Archief van
Categorie: Essen politiek

Rups

Rups

Een gemeenteraad zonder veel geschiedenis, vorige dinsdag. Het verhaal van het mobiliteitsplan zal elders wel voldoende aan bod komen, dus dat hoef ik niet te herhalen. Aan de bespreking van de Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUPs) wil ik wel nog iets toevoegen. Ik ben nog niet zo heel lang geleden lid geworden van de commissie ruimtelijke ordening. Daarvoor volgde ik dat beleidsdomein vanop een afstand. Ik wist dat de besluitvorming er in het verleden niet altijd even helder was. Met Gino Veraart als verantwoordelijke schepen leek dat probleem voor een belangrijk deel weggewerkt, maar onder zijn opvolger Cis Dictus vrees ik dat het helemaal terug is.

Stilaan zou Cis toch helemaal ingewerkt moeten zijn, maar ik heb de voorbije maand toch wel heel sterk de indruk gekregen dat hij niet helemaal vat heeft op wat er gebeurt. Wie dan wel de lijnen uittekent, is niet helemaal duidelijk. Maar het gevolg is dat afspraken die in een commissie worden gemaakt niet worden opgenomen in de plannen die dan een tijd later aan dezelfde commissie terug worden voorgelegd. Waarna je als commissielid in de gemeenteraad dezelfde afspraken nog eens moet herhalen. En daarna nog eens moet gaan controleren of het toch wel degelijk allemaal opgenomen is. Zucht…

Met plannen werken is niet mijn sterkste kant, maar een goede ruimtelijke ordening is wel van cruciaal belang voor de leefbaarheid van onze gemeente. Dus moet ik me er maar in vastbijten. Dat is heel hard nodig, heb ik ondertussen begrepen.

Bos

Bos

Voor de tweede keer in deze legislatuur werd een nieuwe brandweerwagen plechtig in gebruik genomen. Het gaat om een bosbrandweerwagen, in opvolging van de wagen “Koen” die de Essense brandweer zelf in elkaar zette na de grote heidebrand van 1996. De nieuwe wagen is een indrukwekkend staaltje techniek, en uit filmbeelden bij de inhuldiging bleek ook dat het een bijzonder handig en manoeuvreerbaar monster is, dat in bos en hei ondanks zijn redelijk stevige omvang goed uit de voeten kan.

Het gemeentebestuur heeft hiervoor een behoorlijke som geld neergeteld. Zo rond de 250.000 EUR. Bovendien kreeg Essen hiervoor geen enkele subsidie. Dat heeft trouwens de buurgemeente ervan weerhouden om tot een soortgelijke aankoop over te gaan. Met 250.000 EUR kan een gemeente natuurlijk veel andere dingen doen. Toch vind ik dit een verantwoorde investering. Omwille van de natuur, en uiteraard omdat in de weekendzone ook veel Essenaren in “het bos” wonen. Bovendien heb ik vertrouwen in ons brandweerkorps : zij zullen het materiaal optimaal onderhouden en goed gebruiken. En “topvrijwilligers” zoals de brandweermannen verdienen “topmateriaal”. In de hoop dat ze het vooral bij oefeningen zullen moeten inzetten, maar ook in de wetenschap dat het klaar staat als het nodig zou zijn.

De nieuwe wagen kreeg de naam “Gaston”. Gelukkig is het maken van die keuze het voorrecht van de brandweer zelf, maar voor zover ik kan oordelen is de naamgeving niet onterecht.

Mobiel

Mobiel

Maandag vergaderde de commissie mobiliteit. Over het aangepaste mobiliteitsplan voor de gemeente. Het werd een redelijk boeiende discussie, ook door Gaston (binnen het schepencollege verantwoordelijk voor mobiliteit) met een zekere openheid aangepakt. Het plan zal na de goedkeuring in de gemeenteraad niet onmiddellijk iets op het terrein veranderen : het geeft vooral de richting van het toekomstige beleid aan. Maar de gemaakte keuzes hebben wel hun belang.

Eén van de blikvangers is de voorziene ondertunneling van de spoorwegovergang in de Heikantstraat, en vervolgens de aansluiting van die Heikantstraat naar het Spijker. Daarmee moet de ontsluiting van Heikant verbeterd worden. Ik zie de logica daarvan wel in. Ik heb wel bedenkingen bij de concrete keuze die gemaakt wordt : een tunnel in een drukke woonstraat, de Veldweg die doodlopend wordt, een nieuwe weg doorheen één van de schaarser wordende open vlaktes… He zijn geen evidente keuzes. Ik weet niet of er voldoende naar alternatieven gekeken is, en of de effecten grondig zijn nagegaan. Om maar iets te noemen : hoeveel autobestuurders zouden hoeveel tijd winnen met een tunnel ?

Bovendien kijkt het plan wat eenzijdig naar de verkeersafwikkeling binnen Essen. De buurgemeenten worden enigszins genegeerd, zoals Willy Heymans aankaartte in de commissie. Zo gaat het plan ervan uit dat wie van Wildert naar Brasschaat wil door de Sint-Jansstraat naar de Antwerpsesteenweg gaat rijden, in plaats van naar Kalmthout en dan naar Achterbroek – terecht opgemerkt door Geert. En doorgaand verkeer naar Achtmaal bestaat in het plan ook niet echt.

De grote knoop die niet wordt opgelost loopt van de stationsomgeving tot aan de Kiekenhoeve, over viaduct en Moerkantsebaan. Zeker met de nieuwe projecten die op stapel staan dreigt daar grote drukte in een ingewikkeld kluwen van wegen en uitritten. Dat dit wordt doorverwezen naar een specifiek “masterplan” is een zwaktebod : wat als uiteindelijk blijkt dat de omgeving daar al dat verkeer niet kan slikken ? Een mobiliteitsplan dat hier geen richting aangeeft en de grote lijnen niet vastlegt, is op zijn minst onvolledig.

Tenslotte roept het hele plan bij mij een fundamentele bedenking op : de sterke inwonersgroei van onze gemeente maakt de verkeersafwikkeling alsmaar ingewikkelder. Dat gaat ten koste van de leefbaarheid, zoals we bijvoorbeeld in Heikant duidelijk kunnen zien. Het mobiliteitsplan laat volgens mij zien dat het Essense stratennet is voorzien op een gemeente van pakweg 12.000 à 14.000 inwoners. Waarin een wijk als Heikant vooral een rustige woonwijk is.

Hopelijk kunnen we mits de juiste aanpassingen de mobiliteitsbehoeften van alle Essenaren opvangen. Maar ergens ligt er ongetwijfeld een grens. Die tussen plattelandsgemeente en voorstad. Ik ben al lang bang dat we aan de verkeerde kant van dat onderscheid aan het terechtkomen zijn. Tijd om, zeker in de ruimtelijke ordening en het woonbeleid, keuzes te maken.

Kopje onder

Kopje onder

Te vroeg gelijk hebben is in de politiek dikwijls een slechte uitgangspositie. Je krijgt dezelfde -vaak unanieme- reactie als wanneer je ongelijk hebt, en het is niet evident om die te doorprikken. Terwijl je daar helemaal niet op bent berekend, want je hebt immers gelijk. Als je wéét dat je ongelijk hebt, kan je dat paradoxaal genoeg toch nog gemakkelijker onderbouwen.

Bij nader inzien is het wellicht dat wat me dinsdag op de raad is overkomen. De verdediging van het voorstel van Geert en mij om flessenwater systematisch te vervangen door leidingwater botste tot mijn verbazing op een muur bij het college. Ik ging er nochtans vanuit dat we gewoon verder bouwden op de bewuste keuze van het schepencollege om op de raadszittingen enkel nog Pidpawater te schenken. Zonder bubbels, zoals ik hier al eens heb aangeklaagd. En daarnaast vroegen we de concrete uitvoering van een voorstel van Jong CD&V en Animo (de jongeren van sp.a). Dat leek me ook al geen grote drempel.

Ik had eerlijk gezegd een wat halfslachtige reactie van het college verwacht, waarbij ze iets zouden toezeggen. Ik was van plan om daarmee dan genoegen te nemen, om er dan later op verder te bouwen. En ik was dus wat verbijsterd over de totale afwijzing. Waarbij dwaze argumenten van de kant van het college (het recht op Perrier) plots redelijker overkwamen dan ons voorstel (het gemeentebestuur schenkt enkel nog plat of bruisend leidingwater, zoals het al lang alleen nog eerlijke koffie en Wereldwinkelwijn schenkt).

Eén van de argumenten bleek overigens ook gewoon onwaar : Jokke Hennekam haalde aan dat elke café-uitbater sowieso gratis leidingwater moet schenken. Niet dus.

Dat het even leek alsof het personeel plots het verbod zou krijgen een eigen flesje water mee te brengen (waarop ik niet snel genoeg inspeelde) deed me wellicht helemaal de das om. Ik had mezelf de stemming moeten besparen… Weeral iets bijgeleerd.

Volgens mij staat het in de sterren geschreven dat al wie een beetje met duurzaamheid begaan is binnen enkele jaren het flessenwater onherroepelijk zal bannen. Ik reken er nu al op dat ik “Zie je wel…” zal moeten zeggen. Al is het ergste van dénken dat je te vroeg gelijk hebt natuurlijk dat je misschien ook later helemaal géén gelijk krijgt…

Overigens heb ik sinds anderhalve maand een toestelletje in huis gehaald om koolzuurgas aan kraanwater toe te voegen. Voordien was ik een relatief “gulzig” gebruiker van bruisend flessenwater. Sinds ik het toestelletje heb, heb ik geen fles water meer ontkurkt. Geen Tönissteiner, geen Perrier, geen San Pellegrino, Vittel noch Spa. Zelfs geen Ordal, het bekende luxemerk dat het gemeentehuis schenkt.

Where the streets have no name

Where the streets have no name

Onze gemeente krijgt een Essen-Oldenburgstraat. En trouwens ook een Witzenbergstraat, een Zilinastraat en een Hraditskostraat. Een terechte verwijzing naar onze zustergemeenten, zoals overigens als in 2007 in een voorstel van Philip Peeters en mezelf werd gesteld.

In het voorstel dat door het schepencollege aan de raad werd voorgelegd stond nochtans een “Oldenburgstraat”. Maar bij het voorbereiden van de raad viel me plots op dat dit een vreemd voorstel was : onze partnergemeente noemt zichzelf namelijk Essen. En soms ook Essen-Oldenburg, om het onderscheid te maken met het grote Essen in Duitsland. Dus vond ik Essen-Oldenburgstraat een veel logischer keuze. Dat heb ik in de gemeenteraad gezegd, en zo is het daarna ook besloten.

Ik vind dat wel leuk. Het is zeker niet het belangrijkste wat ik in de gemeenteraad heb gerealiseerd. Laat staan het belangrijkste standpunt dat ik heb verdedigd. Maar het is wel tastbaar. Wie binnenkort in de Essen-Oldenburgstraat komt wonen, weet dus aan wie die dubbele naam ligt !

We hebben ook nog een hele reeks andere straatnamen goedgekeurd. Om kunstenaars te eren, zoals Ferdy Naulaerts. Of culturele grootheden zoals Jules Van Agtmael (wiens straat eigenlijk beter in Wildert zou hebben gelegen, nu ik er zo over nadenk).

Er komt ook een Schepen Veraartstraat. Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad, vooral binnen het schepencollege. Ik vind het nochtans een evidentie dat er een straat naar Gino wordt genoemd. Je kan iemand die op jonge leeftijd overleden is niet vergelijken met bijvoorbeeld een Van Agtmael, die decennia lang een stempel op Essen heeft gedrukt. Maar Gino was van grote betekenis voor zijn politieke stroming, die in Essen een lange en rijke geschiedenis heeft. En voor zijn (en daarmee mijn) generatie. In de Essense politiek, maar ook een stukje daarbuiten. De straatnaam drukt wellicht meer de hoop op een ander en beter bestuur uit dan realisaties, want daarvoor werd zijn schepenambt te vroeg afgebroken. Maar net daarom vind ik het een heel mooie naam voor een stukje van de weg die in Essen wordt afgelegd.

Barack Van Tichelt ?

Barack Van Tichelt ?

V.S.-president Obama is er in geslaagd om zijn belangrijkste verkiezingsbelofte waar te maken : een nieuwe wet op de gezondheidszorg. Nadat het er enkele maanden niet zo goed uitzag, is het hem uiteindelijk toch gelukt. De politieke kaarten in de V.S. worden daarmee opnieuw flink geschud. Gemakkelijk was het niet, want in het Amerikaanse stelsel moeten er flink wat hordes overwonnen worden. Zo heeft de oppositie allerlei mogelijkheden -vooral in de Senaat- om wetgeving tegen te houden of toch minsten te bemoeilijken.

Gemeenteraden in Vlaanderen werken anders. Zolang ze binnen de wettelijke regels blijft, kan een meerderheid die de rangen sluit eigenmachtig alle beslissingen nemen die ze wil. Ook als die meerderheid 13 zitjes van de 25 bezet, zoals in Essen. Echt iets tegenhouden kan de oppositie niet. We kunnen vragen stellen, informatie opvragen, argumenten naar voren brengen… Maar als de meerderheid doorzet, zijn we er altijd aan voor de moeite. Tenzij de meerderheid natuurlijk wetten en regels aan haar laars lapt. In dat geval kunnen we een klacht indienen. Dat hebben we deze legislatuur één keer succesvol gedaan, over de vzw 850 jaar Essen. Maar daar kwam de uitspraak nadat alle beslissingen genomen waren, zodat ook dat geen verschil heeft uitgemaakt.

Om maar te zeggen… We vangen de laatste tijd regelmatig op dat mensen van de meerderheidspartijen tegen hun eigen achterban of tegen anderen vertellen dat er in Essen niet veel gebeurt omdat de oppositie, en dan vooral N-VA/PLE, veel zaken tegenhoudt. Dan moeten ze toch eens komen uitleggen hoe dat dan wel zou werken. Zelfs de keren dat de meerderheid niet volledig was hebben we met de oppositie geen enkele beleidsbeslissing geblokkeerd.

‘t is goed in ‘t eigen hert te kijken
Nog even voor het slapen gaan…
(Alice Nahon)

Hemelrijk

Hemelrijk

Geen gemeenteraad in februari. Blijkbaar rondde het schepencollege de voorbije weken geen dossiers af die voor een eindoordeel aan de raad kunnen worden voorgelegd. Wat doet een goede oppositie dan ? Zelf het debat op gang houden ! Dus pakken N-VA/PLE en Groen! uit met ons plan voor de gehele site “Hemelrijk”, het gebied tussen de grens, het spoor, en de Moerkantsebaan tot voorbij de Kiekenhoeve.

Het gaat om een plan dat lang heeft gerijpt, en daardoor versterkt is. Al had ik het zelf graag wat vroeger afgerond. Maar we zijn wel nog op tijd : er is de voorbije jaren geen enkele beslissing genomen die onze plannen onmogelijk zou maken. Bovendien maakt de samenwerking tussen twee verschillende partijen (eigenlijk drie) dat het plan vanuit meer dan één invalshoek bekeken is.

Met dit plan vervullen we de belofte van anderen : één visie, één masterplan voor het gehele domein. Als we kunnen helpen, doen we dat graag. Zeker als het echt nodig is, want het grote drama van Hemelrijk is dat het hokjesdenken er heel sterk is : zovelen steken er enthousiast hun werkuren en/of hun vrije tijd in, maar niemand bekommert zich om het geheel. Daardoor blijven kansen liggen, die uiteindelijk iedereen belemmeren.

Ons plan moet de hele site opwaarderen. Daarmee krijgt het sportpark zowel meer sport als meer park. Het Karrenmuseum krijgt de uitstraling die het verdient. Tentoonstellingen in onze gemeente vinden plaats waar ze thuishoren (in Hemelrijk) maar worden niet in een donkere schuur weggestoken. De cultuurzaal komt er, maar door de samenwerking met Muzarto komt ze niet leeg te staan. En er zit nog meer in het plan.

Natuurlijk kan je over veel zaken discussiëren. Dat is ook onze bedoeling : een discussie op gang brengen. Maar op één punt hoop ik dat we het debat definitief in een plooi hebben gelegd : Hemelrijk moet als geheel worden bekeken, niet als afzonderlijke puzzelstukjes. Vaak heel mooie puzzelstukjes, daar niet van, maar als ze niet in elkaar passen klopt het niet.

Haast en spoed…

Haast en spoed…

In april 2007 werd een voorstel van Philip Peeters (Groen!) en mijzelf over het voorzien van een toelichting bij straatnaamborden goedgekeurd in de gemeenteraad. Het college van 25 november 2009 besloot om dat raadsbesluit ook uit te voeren, en nam dit prompt op in een persmededeling. Uiteraard zonder naar het raadsbesluit te verwijzen.

De timing riep toch wat vragen op : wat heeft de uitvoering van het besluit tussen april 2007 en november 2009 belet ? Ik schreef dus een brief met tien vragen, netjes genummerd. Ik kreeg op 29 januari een antwoord. Daarin werd de nummering niet overgenomen, en dat maakte me een beetje ongerust. Beroepshalve weet ik immers dat dit procédé bij het antwoorden op parlementaire vragen soms wordt gebruikt om een aantal vragen eerder te ontwijken dan te beantwoorden. Bij lezing bleek die vrees ook terecht : wie wil kan zelf even de test doen. Dus zal ik een nieuwe brief moeten schrijven, met een verzoek om ook op de overige vragen te antwoorden. Al gaat mijn dank wel uit naar de diensten die op enkele van de vragen wél een uitgebreid antwoord hebben voorbereid.

Overigens vrees ik dat ik op de ene fundamentele vraag geen antwoord zal krijgen : hoe is het in vredesnaam mogelijk dat voor het uitvoeren van een al bij al erg eenvoudig besluit over straatnaambordjes 31 maanden nodig zijn ? Misschien moeten we met N-VA/PLE nog maar een prijs in het leven roepen : de gouden slak. Dit schepencollege verdient bij de uitreiking daarvan alvast een “lifetime achievement award”.

LAT-relatie

LAT-relatie

Gisteren reikte N-VA/PLE een nieuwe Moeial uit, aan de Essense BINs. Voorafgaand aan die viering stelden we op een persconferentie onze halftijdse evaluatie van het beleid van de CD&V-sp.a-coalitie voor. Bij de Moeialuitreiking kreeg ik als pas twee dagen voordien voor drie jaar herkozen PLE-voorzitter het woord. Om dit te zeggen…

We gaan het vandaag niet te veel over politiek hebben. Dat hebben we trouwens daarstraks al gedaan. Voor jullie hier allemaal waren hebben we met de gemeenteraadsleden en de OCMW-raadsleden van N-VA/PLE onze evaluatie voorgesteld van het gemeentebeleid, halfweg tussen de vorige en de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Als grootste oppositiefractie vonden we dat onze taak.

We hebben geprobeerd om dat eerlijk en genuanceerd te doen. Voor elk beleidsdomein hebben we een stand van zaken opgemaakt, en uiteindelijk ook een score op tien gegeven. Die scores lopen uiteen tussen 8/10 en 2/10. Bij de deliberatie hebben we het college er trouwens voor enkele vakken nog net doorgesleept, dus van slechte wil kunnen we alvast niet beschuldigd worden. Wie het wil nakijken, kan morgen op onze site terecht. Ik ga kan misschien wel verklappen dat de score van het schepencollege voor sport dezelfde is als die ik vroeger op mijn rapport had. Daar zou ik dus niet al te gerust in zijn, als ik van hen was…

Welke conclusie kunnen we trekken uit die evaluatie ? Natuurlijk gaan we niet beweren dat alles slecht loopt in Essen. We leven hier niet in het Charleroi aan de Kleine Aa, en Gaston Van Tichelt is Papy Daerden niet. We vinden wel dat CD&V en sp.a de lat te laag leggen. Essen heeft geen slecht bestuur, het heeft een niet-goed-genoeg bestuur.

Er wordt te weinig geïnvesteerd in verkeersveiligheid en in wegenonderhoud, grote projecten zoals de sporthal of de verbouwing van het gemeentehuis worden niet verstandig aangepakt, van een lokaal economiebeleid is ondanks de crisis geen sprake, het beloofde open bestuur hebben wij alvast nog niet gezien en waar het hele Hoekomstverhaal toe moet leiden ontgaat ons.

Op veel andere vlakken kan het beleid er net meer door, vaak omdat de ambtenaren of de oppositie het college bij de les houden. Als er al wordt geluisterd, want het zomaar wegstemmen van 22 oppositievoorstellen bij de bespreking van het budget voor dit jaar zijn we nog niet vergeten. Of een voorstel nu van de meerderheidspartijen, van ons of van de andere oppositiepartijen komt, ideeën die in het belang van Essen zijn, moeten gewoon worden uitgevoerd. De Essenaar heeft niet zo veel aan Heuvelpleinspelletjes. Jammer genoeg denkt niet iedereen daar zo over.

Wij gaan alvast de komende drie jaar niet stilvallen. We gaan in de gemeenteraad en de OCMW-raad kritisch maar opbouwend alle beleidsinitiatieven blijven bekijken, en met eigen voorstellen gaan we blijven proberen te zorgen voor een Essen dat boven de middelmaat uitkomt. We hopen dat het schepencollege onze evaluatie aangrijpt om met hetzelfde doel ook hun beleid bij te sturen. Tot 2012 rest er nog heel wat tijd, het is veel te vroeg om nu al te beginnen uitbollen.

In 2012 geven wij trouwens de punten niet, dan is het aan de kiezer. Aan die kiezer zullen wij dan in elk geval de keuze geven voor een beleid dat hoger mikt.

De voorbije jaren hebben bewezen dat het kartel van N-VA en PLE werkt. Een N-VA die in Brussel bewijst dat krachtig besturen zonder elke dag beloftes in te slikken wél kan. En ook dat duidelijk zijn niet hetzelfde betekent als extreme prietpraat verkopen. Met daarnaast een PLE dat al lang geen eendagsvlieg meer is en met een ondubbelzinnige keuze voor een leefbaarder Essen onderlijnt dat politiek moet vertrekken vanuit de straat, de wijk, de vereniging. Van bij jullie allemaal dus.

Ons kartel staat er, en zal er blijven staan. En samen met alle Essenaren die het goed menen gaan we onze gemeente over de lat tillen.

850 + 1

850 + 1

Met de Nieuwjaarsreceptie op het Heuvelplein -sinds vorig jaar een “instant-klassieker”- werd het feestjaar “Essen 850” gisteren gepast afgesloten. Het was een heel mooi jaar, en al wie eraan heeft meegewerkt verdient in elk geval een dikke pluim.

Met N-VA/PLE hebben we ons trouwens voluit achter het feestjaar geschaard. Heel wat van onze mensen zijn er ook actief bij betrokken geweest, al dan niet vóór de schermen. We hebben wel met een kritische blik naar de hele viering gekeken, zoals dat ook van ons mag verwacht worden. Op twee vlakken vonden we dat de verkeerde keuzes werden gemaakt, met name op het gebied van de gekozen organisatiestructuur en wat het programma betrof.

Over de organisatiestructuur kan ik kort zijn. De oprichting van de vzw “Essen 850” werd ondertussen als onwettig beoordeeld door de minister. In de procedure die het gemeentebestuur had moeten volgen, was één van de stappen dat het schepencollege de meerwaarde van de vzw-constructie had moeten aantonen. Nu, post factum, zie ik alvast niet in wat de vzw meer en beter heeft gedaan dan een (tijdelijk versterkte) gemeentelijke cultuurdienst had gekund.

Het programma vonden we overladen. We dachten dat daarmee het etiket “Essen 850” dat op allerlei activiteiten werd gekleefd zou worden gedevalueerd. Ook op dat vlak denk ik dat we grotendeels gelijk hebben gekregen. De Essenaar zelf heeft het programma tot zijn essentie herleid, waardoor sommige activiteiten een (groot) succes zijn geworden, en andere tussen de plooien zijn gevallen. Jammer voor wie net daarin dan veel tijd heeft gestoken.

Gelukkig is het evenement waarin opgeteld het meest werk gestoken is, de historische stoet, wel degelijk ook het absolute hoogtepunt geworden van de viering. Het voorstel van de burgemeester gisteren om Maria Gommeren de gemeentelijke culturele prijs 2010 te geven zal ik dan zeker ook steunen. Niet alleen voor de stoet trouwens, Maria heeft ook vóór en ná 6 september heel verdienstelijk werk geleverd.

Voor mij was het feestjaar vooral het jaar van “Essen in Beeld”. Zou ik eraan begonnen zijn als ik vooraf had geweten hoeveel werk dat project zou meebrengen ? Moeilijk te zeggen… Ik denk het uiteindelijk wel, want ik ben best een beetje trots op het resultaat dat we met een heel kleine groep mensen hebben bereikt – waarbij ik in de eerste plaats Rudi Smout even in het voetlicht wil zetten, want zonder hem zou Essen in Beeld gewoon niet mogelijk zijn geweest. De cijfers spreken voor zich. Zelf vind ik het vooral jammer dat ik niet (nog) meer foto’s heb kunnen maken dit jaar. Niet omdat ik zo graag de top-5 had gehaald, wel omdat er nog heel wat foto-ideeën in mijn hoofd zitten…

Essen 850 ? Het is mooi geweest !