Archief van
Categorie: Essen politiek

Start !

Start !

De nieuwe sporthal is geopend. Dat is zonder meer goed nieuws, ook al blijf ik vinden dat ze op de verkeerde plaats staat. En dat de uitbating verkeerd geregeld is. Over die plaats zal ik wel nooit meer gelijk krijgen – over de uitbating kan ik alleen maar hopen dat mijn ongelijk zal blijken.

Zoals voor een nieuw gebouw hoort ziet het er allemaal bijzonder netjes uit, en de turndemonstratie van Vlug en Blij en Volharding deed de hal ook wel mooi tot zijn recht komen zaterdag. De trots die uit de speeches van Gaston, Dirk en Brigitte bleek was dan ook terecht. Wellicht zullen ook de sp.a-bestuurders overigens trots zijn, maar aan hen werd blijkbaar niets gevraagd.

Gaston verwees naar de behoeftenpeiling van 2003, waaruit bleek dat Essen twee sporthallen nodig heeft (of toch de sportoppervlakte van twee hallen). Hopelijk wordt hieruit de juiste conclusie getrokken, en wordt de Heuvelhal nu niet stiefmoederlijk behandeld. Dat zou immers een domper op de terechte feestvreugde van de Essense sporters zijn.

Jobclub Altijd Raak ?

Jobclub Altijd Raak ?

Gisteren organiseerde het gemeentebestuur voor de eerste keer een jobbeurs in de Heuvelhal. Alleen in Essen kan deze benaming voor enige verwarring zorgen : het ging niet om een beurs waar loden schijven naar een houten paaltje worden gegooid, maar wel degelijk om een gelegenheid waar de geïnteresseerden naar een baan op zoek kunnen gaan. Samen met Geert ben ik er even binnengelopen. Om te zien dat de beurs een groot succes was. Het was in de buurt van de Heuvelhal zoeken naar een vrije parkeerplaats, en dat was op de beurs goed te zien. Die was ook mooi en overzichtelijk ingericht.

Ik zocht natuurlijk geen job, en was er vooral als gemeenteraadslid. Toch was het professioneel een nuttige ervaring : voor wie dag na dag redelijk abstract over ”de arbeidsmarkt” nadenkt, en begrippen als ”matching” en ”work first” al eens te pas en te onpas hanteert, voor wie over de toekomst van het EURES-netwerk meepraat maar het zelden in actie ziet, was het interessant om ”vraag en aanbod” effectief bij elkaar te zien komen.

Voor één van de geadverteerde banen vond ik mezelf overigens ook nog geschikt, al zag Robin het niet zitten om mij aan te werven. En bij nader inzien is een verhuis naar de wereld van de reclame vooralsnog ook niet mijn grote droom…

Een bijzonder geslaagd initiatief dus, onze jobbeurs. Iets dat we zeker moeten herhalen, en met welgemeende felicitaties aan al wie dit mogelijk heeft gemaakt. Het succes trekt volgende keer misschien nog wat meer grote (haven)bedrijven aan. En ook de aanbieders van opleiding en vorming zouden nog wat prominenter aanwezig mogen zijn. Want ik kan het natuurlijk niet laten om ook even door de bril van de Europese Werkgelegenheidsstrategie en dus het ”new skills for new jobs”-principe in de Heuvelhal rond te blikken.

Band Aid ?

Band Aid ?

Dit is een haat-liefde stukje. En dus niet zo gemakkelijk om te schrijven. Maar soms is zwijgen echt geen optie. Vooruit dan maar…

Misschien best beginnen met het ”liefde”-deel. Ik hou van organisaties als KWB, KAV, Okra, Pasar, KAJ. Die doen ontzettend nuttig werk in de samenleving en dragen bij aan het sociaal weefsel. Ik deel ook een stuk van hun inspiratie. Als ik ooit veel tijd heb, dan acht ik het heel goed mogelijk dat ik mee op hun kar spring.

Al die organisaties horen bij het ACW, samen met enkele meer geïnstitutionaliseerde spelers in ons sociaal-economisch systeem zoals ACV en CM, die ik op zich wat minder sympathiek vind maar die natuurlijk een noodzakelijke rol (mee) spelen in ons bestel. Al deze groepen maken deel uit van het ACW. Of tenminste : het ACW pretendeert deze organisaties te overkoepelen. Of de leden van Okra, KWB of KAV daar allemaal gelukkig mee zijn, is nog een andere vraag.

Zeker dezer dagen. Want uiteraard is de aanleiding voor dit stukje het financiële beleid van het ACW. Dat die organisatie erin geslaagd is een staatswaarborg te krijgen voor de Arco-spaarders die hun Dexia-aandelen in rook hebben zien opgaan zou desnoods nog als een ”sociale” actie kunnen worden bestempeld, al blijft het een vreemde discriminatie van andere aandeelhouders en al hadden de coöperanten uiteindelijk moeten en kunnen weet dat ze een relatief klein maar reëel risico liepen. De Europese Commissie denkt daar ook zo over. Tot daaraan toe, in dit geval lijkt het ACW er in elk geval eerbare intenties op na te houden.

Maar dat datzelfde ACW nu nog maar overweegt om ooiteen deel van de mogelijke winst van Staatsbank Belfius te innen, is zonder meer schandalig. Het ACW wil dat bovendien koppelen aan een ”ethisch beleid” voor Belfius. For the record : daar ben ik helemaal vóór. En ik heb wél aandelen -als belastingsbetaler- het ACW als organisatie niet.

Wettelijk is het blijkbaar allemaal in orde. Ethisch duidelijk niet. CD&V-senator Torfs is een heel eind in mijn achting gestegen door dat ook te zeggen. Maar dat dit hem het predicaat ”moedig” oplevert (en anderen zoals N-VA’er Jan Jambon die tot dezelfde conclusie komt niet), komt natuurlijk omdat zijn partij en het ACW met handen en voeten aan elkaar gebonden zijn. Wat het verhaal helemaal onverkwikkelijk maakt, uiteraard : het ACW zit meer rechtstreeks dan onrechtstreeks in de regering die namens ons allen eigenaar is van Belfius wil tegelijk winst puren uit die bank.

Nu spuien ACW en CD&V wel eens mist over de onderlinge band, zeker nu. Maar minstens in Essen doet het ACW niet zo discreet over die “Band”, en blijft het puur partijpolitieke propaganda voor CD&V uitbrengen. Zes jaar geleden voor een stukje op onze kosten (wie het verhaal wil lezen, moet een eind terugbladeren op deze site). Straks in oktober zowaar op úw kosten, beste Belfiusaandeelhouder (dat zijn we allemaal). Met het logo en de foto’s van úw vereniging, beste KWB’er, Okra’er, KAV’er… – waar dat van Belfius én dat van het Ministerie van Financiën zou moeten staan ?

Trefzeker

Trefzeker

Ik ben naar de Trefdag van VVSG geweest. Op uw kosten, beste Essenaar. Toch wat de inschrijving betreft (60 EUR) mijn treinticket naar Gent heb ik zelf betaald (18 EUR, vanuit Antwerpen).

VVSG is een schitterende organisatie die de lokale besturen in Vlaanderen uitstekend ondersteunt en er bovendien voldoende zelfkritisch tegenover staat. Dat ze zich af en toe leent tot een soms wat te gemakkelijke (financiele) klaagzang over de hogere overheden neem ik er dan graag bij.

De Trefdag is een tweejaarlijks gebeuren, maar in het jaar vóór de verkiezingen heeft hij een extra betekenis als zeer rijke bron van ideeën voor de nieuwe bestuursperiode. Er waren maar weinig Essenaren. Eén burgemeester, één schepen, één OCMW-voorzitter, één OCMW-secretaris en één gemeenteraadslid heb ik geteld. Vreemd eigenlijk, want al wie in gemeentebeleid geïnteresseerd is en zich al dan niet met wat moeite kan vrijmaken moet er volgens mij proberen bij te zijn.

U hebt de rekening betaald, dus mag u ook weten wat ik heb gedaan – naast tussen de standjes van allerlei organisaties lopen en documentatie verzamelen. Ik heb vijf sessies van telkens een uur gevolgd :
1. Vlaams en gemeentelijk winkelbeleid: een sterk duo ?
2. Werken aan dienstverlening: slimmer, sterker en straffer
3. Samenwerking tussen OCMW en gemeente. Bakens in de kunde van het samenwerken
4. Platteland blinkt uit ! Inspirerende projecten die ‘landelijkheid’ in de verf zetten
5. Ten einde raad ?

Ik ben over alle vijf tevreden, en dat is natuurlijk een goede score voor dit soort activiteiten. Ik heb bovendien minstens twee heel inspirerende mensen aan het woord gehoord. Één die ik twaalf jaar geleden bij dezelfde gelegenheid hoorde spreken en die mijn kijk op plattelandsbeleid voor altijd heeft veranderd (Niek De Roo) en één die zo kritisch naar het fenomeen ”gemeenteraad” keek dat ik prompt opnieuw trots ben om raadslid te zijn en daar telkens opnieuw het beste van probeer te maken (Filip De Rynck).

Voor sommigen is de Trefdag vooral een netwerkevenement, maar ik zit nu eenmaal niet echt in dit netwerk. Voor mij is het een gelegenheid om ideeën op te doen. Ik heb er minstens twee aan overgehouden waarvan ik zelf benieuwd ben of ze enige kans maken om in ons verkiezingsprogramma te komen. Dat wordt dus nog interessant…

Uw geld is wat mij betreft dus goed besteed – ik kreeg er ook wat spijs en drank voor, maar u vergeeft het me wellicht dat ik u de details daarvan bespaar (voor zover ik die überhaupt nog zou kennen). De voeding voor de geest stond namelijk voorop. Waarvoor dank.

Onkruid

Onkruid

Gemeenteraden heb je in verschillende soorten, en die van gisteren behoorde tot het verkeerde type : bitse discussies, persoonlijke verwijten en weinig respect voor andermans mening. Dat lag niet aan onze fractie, en overigens ook niet aan de burgemeester, maar het blijft wel jammer. We moeten deze gemeente samen nog 9 maanden besturen.

Dat neemt overigens niet weg dat er verstandige dingen zijn gezegd. De bespreking over RUP Spijker was met name een nuttig signaal aan de betrokken eigenaars : als die ook dit RUP langs gerechtelijke weg terug naar af sturen, dan valt niet uit te sluiten dat het gemeentebestuur geen nieuwe poging meer onderneemt. En dan wordt hun rechtszekerheid alleen kleiner. Frans Schrauwen deed er -voor één keer- goed aan om de geschiedenis van het dossier in herinnering te brengen: dit verhaal had eigenlijk al sinds 1994 van de baan moeten zijn,

De spanning tussen het planmatige en het juridische in dit soort dossiers maakt het ondertussen bijzonder moeilijk voor een overheid om haar werk te doen. Naast een grotere zorgvuldigheid bij de planners vraagt dit wellicht ook een aanpassing van de procedures. Met name die voor de Raad van State, een orgaan dat een onmisbare rol vervult, maar dat best ook eens stevig zou worden geüpdatet.

Verder liep de discussie over ”open ruimte” wat als rode draad doorheen de betere stukken van de gemeenteraad. Luc Van Wezel maakte zich zorgen over het verdwijnen van landbouwgebied. Volledig terecht. Alleen zette hij vooral de tegenstelling met bos- en natuurgebied (en fietspad) in de verf. Daar vergist hij zich : het moet in de eerste plaats over open ruimte in zijn geheel gaat. Of bosgrond en landbouwgrond nu laatst of voorlaatst in het lijstje van het prioritaire grondgebruik staan, of omgekeerd, doet er uiteindelijk niet zo veel toe. Ze moeten beide veel hoger op die lijst. Als we onszelf een landelijke gemeente noemen, en toch -ook al terecht- ernstig nadenken over het voorzien van volkstuintjes voor de appartementsbewoners, dan klopt er ten gronde iets niet.

In het debat over die volkstuintjes (een voorstel van Philip Peeters, wat had u gedacht) haalde Frans wél volledig ongepast aan dat Philip desgevraagd zijn tuin mocht komen onderhouden. De oud-burgemeester speelde nog maar eens de man, en niet de bal. Toch zette hij me aan het denken : zo zijn er natuurlijk nog mensen. Tuinuitleen. Zou daar al eens aan gedacht zijn ?

Wat is er te koop ?

Wat is er te koop ?

Unizo Essen stelde daarstraks het memorandum voor waarmee de lokale ondernemers het beleid van de gemeente in de volgende bestuursperiode willen beïnvloeden. Een heel goed initiatief : het is belangrijk dat de politieke partijen zoveel mogelijk input krijgen, zodat ze op een doordachte manier keuzes kunnen maken bij het opstellen van het verkiezingsprogramma.

Bovendien valt er over het ondernemingsklimaat in onze gemeente wel wat te zeggen. Wat daarbij voor mij vooropstaat is dat we Essen opnieuw winkelvriendelijk moeten maken. Met name in de centrale as Nieuwstraat-Stationsstraat verdwijnen de winkels ende horeca om plaats te maken voor appartementen. Of ze worden vervangen door het soort bedrijven die een geleidelijke teruggang aankondigen. Ik heb niets tegen nachtwinkels, tweedehandszaken, pittabars… Maar als er te veel zijn, dan is dat een teken van achteruitgang. En die valt nog moeilijk te ontkennen in Essen-Centrum.

Daarom moet de inrichting van het gebied van Heuvelplein tot aan het station grondig worden herdacht. Zodat de horeca er volop kan bloeien, ook als de zon schijnt en iedereen liefst op een terras zou zitten. Zodat het er aangenaam wandelen en fietsen is. Zodat er parkeerplaats is, maar ook zodat mensen het de moeite vinden om wat verder weg te parkeren om toch naar hun favoriete winkel te stappen. Omdat dat geen verloren tijd is, maar een prettige ervaring. Waar het leuk winkelen is, zijn mensen bereid daar wat inspanning voor te doen. In Essen niet.

Dit verhaal geldt in de eerste plaats in Essen-Centrum, maar varianten ervan gelden voor andere plekken in onze gemeente.

Unizo brengt veel goede ideeën aan. Wij gaan daarmee aan de slag, zoals we ook andere inbreng verwelkomen. Maar we rekenen er vooral op dat Unizo in de volgende zes jaar een partner wordt om Essen aantrekkelijker en sociaal-economisch gezonder te maken. Want op dat vlak is er nog heel wat werk… aan de winkel.

E=mc²

E=mc²

Het aantal mandaten dat de gemeenten invullen in de energie-intercommunales wordt verminderd, meldden de ministers Van Den Bossche en Bourgeois deze week trots. Een stap vooruit. Of toch niet, want het echte debat wordt uit de weg gegaan.

De energie-intercommunales zijn een erfenis uit het verleden, toen de gemeenten zich verenigden om samen de elektriciteits- en gasvoorziening, waarop ze een monopolie hadden, te verzekeren. Vandaag, in de 21e eeuw, maakt het de gemeenten tot spelers in een geliberaliseerde, cruciale, economische sector. Die netjes is opgesplitst tussen producenten en leveranciers van energie, en netbeheerders. De historische intercommunales zijn ook gesplitst. De gemeenten zitten nog rechtstreeks in de intercommunales die het netbeheer uitoefenen, want dat is een overheidsmonopolie : er is maar één elektriciteitsnet in elke straat, gelukkig maar.

Daarnaast hebben ze via allerlei ondoorzichtige constructies, de financieringsintercommunales, ook nog belangen in de producenten en de leveranciers van elektriciteit. Die op hun beurt verbonden zijn met de netbeheerders. Heel kort samengevat : de Electrabels van deze wereld en de gemeenten zitten met handen en voeten aan elkaar vast.

De Vlaamse regering pakt nu uit met een vermindering van het aantal mandaten bij de netbeheerders. Logisch : in de praktijk zijn er twee conglomeraten die de energienetten beheren : Infrax en Eandis. In Essen zijn beide actief : Infrax doet de elektriciteit, Eandis zorgt voor gas. Toch bestaan die twee groepen uit allerlei deelintercommunales, met raden van bestuur met leden die door de gemeenteraad worden aangeduid. Meestal gaat het om schepenen. Die verdienen daar een centje mee bij. Maar de meesten hebben niet de bagage om mee de strategie van een energiebedrijf te bepalen. Sommige wel, natuurlijk, maar ik vermoed dat het over een kleine minderheid gaat.

Bovendien zitten ze in een gelaagde structuur waar ze sowieso maar weinig vat op hebben. In de tweede fase loopt het nog sterker mis : de gemeenteraadsleden die zouden moeten controleren wat hun vertegenwoordigers namens hun kiezers uitsteken in die intercommunales hebben daar noch de tijd, noch de middelen voor.

Dat zorgt voor een gigantisch democratisch deficit. De hele constructie blijft draaien dankzij de vergoedingen voor de mandatarissen, maar ook en vooral dankzij de dividenden die de gemeenten ontvangen. Het wordt zelden hardop gezegd, maar die zijn er mee verantwoordelijk voor dat de elektriciteitsprijzen in dit land te hoog zijn. Eigenlijk gaat het om een gemeentelijke belasting op elektriciteitsverbruik. Maar dan één die voor de kiezer onzichtbaar is, en dus niet aan de bestuurders wordt aangerekend. Iedereen tevreden, ook al gaat het om een zeer asociale belasting : mensen met een laag inkomen verbruiken in verhouding meer energie, en betalen dus extra veel aan deze belasting.

Natuurlijk heeft de overheid een rol te spelen in de energievoorziening. Netbeheer is een monopolietaak. Maar uiteraard zou het veel logischer zijn dat de Vlaamse overheid dit op zich neemt. En de gemeenten er helemaal uit weghaalt – en zo mij alvast verlost van de fictie dat ik het beleid moet controleren van Infrax en Eandis, van Luminus en uiteindelijk van Electrabel, dat de Essense vertegenwoordigers in IVEG, IVEKA, FINEG, IKA, … namens mijn kiezers goedkeuren. Want nogmaals, ik kan dat nauwelijks of niet. En ik maak me sterk dat de meeste mede-raadsleden zich zelfs nog nooit de vraag hebben gesteld of ze dit kunnen.

De elektriciteitsprijzen kunnen dan omlaag, de belastingen moeten wellicht omhoog. Dat moet dan maar. En het inkomensverlies voor de mandatarissen wordt wat mij betreft best gecompenseerd door de wedden van burgemeesters en schepenenen realistisch te linken aan de tijd die nodig is om die mandaten op een degelijke manier in te vullen – uiteraard op voorwaarde dat ze dat ook doen.

Goed bezig, Freya en Geert. Waarvoor dank. Maar bijt alstublieft dóór en verlos ons van onze energiebelangen.

De vraag van honderdduizend euro

De vraag van honderdduizend euro

Ik had hier al een antwoord aangekondigd op de aantijging dat wij verantwoordelijk zouden zijn voor de oplopende kostprijs van de sporthal. Of toch voor 100.000 EUR daarvan. We hebben ons verhaal hier uitgeschreven.

Natuurlijk is het veel gemakkelijker om iets te beweren dan om het te weerleggen. Valse beschuldigingen uiten kost veel minder tijd en moeite dan erop antwoorden. Maar ik ken de CD&V’ers die hun persberichten ondertekenen, zoals Brigitte en Dirk, als integere mensen wiens stijl het niet is om mensen met leugens en halve waarheden zwart te maken. Gelukkig maar, want lokale politiek is nu ook weer niet zo belangrijk dat het de moeite is om er jezelf niet meer voor in de spiegel te kunnen kijken.

Quiz en zeker

Quiz en zeker

Gisteren stond de tweede quiz van N-VA/PLE op het programma. Alles verliep vlot, de vragen die Robin en ik hadden opgesteld bleken niet te moeilijk maar ook niet te eenvoudig, en zorgden bijna op geen enkel moment voor discussie – op een Duits lidwoord na (altijd wat met onze Oosterburen, zullen we maar denken).

Het was hartverwarmend om vanaf de middag tot in de late uurtjes het N-VA/PLE-team in actie te zien. Een heel gevarieerde, maar supersterke ploeg. En het was leuk om met samen met Robin -ondertussen toch dé Essense quizmaster bij uitstek- het geheel te presenteren. Heb ik hier al eens gezegd hoe blij ik ben dat Robin ondertussen ook alweer een dik jaar bij ons meedraait ? En zeker niet alleen voor zijn quizkwaliteiten.

Sportprijs

Sportprijs

De commissies in de vrije tijdssector volgen elkaar snel op. Deze week stond de sport op het programma. Met de nieuwe sporthal en alles eromheen als vanzelfsprekende enige aandachtspunt. Tegen begin april zal de nieuwe hal operationeel zijn, en dat is goed nieuws. De infrastructuur zal ook in orde zijn, daar vertrouw ik wel op. Al vallen kinderziektes nooit uit te sluiten, en zullen we als het moet natuurlijk meewerken aan het oplossen daarvan.

Ook de uitbating lijkt wel in orde te komen – wellicht niet helemaal de jure, maar dan toch de facto. De uitbater verdient ook het vertrouwen van het bestuur om te kunnen starten. Toch blijf ik ervan overtuigd dat er structureel een verkeerde keuze gemaakt is door de uitbating van de hele hal, en niet alleen de cafetaria, uit te besteden. Daardoor zal bijvoorbeeld de kleine polyvalente zaal wellicht niet beschikbaar zijn voor de verenigingen die ze het hardst nodig hebben. En ook voor de rest van de infrastructuur zie ik op termijn tegenspraken ontstaan tussen de belangen van de uitbater en die van de sporters.

Financieel is de constructie bovendien noch voor de gemeente, noch voor de uitbater echt een goede zaak. Dat het AGB tussenpersoon is, en dat de tennisvelden in een aparte concessie zitten maakt het bovendien allemaal weinig transparant. Maar ik hoop dat ik ongelijk krijg, en dat alles vlot verloopt én binnen de vooropgestelde budgetten blijft. Dan wil ik binnen een paar jaar gerust toegeven dat ik ongelijk had. Hopelijk blijft iedereen even… sportief.