik toe om dat naar waarde te leren schatten.

Het meerderheidskamp

Het meerderheidskamp

Ik heb gisteren geprobeerd om voor één van onze voorstellen een meerderheid te vinden in de gemeenteraad (die u hier kan herbekijken) .  Niet zo bijzonder, hoor ik u al denken.  En dat klopt : dat doen we eigenlijk altijd, een meerderheid zoeken.  Maar we vinden die niet altijd : met N-VA/PLE zitten we in de oppositie, en CD&V en sp.a, die samen wel een meerderheid hebben, houden de rangen stug gesloten – zelden zo stug als gisteren, trouwens.

Ik zocht mijn meerderheid elders : in de eerste plaats bij de groep van raadsleden die ooit al zelf een jeugdkamp hebben mee georganiseerd.  Dat is al een mooi begin op weg naar een meerderheid : zelfs al ken ik niet van iedereen het hele cv, dan nog is die fractie is al zeker groter dan de grootste échte fractie in de raad.  Daarnaast stelde ik voor dat de degenen van wie de kinderen dit jaar mee op kamp zouden willen gaan zouden aansluiten.  Ik weet niet zo goed hoe groot die fractie is, dus voor alle zekerheid had ik er misschien nog een derde moeten aanspreken : die van degenen die vroeger met plezier zelf op kamp zijn geweest.  En misschien ook nog die van degenen van wie de partners met veel plezier kampen in elkaar hebben gebokst.  Dat zou een zeldzaam grote meerderheid hebben opgeleverd.  We hadden die misschien vooraf (virtueel) moeten samenbrengen, al hebben we uiteindelijk unaniem iets goedgekeurd.  Maar een sterker kamp-kamp had er meer kunnen uithalen.

En dat is verdorie nodig ! Ik kreeg gisteren de gids te zien die de jeugdkampen in deze coronazomer als leidraad moeten gebruiken.  Zoals ik in de raad zei, zou ik er zelfs al niet aan willen beginnen om op die manier op kamp te gaan.  Maar ik heb er ook bijgezegd dat ik het 25 jaar geleden wellicht wel zou hebben aangedurfd, dus reken ik op de jeugdleiders van vandaag…

Alleen hebben die ook nog andere kopzorgen.  Examens die in vreemde omstandigheden verlopen.  En financiële zorgen, want heel wat van de activiteiten waarmee ze zich financieren zijn in de voorbij maanden natuurlijk niet kunnen doorgaan.  En een coronakamp gaat onvermijdelijk extra kosten meebrengen.  Dat gat moet dichtgereden worden, want anders is er letterlijk geen beginnen aan, aan het organiseren van een kamp dit jaar.

In de raad van april probeerden we dat principe al voor alle verenigingen te regelen, en dat probeerden we gisteren opnieuw.  Maar toen de meerderheid het weer op de lange baan (sorry, de task force) besloot te schuiven heb ik geprobeerd om te redden wat er te redden valt voor de jeugdverenigingen.  Voor hen is het immers dringend : ze zijn nú hun kamp aan het voorbereiden.  Mogelijk hun moeilijkste kamp ooit.  Ze willen nú zekerheid dat het zonder financiële kopzorgen zal kunnen.  En natuurlijk ook zonder hun kampprijs te verhogen, zoals het gemeentebestuur impliciet suggereerde in de enquête die het bij de verenigingen deed.  Dat laatste argument deed bij CD&V een belletje rinkelen, zodat er toch een beetje een Scouts/KSA/Chiro/KLJ/Kazou-coalitie tot stand kwam.  En ook jeugdschepen Arno Aerden (sp.a) had de uitdaging duidelijk al begrepen en leek er ook klaar voor om heel hard mee te werken aan een oplossing.  Dat hij daarvoor zonder toelating van de raad geen geld voor kon uittrekken, overtuigde hem mogelijk ook – wie zal het zeggen.

De macht van het getal haalde uiteindelijk ook de burgemeester over de streep, zodat het schepencollege namens de raad “iets” moet uitwerken tegen 1 juni.  Ik ben en blijf diep teleurgesteld dat we geen garantie uit de band konden slepen dat we de extra kosten en de minderinkomsten zullen denken, maar heb de ene vogel in de hand dan toch maar aangenomen.  Hopelijk krijgt Arno in het schepencollege ook steun van de jeugdwerkcoalitie om toch zo veel mogelijk kosten voor de gemeenterekening te kunnen nemen.  Als we er nu niet ondubbelzinnig staan voor de jeugdkampen, dan mogen we nooit meer “eens (jeugdbeweging naar keuze), altijd (zelfde jeugdbeweging)” zeggen.  Dat zou een belediging zijn.

En natuurlijk geldt dat bij uitbreiding voor het hele verenigingsleven.  Ook daar gaan we hard voor blijven gaan : onze verenigingen moeten er na corona even sterk opnieuw kunnen staan dan voor corona, zonder extra leningslasten en zeker zonder extra kosten voor wie graag “bijeen komt” in Essen.  Maar voor de jeugdverenigingen is het nog net even dringender.  Hopelijk begrijpt iedereen dat.

Voor wie zich deze zomer voor het jeugdwerk inzet hierbij alvast mijn oneindige waardering en dank.  Het zal niet gemakkelijk zijn.  Een leidingsploeg in bubbels moeten verdelen lijkt me een behoorlijke opgave.  Maar het kan.  Omdat het moet.  Doe geen enkele toegeving op de regels en de raadgevingen, ook als die op het eerste gezicht onhaalbaar of onlogisch lijken.  En maak er op alle manier een onvergetelijk kamp van !

Foto : Promotiefoto Dag van de Jeugdbeweging 2019
Essen an der schönen blauen Donau

Essen an der schönen blauen Donau

Gisterenavond hadden we de eerste “echte” digitale gemeenteraad, nadat we vorige week een aantal commissievergaderingen hadden.  Technisch liep het allemaal vrij goed, en dat is niet zozeer te danken aan de technici (want een platform voor videovergaderingen gebruiksklaar maken is niet zo moeilijk), maar wel aan degenen die voor een vlotte “regie” zorgden, in de eerste plaats de algemeen directeur dus.

Inhoudelijk verliep de raad veel minder goed.  Dat vraagt enige duiding…  De coronacrisis geeft onvermijdelijk extra macht aan de bestuurders die ze moeten beheersen.  De vraag is of ze een deel van die macht afstaan, delen, om zo een sterker antwoord te kunnen geven.  De meeste machthebbers geven een deel van de macht af aan experten.  De omvang van dat deel is voor discussie vatbaar, maar iedereen ziet in dat Trump of Bolsonaro de expertise te veel negeren, en zichzelf daardoor verzwakken.  Een andere vraag is wat je als machthebber doet met de politieke oppositie.  Om twee uitersten te duiden : de Hongaarse premier Orban gebruikt de coronacrisis duidelijk als een excuus om de facto een dictatuur in te stellen in zijn land, de Nieuw-Zeelandse premier Ardern liet het aan de oppositieleider over om de parlementaire commissie rond “Covid” voor te zitten.  Ook op het federale niveau bij ons worden alle verantwoordelijke partijen betrokken bij het uitwerken van de coronamaatregelen, in Nederland verving een oppositiepoliticus de minister van volksgezondheid toen die plots ontslag nam.  En zo zijn er nog heel wat voorbeelden; ook iemand als de Duitse kanselier Merkel haalt een stuk van haar legitimiteit in deze crisis uit een verbindende houding.  Ook in dit geval betekent macht afstaan eigenlijk de eigen macht versterken : een groter politiek draagvlak creëert ook een groter draagvlak bij de bevolking.  En het komt uiteindelijk ook de machthebber ten goede; na 14 jaar in  haar ambt is Merkel in de peilingen populairder dan ooit tevoren.

Welke keuze werd in Essen gemaakt ? Het begon niet slecht.  Bij het begin van de lockdownmaatregelen stelden CD&V en sp.a aan ons voor om samen een persbericht te verspreiden.  Dat deden we dan ook.  Daarna deden we enkele voorstellen, en vroegen om die samen te bespreken en uit te werken.  Maar die werkwijze was duidelijk niet naar de zin van de burgemeester, die een uitstekende gelegenheid zag om zijn eigen macht te versterken.  Zo kondigde hij in de pers aan dat er 500.000 EUR wordt uitgetrokken (vóór corona was het een bevoegdheid van de gemeenteraad om het budget vast te stellen) en besliste hij om zijn coronaplan aan iedereen op te leggen.  Om de sp.a tevreden te houden werd er ook een voorstel van hen in verwerkt, maar daar hield het dan bij op.  Onze voorstellen werden in de gemeenteraad vervolgens weggestemd, omdat ze niet “van onderuit” kwamen en niet voldoende waren gerijpt, de voorstellen van het college werden goedgekeurd “omdat het belangrijk is om snel duidelijke signalen te geven”.  Dat de burgemeester Arno Aerden (sp.a) dwong om die spreidstand uit te leggen, was een cynisch extraatje.  Zoals Helmut Jaspers (sp.a) mocht uitleggen dat ons voorstel voor een verenigingenfonds onvoldoende rekening hield met de diversiteit van de Essense verenigingen, terwijl het net van 100% maatwerk uitgaat, zodat hij uiteraard ook verdwaalde in die uitleg.

Tenslotte werd ons duidelijk gemaakt dat “van onderuit” niet “vanuit de gemeenteraad” betekent (de 25 mensen die door de Essenaren voor dit soort werk zijn aangeduid), maar vanuit task forces samengesteld door “het schepencollege en de door dat college gevraagde mensen die volgens het college het werkveld vertegenwoordigen”.  Waarmee niet alleen de raad, maar ook de bestaande adviesraden buitenspel worden gezet.

En toch gaan we ons verantwoordelijk blijven gedragen.  We gaan de maatregelen steunen die goed zijn, ook als ze niet van ons komen.  Voorstellen van het schepencollege en de meerderheid constructief blijven bekijken, op inhoud beoordelen en niet op de naam van de indiener, zoals we ook gisteren de hele raad door zijn blijven doen.  Dat is niet gemakkelijk, frustrerend zelfs, omdat het niet van twee kanten komt.  Maar het is zoals het hele coronaverhaal… alleen door vol te houden komen we er.

Week II

Week II

De tweede week dat we in ons kot moeten blijven.  Met elke dag in het nieuws cijfers die ons eraan herinneren waarom dat een absolute noodzaak is, voor zover we het nog niet doorhadden.  Dat is bij sommigen desondanks nog steeds het geval, maar gelukkig wordt daar in het mate van het mogelijke tegen opgetreden.

Ondertussen wordt het daarmee ook alsmaar duidelijker dat de consequenties van de coronapandemie niet gering zullen zijn.  De economie krijgt zware klappen, en hoe we die gaan opvangen wordt een belangrijke discussie in de komende maanden.  Ook in Essen.  Als grootste partij wilden we onze verantwoordelijkheid niet ontlopen en stelden we een cheque van 20 EUR voor, voor elke Essenaar, te besteden bij de Essense middenstand.  De kritiek van sommigen dat dit een weinig doelgerichte maatregel is, begrijp ik, maar is niet terecht.  Het doel is immers in de eerste plaats om de lokale economie draaiende te houden.  Steun voor wie een laag inkomen heeft en nu extra onder de lockdown-maatregelen leidt is uiteraard ook nodig, maar dat is een ander verhaal – en ook die mensen hebben allerminst baat bij een Essense middenstand die de deuren moet sluiten; dat zou niet alleen economisch een drama zijn, ook ons sociaal weefsel zou er erg onder leiden.

En dat willen we dus behouden.  Net zoals de meeste mensen het liefst willen behouden wat we vóór corona hadden.  Ook daarom vind ik het zo bizar dat sommigen verregaande conclusies willen trekken, over hoe anders de wereld wel moet worden na deze crisis.  Ze staan elke dag in de krant, en meestal, zoals ik vorige week al schreef, op basis van ideologische overtuigingen die ze voordien al hadden.  En natuurlijk is het wijs om veranderingen aan te brengen, om meer buffers te voorzien om schokken op te vangen, uiteraard in de eerste plaats maar niet alleen in ons gezondheidssysteem.  Maar ik moet de eerste nog tegenkomen (figuurlijk, uiteraard !) die pakweg vindt dat een virtueel museumbezoek toch beter is dan echt in het Louvre rondwandelen.  Of die het wel zo handig vindt dat de overheid alle details van ons privéleven regelt, en dat ook zo wil houden.  Ik hoop dat de tijdelijke volmachtbestuurders op alle niveaus, dat ook beseffen – voor sommigen is dat duidelijk niet het geval, om de Hongaarse premier Orban niet te noemen die corona aangrijpt voor een staatsgreep.  Misschien is het op dat vlak wel goed dat we in ons land net een regering in lopende zaken zonder meerderheid met al die extra macht hebben bekleed : de kans op misbruik wordt daar alvast kleiner mee.

Laat ik tenslotte, niet voor de eerste keer hier, nog eens schande roepen over wie al jaren uitkraamt dat de macht en de financiële slagkracht van de Europese Unie moet worden ingeperkt, en nu staat te verkondigen dat diezelfde EU niet genoeg doet.  Gezondheidsbeleid moest bij de Lidstaten blijven, daar mocht de EU zich niet mee bemoeien.  Zo geschiedde, en daardoor mág de EU dat ook nu niet doen.  Ook wie niet inziet dat deze crisis niet als de vorige is en dat de landen die nu in moeilijkheden komen dat niet over zichzelf hebben afgeroepen met economisch wanbeleid in de voorbije jaren krijgt terecht de wind van voren nu – uiteraard is dit het moment om als Unie gezamenlijk financiële instrumenten in te zetten, of je ze nu “eurobonds” noemt of anders.  We gaan elkaar nog heel hard nodig hebben, al was  het maar omdat de maatregelen afbouwen alleen gaat lukken als we dat in de verschillende EU-landen op elkaar afstemmen.  Je hoeft niet verder te kijken dan Essen om dat te beseffen.

Blijf in uw kot

Blijf in uw kot

Eén week ophokplicht.  Voor mijzelf valt het tot nu wel mee, ook al hebben mijn vrouw en ik vooralsnog gekozen voor ons kleine hokje in Brussel (en woont mijn broer in mijn huis in Essen, vanwaar het eenvoudiger is om onze ouders te bevoorraden).  De werkweek was vrij druk zelfs : hoewel telewerk al langer ingeburgerd is en de systemen en de meeste procedures erop voorzien zijn, moeten er natuurlijk toch aanpassingen gebeuren.  En er ligt en lag ook gewoon redelijk wat werk : zaken die gewoon doorlopen (sommige tegen beter weten in) en nieuwe activiteiten rond alle werkgelegenheidsmaatregelen in het kader van deze crisis.  Vandaag heb ik een zondagswandeling gemaakt op de Louisalaan.  Daar is het op zondag altijd rustig als de winkels dicht zijn, en dat gold nu ook : ik zag vooral wandelaars en fietsers die zich allemaal netjes aan de regels hielden.

Dat kan dus wel, ons allemaal netjes aan de regels houden.  Ik houd niet van de al te vroegtijdige conclusies die “men” uit de coronacrisis wil trekken.  Zeker niet van degenen die er plots een bevestiging inzien van de ideeën die ze nu eenmaal al jaren koesteren, gaande van de noodzaak om heel ons systeem te veranderen in een communistische heilsstaat tot de al even grote noodzaak om nooit meer één vreemdeling één grens te laten passeren.  Ik heb iets meer respect voor mensen die sommige van hun ideeën bijstellen, al was het maar over de optimale omvang van ons gezondheidszorgsysteem.  Maar al bij al is het niet het ogenblik om snel lange termijnconclusies te trekken.

Wel om goed na te denken, natuurlijk.  Dat nadenken en de werking van het democratische systeem op gang houden lijkt me ook de eerste plicht van alle politici zonder corona-bestuursverplichtingen – die laatsten moeten uiteraard in de eerste plaats snel en correct instaan voor het nemen en/of uitvoeren van de juiste beslissingen.  Dat moet gebeuren in dialoog met de kiezer, zoals altijd, maar het is voor mij écht niet het moment om zomaar politieke punten te proberen scoren.  Dat laatste heeft federaal geleid tot een gammele oplossing, met een noodregering met volmachten maar zonder echt breed politiek draagvlak.  Als gemeenteraadslid probeer ik alvast zo goed en zo kwaad mogelijk de lokale uitvoerende macht verder te controleren en te bevragen, ook al besef ik dat die nu vaak vooral beslissingen van hogere overheden uitvoert.  Dat er geen tijd lijkt om verantwoording af te leggen, vind ik niet zo aanvaardbaar : dat de burgemeester het erg druk heeft, neem ik aan, maar de andere leden van het schepencollege moeten dat toch kunnen opvangen ? En de technologische middelen zijn toch echt wel voorhanden.

Dat ondertussen politici zelf bijdragen aan alle zéér welgekomen solidariteits- en hulpacties kan  natuurlijk alleen toegejuicht worden.  Wij zijn ook mensen, en iedereen moet dezer dagen zijn deel doen – en de basishouding van maatschappelijk engagement die (gelukkig) de meesten naar de politiek drijft maakt dat ze er vaak ook klaar voor staan.  Maar de opzichtige partijlogo’s die door sommigen op die ondersteuning worden gekleefd vind ik bijna zo storend als dezelfde logo’s op de aankondiging van noodzakelijke, bestuurlijke maatregelen.  Beide hebben heel weinig met politiek te maken, en de recuperatie geeft een vieze smaak in de mond, vind ik.  Ik zie het in alle kleuren en vormen gebeuren, maar enige bescheidenheid zou ons wellicht goed doen : corona is geen wedstrijdje om als partij zoveel mogelijk in beeld te komen.

Tot besluit ga ik alvast van mijn eigen regel afwijken en tóch een vorm van conclusie trekken, zij het dan in de vorm van een dubbele wens.  In de eerste plaats hoop ik dat we ook na corona als samenleving en politiek wat meer ons oor te luisteren gaan leggen bij de experts.  Veel domeinen hebben hun eigen “Marc Van Ransten”, die stevige aanwijzingen kunnen geven over met welk beleid efficiënt bepaalde problemen kunnen worden aangepakt.  Net als de virologen zijn die het vaak niet over alles helemaal eens, maar wel over enkele grote lijnen.  De maatregelen die daaruit voortvloeien niet invoeren “omdat er geen draagvlak” voor is, klinkt vandaag wat vreemd.  Een draagvlak creëer je door het goed uit te leggen.  Wie twee maanden geleden had gezegd dat niet alleen alle restaurants zouden worden gesloten maar dat ook feestjes thuis verboden zouden worden, zou wellicht ook te horen hebben gekregen dat daar nooit een “draagvlak” voor zou worden gevonden.  En ook de eeuwige pleidooien voor ellenlange overgangsperiodes worden best in perspectief geplaatst : die richtten de voorbije dagen meer kwaad dan goed aan.  Om een voorbeeld te geven : de mobiliteitsexperts zijn het erover eens dat onze verkeersknoop alleen op te lossen is met een systeem van rekeningrijden.  Als dat goed wordt uitgelegd en verstandig (en snél) wordt ingevoerd, dan volgt het draagvalk vanzelf – dat is zelfs al bewezen in sommige steden.  Dus…

Mijn tweede wens is dat we allemaal ook na corona wat meer respect gaan tonen voor maatschappelijke regels.  Wie systematisch harder rijdt dan de maximumsnelheid, wie bijvoorbeeld 40 in een zone-30 normaal vindt, doet in essentie net hetzelfde dan degene die het nu niet fout vindt om toch met enkele vrienden af te spreken om een pint te gaan drinken : beide verhogen het risico op dodelijke slachtoffers.  En wie een beetje zwartwerk ok vindt ondermijnt mee de financiering van de gezondheidszorg, om iets anders te noemen.  Toegegeven, niet alle regels zijn even goed, maar dan moeten ze worden afgeschaft of aangepast, maar ze zomaar niet naleven of de “kantjes eraf rijden” is onverantwoord.  Dat is geen oproep tot conformisme, want zoveel mogelijk vrijheid geven aan iedereen om het eigen leven in te richten moet het basisprincipe blijven.  Het gaat wel over civisme : meewerken aan een leefbare samenleving voor iedereen – en ja, dat is verplicht, dat hebben we zo afgesproken.

Laat ik tenslotte maar eindigen met het grote cliché van de voorbije dagen, maar het is welgemeend : oprechte dank aan iedereen die in dezer dagen ons gezonheidssysteem én onze samenleving mee draaiend houdt vóór in plaats van achter de computerschermen.  Van de dokters en verplegers tot de winkelbedienden, vuilnismannen en politie-agenten.  Groot respect

Viraal

Viraal

En toen werd alles anders. In een tijd van enkele weken, enkele dagen, enkele uren. Ik schrijf deze tekst op de trein naar Brussel. Ik ben gisteren en vandaag over en weer naar Essen gereden. Dat was praktisch onvermijdelijk : de komende dagen (weken, …) thuiswerken vanuit Brussel is voor mij veel efficiënter, omdat ik indien nodig te voet overal naartoe kan waar ik naartoe zou moeten gaan, maar ik had niet alles daar wat ik daarvoor nodig heb, en bovendien moest ik in Essen enkele administratieve zaken afhandelen die ook al weinig uitstel duldden. Gelukkig zit er niet veel volk op de trein, maar verderop zit er wel iemand bijna de hele tijd te hoesten. Dat klinkt plots erg griezelig. Hoewel ik dus in Essen ben geweest, heb ik mijn ouders niet bezocht. Ook de vorige weekends niet. Onder meer omdat ik op een bepaald ogenblik verkouden was. Wat een tijden.

Wat een tijden, inderdaad. Donderdagavond gingen we in Brussel naar de supermarkt, voor wat dagelijkse inkopen. Maar plots bleek iedereen daar. Mijn ouders wilden vrijdag in Essen ook wat dagelijkse inkopen doen, en ook daar bleek het plots ontzettend druk. Wat bezielt die mensen ? Er is nog nergens ter wereld een supermarkt gesloten omwille van het coronavirus. Bedankt aan de hamsteraars om mijn ouders en anderen in gevaar te hebben gebracht.

Had de overheid dat hamsteren kunnen voorkomen ? Net als de „lockdown”-feestjes om het vat leeg te maken of een terrasje gaan doen in Nederland ? Had het gekund, onmiddellijk de restaurants sluiten, recreatieve uitstapjes naar het nabije buitenland verbieden (met enige controle), een eerdere en duidelijke boodschap dat hamsteren niet nodig is, gekoppeld aan toegangs- en verkoopbeperkingen in de supermarkt – zoals hoogstens twee exemplaren van elk type product en om de x minuten iemand toelaten om binnen te gaan ? Hadden alle beslissingen van de voorbije dagen één of twee dagen eerder genomen moeten worden ? Wellicht wel, en van mij had het gemogen, maar het is in deze dagen ook niet gemakkelijk om overheid te zijn, op geen enkel niveau.

Ik ben alvast blij dat ik niet in  het land van Trump of Johnson woon, en al bij al vind ik dat de Belgische overheden het er de voorbije dagen redelijk van hebben afgebracht. Vanaf donderdagavond dan toch, want van dinsdag tot donderdag had ik, ook als federaal ambtenaar, het gevoel van gedeeltelijke stuurloosheid. Dat toen de provinciegouverneurs eigenlijk het staatsgezag moesten overnemen was niet zo fraai, al heeft het redelijk gewerkt. Dat die gouverneurs de burgemeesters hebben gebriefd was trouwens sowieso noodzakelijk. En die hebben vervolgens door de band de juiste beslissingen genomen. Ook in Essen.

Natuurlijk liep ook bij ons niet alles perfect. Maar uiteraard is de enige zinvolle en verantwoorde manier om oppositie te voeren in deze tijden om constructief de beleidsverantwoordelijken te steunen, maar kritisch te blijven, transparantie te vragen waar dat kan en om zo een democratisch draagvlak te creëren. Dat gaan we dus in de komende dagen en weken ook doen. Dat anderen wel de nood aanvoelen om dag na dag vooral partijpolitiek te willen blijven „scoren” is voor hun rekening, maar mij ligt het niet meteen.

De samenleving rekent dezer dagen op het begrip, de medewerking en de inzet van iedereen. Hopelijk kunnen we zo de schade binnen te perken houden. Hopelijk schiet ook de ontwikkeling van een geneesmiddel en een vaccin op – dat dit laatste er niet zomaar ligt, begrijp ik, maar ik vind het wel raar dat er nog geen goede virusremmer is gevonden, voor een virus dat toch ook weer niet zó uniek is, blijkbaar. Maar ik ben geen specialist ter zake.

En zoals ik al eerder schreef hoop ik dat we er op termijn ook iets over leren : hoe we de „gewone” griep efficiënter kunnen aanpakken, hoe we met enkele kleine aanpassingen hygiënischer kunnen leven, hoe we sneller en met minder complicaties allerlei „lijnen” kunnen doorknippen, als dat nodig is, zonder dat ze daarmee minder duurzaam worden. En ik blijf ervan overtuigd dat áls er genoeg mondmaskers zouden in voorraad zijn geweest (quod non) het systematisch dragen daarvan echt wel zou helpen om dit soort epidemies tegen te gaan. Dat lijkt me een oplosbaar logistiek probleem, als er terug tijd is om het aan te pakken.  Maar misschien vergis ik me ook daarin.  Zoals ze veel zaken zijn het discussie voor later…

Carnavalsstorm

Carnavalsstorm

Carnaval haalde het nieuws dit jaar.  Dat van Essen kwam op de nationale nieuwszenders, omdat de stoet werd afgelast.  Ook al was het achteraf gezien misschien niet nodig geweest, het leek mij een verstandige beslissing.  De verantwoordelijkheidszin die CV De Ossekoppen hierbij aan de dag heeft gelegd verdient alleszins een pluim (in hun geval ook letterlijk).  Ze krijgen elk jaar enkele dagen symbolisch de sleutel van de gemeente, en hoewel ze er niet altijd even ernstig uitzien nemen ze hun taak wel serieus.  Misschien moeten we bij gelegenheid -de 121e carnaval (11×11) lijkt me een gepast moment- de rollen eens een jaar omdraaien en de Raad van Elf de gemeente 362 dagen laten besturen, en de gemeenteraad 3 dagen…

Het carnaval van Aalst beperkte zich niet tot het binnenlandse nieuws, maar haalde de internationale pers.  Misschien had de Aalsterse burgemeester beter het voorbeeld van zijn Essense collega gevolgd, en zo een echt “sabbatjaar” ingelast waarbij een aangepaste strategie en communicatie had kunnen worden overlegd, met de carnavalisten en met alle overheidsniveaus.  Los van de eigenlijke controverse was het spektakel nu alleszins niet om aan te zien, en komen uiteindelijk het carnaval, de stad Aalst, Vlaanderen, België en Europa beschadigd uit het carnavalsweekend.  Zelden is aswoensdag zo op tijd gekomen.  Het lijkt me dat minstens de betrokken overheden eens moeten samenzitten, en het verhaal opnieuw langs de twee kanten bekijken.  Deze tekst die vandaag in de krant stond kan daarbij helpen : de vergelijking met Charlie Hebdo dat nog een veel grovere humor hanteert dan Aalst ooit zou kunnen is immers niet onterecht.  En eigenlijk zou iedereen die de carnavalscontext begrijpt moeten weten dat minstens de praalwagen die vorig jaar de aanleiding van de rel was niet met kwade bedoelingen was gemaakt, en dat die van dit jaar provocerend waren, maar vooral de “lange tenen” van de slachtoffers van het spektakel van het jaar voordien wilden aanklagen.  Niet echt subtiel, maar dat past ook niet bij het genre.  Maar er is een tweede kant aan dit verhaal : je krijgt dit niet uitgelegd aan wie zich niet in de carnavalscontext wil of kan verplaatsen.  Vanop een beetje afstand lijkt dit inderdaad op antisemitisme naar vooroorlogs Duits model.  Als twee druppels water zelfs.  Je zou van al die buitenlandse (en ook wel binnenlandse) waarnemers mogen verwachten dat ze wat meer moeite doen om de context van het Aalsterse carnaval te begrijpen – en dus van een aantal beleids- en opiniemakers in ons land om het beter te duiden.  Maar Aalst zal ook moeten begrijpen dat het nu eenmaal niet afgesloten is van de wereld en dat de stad niet jaarlijks enkele dagen lang in een visuele quarantaine kan worden geplaatst.  Ik las op Twitter direct na de stoet de reactie “Ajuinen !”, en die was niet geheel ongepast.

Dat alles noopt tot een salomonsoordeel.  Als ik gemeenteraadslid zou zijn in Aalst, dan zou ik vooral de toekomst van carnaval willen veiligstellen.  Die lijkt me echt wel bedreigd : ik kan me goed voorstellen dat de internationale druk om het te verbieden snel erg groot kan worden, hoe onbegrijpelijk we dat hier ook zou vinden.  Ik zou dus voorstellen om bij politiereglement te verbieden om tijdens carnaval te verwijzen naar het nazisme en de holocaust, en om volkeren of religies zo stereotypisch voor te stellen dat ze daar redelijkerwijs aanstoot aan kunnen nemen.  Het karikaturiseren van actuele gebeurtenissen of publieke figuren in binnen- en buitenland zou uitdrukkelijk buiten het verbod moeten vallen.  En het schepencollege zou de opdracht krijgen om een doordachte communicatiestrategie uit te werken, samen met alle andere overheidsniveaus.  Is dat de ideale oplossing ? Verre van.  Maar ze lijkt me wel verdedigbaar en realistisch.  Maar misschien denk ik te veel als ossenkop in plaats van als ajuin…

 

Kijk omhoog, Sammy

Kijk omhoog, Sammy

Een kleine twee weken na onze receptie stond die van de collega’s van CD&V op het programma.  Traditioneel één van de laatste in de januarimaand, wellicht passend in de christelijke en christen-democratische traditie om niet al te snel met nieuwigheden (rerum novarum) mee te gaan.  Maar ook 2020 bleek uiteindelijk onafwendbaar.

Het was een behoorlijke tijd geleden dat ik nog op die receptie ben geweest.  We hebben gedurende een aantal jaren ook gewoon geen uitnodiging gehad, maar gelukkig werd ondertussen terug algemeen aangeknoopt bij de Essense traditie dat politieke partijen elkaar respecteren en dat tonen door elkaar een glas aan te bieden.  Politiek als een strijd tussen meningen, niet tussen mensen, inderdaad.

De toespraak van de burgemeester heb ik gemist – er stond nog een andere receptieverplichting op het programma.  Maar die van nationaal jongerenvoorzitter en voormalig voorzitterskandidaat Sammy Mahdi heb ik wel gehoord.  Hij gaf een mooie, gedurfde en inspirerende speech, met een oproep die ik met hem deel : wie aan politiek doet moet mensen durven ontgoochelen door hen soms expliciet géén gelijk te geven.  Zijn verwijzing naar Merkel vond ik wel een beetje gemakkelijk (de Vlaamse politiek is de Duitse niet, en CD&V heeft “null Komma null” verdienste aan haar beleid en de terechte waardering die ze daarmee oogst), maar hij bracht een coherent verhaal, en minstens zijn bekommernis voor de staatsschuld deel ik – goed dat we die nog durven uitspreken.

Ik vind het voor de Vlaamse politiek een gemiste kans dat hij geen voorzitter van CD&V is geworden, al zou ik benieuwd zijn geweest om te zien of en hoe de partij uiteindelijk bestand zou zijn geweest tegen de “Obama van den Aldi” zoals hij ook zichzelf noemde.

De aanwezigheidstombola leverde me een fles bier op.  Op de gezondheid van al wie in Essen en daarbuiten nog aan politiek wil en durft doen.