Archief van
Categorie: Essen politiek

Le style c’est l’homme

Le style c’est l’homme

Zaventem, luchthaven, 1 juli. Dat de vakantie begonnen is, zie je wellicht nergens beter dan hier. Allerlei mensen nemen de wijk naar veelal ongetwijfeld zonnige oorden, al kunnen we over de zon hier ook niet klagen. Dat vertaalt zich in erg lange wachtrijen, zodat ik voor één keer blij ben dat de Europese belastingbetaler me ongemerkt en ongevraagd een B-Flexticket heeft bezorgd. Al geeft de “fast lane” bij het aanschuiven een redelijk asociaal gevoel. Ik ben op weg naar Italië, om de tijdelijke werkloosheid te gaan uitleggen. Si non e vero…

Al wachtend denk ik even terug aan de gemeenteraad van gisteren. De fletse agenda en de (letterlijk) oververhitte raadszaal maakten dat die niet zoveel om het lijf had. Wat wel aan bod kwam, noopte van de kant van het schepencollege eigenlijk alleen de drie jongste schepenen om te antwoorden (Imelda Schrauwen schoof een moeilijke vraag gewoon door naar de burgemeester). Gaston Van Tichelt, Gino Veraart en Dirk Konings zijn min of meer mijn generatiegenoten, al hebben ze in de raad al heel wat meer anciënniteit opgebouwd dan ik. Alle drie zijn het ook aangename mensen, die zich bovendien behoorlijk inzetten voor hun mandaat. Maar als je ze zo naast elkaar plaatst, dan valt daarbij het verschil in de stijl van antwoorden natuurlijk harder op dan anders.

Gaston die op een vraag antwoordt of kritiek probeert te pareren, gebruikt de argumenten die hij heeft, maar probeert de tegenstander ook al eens te verdrinken in een overvloed van woorden, die er vaak op neerkomen dat er (ooit) rekening zal worden gehouden met tegenargumenten of alternatieve suggesties, maar dat dit vooral op langere termijn moet worden bekeken. Vooralsnog hoeft er niets te gebeuren. Hij blijft wel coherent en min of meer bij de grond van de zaak, maar vaak laat hij uiteindelijk niet in zijn kaarten kijken, engageert hij zich niet concreet of geeft zelfs het gevoel dat je met een kluitje in het riet bent gestuurd.

Dirk doet het anders. Als hij argumenten heeft, dan zal hij ze gebruiken. Kent hij het dossier, dan zal hij zeker niet nalaten dat een tikkeltje neerbuigend te etaleren. Maar als er geen argumenten zijn, dan zoekt hij ze ook niet. En als hij geen zin (of dossierkennis) heeft om op de grond van de zaak in te gaan, dan zoekt hij omwegen. Zonder veel respect voor de argumenten van de tegenstander, wat Gaston wel heeft (of voorwendt, maar dat is zijn goed recht). Vooral in heel technische dossiers kan hij daar dan ook nog mee wegkomen. Zoals gisteren. Volgens hem moeten we de meevaller uit de rekening van 2008 (1,4 miljoen EUR) bijhouden omdat in de toekomst het tekort op het eigen dienstjaar sterk zal stijgen. Als hij dat zelf gelooft, is dat beangstigend : dan is die meevaller er binnen enkele jaren in twee à drie jaar doorgedraaid en zitten we financieel in de put. Hij weet (hopelijk) ook wel dat er ook in de toekomst geen echt tekort op het eigen dienstjaar dreigt. Zodat we nu wél de burger een steuntje in de rug in crisistijden hadden kunnen geven. Maar ten gronde op de argumenten daarvoor ingaan, dat is blijkbaar niet nodig.

Van de drie mikt Gino het hoogst. Hij kent zijn dossiers en antwoordt zorgvuldig op de argumenten van de tegenstander. Hij durft al eens aan te geven dat aanpassingen in het beleid nodig zullen zijn of geeft zelfs al eens toe dat er fouten werden/worden gemaakt. Hij blijft “to the point” en probeert de kern van de zaak niet in wolligheid te verdringen. Al is “u kent het standpunt van het college”, wat hij wel eens aanhaalt, ten gronde geen argument : dat standpunt moet de test van concrete dossiers keer op keer kunnen doorstaan, anders moet het worden bijgesteld. Na een debat met Gino kan je gelijk halen, of ongelijk, of ieder blijft op zijn mening (zoals vaak gebeurt). Maar het is wel duidelijk en je houdt er meestal geen onbevredigd gevoel aan over. Zo heb ik het graag.

Met deze raad treedt de politieke zomervakantie in. Al biedt die in de eerste plaats de ruimte om het najaar voor te bereiden – ook voor mij. Een cruciaal najaar, want het wordt hoog tijd dat een aantal knopen serieus worden doorgehakt.

De regels van het spel

De regels van het spel

Ik weet niet wat ik de leukste “discipline” vind in de lokale politiek : begrotingen en rekeningen analyseren of reglementen (her)schrijven. Deze week heb ik me alleszins kunnen uitleven, want naast een commissie financiën stond er ook een commissie cultuur op het programma, met het nieuwe reglement voor de uitleendienst (van feestmaterialen zoals nadarhekken, maar ook van sportmateriaal, audio-visueel materiaal…). De commissie is in theorie zoals alle andere evenredig samengesteld, maar in de praktijk was de verhouding gisteren 3 N-VA/PLE, 1 CD&V, 1 sp.a en 1 Groen! – een goed uitgangspunt voor een constructieve dialoog…

Het reglement heeft al een hele lijdensweg ondergaan, en achteraf gezien kan je je de vraag stellen of het wel de moeite was om eraan te beginnen. Maar eens het begin gemaakt, moest het proces natuurlijk worden afgerond. De adviesraden hebben zich allemaal heel grondig van hun taak gekweten, en het oorspronkelijke voorstel ingrijpend doen wijzigen;

In de vorige gemeenteraad werd het punt gelukkig uitgesteld, want dat heeft de diensten de kans gegeven een degelijke nieuwe versie te maken – en mij om daarvoor een uitgebreide input te leveren. Waarbij we het proces uiteindelijk in de commissie op een degelijke manier hebben afgerond. Ik houd er het gevoel aan over dat ik nuttig werk heb verricht als raadslid, al zou ik de tekst nog wat meer gestroomlijnd hebben als ik van bij het begin de pen (mee) zou hebben vastgehad. Maar ik herken me wel in deze tekst (zou dat voor degenen die aan de oorsprong liggen van de wijziging ook gelden ?). Hopelijk werkt het reglement nu ook in de praktijk en houden de verenigingen er bij de toepassing ook een goed gevoel aan over. Als er problemen zouden opduiken die aan het reglement zelf liggen, dan sturen ze het maar terug naar de afzender.

Dag Jos

Dag Jos

Ik ben gisteren nog eens naar de OCMW-raad gaan kijken. Dat was ik al een tijdje van plan, om foto’s te maken voor “Essen in Beeld”. Maar ik had nog een tweede reden : dit was de laatste raad die werd voorgezeten door Jos Van Loon, en dat afscheid verdient wel een beetje aandacht, ook van de mensen van “het Heuvelplein”.

Bij zijn aantreden in 2005 stond ik kritisch tegenover Jos. Ik vond het jammer dat het OCMW een voorzitter van buiten de raad kreeg opgedrongen, terwijl er binnen de raad in dezelfde partij ook een valabele kandidaat was, met name de betreurde Jan Goosen. Bovendien had Jos in de gemeenteraad niet echt potten gebroken. Het politieke debat bleek ook in de OCMW-raad inderdaad niet Jos’ sterkste kant. Maar Jos maakte wel meteen werk van een aantal projecten waar het OCMW dringend aan toe was. En hij deed er nog een schepje bovenop, door nieuwe plannen te lanceren en handig in te spelen op de kansen die zich aandienden.

In de politiek is een beslissing nooit de uitsluitende verdienste van één man of vrouw, maar ik betwijfel het woonproject in Hemelrijk of Huize Calmeyn zonder Jos er zouden zijn gekomen. Met dat laatste heeft hij ook een zekere skepsis bij mij moeten overwinnen – nog niet helemaal gelukt, maar toch al veel meer dan bij de opstart van het project. Jos heeft ook het vertrouwen van het gemeentebestuur in het OCMW herwonnen, en bovendien intern een aantal lijnen uitgetekend, ondermeer op basis van het personeelsbehoeftenplan waaraan ik mocht meewerken. Ik kan mijn opsomming nog wel een tijdje verderzetten : hij laat bovendien heel wat werk na dat zijn opvolger(s) moet(en) afronden, met als voornaamste taak de omvorming van de oude gebouwen van De Bijster tot een dienstencentrum annex sociaal-medisch huis.

Neen, ik ga Jos niet heilig verklaren. Zijn visie op wat wel en niet “sociaal” is, kwam zeker niet altijd overeen met die van mij. En ook in het OCMW kregen de werkpaarden niet altijd de haver die ze verdienden, waar (onvermijdelijk) de voorzitter al eens mee wegliep.

En toch… Ik heb tijdens de OCMW-raad gisteren af en toe op mijn tanden moeten bijten -gelukkig kon ik me dan op mijn foto’s concentreren- maar over de afscheidnemende voorzitter hoefde ik alleen maar te knikken toen Jeroen Clous (sp.a) en Annemie Verstraete (Open Vld) het woord namen. Als die twee het met elkaar eens zijn, dan kan je er overigens vanuit gaan dat ze de waarheid spreken : Jos was wel zondermeer een goede OCMW-voorzitter. Van mij had hij deze legislatuur best mogen uitdoen. Al wens ik natuurlijk zijn opvolger Jan Suykerbuyk veel succes.

Jos blijft overigens in de OCMW-Raad en in het Vast Bureau, en als hij aan de verleiding kan weerstaan om te veel de schoonmoeder van de nieuwe voorzitter te zijn, dan is dat voor het OCMW wellicht een goede zaak.

Eeneiig

Eeneiig

Een druk dagprogramma bracht me gisterenavond nog eens in zaal Rex. Daar waren een paar verschillende redenen voor. De stuurgroep van de Ronde van Essen kreeg het Gouden Ei, de Essense prijs voor verdienstelijk jeugdwerk. Ik werk al meer dan twintig jaar mee aan de Ronde, al zit ik al een tijdje niet meer in de stuurgroep. Maar ik wilde er toch bij zijn, en ik waardeer ook wel de erkenning die de Jeugdraad en het gemeentebestuur hiermee aan de Ronde geven. Toen we het Gouden Ei startten, zou het niet gekund hebben : de Ronde was toen zo sterk een initiatief van de Jeugdraad dat we het zouden hebben aangevoeld als het toekennen van een prijs aan onszelf. Nu is dat niet meer het geval – dat heeft overigens voor- en nadelen. Dus kon de Ronde het Ei krijgen (dat ziet er overigens een stuk minder prestigieus uit dan de illustratie die ik hierbij heb geplaatst, mocht iemand daaraan twijfelen…). Hopelijk voor iedereen een motivatie om er eind augustus weer tegenaan te gaan.

Daarna was er de Essense voorronde van “Kamp Noord”, het intergemeentelijk rockconcours. Acht gemeenten in de Noorderkempen hebben daarvoor de handen in elkaar geslagen. In de jaren dat ik bij de Jeugdraad zat, deden we pogingen om met andere gemeenten te overleggen of samen te werken, maar dat lukte niet echt. Nu zijn er wel enkele intergemeentelijke iniatieven, en dat geeft zeker een meerwaarde. Gino Veraart, onze sp.a-jeugdschepen die ook mee aan die kar trekt, vertelde met dat “Kamp Noord” een idee was van zijn Wuustwezelse collega Dieter Wouters. Dit jaar is het aan de tweede editie toe. De finale wordt gekoppeld aan “Borderbeats”, het muziekfestival dat kadert in 850 jaar Essen. Dat lijkt me een goed concept, en dat mag dus ook wel eens gezegd worden.

Zo heb ik gisteren vijf Essense rockgroepjes zien optreden. Ik heb bovendien geprobeerd ze zo goed mogelijk “in beeld” te brengen. Ik heb geleerd dat de fotograaf van optredens (zeker als volstrekt amateur) heel sterk afhankelijk is van de belichting. Maar als die meezit, kan je er nog wel resultaat mee halen (verderop plaats ik bij elke groep een link naar een foto).

Ik heb uiteraard ook geluisterd. Ik ben niet meteen een muziekkenner, dus is mijn oordeel wellicht niet zo relevant. Maar ik had één stem, zoals komende zondag ook de niet-politiekkenners één stem hebben. Ik heb mijn stem dus gebruikt – poets wederom poets. Ik vind het optreden van Scarlett het sterkst, vooral omdat hun muziekstijl en hun jeugdige enthousiasme me erg aansprak. Voor zover ik er iets van ken, leken Throwing Sixes me de betere muzikanten in een stijl die me toch aansprak, zodat ik hen tweede heb geplaatst. Op de derde plaats heb ik Milton gezet, die erg aardig klonken, bewezen dat jeugdbeleid geen kwestie van leeftijd is en bovendien door de belichting mooi tot hun recht kwamen… Singer-songwriter Sander Hertogs zou wellicht beter tot zijn recht zijn gekomen in een cafeetje in plaats van in de grote Rex. En Antwerpen Noord Thugs zijn mijn ding niet. Ze gaan bovendien gebukt onder (dixit een schepen die anoniem wil blijven) een wat minder geslaagde groepsnaam.

Zo heb ik zaal Rex ook nog eens kunnen proeven, bovendien op de manier dat de zaal het best tot zijn recht komt : met livemuziek op het podium. Neen, de zaal in niet volmaakt. Maar toch was ik opnieuw blij dat het gemeentebestuur de zaal gekocht heeft en géén plaats heeft doen maken voor een zoveelste appartementsblok. Een goede beslissing, en niet alleen omdat wij toevallig destijds mee in de meerderheid zaten…

Persvrijheid

Persvrijheid

Ik heb net de eerste versie van de volgende N-VA/PLE Nieuwsflits geschreven. Het ontwerp gaat nu binnen ons kartel zoals gebruikelijk de bijschaaffase in. Het schrijven van de flits was deze keer alvast geen eenvoudige opgave. De gemeenteraad van gisteren had een vederlichte agenda. Als wij die niet met vijf eigen voorstellen zouden hebben aangevuld, en geen gebruik hadden gemaakt van de rondvraag, dan zou de raad na minder dan drie kwartier afgelopen zijn geweest. Bovendien bleven zes raadsleden afwezig, netjes verdeeld tussen meerderheid en oppositie. Toeval, uiteraard.

Ik heb mijn nota’s stevig moeten uitpersen om er toch nog een volwaardig nieuwsoverzicht van te maken. Ik voel mee met de journalisten die de huidige verkiezingscampagne moeten verslaan : hoe haal je uit géén nieuws toch nog een behoorlijk product ? De lezer zal binnen enkele dagen kunnen oordelen of ik erin geslaagd ben. Wat de kranten betreft : de ene dag lukt het hen al beter dan de anderen.

Het schrijven van de Nieuwsflits heeft me in elk geval goed gedaan, want de raadszitting zelf liet me wat gefrustreerd achter. Een debat uit de weg gaan vind ik altijd een houding die de politiek onwaardig is, en als het dan nog met een proceduretruukje gebeurt vind ik het nog erger. Maar dat gebeurde in de geheime zitting, dus ga ik er verder niet op in. Al zoek ik ondertussen natuurlijk al naar een manier om de tegenslag om te buigen in een meer positieve uitkomst.

Het onthaal weet alles

Het onthaal weet alles

Op de vorige gemeenteraad heb ik mezelf geout als interim-onthaalbediende van het gemeentebestuur. Ik had namelijk enkele zaterdagen na elkaar nogal lang aan het kopieerapparaat aan het onthaal gestaan. En dan word je dus aangesproken door mensen die in het gemeentehuis even hun weg kwijt zijn. Ik heb toen in de raad voorgesteld om ook op zaterdag het onthaal te bemannen, omdat nogal wat mensen daar behoefte aan blijken te hebben en omdat je zo de dienstverlening zou kunnen uitbreiden zonder meteen hele diensten aan het werk te zetten op zaterdag.

Mijn interimopdracht was louter toevallig en ik heb geen carrièreplannen in de richting van onthaalspecialist. Toch blijk ik er een aantal capaciteiten voor te hebben. Ik heb namelijk het schriftelijk examen gezien dat wordt gebruikt bij de aanwerving van de nieuwe onthaalbediende. Ik kon zeker niet op alle vragen antwoorden. Sommige taalvragen vond ik nogal ondoorgrondelijk (want is de markt in Essen nu naast of voor het gemeentehuis), en ik weet ook niet exact of ik wel of niet op mijn bureau mag leunen terwijl de burger me aanspreekt.

Maar toch beschik ik over heel wat kwaliteiten. Ik ben namelijk een niet-onverdienstelijk quizzer. Ik ken de hoofdstad van Ierland. Ik weet aan welke rivier Mechelen ligt. Ik weet dat Die schöne blaue Donau gecomponeerd is door Strauss, en dat de Roemeense vlag blauw-geel-rood is. Dat “Los” een film is van Jan Verheyen zou ik mits eliminatie mogelijk ook nog wel hebben gevonden. Wie vorig jaar Luik-Bastenaken-Luik heeft gewonnen zou ik al wat moeilijker vinden, zeker als één van de namen van de renners uit wie ik kan kiezen niet helemaal correct gespeld is – in onze quizploeg hebben we daar een specialist voor, die desnoods L-B-L van 1965 uit zijn mouw schudt.

Met al dat soort vragen kan u binnenkort terecht aan het onthaal van het gemeentehuis ! Ik neem aan dat we met deze test een bekwaam onthaalbediende zullen vinden. Maar ik ga de uitslag toch om een andere reden overschrijven. Stel dat onze ESAK-quizploeg nog eens volk zoekt, ik weet een wervingsreserve zitten !

*De vragen zijn licht veranderd. Wie weet wil het gemeentebestuur dit examen ooit nog eens terug gebruiken : ik wil niet de schuld zijn van een vervalst examen. Maar dit is wel degelijk het soort vragen dat erin staat !

In de buurt

In de buurt

Het Essense gemeentebestuur organiseert buurtinfoavonden. Drie van de zes zijn achter de rug, twee heb ik er ook bijgewoond. Tijd voor een tussenstand…

Op de infoavond wordt heel wat informatie meegegeven aan de aanwezigen. In een eerste luik komt een algemeen overzicht van de werking van het lokale bestuur aan bod. Vreemd genoeg wordt vooral de werking van het OCMW en van de politie (de wijkwerking dan) uitgebreid toegelicht. De werking van het gemeentebestuur moet het met een heel wat beknoptere uitleg stellen. Zo weten de bezoekers na de avond dat ze voor een indicatiestelling van de Zorgverzekering bij het OCMW terechtkunnen, maar hoe ze de Heuvelhal kunnen reserveren weten ze niet. Dat is misschien ook niet de bedoeling van de avond, maar een beetje evenwicht in de presentaties zou wel nuttig zijn geweest. En waarom wordt het politiebeleid door een ambtenaar toegelicht, en de beide andere luiken door een politicus ?

Daarnaast werd vooral aandacht gegeven aan enkele grote projecten in de betrokken wijk, en aan de vragen die de bewoners vooraf hadden binnengebracht. Ik heb daar redelijk veel uit geleerd. Maar ik behoor niet helemaal tot het doelpubliek, en bovendien heb ik af en toe goed tussen de regels moeten luisteren. Vooral op de infoavond voor Essen-Centrum had ik de indruk dat de vraagstellers zelf wat op hun honger bleven. In Statie, waar er minder volk was en de mensen zelf meer kansen kregen om te reageren, was dat veel minder het geval.

Het “hongergevoel” komt voor een deel wellicht omdat de burgemeester terecht niet zomaar snel een eigen mening verkondigde en af en toe eerlijk durfde zeggen dat het niet zo eenvoudig is, maar voor een deel ook omdat het bestuur op een aantal domeinen een schromelijk gebrek aan een lange termijnvisie heeft. Vooral op het vlak van wegeninrichting en openbare infrastructuur kwam dit naar boven.

Uiteindelijk bleken heel wat van de vragen overigens uit hetzelfde basisprobleem voort te komen : Essen wordt aan een hoog tempo volgebouwd, en wordt daarmee snel drukker waardoor de verkeersafwikkeling complexer wordt en het “samen leven” in het algemeen wat meer inspanningen vraagt.

Het gemeentebestuur heeft op dat terrein niet alle hefbomen zelf in handen (maar meer dan het doet uitschijnen), en bovendien vraagt beleid op dit gebied een dosis moed en flink wat doorzettingsvermogen : het duurt enkele jaren om het bij te sturen. Maar een vastberaden gemeentebestuur kan wél keuzes maken. Er staan onrustwekkend veel nieuwe woonprojecten op stapel in Essen, veel meer dan onze gemeente zelf nodig heeft. Omdat het niet altijd de juiste projecten zijn, zal er wellicht daarnaast toch nog bijkomende ruimte moeten worden aangesneden om wonen voor de Essenaar betaalbaar te houden. Maar de druk op de gemeente dreigt zo veel te hoog te worden – dat we qua inwonersaantal Kalmthout voorbij zijn gegaan, is een veeg teken aan de wand.

Wat mij betreft moet er aan de noodrem getrokken worden, om zo te stoppen of af te remmen wat nog kan. En er moet nu voor gezorgd worden dat er binnen een aantal jaren geen tweede grootschalige bouwfase komt. Want dan is Essen definitief wat het volgens onze verkiezingsslogan in 2000 niet mocht worden : een voorstad van Antwerpen of Rossendaal.

Verder vraag ik me af of het gevoel dat bij veel mensen leeft dat er alsmaar sneller wordt gereden in hun straat niet wordt veroorzaakt door het feit dat er gewoon méér verkeer is. In een drukke Stationsstraat voel ik me als fietser sowieso onveilig, ook al wordt er maar 30 km/u gereden. Dat zou ook verklaren waarom verkeerstellingen dikwijls uitwijzen dat de snelheid lager ligt dan die door de mensen wordt aangevoeld. Zou er onderzoek bestaan naar het “subjectief snelheidsgevoel” ?

Tenslotte zou ik het nuttig hebben gevonden de deelnemers aan de infoavond een evaluatieformulier te geven. Beantwoordde de avond aan hun verwachtingen, hoe vonden ze de verhouding informatie/vragen, vonden ze het geheel wat te lang(dradig) of juist niet… ? Zelf zou ik alvast een rustpunt halfweg, bijvoorbeeld met een humoristisch filmpje, een goed idee gevonden hebben.

Ver en toch dichtbij

Ver en toch dichtbij

Een dagje Hooglede, in het zeer verre maar mooie West-Vlaanderen. Om de begrafenis bij te wonen van de vader van OCMW-secretaris Stefaan. Uiteraard is afscheid nemen van iemands vader of moeder altijd moeilijk, ook als je niet onmiddellijk betrokken bent geweest bij de persoon zelf. Ik ben er ook niet echt goed in, in het vinden van de juiste woorden of de gepaste houding. Ik kon wel aanvoelen dat de gemeenschap van Hooglede het moeilijk had met het afscheid van het voormalige schoolhoofd. Alsof het dorp vorige week besefte dat de tijd ook in een klein plaatsje rond een stemmige kerktoren sinds de jaren 1970 en 1980 niet was blijven stilstaan. Zou de wetenschap dat iemand iets heeft betekend echt troost bieden wanneer hij of zij er niet meer is ?

Voor mij was het ook een dag “OCMW”. Ik ben daar ondertussen anderhalf jaar weg, en kan al het “laatste nieuws” niet meer volgen. Toch zit het nog altijd in mij, en mis ik die andere kijk op “Essen en de wereld” die je aan Kerkeneind kan beleven. Ik maakte me weer de bedenking dat ik de keuze tussen OCMW-raad en gemeenteraad nog altijd moeilijk zou vinden, als ik ze vandaag opnieuw zou moeten maken. Ik zou wellicht opnieuw dezelfde beslissing nemen, maar ze zou me ook nu nog moeilijker vallen dan sommigen denken.

’t Is zo geregeld

’t Is zo geregeld

Danny Van Schoors is gisteren met pensioen gegaan, nadat hij in 1963 voor het gemeentebestuur begon te werken. Vanaf het ogenblik dat ik in de gemeentepolitiek actief werd, hoorde ik zijn naam regelmatig vallen in allerlei vergaderingen. Danny was duidelijk een belangrijke rader in de machine van het Essense gemeentebestuur, die regelmatig ook controverse uitlokte. Zelf heb ik hem beter leren kennen zodra ik in de gemeenteraad ben beland. Zeker in het perspectief van zijn loopbaan een korte periode. Toch heb ik hem leren waarderen.

Op de afscheidsreceptie typeerde Gaston Van Tichelt hem als “civil servant” in alle betekenissen van dat woord. Gaston (ja, hier volgt een compliment) vindt bij dit soort gelegenheden wel vaker de juiste woorden. Diensthoofd Van Schoors kwam bij mij over als iemand die zijn taak nauwgezet uitvoerde, met een ruime dossierkennis, maar die ook niet aarzelfde om aan de politiek duidelijk te maken wanneer een bepaald idee zijn gezond verstand te boven ging. Die wist wanneer alles best strak volgens het boekje ging, maar ook aanvoelde wanneer iets best meteen en zonder veel papierwerk kon en mocht aangepakt worden. Iemand die wist waar zijn rol ophield en die van de politiek begon, maar af en toe ook in de huid kroop van Sir Humphrey in de BBC-reeks Yes (Prime) Minister en er dus voor zorgde dat de administratie aan het langste eind trok in plaats van de politiek. De politicus in mij vindt zoiets uiteraard onaanvaardbaar, de ambtenaar die ook in mij schuilgaat vindt het af en toe een kwestie van zuiver algemeen belang…

In de voormiddag was ik er min of meer toevallig getuige van dat hij aan de burgemeester vroeg wat hij exact moest antwoorden aan de bewoners van de Velodreef, die goed onderbouwd en goed georganiseerd de verkeerssituatie in hun straat aanklagen. Wie op zijn laatste werkdag daar nog zijn tanden in zet, verdient een lang en aangenaam pensioen !

Wie gaat kopje onder ?

Wie gaat kopje onder ?

Even terugblikken op de gemeenteraad van gisteren… Ik vond het een redelijk boeiende en interessante vergadering. Met één uitschuiver(tje) : de burgemeester die het nodig vond om het voorstel van onze fractie over het zwembad te omschrijven als een politiek spelletje. Nu, we zijn geen kerstekinderen : uiteraard hebben we ook een politiek doel met de acties die we ondernemen. Maar dat geldt ook voor alle andere fracties. Het wordt pas een “spelletje” als iemand een standpunt inneemt met uitsluitend de bedoeling zichzelf in het zonnetje te zetten of het de ander lastig te maken, terwijl de inhoud ervan hem eigenlijk niet veel kan schelen. En dat is met het zwembad absoluut niet het geval. We zijn er echt wel van overtuigd dat het de moeite waard is om te onderzoeken of het nu niet beter zou zijn meteen een sporthal en een zwembad te combineren.

Ik wil wel eerlijk bekennen dat de kritiek die van Brigitte Quick (CD&V) op ons voorstel kwam, hout snijdt. Je kan inderdaad stellen dat we bij het opmaken van het bestek voor de hal het zwembadverhaal hadden moeten inbrengen in het dossier. We hebben later pas gezien dat het zwembad een stuk is van dezelfde puzzel, in plaats van een afzonderlijk verhaal. Maar het stuk lag wel eerst op de tafel van de meerderheid, in casu van de burgemeester, bij de opmaak van het sportbeleidsplan. Hij had toen ook al kunnen zien dat er een logisch verband is met het sporthaldossier. En verder : als de meerderheid zich regelmatig beroept op “voortschrijdend inzicht” om een verandering van mening toe te lichten, dan hebben wij ook dat recht als we niet van mening veranderen, maar een nieuw element zien waar voorheen ons oog niet op was gevallen.

Maar goed, “te laat is trop tard” zou je kunnen stellen. Alleen is dat niet zo. Het sporthaldossier is een kaartenhuis dat behoorlijk in de wind staat. De instorting ervan zou wellicht (en terecht) het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) zelf in zijn val meeslepen. Al te krampachtige pogingen om het overeind te houden en het zwalpende traject verder te zetten dreigen te leiden tot oplossingen die ofwel te duur zijn, ofwel niet de hal opleveren die Essen nodig heeft. Wat het dossier nodig heeft is de inbreng van een aantal bijkomende parameters, zoals het zwembad, die uitzicht geven op een grotere rendabiliteit zonder te beknibbelen op de minimale invulling van de hal, op de betaalbaarheid voor de sporters en op de keuze voor een publiek-private samenwerking (PPS).

Voor mij hoeft het AGB niet; ik zal desgevallend met plezier het voorstel mee ondertekenen om het te ontbinden wanneer het potentiële BTW-verschil niet meer opweegt tegen de kost die het meebrengt. Voor mij hoeft ook de hele PPS-constructie uiteindelijk niet. Alleen : als we op het einde van de rit de hal zetten die we zouden hebben gehad als we ongeveer tien jaar geleden met de Sint-Jozefsschool in de Maststraat in zee waren gegaan, aan een hogere prijs voor het gemeentebestuur, dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat de sporters én de belastingbetalers bedrogen zijn. De huidige constructie is er gekomen om “snel te werken”, maar dat is uiteraard volledig door de feiten achterhaald. Als nu ook de degelijkheid eronder gaat lijden, dan is het einde wel zoek. En overigens is dan het zwembadprobleem óók niet opgelost.

Ik zou vanop de meerderheidsbanken het zwembadvoorstel, en zelfs de hernieuwde suggestie (in de eerste plaats van Philip Peeters) voor een zoektocht naar een alternatieve locatie voor de hal, met beide handen hebben aangegrepen. En ik hoop tenslotte voor Essen dat later zal blijken dat wij ongelijk hadden – ook als de vraag naar een zwembad voor Essen wel op de agenda zal staan.