Archief van
Categorie: Essen politiek

Jenseits von Gut und Böse

Jenseits von Gut und Böse

Niet gemakkelijk, terugblikken op de gemeenteraad van gisteren. Omdat ik voor één keer (veel) meer energie in de besloten zitting had gestoken dan in de openbare vergadering. Al was die ook wel boeiend. Vooral het gebrek aan reactie op mijn vaststelling dat er onvoldoende budget in het meerjarenplan is voorzien om het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) ook na 2015 nog te laten werken. Het werd niet eens ontkend. Nu begrijp ik beter waarom er met alle mogelijke wettige en onwettige middelen om uitstel voor de invoeren van het meerjarenplanstelsel (BBC) in het AGB moest worden gezorgd. Dan zou immers de put van 500.000 EUR meteen aan het licht zijn gekomen. Ik ben benieuwd naar het vervolg.

Maar de besloten zitting was belangrijker voor mij. Daarover veel vertellen ligt natuurlijk moeilijk, vanuit de aard van de zaak. Omdat de betrokkenen zelf één en ander op het net hebben gezet, kan ik wel een link meegeven : het ging over deze zaak.

Zonder dus op de grond van het verhaal in te gaan… In de bespreking probeerde de burgemeester op een bepaald moment een tegenstelling te creëren tussen zijn “rationele” en mijn “emotionele” aanpak. Hij probeerde dat zelfs te veralgemenen door te stellen dat het schepencollege van nature rationeler is dan de gemeenteraad. Gelukkig besefte hij al snel dat dit niet de meest rationele (…) uitspraak was. Maar ook naar mij persoonlijk voelde ik meteen aan dat hij ongelijk had en ik heb het dan ook meteen ontkend. Maar ik heb er wel even over moeten nadenken.

Met dit als besluit… Mijn enige emotionele betrokkenheid bij dit verhaal is mijn sterke overtuiging dat ik gelijk heb – en dat gelijk dan ook probeer te halen. En natuurlijk heb ik empathie voor wat de betrokkenen overkomt, maar die heeft de burgemeester naar eigen zeggen ook – ik geloof dat trouwens.

Wat maakt dan wel het verschil dan uit ? Bij het zoeken bleek dat ik het antwoord op mijn eigen vraag in mijn eigen tussenkomst had staan – maar dan in de ene zin ervan die ik niet had uitgesproken. Het gaat over het geweten. Naast de rede speelde het oordeel over wat goed en kwaad is, over wat juist is, een rol.

In mijn economie-opleiding zat een zware cursus moraalfilosofie, één van de “buisvakken” in het tweede jaar, weet ik nog. Ik deed dat nochtans wel graag. Het hoort ook bij een economiestudie.

Ik heb gisteren ook de vergelijking met het OCMW gemaakt, en begrepen dat die ook voor andere raadsleden relevant was. Omdat daar vaak dit soort oordelen moeten worden geveld. Waar de rationaliteit niet het enige antwoord geeft. Dat is de reden waarom ik het OCMW vaak “politieker” vond dan de gemeenteraad. Er is één beste oplossing om een riool te leggen, maar om de respectievelijke verantwoordelijkheid van het individu en de maatschappij vast te leggen is die er niet. Ik denk dat ik hier al eens heb verwezen naar toenmalig Agalev-OCMW-raadslid Lieve Wuyts die vertelde dat ze van een bepaalde beslissing had wakker gelegen. Omdat ze die bij nader inzien niet “juist” vond. Niet omdat ze niet efficiënt zou zijn, omdat de riool verkeerd werd aangesloten. Ook niet omdat ze op één of andere manier persoonlijk betrokken was bij het dossier. Maar omdat het morele oordeel niet klopte. Omdat ze het besluit in “eer en geweten” fout vond. Die vaststelling kan natuurlijk voor emoties zorgen, maar het oordeel zelf is daar niet op gebaseerd.

Ik heb deze morgen in de spiegel gekeken en besloten dat ik in mijn eigen ogen in dit verhaal juist heb geoordeeld en gehandeld. Ik wens iedereen die zich erbij betrokken voelt oprecht hetzelfde gevoel toe. Ik hoop ook dat het besluit gedragen wordt door een meerderheid van de verkozenen in de raad, niet door een meerderheid van de meerderheid binnen de meerderheid – die dan eigenlijk een beperkte minderheid is. En ik hoop tenslotte dat er iets van de discussie zal blijven hangen.

Stuurloos

Stuurloos

Op de gemeenteraadscommissie “Omgeving” lag het lijstje voor met de ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUPs) die het CD&V/sp.a-college in de komende jaren wil realiseren. Bij die bestemmingsplannen ook het RUP voor het bedrijventerrein aan Over d’Aa. Dat was in 2012 inzet van een felle verkiezingsstrijd, waarbij vooral vanuit CD&V allerlei beloftes werden gedaan. Letterlijk : “In plaats van magazijnen, bouwen we er winkels en woningen.” Als we er een jaar geleden naar vroegen, kregen we als antwoord dat de mogelijkheden met de provincie nog bekeken moesten worden.

Nu, een jaar later, krijgen we nog altijd hetzelfde te horen. Het is niet gemakkelijk, de mobiliteit is een probleem. Dat vertellen wij al jaren, en dat wist men vóór de verkiezingen natuurlijk ook. Maar onze bedenkingen toen werden door CD&V steevast weggehoond.

Bovendien wil het schepencollege zelf geen initiatief nemen. Er wordt gewacht op het bedrijf dat er de magazijnen uitbaat (Sany Logistics) om zelf met een plan te komen voor minder magazijnen. Dat klinkt even aannemelijk als wachten op een plan van de tabakslobby om het roken tegen te gaan. Of een plan van het ACW tegen fiscale fraude. Toch moet Sany het initiatief nemen. Tegelijk ontkende schepen Konings dat het gemeentebestuur niet zelf zou willen sturen. Op mijn vaststelling dat er ergens iets niet klopt in die houding, werd niet gereageerd.

Eerder kreeg het bedrijf een nieuwe vergunning, op voorwaarde dat er een RUP zou worden goedgekeurd. Maar de gemeente wist vooraf dat die voorwaarde niet afdwingbaar was. Zodat Sany nu alle reden heeft om stil te zitten. En het schepencollege draait dan misschien wel aan het stuur, als niemand het gaspedaal indrukt dan haalt dat bijzonder weinig uit.

Zou het nu zo moeilijk zijn : een visie ontwikkelen, en dan voor de uitvoering daarvan gaan ? Er zijn nog enkele van de voorgenomen RUPs in hetzelfde bedje ziek. Het bilan van zes jaar ruimtelijke ordening lijkt bij voorbaat -opnieuw- een mager beestje te worden…

Goede raad van lange duur

Goede raad van lange duur

We hebben gisteren 50 jaar Jeugdraad gevierd. De viering was leuk opgebouwd, met een herdenkingsboom en een fietstocht langs enkele “historische” plaatsen voor het Essense jeugdwerk. Om vervolgens voor een receptie in het gemeentehuis te belanden, waar de schepen en gedeputeerde van jeugd ons toespraken.

De opkomst van zowel voormalige als huidige Jeugdraders viel eerlijk gezegd wat tegen, maar dat mocht geen domper op de feestvreugde zijn. Het was gezellig om met een divers gezelschap ook diverse herinneringen op te halen. De geschiedenis blijkt al eens zaken in perspectief te plaatsen. Zo hadden we het geluk dat we toevallig in het voormalige Sjoc terecht konden, om daar wat te mijmeren bij wat had kunnen zijn.

50 jaar Jeugdraad is ontzettend lang. We keken het ooit na, en de raad van Oostende zou nog ouder zijn. Misschien zijn er nog. En het initiatief startte vooral als overlegorgaan tussen de jeugdbewegingen, in de nasleep van de succesvolle jeugddagen van 1963, maar de functie “adviesorgaan” was nooit zo ver weg. Zoals Frans Schrauwen terecht opmerkte had burgemeester Suykerbuyk wel een neus voor “beleidsparticipatie”. Binnen bepaalde limieten wellicht, maar toch. Hoewel we in Essen nooit het warm water uitvonden, is de gemeente op het vlak van jeugdbeleid alvast ook nooit een achterblijver geweest, en dat is de verdienste van de jarige Jeugdraad en het gemeentebestuur samen.

Op verschillende plekken kwam er een korte toelichting bij de betekenis ervan. Ik mocht even het woord nemen bij de Nollekenstraat 31 – ik had die plaats overigens zelf gesuggereerd, want de betekenis ervan ligt niet meteen zomaar voor de hand. Ik heb zonder papier gesproken, maar had het vooraf wel uitgeschreven. Ik heb de laatste paar zinnen ter plaatse verzacht, maar houd het hier toch maar bij de originele versie.

Een stukje geschiedenis. Zo was het vroeger : wie met de jeugdbeweging op kamp ging, moest subsidies aanvragen bij het Bestuur Jeugdwerk van de Vlaams overheid. Josée kent nog heroïsche verhalen over de inspectie die daar dan bij hoorde. En zo kon je nog andere subsidies krijgen, voor optredens bijvoorbeeld. Allemaal via Brussel. In 1989 diende Herman Lauwers een voorstel van decreet in bij het Vlaams Parlement : kunnen we dat geld niet beter aan de gemeenten geven ? Uiteindelijk leidde dat tot het decreet van 9 juni 1993 “houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdbeleid”. Vanaf nu moest elke gemeente om de drie jaar een Jeugdwerkbeleidsplan opstellen. En in 1994, om te proberen, moest er één voor één jaar worden gemaakt. Als dat JWBP zou worden aanvaard, dan kreeg de gemeente geld. Als ik het me goed herinner ging het voor Essen dat eerste jaar om 1,1 miljoen. Frank weliswaar, maar toch de moeite om er werk van te maken. Dus moest er een plan geschreven worden. Dat kon niet zomaar alleen door vrijwilligers gebeuren, en samen met de vraag om ook in Essen een Roefel te krijgen maakte dit dat het gemeentebestuur er niet meer onderuit kon : Essen had een jeugdambtenaar nodig. Niet toevallig start Roefel in Essen óók in 1994. Josée wist meteen wat te doen.

Maar een plan schrijf je natuurlijk niet op een zolderkamer in het gemeentehuis, want daar zat de Jeugddienst in het begin. Er moest inspraak komen, van al het jeugdwerk. Wat doen met zoveel geld ? Er moesten bevoorrechte getuigen worden gehoord, van de pastoor tot de cafébazin. En er kwam een Stuurgroep, met jeugdwerkers en oud-jeugdwerkers, om de plannen zelf uit te werken. En die Stuurgroep, die vergaderde hier, bij Frans thuis. We werkten een hele reeks subsidiereglementen uit : kampsubsidies, werkingssubsidies, infrastructuursubsidies… Eigenlijk kent iedereen ze die de voorbije 20 jaar aan jeugdwerk heeft gedaan, want er is al bij al opmerkelijk weinig veranderd aan wat we hier toen samen uitgewerkt hebben.

Eén van de dingen die we toen bedachten en waar ik nog altijd blij mee ben is de uitleendienst van audio-visueel materiaal. Niet evident om de gemeente te overtuigen, want in het begin mocht dat materiaal alléén voor het jeugdwerk gebruikt worden. Leg dat maar eens uit aan de andere diensten in het gemeentehuis. We hebben toch doorgebeten, en het werd een succes.

Ik ben overigens Frans nog altijd dankbaar voor de gastvrijheid van toen, maar ook omdat hij niet alleen meedacht en meewerkte aan de plannen, maar vooral omdat hij ze ook nog door het schepencollege loodste. Het plan kwam tot stand vanuit het jeugdwerk, van onderuit zoals onze burgemeester dat graag verwoordt. Er zouden nog jeugdwerkbeleidsplannen en later jeugdbeleidsplannen volgen. Essen kreeg een mooie traditie van echte participatie van het jeugdwerk en de jongeren aan het beleid. Totdat die vorig jaar onder het mom van de beleids- en beheerscyclus vakkundig de nek werd omgewrongen. Maar laat dat vandáág geen domper op de feestvreugde zijn. Straks drinken we er eentje op dat eerste jeugdwerkbeleidsplan.

Ik heb met bijzonder veel plezier een aantal jaren lang aan de Jeugdraad meegewerkt. Ik heb er veel geleerd, tot en met hoe je een klacht indient bij de gouverneur. Maar ik heb er me vooral veel leuke herinneringen aan overgehouden. Ik wens dus de jarige Jeugdraad nog heel veel energie en kritische zin toe. Waarbij voor mij een belangrijke les is dat je soms ook iets kan bereiken door er gewoon… zelf mee te beginnen. Het gemeentebestuur kan dan vaak toch niet anders dan -enthousiast of schoorvoetend- op de kar springen.

Gelukkige verjaardag, Jeugdraad !

Luctor et emergo

Luctor et emergo

Het protest tegen de sluiting van het zwembad moet voor onze burgemeester een genot zijn om aan te zien : het voldoet aan alle kenmerken van het door hem zo gepromote slow-growth model, en groeit van onderuit. Ondertussen heeft de petitie 400 handtekeningen verzameld. En de Facebookpagina zit bijna aan 750 “vind ik leuks”.

Dat het even zou duren, was te voorzien. De initiële beslissing heeft niet direct een grote impact : er stond nog niemand voor een gesloten zwembaddeur, en zo heel veel volwassen Essenaren gaan er niet regelmatig zwemmen. Bovendien werd het verpakt in het grote geheel van het meerjarenplan en in de communicatie doelbewust gekoppeld aan een volstrekt niet-gerelateerde „zoete” maatregel, de bouw van een turnhal. Kritische stemmen, zoals de onze, kwamen dan weer heel wat minder aan bod.

Maar stilaan dringen de consequenties door en blijkt het alternatief -scholen die elders gaan zwemmen- niet waterdicht (pun intended, zoals dat dan heet). Mensen beginnen de intrinsieke waarde van het zwembad te beseffen, ook als ze dat zelf niet meteen nodig hebben. Dat proces gaat nog sterker worden, en uiteraard een extra boost krijgen zodra de sluiting er echt aankomt.

De aard van het besluit maakt dat het zich niet voor kleine aanpassingen of bijsturingen leent. De beslissing moet bovendien niet alleen teruggedraaid worden (niet sluiten) maar volledig omgedraaid worden (een nieuw bad voorzien), en dan bovendien worden ingepast in een nieuw en sluitend meerjarenplan. Dat betekent dat niet durven besluiten het probleem op zich niet kán oplossen. Het gaat daarom wellicht niet gemakkelijk zijn om de 14 tegen 11-meerderheid waarmee de sluiting gestemd is te doen kantelen. Maar het is wel de moeite van het proberen waard : Essen heeft een gemeentelijk zwembad nodig. Dat mag in Nieuwmoer of in Nispen, maar het moet er wel komen. En ondertussen mogen De Vennen niet dicht. Dat is tenminste mijn mening. En ik sta er blijkbaar niet mee alleen.

Armoede kennen = aanpakken

Armoede kennen = aanpakken

Een quiz op vrijdagavond, zo bijzonder is dat natuurlijk niet. Toch was gisteren wel een beetje speciaal. De “Armwoedequiz” van Welzijnsschakels/Welzijnszorg bleek namelijk geen gewone quiz. Dat was een beetje aangekondigd, maar toch ook weer niet helemaal. Hopelijk hebben zich er niet te veel “echte” quizploegen in verslikt.

Het opzet was dat de quiz vooral ging nagaan hoeveel de deelnemers kenden van de situatie waarin armen zich bevinden, en/of om hen terloops daar ook iets over bij te brengen. Geen slecht idee, al zou de quiztechnische uitwerking baat hebben gehad bij de samenwerking met een ervaren quizopsteller. Zonder het concept in gevaar te brengen had het quizplezier een stuk verhoogd kunnen worden. Af en toe waren de vragen ook te veel een referentie naar de eigen werking. Zo was er een tussenronde met de Welzijnszorgaffiches van de voorbije jaren waarop je dan het thema moest kleven. Net iets teveel van het goede, wellicht. Sommige vragen waren ook niet helemaal “waterdicht”. Ondubbelzinnige vragen stellen is zowat regel één bij het opstellen van een quiz, nochtans.

Dat doet uiteraard vooral niets af aan de vrijwillige inzet van de organisatoren. Leo van Gink en de ploeg van ’t Schakeltje zorgden voor een leuke avond – maar vooral hun niet-aflatende inzet voor mensen die het wat minder breed hebben verdient waardering. Dus vond ik het belangrijk om er gisteren bij te zijn.

De kennis die ik in een OCMW-carrière van vijf jaar bijeensprokkelde bleek zelden zo goed van pas te komen als gisteren. Gecombineerd met een beetje “gewone” quizkennis en wat inlevingsvermogen in het hoofd van iemand die een quiz opstelt maakte dat ik ons team iets kon bijbrengen. Dirk, Jerry en Bob konden dat ook – want ik weet dan wel wat een budgetmeter is, het verband tussen Watt en Ampère ontgaat me een beetje. En zo behaalden we de overwinning door net OCMW Kalmthout af te houden. Waarmee N-VA/PLE zichzelf op grond van de inleiding van de organisatie mag beschouwen als de organisatie in Essen en omstreden die de armoedeproblematiek het best kent. Dat lijkt me een zeer overdreven claim, die ik zelf nooit zou durven maken. Maar als een ander het zegt…

Hopelijk kon het toch wat “zuil”-gerichte gezelschap het waarderen dat net wij met de eerste prijs wegliepen, al twijfel ik niet aan hun sportiviteit. Dat Leo die prijs aan Dirk mocht overhandigen gaf tenslotte een KSA-tintje aan de avond. Heijochei, zou ik zo zeggen.

The answer is blowing in the wind

The answer is blowing in the wind

Op 24 juli schreef ik twee brieven naar het schepencollege. Over twee verschillende verkeerssituaties. Geen wereldschokkende zaken, geen hete politieke hangijzers. Gewoon enkele vragen en suggesties over twee straten in onze gemeente. Typisch wat een kiezer van een gemeenteraadslid mag verwachten, lijkt me.

Het Gemeentedecreet heeft dat ook zo voorzien. Daar staat in dat raadsleden het recht hebben om schriftelijke vragen te stellen. In het eigen Essense huishoudelijk reglement van de raad staat dat daarop binnen de maand na ontvangst ook wordt geantwoord. Ik vind dat te lang, en zou die termijn graag tot veertien dagen ingekort zien. Het gemeentehuis lijkt me ruim voldoende bemand om op twee weken een gepast antwoord te kunnen vinden, of desnoods een brief te sturen om uit te leggen waarom het wat langer gaat duren. Maar het reglement schrijft dus één maand voor.

Op 21 september leek het me allemaal toch wat lang te duren. Zelfs als er tijdens de vakantie niets van was gekomen, leek het me toch stilaan tijd geworden. Maar mijn brievenbus bleef leeg, en dus stuurde ik een mail naar de burgemeester. En wat later heb ik de boodschap aan de secretaris nog eens herhaald. In mijn mail stond dit “Ik zou het zelf vervelend vinden als ik hiervoor naar de gouverneur zou moeten schrijven : dat zou voor mij, voor de gemeentediensten en voor haar diensten méér werk meebrengen dan het schrijven en beantwoorden van mijn brieven zelf. Maar ik moet wel op een normale manier mijn werk als raadslid kunnen doen, natuurlijk.”

Ook Robin wachtte ondertussen op het antwoord op een brief die hij op 10 augustus had gestuurd. Op de gemeenteraad van 22 oktober heb ik nog eens naar de brieven gevraagd. Mijn vraag werd braaf genoteerd. En daar bleef het bij. Zodat Robin en ik op 2 november dan toch maar naar de gouverneur schreven. Die antwoordde op 20 december : het gemeentebestuur had haar uitgelegd dat er iets mis is met het systeem om brieven op te volgen, en dat ze liever problemen aanpakt dan erover te schrijven. Maar er werd beterschap beloofd, en daar rekent de gouverneur sindsdien met mij ook op.

Het leek me logisch dat er nu ook wel een antwoord op de brieven zou volgen. Maar dat bleek fout geredeneerd. Dus dienden we een voorstel in voor de gemeenteraad van januari, met daarin de opdracht aan het college om tegen 15 februari te antwoorden. De hele raad, schepencollege inbegrepen, keurde het voorstel goed. En op 14 februari zat er dus effectief een antwoord in mijn brievenbus. Eén antwoord, op één van beide brieven. Eigenlijk geloofde ik het zelf niet, maar het college slaagde er dus opnieuw niet in om gewoon uit te voeren wat de gemeenteraad beslist had. Ik heb nóg een mail moeten sturen, waarna ik uiteindelijk, net geen zeven maanden na het schrijven van de brieven, een antwoord kreeg.

Ik blijf me afvragen of dit nu een bewuste poging is mij het moeilijk te maken, of een verregaande vorm van nalatigheid. Het gaat me in elk geval niet ontmoedigen : ik heb deze week nog een nieuwe brief gestuurd. Zou er nu niemand in het schepencollege zitten, bijvoorbeeld iemand die zelf nog op de oppositiebanken heeft vertoefd, die vindt dat deze manier van werken echt niet meer kan ?

Slotsom : om het antwoord op twee brieven te krijgen waren er drie mails, één mondelinge vraag, één klacht en één gemeenteraadsvoorstel nodig. Zucht…

Op de loop

Op de loop

Met Geert zojuist een bezoekje gebracht aan de jaarlijkse ESAK-veldloop. Die deze keer onder eens stralend zonnetje plaatsvond, met bijna-lentetemperaturen. Dat mocht wel eens, want de weergoden bleken ESAK de voorbije jaren niet altijd even goed gezind. Het zorgde er ook voor dat heel wat volk de weg naar Rouwmoer vond. En dankzij de bordjes “E19” die de organisatoren in het midden van de Essense bossen ophingen raken ze mogelijk ook allemaal terug thuis !

Gelukkig dat dit evenement wel nog kan plaatsvinden aan het College, waar de meeste andere organisaties noodgedwongen vertrokken zijn. Hopelijk kan ESAK er nog lang terecht. Maar hoewel ik de school goed begrijp, blijft het me geweldig storen dat we er zomaar mee leren leven dat een deel van de infrastructuur die met overheidsmiddelen wordt neergezet enkel overdag wordt gebruikt, en een ander deel enkel ’s avonds en tijdens het weekend. Soms is het toch echt niet zo verwonderlijk dat we in het land met bijna de hoogste belastingdruk ter wereld leven, die alleen moet onderdoen voor enkele andere landen waar de burger gewoon méér voor datzelfde geld krijgt.

Maar laat die bedenking vooral geen schaduw werpen op de inzet van Joris en de hele ESAK-ploeg, en op het loopplezier dat we van de gezichtjes van de deelnemers konden afleveren. Geert, iets meer vertrouwd met sport dan ik, merkte op dat atletiek een heel pure vorm van sport is : van start tot finish gewoon zo hard mogelijk lopen. Hij kan het weten, ik vond het mooi om te zien.

Zo gek nog niet

Zo gek nog niet

Als één gek meer vragen kan stellen dan honderd wijzen kunnen beantwoorden, wat kunnen twéé gekken dan ? Robin en ik hebben het gisteren uitgetest op alweer de 4e N-VA/PLE-quiz. Het werd een succeseditie : 26 ploegen, en organisatorisch liep alles op wieltjes. Ook op de vragen zelf kregen we leuke reacties van de “wijzen” in de zaal, met enkel een beetje discussie over de Spartacusopstand. Mijn favoriete ploeg, ESAK, won bovendien afgetekend het pleit, met maar liefst 20 punten voorsprong. Lang geleden dat “we” het zo goed deden. Zonder mij dan nog, het geeft wel te denken !

De tombola was dit jaar in handen van Ziekenzorg Zonnegroet Wildert. Wat inhield dat we op onze quiz de microfoon even aan de presentator van de Oogstfeestenquiz mochten overhandigen. Onder collega’s… De mensen van Ziekenzorg hadden voor een zeer mooie prijzentafel gezorgd, en dat vertaalde zich ook in een bijzonder geslaagde lotenverkoop. En dus in een mooie opbrengst. Het is hen van harte gegund, ook als waardering voor hun vrijwillige inzet, waarvoor ze in maart vorig jaar in Band nog terecht in de bloemetjes werden gezet.

Als quizopsteller heb ik nu weer even pauze, totdat we aan de volgende editie van de ESAK-quiz beginnen. Toch heb ik al één vraag opzij gezet.

Bij de politie

Bij de politie

Geen gemeenteraad, wegens te weinig agendapunten. Dat gebeurt wel meer in februari, al blijft het een beetje een symptoom van een gebrek aan beleid, vind ik. Maar als fundamenteel positieveling ga ik ervan uit dat het college het te druk heeft met het opmaken van de beleidsplannen die het in december heeft aangekondigd !

Zo moesten we het met een commissievergadering stellen. Over de politie en de nieuwe website. Om die laatste te becommentariëren ga ik even wachten totdat hij online staat, anders leest het als een bespreking van een nieuwe CD waarnaar niemand kan luisteren.

De politie is een ander verhaal. Zoals bekend dook een tijdje geleden het voorstel op om de politiezone Grens (Essen, Kalmthout en Wuustwezel) te fusioneren met de zone Voorkempen (Brecht, Schilde, Malle en Zoersel). We zullen hier wel niet in de enige zone in Vlaanderen zitten die aan een fusie denkt. De politiehervorming heeft de gemeenten een financieel blok aan het been bezorgd, en tegelijk sturingskracht en autonomie afgenomen. In ruil voor een duidelijk betere politiezorg, dat wel. Een ander financieringsmodel, waarbij de gemeentelijke inbreng in verhouding staat met de vrijheidsgraden van het beleid, zou wellicht beter zijn geweest. En centraal snoeien in een wildgroei van verworven rechten lijkt me nog altijd net iets eenvoudiger.

Voorlopig ziet het ernaar uit dat de fusie nog even wordt uitgesteld. Dat lijkt me een goede zaak, want er werd iets te veel haast en spoed aan de dag gelegd. Maar ik denk dat iedereen er zich van bewust is dat de beweging naar een grotere politiezone vroeg of laat toch moet worden gemaakt. Daarbij zijn er maar twee kandidaten : Voorkempen en Noord (Kapellen, Stabroek), al dan niet aangevuld met Brasschaat. Allebei de pistes nu grondig onderzoeken lijkt me aangewezen. Al was het maar omdat onze zone door onze geografische ligging niet de meest aantrekkelijke partner is, en weinig keuze heeft. Wat mij al van bij het begin op onze onderhandelingspositie met Voorkempen leek te drukken. Door de twee een beetje tegen elkaar uit te spelen kunnen we mogelijk een betere deal halen.

Het lijkt me daarnaast vooral belangrijk om de regie vanuit de gemeentehuizen te voeren, eerder dan vanuit de commissariaten. Ik ga ervan uit dat we nu de kans hebben om de politie die we willen een beetje vorm te geven, vooraleer we er wellicht voor een jaar of twintig grotendeels aan vast zitten. Zeker als we het personeelskader willen rationaliseren, zal het nu moeten gebeuren. Daarna zullen de nieuwe korpschefs grotendeels zelf de lijnen uitzetten, waarbij hoogstens het “economaat” nog door de gemeenten mee wordt vormgegeven. Het was daarom een goed initiatief om er op een gemeenteraadscommissie over na te denken, en het niet zomaar aan de politieraad over te laten. Alleen al als signaal dat het belang van élke gemeente mee moet tellen.

Hoe meer gemeenten in een zone, hoe minder impact de kiezer en zijn vertegenwoordigers namelijk uiteindelijk zullen hebben. Of hoe het algemeen belang de democratie niet altijd dient. Tenzij we naar Brits voorbeeld naar een rechtstreekse verkiezing van de voorzitter van het politiecollege zouden gaan. Ik zou daar nog niet meteen neen tegen zeggen.

Kruis erover ?

Kruis erover ?

Ik ben bestuurder van het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB). Stel even dat ik morgen besluit om met enkele mensen samen te komen -we noemen ons „Bijzonder Comité van het AGB”- en we besluiten om de douaneloods aan een goed doel te schenken. Laten we zeggen aan het Rode Kruis. Vervolgens komt de officiële Raad van Bestuur van het AGB samen. Ik deel daar onze beslissing mee. Uiteraard wordt daar gezegd dat we niet bevoegd zijn, als „Bijzonder Comité”. In het verslag komt mijn mededeling en de reactie. Vervolgens schrijf ik een brief aan het Rode Kruis om hen mee te delen dat ze de loods krijgen. Ik teken „namens de raad van bestuur”.

Wat gaat er gebeuren ? Ik ga voor de burgerlijke rechtbank moeten komen. Wellicht moet ik de kost van de loods vergoeden aan het Rode Kruis, dat immers niet zelf moet controleren of mijn belofte wel geldig is. Ik kom ook voor de strafrechter en wordt veroordeeld wegens valsheid in geschrifte. En politiek is mijn positie als bestuurder natuurlijk al helemaal niet houdbaar meer. Fictie, uiteraard. Zo dom ben ik nu ook weer niet.

En nu terug naar de realiteit. Op 27 november komt het Directiecomité van het AGB samen en beslist om uitstel te vragen voor de invoering van het nieuwe budgetsysteem, de Beleids- en Beheerscyclus. Later die dag wordt dat door de voorzitter van de Raad van Bestuur aan de Raad meegedeeld. In de Raad wordt gereageerd : het Directiecomité is daarvoor niet bevoegd. In het verslag worden de mededeling en de reactie genoteerd. Vervolgens schrijft de voorzitter van de Raad een brief, namens de Raad van Bestuur (!), om toch uitstel te vragen. De minister staat dat toe.

Een bestuurder schrijft later de minister aan, maar die ziet geen probleem : hij heeft namelijk een brief gekregen van de Raad van Bestuur, zoals dat hoort ! Hij staat dus in de positie van het Rode Kruis in mijn fictieve voorbeeld.

Maar de vraag is natuurlijk of dit binnen het AGB zonder consequenties kan blijven. Als dat zo is, dan mag het Rode Kruis misschien al eens beginnen nadenken over wat het met de loods gaat doen, niet ?