Archief van
Categorie: Essen politiek

Energieboost…

Energieboost…

Essen was gisteren de startplaats van de 4e etappe van de Enecotour. Een opgeklopt non-event, als we heel eerlijk zouden zijn. De Enecotour is er omdat er nu eenmaal in de wielerlanden Nederland en België een rittenkoers moet zijn, en omdat de UCI niet anders kan dan die een beetje een fatsoenlijke plaats op de kalender te geven. Maar de enige rittenkoers die er echt toe doet in de Lage Landen wordt niet hier gereden, maar in Frankrijk. En aan de stárt van een wielerwedstrijd is niet echt veel te zien, als we ook daarover eerlijk zijn. De prijzen worden aan de meet uitgedeeld. Dus zijn de 15.000 EUR die de gemeente hieraan heeft uitgegeven weggegooid geld.

En toch. Ik had hier gemakkelijk mijn stukje kunnen eindigen. Maar ik heb me gisteren wel geamuseerd, eigenlijk. Want laat het dan opgeklopt zijn, het was wel goed opgeklopt. De voorstelling van de renners was herkenbaar voor wie dat al eens bij de Grote Prijs Rouwmoer zag, maar dan met meer renners en toch nog iets grotere namen dan bij het veldrijden. Een olympisch kampioen voor wie ik veel bewondering heb, bijvoorbeeld. En met UCI-voorzitter Pat McQuaid, die in ongegeneerd Hollengelands werd geïnterviewd en met een heerlijk Iers accent antwoordde.

Bovendien heeft Štybar zijn thuisgemeente een mooi cadeau gedaan door daags voordien de rit te winnen, zodat we een echte lokale held konden toejuichen (goed importeren is ook een kunst !). En ook ons gemeentebestuur had aan het opkloppen meegewerkt, zodat er gewoon ook véél volk was. En het Heuvelplein was gezellig ingericht, al wilde de zon niet helemaal mee.

Essen lust dit blijkbaar wel. Een aankomst zou natuurlijk mooier zijn geweest. De tussensprint die we nu kregen was een maat voor niets – een mens vraagt zich af hoe je op 18 km 5 minuten kan uitlopen. Gelukkig ken ik nét genoeg van wielrijden om de tactiek van de spurtersploegen te vatten. Maar veel hadden we er niet aan. Ik ga ook alleszins kritisch blijven over de bestede middelen, en wil sowieso goed weten waar ze naartoe zijn gegaan en wat er eventueel is terugverdiend. Maar ik zeg niet bij voorbaat neen tegen een wat groter wielerevenement in Essen. Dat mag zelfs opnieuw de Enecotour zijn. Een aankomst dan. Al weet ik niet eens wie er vandaag gewonnen heeft (Chavanel, blijkt na opzoeking – mooie naam op het lijstje).

Overigens heb ik twee weken geleden Vlaanderen Muziekland aan mij voorbij laten gaan, wegens echt niet de muziek waarvoor ik warm loop. Maar uit de echo’s die ik opvang leid ik min of meer hetzelfde verhaal af. Met misschien daarom ook wel dezelfde conclusie (en met dezelfde nuance over de nood aan financiële transparantie). Al blijft duurzaam investeren in het sociaal weefsel natuurlijk belangrijker dan eenmalige massa-evenementen. Maar in mijn vakgebied wordt al eens over de “policy mix” gesproken. Misschien is daarin meer plaats voor dit soort activiteiten dan ik voor de zomer zou hebben gevonden. Al was het maar omdat Eneco deze fantastische foto (Machteld Verrycken) opleverde…

In quarantaine

In quarantaine

De Quarantainestallen zijn dicht. Natuurlijk werden ze al lang niet meer gebruikt om dieren bij de grensovergang een tijdje in verzekerde bewaring te nemen. Maar eind juni stopte ook de huidige uitbating, als horecazaak annex rommelmarkt. Spijtig voor al wie er graag een bezoekje bracht, al was de meerwaarde voor Essen niet zo groot. En ook al werden de gebouwen gebruikt, dat kon enige aftakeling toch niet tegengaan. Maar nu staan ze leeg, en dat is natuurlijk nog erger.

De stallen zijn uniek, en vormen één van de meest sprekende monumentale plekken van onze gemeente. Ze zijn publiek erfgoed, en dus is het logisch dat de overheid -in de eerste plaats de gemeente- zich het lot van de hallen aantrekt. Anderzijds ben ik zeer sceptisch over het aankopen van gebouwen om daar vervolgens een bestemming voor te zoeken. Zo hebben we al een miskoop gedaan, aan de overkant van Hemelrijk.

Meer dan ooit geloof ik daarom in de noodzaak van een totaalproject voor de hele Hemelrijksite, met een visie op termijn. Een visie zoals wij die in 2010 ontwikkelden. Die is ondertussen voor een deel achterhaald door andere beslissingen, maar de noodzaak van een totaalproject voor de hele site blijft absoluut overeind. Waarbij keuzes gemaakt worden, ook als ze pas op lange termijn verwezenlijkt kunnen worden, en niet vaag worden gelaten om uiteindelijk de waan van de dag de knoop te laten doorhakken (of doorrotten). En waarbij de hele puzzel in elkaar moet passen, zowel economisch als ruimtelijk-ecologisch. Wellicht is het nu het moment om dat te doen : het dringt stilaan ook bij CD&V en sp.a door dat het “slow growth” model voor de douaneloods een doodlopend spoor is, de toekomst van het Karrenmuseum ziet er (vooral financieel) onzeker uit en de Quarantainestallen staan leeg.

Wat die stallen betreft, geloof ik in een verblijfsfunctie, zoals in 2010 – maar dan wat verder doorgedreven. Met behoud van de architectuur van de stallen, maar uiteraard volledig gemoderniseerd. Gericht op toeristen, maar ook op residentiële (bedrijfs)seminaries. In het duurdere marktsegment. Waarbij een privé-investeerder het voortouw zal moeten nemen. Dat kan, als we ook iets te bieden hebben : een groene omgeving, de douaneloods die voor grote congressen kan worden gebruikt (en in het weekend voor evenementen op Essense schaal), sportinfrastructuur in de buurt én een Karrenmuseum dat het waard is om ook zonder dat er iets te doen is pakweg 10 EUR voor een bezoek neer te tellen. In een volledig heraangelegde stationsomgeving – wat mij betreft zonder viaduct.

Ik geloof daarin. Of in soortgelijke oplossingen waarbij we meerwaarde creëren, en niet krampachtig proberen om “iets” te doen of wat te schuiven met bestemmingen. Maar het zal alleen werken als we echt alle stukken van de puzzel bij elkaar durven leggen, en stoppen met een afzonderlijk “pappen en nathouden”-beleid tegenover het Karrenmuseum, de VVV, de Heemkundige Kring, de loods, de stallen… De puzzel komt eigenlijk te laat (zwembad Hemelrijk wordt duidelijk gemist), maar het kan nog. Vijf jaar wachten kan daarentegen niet. Voor mij is dit de test of Essen alleen beheerd wordt (dan gaat er aangemodderd worden) of echt bestuurd. Ik ben benieuwd !

Bedrijvig

Bedrijvig

Ik ben sinds een maand of twee bestuurder bij een heus bedrijf. Elke politicus die het ver heeft gebracht hoort in de raad van bestuur van een vennootschap terecht te komen, en dus ben ik er erg blij mee. Beursgenoteerd zijn we evenwel niet – gelukkig maar.

Ik ken het bedrijf ook al wel een beetje. Ik was er namelijk een aantal jaren “commissaris”, ook al een ronkende titel. Maar die wordt binnenkort afgeschaft, zodat het duidelijk tijd werd voor iets anders.

Wellicht weet u ondertussen over welk bedrijf het gaat. Het “Autonoom Gemeentebedrijf Essen”. Kortweg, het AGB. Marketingtechnisch niet meteen de sterkst denkbare naam. Misschien moeten we eens een zeer duur studiebureau inhuren om ons een nieuwe naam te geven. Iets met “Essentia” zou mooi geklonken hebben, maar daar zijn er al heel wat anderen mee weg – en niet alleen de onvolprezen fusieharmonie van onze gemeente, zoals Google leert.

Waarvoor kan u bij ons bedrijf terecht ? Wel, we baten een turnzaal in Wildert uit. Daarover zijn er weinig klachten.

Ook de sporthal Hemelrijk valt onder ons bedrijf. Tot voor kort in onderaanneming, sinds enige tijd doen we het zelf. Want er waren wel klachten. Eerst was er een formele klacht over de uitbating. Van mij. Ik kreeg gelijk, maar toch ook weer niet. De uitbating werd immers precies geregeld zoals dat van de klacht niet mocht. Vervolgens kwamen er nog meer klachten over de uitbating. Van de klanten deze keer. Die kregen gelijk van het Directiecomité van het AGB, en de uitbater werd buitengezet. Nu wordt er een nieuwe uitbater gezocht. Dat mocht eigenlijk niet zomaar, want de uitbating hing vast aan de bouw van de hal. Maar nu kan het wel. Dankzij… mijn klacht ! Zodat degenen die vonden dat ik ongelijk had, nu blij zijn dat ik gelijk heb gekregen…

Wat doet ons bedrijf nog ? Wel, we hebben een loods gekocht, aan Hemelrijk. Daar hebben we een studie over laten uitvoeren. En nu wachten we. Tot het gemeentebestuur zegt wat we ermee moeten doen. Dat is namelijk speciaal aan ons bedrijf : we doen alleen wat de gemeente ons vraagt. Of toch ook weer niet, want enkele jaren geleden heeft het Directiecomité ongevraagd twee huizen gekocht in Wildert. Achteraf heeft de gemeente ons dan netjes gevraagd of het AGB geen woningen wilde kopen…

Ondertussen doet de gemeente het andersom. In de krant lezen we dat er volkstuintjes komen. Op ons bedrijfsterrein ! Dat heeft niemand ons gevraagd. Nu vragen wij ons af of wij dat dan gaan moeten organiseren. Wellicht vraagt de gemeente ons dat binnenkort. Denk ik. Ik vermoed ook dat ze gaan vragen of de jaarlijkse veldrit niet op ons terrein mag doorgaan. Niet in de volkstuintjes, neem ik aan.

Dat is het beetje het probleem met ons bedrijf. Als het zo uitkomt, vergeet het gemeentebestuur graag dat we bestaan. Het gemeentebestuur heeft ons opgericht, omdat wij wel BTW kunnen aftrekken en zij niet. In ons land werkt dat zo : gemeenten moeten BTW betalen, tenzij ze een AGB oprichten. Een soort belastingontwijking voor de overheid. Men had in Brussel ook gewoon kunnen beslissen dat gemeenten geen BTW moeten betalen. Of wel. Maar neen, het werd een schimmige tussenregeling. Zucht. Dus heeft Essen een AGB. We kunnen daar moeilijk tegen zijn, want het bespaart de burgers geld. Maar je iets doet, moet je het wel goed doen. En daar loopt het mis : aan het Heuvelplein wordt al eens vergeten wat juist bij het AGB hoort, en wat niet. En dat mag natuurlijk niet. Ook een bedrijf dat een filiaal op de Kaaimaneilanden heeft, moet netjes beslissen wat er onder Kaaimanrecht valt, en wat niet. Zo gaat dat met belastingontwijking… En er moet ook wel iets te ontwijken zijn. Zo valt de verhuur van woningen niet onder de BTW-wetgeving. En hoe het met de BTW op volkstuintjes en veldritten zit, dat mag binnenkort wellicht het zeer bezige advocatenbureau van het AGB uitzoeken.

En de hal dan, waar zit daar het BTW-voordeel ? Wel, dat weet nog niemand. Maar als dát beter uitkomt, dan weten de meerderheidspartijen maar al te goed dat er een AGB is. Dan vergeten ze het plots niet. En dan gaat het helemaal niet over die BTW. Want in het AGB kunnen ze immers veel gemakkelijker beslissingen nemen. De vergaderingen zijn niet openbaar, en het directiecomité heeft er veel meer bevoegdheden dan het schepencollege in de gemeente heeft.

En kijk, dat maakt me nu een beetje lastig. De ene keer schermen met “dat is een bevoegdheid van het AGB” om de vragen van de gemeenteraad uit de weg te gaan en de boeken dicht te houden. En dan de andere keer op mijn vaststelling dat iets de bevoegdheid is van het AGB antwoorden dat “het toch niet uitmaakt omdat het allemaal de gemeente is”. Neen, dat is van twee walletjes willen eten. Zolang het AGB bestaat (en hoe sneller de hogere overheid de constructie wegvereenvoudigt, hoe liever) zal het nu eenmaal goed bestuurd moeten worden. Volgens de regels, en wat mij betreft zo transparant mogelijk. Ten bate van de Essense belastingbetaler, sporter, huurder, cultuurbelever…

Een hele opdracht dus, dat bestuurder zijn, voor wie meer wil betekenen dan een “stempelmachine” voor alles wat in het Directiecomité wordt beslist. Gelukkig zit ik er niet alleen. N-VA/PLE heeft met Anne, Joris, Bob en mezelf een stevig team bestuurders afgevaardigd. Die allemaal dezelfde doelstelling hebben : een open, heldere en efficiënte AGB-werking. Als de meerderheidspartijen hetzelfde nastreven, gaan we goed overeen komen. Maar dat is een stevig “als” !

De Grondwet

De Grondwet

Op de gemeenteraad gisteren agendeerden Anne en Dirk een voorstel dat ervoor moet zorgen dat KLJ Hoek een eigen lokaal krijgt. Hoewel het voorstel mijn handtekening niet droeg, heb ik er wel aan meegewerkt. Omdat ik overtuigd ben dat een jeugdbeweging zoals KLJ recht heeft op een degelijk lokaal. Bij de bespreking werden vanuit het college enkele vreemde argumenten aangehaald : in tegenstelling tot andere jeugdbewegingen die de voorbije jaren een lokaal bouwden, heeft KLJ geen vzw die de werken kan dragen. Nogal evident : het heeft weinig zin om een “bouw-vzw” op te richten zolang er geen zicht is op bouwgrond.

Die grond is meteen ook de knoop in het verhaal : geen enkele Essense jeugdbeweging heeft ooit op eigen grond gebouwd. Het is namelijk volstrekt niet realistisch om naast het gebouw ook de grond te financieren. Er werd altijd gebouwd op grond van “de overheid”. Vaak van de parochiale overheid, maar was een theoretisch onderscheid, zoals ik hier al wel eens heb proberen uit te leggen. De parochie had de grond bovendien vaak gekregen, of geërfd.

Vandaag liggen de kaarten anders : de beschikbare grond is zeldzamer geworden. Ze wordt dus niet meer zowaar weggeschonken, of bijna gratis ter beschikking gesteld. En parochies gedragen zich van langsom minder als “overheid”. Ook voor het gemeentebestuur werd grond duurder. Maar de gemeente is wel quasi de enige haalbare oplossing geworden om het verenigingsleven aan een stuk grond te helpen. Dat is het verhaal van SV Wildert. Het is ook het verhaal van KLJ Hoek, al zou de parochie daar nog een (laatste ?) keer zijn klassieke rol kunnen opnemen. Ook dan kunnen we er niet omheen dat we naar een situatie evolueren waarbij op termijn alle infrastructuur voor het socio-culturele leven op gemeentegrond zal staan. Vaak zal de infrastructuur zélf trouwens ook gemeentelijke eigendom zijn, al lijkt dat minder een absolute noodzaak.

Dat gemeentelijk grondbezit is op zich ook een goede zaak : zo wordt de grond zeker ingezet voor doelstellingen van algemeen belang. Maar het gemeentebestuur moet nog wennen aan deze nieuwe en “dure” grondwet. Hoewel er eigenlijk geen kosten aan verbonden zijn : het gaat om een pure verschuiving van roerend naar onroerend patrimonium. Grond voor het KLJ-lokaal aankopen -en voor SV Wildert- is ten gronde (!) geen andere verrichting dan beleggen in Publi-T, waartoe we gisteren vlotjes in de gemeenteraad besloten. Het is misschien nog de meest verstandige manier om de financiële reserves van de gemeente te gebruiken.

Luc Van Wezel legde gisteren wellicht de vinger op de wonde : “Als we grond aankopen voor KLJ, dan staat iedereen hier morgen.” Inderdaad, dat is zo. Het is logisch, en zelfs goed. Uit “iedereen”, alle verenigingen die vinden dat ze ruimte verdienen om zich te ontplooien, moet het gemeentebestuur dan keuzes maken. Zo veel gaan het er niet eens zijn, trouwens.

“There is no alternative” zoals Margaret Thatcher stelde, in een andere context. Dat gaat volgens mij ook hier op. Aan deze “grondwet” valt niet te ontkomen.

In Memoriam

In Memoriam

Ludo Boden, oud-voorzitter van het Essense OCMW en oud-schepen is overleden. Ik leerde hem kennen als schepen van financiën in de legislatuur 1994-2000, toen we met de VU deel uitmaakten van de meerderheid. Eerlijk gezegd kon ik moeilijk hoogte van hem krijgen. Mij inzicht verschaffen in de gemeentefinanciën was alleszins niet zijn eerste doelstelling. Dat heb ik dan maar zelf uitgezocht. Vanaf een bepaald moment begreep hij volgens mij wel dat ik minstens een deel van het verhaal door had. Maar van zijn gezicht viel nooit zoveel af te lezen.

Eigenlijk heb ik hem vooral in de legislatuur daarna leren waarderen. Hij was geen schepen meer, en verliet na een tijd ook de CD&V-fractie. Hij ging niet echt oppositie voeren. Meestal stemde hij stilzwijgend met de meerderheid mee. Maar als hij wél tegen was, dan kon hij met één vernietigende zin veel meer schade aanrichten dan de hele “echte” oppositie samen. Bovendien zag hij in die zes jaar ook de verhaalbelasting verdwijnen, waartegen hij altijd wad opgekomen.

In 2006 deed hij niet meer mee aan de verkiezingen. Maar ik werd verkozen, en enkele keren kruisten de dossiers die hij opvolgde die waarmee ik bezig was. En zo mocht ik in enkele contacten een geëngageerd man met een grote kennis ontmoeten, die hij onder meer als voorzitter van de Wildertse kerkfabriek en het centraal kerkbestuur nuttig gebruikte. En die in zijn contacten met het lokale bestuur virtuoos de kunst van het slaan en het zalven bleef beheersen.

Ludo was een politicus uit een vorige generatie. Een product van de verzuiling, en van een dorpspolitiek die de mijne niet is. Maar hij was vooral een goed mens. En hij volgde de Essense politiek nog van nabij, zodat hij dit oordeel wellicht had kunnen waarderen : nu ik de gemeentefinanciën wat langer en intenser heb gevolgd, ben ik tot het besluit gekomen dat hij de Essense kas relatief goed beheerde. Niet roekeloos, maar ook niet te voorzichtig.

Essen, en zijn Wildert, zullen hem missen.

Geen bal

Geen bal

Ik heb niet zo veel met voetbal, ook al heb ik via mijn genen een dosis van het spel meegekregen. In die mate dat mijn vader me bij mijn geboorte beloofd heeft aan zijn toenmalige club – voor het geval ik ooit zou gaan “shotten”. Die optie is nooit gelicht. En ik weet wel wat de Champions League is, maar zou niet zomaar kunnen zeggen wie er vorig jaar heeft gewonnen. Ik weet ook wie Messi is, maar zou hem op een foto ook niet meteen herkennen.

De Essense clubs ken ik natuurlijk ook. Maar ik ben nog nooit naar een wedstrijd van hun eerste elftallen geweest. Ik weet wel ongeveer op welk niveau ze spelen, maar om ze meteen in de juiste klasse of bij de juiste tegenstanders te plakken zou me niet zomaar lukken. Voetbal en ik, het wordt wellicht nooit iets.

Toch hebben de Essense voetbalclubs me de voorbije weken overtuigd dat er een probleem is, dat moet worden aangepakt. Misschien wel net omdat het probleem geen bal, of toch weinig, met voetbal te maken heeft. Maar alles met sociaal kapitaal. De clubs zorgen voor een zinvolle vrijetijdsbesteding voor heel veel jeugdspelertjes. Ze draaien op vrijwilligerswerk, maar krijgen dat financieel niet meer rond.

Dat heeft helemaal niets te maken met hun eerste elftallen, die het geld zouden opslokken – en dat is een belangrijke “klik” die ik heb moeten maken. Maar ze hebben mij ervan overtuigd. Die eerste elftallen kunnen me overigens nog steeds gestolen worden. Ik kan aannemen dat ze een beetje het cement zijn dat de clubs samenhoudt, maar ik denk dat hun rol anders kan en moet worden ingevuld. Maar dat verandert niets -geen bal, want die metafoor is in dit stukje wel heel verleidelijk- aan de rest van het verhaal. Wie denkt dat hét schrappen van de (overigens absurde) vergoedingen per gewonnen punt geld zou opleveren voor andere zaken, maakt een redeneerfout. Als de gemeente morgen geen GFT-stickers meer laat drukken, dan valt die rekening ook weg, niet ? Ze moeten van die vergoedingen af (en wij ook van die stickers), maar dat heeft geen verband met dit verhaal.

Eigenlijk klopt het niet eens wat ik hier zeg. Het probleem heeft namelijk wél te maken met de eerste ploegen. Vroeger haalden de clubs namelijk inkomsten uit hun eerste elftal, die dan naar de jeugdwerking konden vloeien. Dat “vloeien” mag je redelijk letterlijk nemen, want het liep vooral via de kantine. Dat is niet langer het geval. Daarnaast liepen ook de inkomsten binnen de jeugdwerking zelf terug. Zoals overal in het vrijwilligerswerk : voetbal en jeugdbeweging zijn niet meer de enige aanbieders op de markt, ouders werden kritischer, mondiger én minder betrokken, de vrijwilligers zelf werden selectiever in hun inzet.

Op zich hoeven dat geen slechte evoluties te zijn, en de klok proberen terug te draaien heeft weinig zin. Maar het wreekt zich vooral langs financiële kant, met name op de infrastructuurkosten. De Essense voetbalclubs hebben het geluk en de pech dat ze zelf eigenaar zijn van hun terrein. Als de geschiedenis te herdoen zou zijn, dan zou het beter zijn geweest dat ze allemaal op gemeentelijke velden zouden spelen. Maar zo is het niet gelopen. Toch is hun infrastructuur de facto wel een stuk publieke ruimte. Het is daarom niet onlogisch dat de overheid tussenkomt in het “gebruikstarief” en het onderhoud van die ruimte.

Daarvoor moeten we de komende weken naar goede oplossingen zoeken. Rechtvaardig tegenover de andere sportverenigingen, en bijvoorbeeld ook tegenover het jeugdwerk. Maar niet kortzichtig en op basis van clichébeelden die de realiteit ontkennen, en die niet zien dat het voetbalspel zelf maar een voetnoot is in dit verhaal. Waarbij ik er overigens van overtuigd ben dat een fusie van de clubs een stuk minder synergie zou opleveren dan het zou kunnen lijken – ook al omdat die per definitie alweer vooral op de eerste elftallen zou focussen. Al zou ik de piste op termijn ook weer niet uitsluiten.

Uiteindelijk is voor mij de doelstelling dat de vrijwilligers in de clubs veel minder met financiële zorgen bezig moeten zijn, en veel meer met het creëren van een degelijke, warme, sportieve werking voor hun spelertjes. Dat maakt het de moeite waard.

Ik zie me dus nog niet meteen mijn “geboorterecht” op een aansluitingskaart uitoefenen – ook al omdat de belofte niet eens om een Essense club ging. Maar voor een stevige herdenking van het (jeugd)voetbalbeleid wil ik me alvast wel inzetten.

Plan B

Plan B

Ik heb de Universiteit Antwerpen een beetje in fasen verlaten. In 1994 legde ik een succesvol eindexamen af over alle vakken, maar mijn eerste poging tot eindverhandeling liep vast. Dus heb ik die in 1995 ingediend. Ik heb dat jaar ook gebruikt om mijn aggregatiediploma te halen. Eens afgestudeerd heeft de Universiteit mij een tijd lang in dienst genomen, totdat ik in 1997 bij de FOD Werkgelegenheid belandde. Maar sindsdien ben ik er wel degelijk weg. Al ben ik er natuurlijk nog teruggekomen, voor seminaries en studiedagen. Als deelnemer en als spreker.

Toch had ik vandaag en twee weken geleden meer dan ooit het gevoel van even “terug” te zijn. Ik heb de “Stoomcursus Ruimtelijke Ordening” van de UA en de Artesishogeschool gevolg. En al heb ik één van de drie lesdagen gemist -wegens verblijf in Ierland- ik heb veel bijgeleerd. In het lokaal C003, dat nog niet van naam bleek te zijn veranderd. Al onderging het wel een modernisering, waar het in mijn herinnering al in 1990 dringend aan toe was…

Het domein van de ruimtelijke ordening is zeker niet mijn eerste liefde in de politiek. Feeling voor kaarten en plannen is me niet aangeboren. Bovendien had ik lang het gevoel dat er politiek heel moeilijk “greep” op te krijgen was. Ik heb het wel altijd een belangrijk domein gevonden, met een cruciale impact op onze gemeente. Dus toen in de vorige legislatuur een fractiegenoot de bevoegde commissie wilde verlaten omdat ze te technisch was, leek me dat net een uitdaging om er wel mijn tanden in te zetten. Want “technisch” is zeker in de lokale politiek vaak een heel goed excuus om cruciale beslissingen te verbergen achter een waas van wetteksten, procedures en studiebureaus. Mede omdat Philip Peeters het technische inzicht wel aan de politieke vertaling kon koppelen, had ik het gevoel dat ik er wel vat op kreeg. Met een succesvolle gezamenlijke amendering van het RUP Nieuwstraat-Oost als gevolg. En de blokkering van het RUP bedrijventerrein Over d’Aa (Sany) durf ik zonder schroom op mijn naam schrijven.

Daar wil ik graag op verder bouwen, ook al blijft het een domein waar de techniciteit het politieke proces soms vertroebelt. Onder meer omdat de individuele belangen vaak groot zijn, en het collectieve belang er teveel door “huurlingen” wordt gediend en vaak te weinig door de vertegenwoordigers van het volk zelf. Reden te meer om er in te investeren. Wat me dus terug naar mijn “alma mater” bracht. En een stukje cirkel rond maakte : de prof die destijds mijn afgebroken eindverhandeling begeleidde, opende nu de lessenreeks. Dat ze het van docent tot departementshoofd had gebracht, bleek meteen meer dan terecht. Goed voor mijn hernieuwd vertrouwen in de UA, dus !

We hebben het geweten

We hebben het geweten

Onze 3e N-VA/PLE-quiz zit er weer op. Een succeseditie, want 24 ploegen kregen we niet eerder bijeen. Organisatorisch bleek het N-VA/PLE-team bijzonder geolied. Ook technisch liep het op wieltjes, wat niet evident is met beeld- en geluidsfragmenten. Op twee schermen dan nog. Al blijft het jammer dat we de geluidsinstallatie van het gemeentebestuur niet konden gebruiken – en vooral dat daarover niet echt helder met ons werd gecommuniceerd. We kunnen wel tegen een stootje – ook eentje dat ons 100 EUR kost. Maar wat voor ons geldt, gaat wellicht ook op voor de andere verenigingen in onze gemeente. En die verdienen in elk geval beter.

Ook de tombola van de Essense dames van Alpe d’HuZes liep als een trein. Hopelijk helpt het morele steuntje in de rug van ons, en het financiële steuntje van de quizzers, hen straks de berg op.

De collega’s van sp.a en Open Vld vonden ook de weg naar het Parochiecentrum. Even zag het er voor de socialistische vrienden zelfs naar uit dat ze op het podium gingen mikken, maar uiteindelijk lukte het niet. Volgend jaar moeten we er misschien een “rode” driepunter insteken. Wie was bijvoorbeeld de eerste socialistische minister in ons land ?

Verder was het deelnemersveld een leuke mix van regelmatig quizzende Noorderkempenaars en enkele gelegenheidsploegen. Mijn vrienden van de “Beterbollen met mosterd” deden het opvallend goed, al heb ik hen gisteren in een spelletje Risk toch even terug “op hun plaats gezet” (bon, in één spel op twee en dankzij een gunstige uitgangspositie – maar toch). Uiteindelijk liepen de 85’ers met de overwinning weg, gevolgd door een sterk Taal & C° en Wij aan de Grens. ESAK had met Carl erbij wellicht dichter vooraan kunnen eindigen. Zelf weet ik niet of ik zo veel verschil had kunnen maken : ik stel vragen die ik zelf óók niet weet. Niet zo gemakkelijk trouwens, om dan de moeilijkheidsgraad in te schatten.

Overigens mogen Robin en ik als quizopstellers en -presentatoren op een geslaagde avond terugblikken. Onze duopresentatie liep goed, en we kregen geen enkele inhoudelijke “klacht” over onze vragen. Zelfs bij de twijfel of een door ons gebruikte foto in Afghanistan of Oezbekistan genomen is, blijken we het bij het rechte eind te hebben gehad. Volgend jaar dus wellicht opnieuw, en ik kijk er al naar uit.

Gelieve ons hiervoor te verontschuldigen

Gelieve ons hiervoor te verontschuldigen

Neen, ik ben niet goed bezig. Dat bleek wel op de gemeenteraad van eergisteren. Eerst moest ik mij namens onze fractie uitgebreid verontschuldigen : blijkbaar hebben we het de voorbije zes jaar niet goed gedaan. “We”, dat zijn Dirk, Geert en ik. Wij hebben namelijk elk één van de veertien gemeenteraadscommissies voorgezeten, Geert zelfs twee. Ik weet dat ik elke keer best wel wat tijd in de commissie bestuurszaken en communicatie stak : agendapunten zoeken, de vergadering voorbereiden, … Voor het noodzakelijke overleg met de burgemeester en het diensthoofd nam ik meestal een halve dag verlof, zodat het overdag kon. En tijdens de vergadering probeerde ik eerlijk en onpartijdig te zijn. Volgens sommigen kan ik dat ook wel : ik zit ook professioneel vergaderingen voor, en niet altijd de gemakkelijkste.

Maar CD&V en sp.a vonden het niet goed genoeg. Geert, Dirk en ik hebben voor hen niet gedaan wat er van ons werd verwacht. Ze kunnen het zelf beter, en ze besloten de vier voorzitterschappen van de commissies voor zichzelf te houden. Dat er een pak minder commissies zijn is een goede zaak, maar dat is natuurlijk geen reden om ze niet meer evenredig tussen de fracties te verdelen. Blijkbaar is de “open bestuursstijl” waar vooral de sp.a zes jaar geleden graag mee uitpakte definitief opgeborgen. Ik wens Luc, Brigitte, Arno en Nathalie in elk geval meer succes en waardering toe dan wij hebben gekregen !

Daarnaast heeft het schepencollege -dat volgens Gaston altijd met één stem spreekt- mij verweten dat ik niet alleen hun verslagen moet lezen, maar ook de dossiers die erachter zitten. Ik doe dat al wel, af en toe. Eigenlijk vrij regelmatig, vind ik zelf. Ik vermoed zelfs dat ik de voorbije zes jaar twee keer zoveel dossiers heb opgevraagd en ingekeken dan alle andere raadsleden. Samen. Minstens twee keer, het zou ook meer kunnen zijn. Maar het is dus duidelijk niet genoeg. Ik ga een tandje bij steken, als het college dat nodig vind.

En ik ga ook grondiger tewerk moeten gaan, want het verwijt kwam er naar aanleiding van een vraag waar ik het dossier wel van had gezien. En zelfs gelezen. En gekopieerd. Het ging over de onteigening van “een gedeelte behorende tot de wegenis die voorzien is teneinde de achtergronden Hemelrijkweg-Kammenstraat-Hondsberg te ontsluiten”. Die onteigening gaat niet door. Ik dacht dus dat die hele wegenis in gevaar kwam. Dom van mij ! Ik had natuurlijk niet mogen lezen wat er letterlijk in het dossier staat. Het ging helemaal niet over de wegenis, maar over een zijfietspad ervan. Dat had ik ongetwijfeld kunnen weten. Ik weet niet zo goed hoe, maar dat toont nog eens ten overvloede aan dat ik beter mijn best had moeten doen. Gelieve mij nog maar eens te verontschuldigen, beste Gaston, Dirk, Helmut, Brigitte, Jokke, Imelda. En Frans, jullie aller spreekbuis in dit verhaal.

Ik zal beter mijn best doen.

De stekker eruit

De stekker eruit

Ik ben het helemaal eens met minister-president Kris Peeters : al die vrijwilligers, die zich inzetten voor Okra, voor Femma, voor KWB, voor KAJ, voor Pasar, voor Ziekenzorg, voor Wereldsolidariteit… verdienen ongelooflijk veel waardering. Maar net omwille van die inzet is het verhaal van het ACW, de koepel waar al die organisaties bij aangesloten zijn, zo schrijnend.

Dat het ACW hun vrijwilligerswerk onbeschaamd aanwendt om aan partijpolitiek te doen, wisten we natuurlijk al lang. Ook in Essen, trouwens. We leerden de voorbije jaren ook dag ze het vertrouwen en het geld van hun mensen en verenigingen aanwendden om aan risicobankieren te doen. Hun afgevaardigden zijn er mee voor verantwoordelijk dat Dexia onderuit ging. Dat de mensen die als coöperant te goeder trouw in de bank investeerden een waarborg krijgen, is normaal. Maar waarom moet daar dan de overheid, en niet het ACW opdraaien ?

Wat we de laatste weken bijleerden is nog veel erger. Los van de vraag of alles wettelijk verlopen is, weten we twee dingen zeker :
1. Het ACW heeft van de nieuwe staatsbank, Belfius, een abnormaal hoge rente bedongen op de omzetting van winstbewijzen naar een achtergestelde lening. Winstbewijzen die het ACW destijds kreeg omwille van de inbreng van hun coöperanten in Dexia. Waarvoor de beweging wel de winst, maar dus niet de verantwoordelijkheid neemt : dat liet ze aan de overheid over.
2. Het ACW wilde de opbrengst daarvan fiscaal optimaliseren via de notionele intrestaftrek. Niets mee mis, maar die aftrek wordt fel bestreden… door het ACW. Of hoe de (partij)politieke drukkingsgroep in conflict komt met de financiële groep die het ACW geworden was.

Volgens mij is er maar één goede oplossing om de inzet van de vrijwilligers echt te respecteren : ontbind het ACW, gebruik de middelen om de coöperanten terug te betalen (een eventuele staatswaarborg op de rest vind ik dan nog aanvaardbaar) en laat al die prachtige organisaties hun eigen gang gaan. Financieel, politiek en moreel ongebonden.

Het ACW is dood, leve zijn vrijwilligers !