Archief van
Categorie: Essen politiek

Van de baan

Van de baan

Vandaag werd de Moerkantsebaan plechtig heropend. Zo is Hoek nu ook officieel terug verbonden met Essen, en bij uitbreiding met de rest van de bewoonde wereld. Bovendien ligt er eindelijk een fietspad langs de Moerkantsebaan. Je kan erover discussiëren of het nu 2 jaar heeft geduurd, of 9, of 15, of 36. Maar het ligt er, en het ligt er goed. Als regelmatige fietser van Essen naar Hoek en omgekeerd kan ik wel stellen dat het een gigantische verbetering is tegenover de zeer onveilige fietsroute die tot twee jaar terug Essen met zijn mooiste “buitenwijk” verbond.

Al bij al zijn de werken heel vlot verlopen. Natuurlijk is daar wat gelukt mee gemoeid : twee zachte winters hebben ervoor gezorgd dat de werf nooit lang heeft stilgelegen. Maar dat is niet de enige verklaring : het aannemersbedrijf heeft zich van zijn beste kant getoond, en het gemeentebestuur -en met name Brigitte als verantwoordelijke schepen- heeft alles van nabij opgevolgd en als het nodig was kort op de bal gespeeld. Niet altijd vanzelfsprekend in een project waar toch heel wat verschillende instanties bij betrokken zijn. Het geheel mag dus een succes worden genoemd, en dat er hier en daar nog kinderziektes overblijven en moeten worden weggewerkt, vooral wat de verbinding tussen viaduct en school betreft, doet daaraan geen afbreuk.

Terecht vierde Hoek dus een beetje feest vandaag. Met een groot terras bij Hoek-City, al staat het ondertussen vast dat het café binnenkort de deuren sluit, om plaats te maken voor appartementen (zo blijft Hoek een deel van Essen…). Hopelijk komt er daarvoor nog een alternatief uit de bus, want een wijk leeft niet alleen van een mooie weg en een goed fietspad alleen, natuurlijk…

Loodszwaar

Loodszwaar

In 2008 kocht het gemeentebestuur de voormalige douaneloods aan Hemelrijk, met de omliggende terreinen. Zonder te weten wat het met die loods van plan was. Het terrein wordt ondertussen een beetje gebruikt : de jaarlijkse veldrit vond er al twee keer plaats, en ondertussen wordt er een samen-tuin ingericht. Maar de loods zelf hangt ondertussen als een molensteen om de hals van het gemeentebestuur : het is een beschermd monument en de gemeente dreigt te moeten betalen voor de verwaarlozing ervan, en bovendien ontsiert het gebouw danig de eerste blik die al wie met de trein in Essen aankomt op onze gemeente werpt. Waarbij het gemeentebestuur uiteraard de eigen verantwoordelijkheid niet kan ontkennen.

Een beetje dom, dus, dat aankopen zonder te weten waarom. Maar niet getreurd : wie geen ideeën heeft, kan die kopen. In 2010 werd het studiebureau PlusOffice aan het werk gezet. Dat met iedereen die wilde in Essen rond de tafel ging zitten, goede ideeën bleek te hebben en het liefst de knoop wilde doorhakken. Maar dat wilde het gemeentebestuur toen niet. Want kiezen is verliezen. Zodat er werd gesteld dat de loods enkel gerestaureerd zou worden, om dan vanuit een “slow growth” model tot een bestemming te komen. Dat kon nog alle richtingen uitgaan : een toneelzaal, een museum, een commerciële evenmentenhal… Van bij het begin vond ik dit een zinloos en tot mislukken gedoemd concept. Restaureren zonder te weten waarom vond zelfs PlusOffice zélf destijds op de infoavond die de gemeente organiseerde een verkeerde keuze. En “slow growth” ? Alsof pakweg een toneelzaal met één stoel begint. En inderdaad, het enige dat al die jaren tekenen van “growth” heeft vertoond is de fauna in de loods.

Toch heb ik mij vergist : de (dure) studie van PlusOffice had één groot voordeel. Bij de gemeenteraadsverkiezingen konden CD&V en sp.a alle vragen naar een toneelzaal, of naar wat dan ook, afwimpelen met het antwoord dat dit perfect kón gebeuren in de douaneloods. Dat had de studie uitgewezen. Niet dat het zou gebeuren, maar dat vertelden ze er niet bij. En de kiezer, die geloofde het verhaal. CD&V en sp.a bleven aan de macht.

Doel bereikt. Of toch niet helemaal : de loods staat natuurlijk nog altijd leeg. Gelukkig diende zich een deus ex machina aan. Kempens Landschap, dat zich ondertussen succesvol ontfermde over het voormalige kloosterdomein aan het college, bleek bereid om de expertise bij de herbestemming van erfgoed ter beschikking te stellen. Vorige maandag lichtte de stichting voor de eerste keer de visie toe. Om te beginnen maakte men brandhout van het “slow growth”-concept : geld groeit niet aan de bomen, en hoe men restaureert hangt af van de bestemming die aan een gebouw wordt gegeven. De PlusOffice studie was een mooi en interessant document – en een ongedekte cheque. Dus wordt er een partner gezocht die het geheel wél wil mee betalen. Liefst met een grotendeels economische (“industriële”) bestemming, want dat zou het restauratiedossier vergemakkelijken. De kans dat de beloftes die aan de culturele sector werden gedaan (“het zou best kunnen dat…”) nog worden waargemaakt ligt dicht bij nul.

Ik geloof Kempens Landschap. Ik denk dat ze daar echt weten wat ze doen en ook gaan slagen in hun opzet. Maar moeten de kosten van de PlusOfficestudie nu niet teruggevorderd worden bij de enigen die er nut van hebben gehad, zijnde CD&V en sp.a ? Bijvoorbeeld pro rata van het aantal zetels in de gemeenteraad. Al zouden die zetels natuurlijk ook best worden teruggevorderd, natuurlijk…

Tegen de kar

Tegen de kar

Bij de oprichting van de vzw Karrenmuseum destijds werd aan elke politieke partij gevraagd of er iemand lid kon worden van de Raad van Bestuur (RvB) en van de Algemene Vergadering (AV). De afspraak raakte wat in de vergetelheid, al werden in 2006 wel de afvaardigingen in de AV aangepast. Eind 2012 heb ik dan een brief geschreven naar het Karrenmuseum. Met de melding, namens N-VA/PLE, dat ik onze afgevaardigde in de AV zou vervangen en ook lid wenste te worden van de RvB. Het leek mij immers wenselijk dat in een vzw die in gemeentegebouwen actief is en grotendeels met gemeentelijke middelen wordt gefinancierd een gemeenteraadfractie die 30% van de kiezers vertegenwoordigt via de RvB op het bestuur zou kunnen toezien.

Zoals ik hier al eens heb uitgelegd werd vervolgens meer dan een jaar getreuzeld om mij tot de AV toe te laten. Dat gebeurde pas begin 2014. Toen ik dan opnieuw vroeg om ook bestuurder te kunnen worden, werd dat geweigerd : de vertegenwoordigers van CD&V en sp.a in het bestuur volstonden om de belangen van de gemeente te behartigen. Ik vond dat een groot probleem, en vroeg begin 2014 om een oplossing.

Die werd mij in maart vorig jaar toegezegd door de voorzitter van het Karrenmuseum. Volgens de “visietekst” van het museum is er plaats voor zeven deskundigen in de Raad van Bestuur. De voorzitter verwachtte dat er enkele van de zetelende bestuurders ontslag zouden nemen, en dat er dan een plaats vrij zou komen. En hij wilde die gelegenheid gebruiken om het probleem op te lossen, want (en ik citeer) “Ik heb het volle vertrouwen in jouw kundigheid. Ik ga niet zeggen dat dat op 1-2-3 gebeurd is. Er moet een nieuwe Algemene Vergadering komen. Het voorstel is dat op het moment dat plaatsen vrijkomen er iemand anders wordt aangesteld namens [N-VA/PLE] en dat jij één van de zeven deskundigen vervangt die in de visie voorzien zijn. Ik ben ervan overtuigd dat jij [deskundige] bent, en daar is iedereen van overtuigd. Ook […]. Dat is mijn voorstel.”

Hoe ik zo letterlijk weet wat de vzw-voorzitter gezegd heeft ? Ik heb dat gesprek opgenomen. Geen teken van vertrouwen, inderdaad. Ik voel me er nog altijd niet zo goed bij. Maar mijn schuldgevoel ebt wel weg.

Enkele weken geleden stelde de AV vast dat er inderdaad twee vacatures waren in de RvB. Ik stelde me dus kandidaat om die in te vullen. Maar onder invloed van CD&V en sp.a* had de voorzitter zijn kar gekeerd : mensen die banden hebben met andere politieke partijen mogen, kunnen en zullen niet in de RvB zetelen. Er kwamen vier kandidaturen binnen. De RvB koos de twee eigen favorieten, en omdat die nog geen lid waren van de AV werden ze meteen ook tot lid daarvan benoemd. Twee extra stemmen voor henzelf. Hoe ze vervolgens binnen de wettelijke termijn van acht dagen werden uitgenodigd terwijl ze nog geen acht dagen lid waren, ontgaat me een beetje. De RvB verzon ook nog dat ik de (door hen bedachte) procedure niet juist had gevolgd, een kwestie van wat extra argumenten te hebben waarom ik niet in aanmerking zou komen.

Ik zat in Riga toen de AV plaatsvond die over de kandidaturen moest “beslissen”. Tijdens de vergadering werd naar verluidt het woord „democratisch” gebruikt, maar dat moet dan toch om de Poetin-interpretatie van dat woord gaan. Dat ik nog 9 stemmen op 26 haalde is in die omstandigheden een groot succes…

Dat het om een welbewuste keuze gaat van CD&V en sp.a* werd gisteren op de gemeenteraad bevestigd : er was transparantie genoeg, want elke partij is in de AV vertegenwoordigd. Dat je daar meer dan een jaar moet wachten om een vertegenwoordiger te vervangen, ook al is de vorige helemaal niet meer beschikbaar, doet er niet toe. Dat nét in dat jaar cruciale beslissingen worden genomen en een visietekst wordt goedgekeurd die nu te pas en te onpas tegen ons wordt gebruikt is ook niet relevant. Dat aan die AV alleen gevraagd wordt om kennis te nemen van het financieel meerjarenplan en dat manifeste tegenspraak met het gemeentelijk meerjarenplan niet eens wordt rechtgezet (”het is zo beslist door de RvB”) is geen reden om vragen te stellen. Dat daar begrotingen worden goedgekeurd waarin gemeentelijke subsidies staan die niet in het budget van de gemeente voorkomen is geen probleem – dat het schepencollege een budgetwijziging belooft (!) volstaat.

Het Karrenmuseum is een waardevol en belangrijk deel van het Essense erfgoedpatrimonium. Het is ook bewust een ondoorzichtig machtsbastion waar de vriendjespolitiek van CD&V en sp.a* hoogtij viert en dat desnoods met liegen en bedriegen in stand wordt gehouden. Bijzonder jammer.

* Er zijn aanwijzingen dat sp.a in deze slechts met tegenzin coalitiepartner CD&V volgt, maar in elk geval wordt daar niet openlijk voor uit gekomen.

Grote G

Grote G

We hebben gisteren de Moeial uitgereikt. Toen we in 2000 in de verkiezingscampagne de prijs in het leven riepen, konden we wellicht zelf niet vermoeden dat de prijs zo duurzaam zou blijken. Maar gisteren grepen we dus de kans aan om de Essense G-sportploegen in het zonnetje te zetten. De mensen van Turnkring Vlug en Blij en van Dosko @ De Kar die zich inzetten voor sporters met een beperking verdienen die waardering voor 100%. De G-werking zit er bovendien ingebed in twee erg sterke sportclubs – de grootste turnkring en dé volleybalvereniging. Tof dat die ook aandacht hebben voor kinderen voor wie sporten niet altijd zo evident is.

Maar als die twee clubs de Moeial voor 100% verdienen, dan verdient Olympic Essen die voor minstens 150%. Olympic is namelijk niet de grootste voetbalvereniging van Essen en de G-werking draait op een sterke maar beperkte ploeg vrijwilligers. Het is goed dat we daar bij de extra subsidiëring van de voetbalploegen extra aandacht voor hebben gehad. Misschien mocht het zelfs nog een beetje meer zijn. Ik herinner me het gesprek dat we met alle politieke partijen enkele jaren geleden met de voetbalclubs hadden. Ik herinner me vooral dat de grootste bekommernis bij Olympic niet de eerste ploeg was, maar de G-ploeg. We hebben toen als gemeente beloofd dat we die niet zouden loslaten. Een engagement dat we als N-VA/PLE natuurlijk alleen maar kunnen bevestigen. Met een oververdiende Moeial.

Het filmwerk van Jasper, de boodschap van de minister van sport… het was wat mij betreft helemaal áf gisteren. Dat we voor de uitreiking met Peter Genyn bovendien op een echte topsporter beroep konden doen, maakte de avond helemaal geslaagd. En dat we met de Moeial onze waardering konden uitspreken voor enkele CD&V-collega’s vond ik ook wel mooi. Af en toe verschillen we van mening over hoe een beter Essen er moet uitzien, maar dat Jan, Brigitte en Corry er via de G-sport keihard aan meewerken staat als een paal boven water. Zoals overigens ook de steun van het gemeentebestuur. Zodat ook de aanwezigheid van de schepen van sport heel terecht en welkom was.

Woef !

Woef !

– Zeg Gertje, wie was die mijnheer die hier net op bezoek was ?
– Dat was de burgemeester.
– Neen, neen. Ik ken de burgemeester, en deze man, Gertje, was géén burgemeester.
– Jawel, in Essen.
– Hoe kan je dáár geraken ? Moet je dan niet eerst van Afrika tot in Amerika ?
– Het gemakkelijkste is nog om met de Scheve Schuit tot in Bergen op Zoom te varen, en dan Amika te zadelen. Maar eigenlijk was hij hier niet als burgemeester, maar als afgevaardigd bestuurder van het autonoom gemeentebedrijf.
– Dat ken ik, een gemeen bedrijf. En wat wil die verontwaardigde verhuurder ?
– Afgevaardigd bestuurder. Hij wil dat ik een zwembad ga bouwen in zijn gemeente.
– Ik hou niet van zwemmen.
– Neen, maar voor jou hebben ze er een hondenweide gemaakt.
– Da’s lief van die onwaardige gluurder.
– Je doet het erom, hé ? Nu, het zwembad moeten we wel zelf betalen.
– Ja, maar dan kunnen wij toch ook centjes vragen aan de kindjes die komen zwemmen hé Gertje.
– Ja. Daarom zijn de socialisten van Essen al tegen. Op Facebook. Ze zijn bang dat het een zwembad voor de rijken wordt.
– Waarom zetten ze dan geen zwembad voor alle kindjes in Essen, die surrealisten ?
– Socialisten. Ze hadden er één, maar dat gaan ze dicht doen.
– En ze hebben er liever geen dan één van ons ? Dat snap ik niet. Want overdag kunnen toch alle kindjes van de scholen dan bij ons komen zwemmen hé Gertje ?
– Ah ja, dat zou natuurlijk de bedoeling zijn. Als ze het leuk vinden, komen ze ’s avonds terug. Met de centjes van papa en mama.
– Ik begin te snappen waarom ik in een heel duur mandje lig. En ga jij nu zo’n zwembad bouwen in Essen zo ?
– Misschien. Ik moet nog met mijn boekhouder overleggen.
– Piet Piraat bedoel je ?
– Ja, die.
– En als er niets van komt ? Gaan de mensen van Essen dan niet heel ongelukkig zijn ?
– Dan ligt het aan mij, maar ik ben dat gewoon. En dan heeft de burgemeester van Essen toch bewezen dat hij niet tégen een nieuw zwembad is.
– Dat is slim van hem. Onze burgemeester denkt minder goed na. Is dat er één van de bovisten ?
– Socialisten. Dat weet ik niet, we hebben hier nog nooit verkiezingen gehouden.
– Ah nee, want jij bent toch de baas hé. Zeg, ik heb er genoeg van. Gaan we nu terug cv-tjes van nieuwe K3-meisjes bekijken ?
– Ja. Doe jij die zonder foto ?
– Neen, die doet mijnheer Spaghetti.

Quizien

Quizien

Gisterenavond stond de N-VA/PLE-quiz op het programma. Alweer de vijfde in het rijtje. Voor mijzelf, als mede-opsteller en presentator, alvast een succesvolle uitgave. Ik heb het gevoel dat Robin en ik een geslaagd en gesmaakt geheel in elkaar hadden gebokst – het blijft in elk geval bijzonder leuk om één keer per jaar met hem samen te werken. Als ben je bij een Powerpointquiz afhankelijk van de techniek, en liet met name het geluid ons af en toe in de steek. Echt storen deed dat volgens mij niet, toch blijft het een verbeterpunt voor de volgende uitgave.

Vooral de “sushironde”, waarbij we de antwoorden letterlijk in rijst en zeewier hadden verpakt, vond ik zelf leuk om te maken, al kostte het maken van de sushi zelf wellicht iets meer tijd dan de achterliggende vragen. Het antwoord “Noriant” blijf ik een mooi staaltje van toegepaste Japanologie vinden. Overigens hadden we nog deze Roemeense meidengroep kunnen vragen – of zou dat de ronde net iets te pittig hebben gemaakt ?

Opmerkzame geesten stelden vast dat er nogal wat Oostenrijkers op ons antwoordenlijstje stonden. De heren Haider, Schlager, Goldberger en Wurst pasten inderdaad erg mooi in de links die we in onze vragenrondes hadden gelegd. Jammer voor wie het Alpenland geen warm hart toedraagt…

Dat we het zonder Nederlandstalige muziek deden, zal voor sommige Essense quizwatchers wel een verrassing zijn geweest. Vooraf hadden we de schrik er goed ingestoken, door in de titels van de rondes net te suggereren dat we de quiz vol Vlaams zangtalent zouden steken. Ik kan niet beloven dat we het volgend jaar opnieuw zonder zullen doen, want we hebben net iets te veel bedenkelijk Frans moeten laten horen. En dan we weten nog steeds wie die “grand corbeau noir” is…

Met dank aan iedereen die erbij was, ook voor de steun aan de tombola van ’t Schakeltje – mooi dat we Leo en C° op deze manier een steuntje in de rug konden geven.

Elasticiteit

Elasticiteit

Ik denk dat iedereen in de politiek er wel eens mee wordt geconfronteerd… Er is een probleem waar je van vindt dat er echt iets aan gedaan moet worden. Maar de maatregel om het doortastend aan te pakken ligt buiten bereik : er is een ander beleidsniveau bevoegd, het is onmogelijk om een draagvlak te creëren (bij de coalitiepartner, bij de publieke opinie, bij de sociale partners…), de neveneffecten zouden veel te groot zijn, er komen fundamentele principes in gevaar of de maatregel past echt niet in je eigen ideologie of die van je partij. Kortom, wat er moet gebeuren, kan niet.

Je kan wel iets doen. Je kan maatregelen nemen die een beetje in de juiste richting gaan, of die je toch op die manier uitgelegd krijgt. Daar zitten twee mogelijke risico’s aan vast : het eerste is dat je zelf gaat geloven dat je het probleem echt wel aanpakt. Dat je gaat denken dat er wat kán gebeuren ook is wat er moet gebeuren. Ik zie het wel eens bij beleidsmakers op het domein waar ik als ambtenaar actief ben, de werkgelegenheid. De beleidsruimte is om allerlei redenen vaak heel beperkt, en na een tijdje gaan ze geloven dat de maatregelen die ze nemen ook echt degene zijn die nodig zijn om de arbeidsmarkt te heroriënteren. Maar ze maken zichzelf en de kiezers iets wijs, en dat is niet goed in een democratie.

Het tweede risico is nog erger : de maatregel kan wel, maar de baten (die sowieso heel beperkt zijn) wegen niet op tegen de kosten. Het systeem wordt te ingewikkeld of zelfs tegenstrijdig, de maatregel kost veel geld aan de overheid of de burger. Of nog problematischer : de stoplapmaatregel dreigt een echte aanpak van het probleem later te bemoeilijken. De wijze les : als niet kan wat moet gebeuren, dan moet wat kan gebeuren meestal ook niet !

De meerderheid in de gemeenteraad besliste dinsdag om een activeringsheffing in te voeren, een belasting op onbebouwde gronden. Om daarmee de prijs van bouwgrond in onze gemeente te drukken. Een groot probleem, die stijgende grondprijzen. Helemaal mee eens.

Ik heb me voor één keer als economist verdienstelijk gemaakt proberen te maken door te trachten de effecten van die heffing uit te rekenen. De uitkomst van mijn rekenwerk is dat we kunnen verwachten dat er één extra bouwgrond zal worden aangeboden. Niet per jaar, maar per eeuw ! Daarvoor zou dan op basis van de budgetcijfers 10 miljoen EUR aan belasting moeten worden geïnd.

Ik vind dit geen verstandige maatregel. Al ben ik natuurlijk ook voor betaalbare bouwgrond. Want dat is het politieke risico voor wie tegen de nepmaatregel is : dat die ervan beschuldigd wordt het probleem niet te willen aanpakken. Dat wil ik net wel. Ten gronde. Maar ik weet dat het gemeentebestuur lang niet alle hefbomen in handen heeft. Bovendien moet eigenlijk eerst het hele beleidskader veranderen : Essen moet af van het volbouwbeleid dat het nu al meer dan tien jaar onverdroten voert. De Essenaar wil namelijk betaalbare bouwgrond in een landelijke gemeente, geen betaalbare voorstad. Zonder die context gaat het hele verhaal de mist in.

De activeringsheffing is er, en er zal mee worden uitgepakt om te laten zien dat de gemeente de snode grondspeculanten aanpakt om zo de prijzen te drukken. Maar eigenlijk wordt er gewoon een belastingverhoging mee doorgevoerd, en wordt de urgentie om echt iets te doen aan een misgelopen woonbeleid en het draagvlak daarvoor alweer net iets minder groot (“we hebben toch de activeringsheffing ingevoerd”). Een spijtige zaak.

Hoe de bal kan rollen…

Hoe de bal kan rollen…

Hoe is het ook alweer gegaan ? Na jaren van besluiteloosheid werd tijdens de vorige legislatuur besloten om de voorgenomen bouw van de sporthal door te zetten. Daarbij werd gekozen voor een onmogelijke combinatie : een relatief beperkte sporthal, gericht op de Essense sportverenigingen. Die dan wel een commercieel rendabele exploitatie moest opleveren, waarbij het onderhoud en het open houden van de hal aan de uitbating van de cafetaria werden gekoppeld. Want een hal uitbaten, dat doet een gemeente beter niet zelf. Om het toenmalige schepencollege te citeren : „Het is daarbij geen kerntaak van de gemeente om te voorzien in de exploitatie van dergelijke (sport)infrastructuur, noch is er voldoende mankracht en know-how aanwezig binnen het gemeente bestuur. … Vandaar werd er geopteerd voor het afsluiten van een concessieovereenkomst (voor) de uitbating van de sporthal met aanhorigheden.” Bij die “aanhorigheden” hoort de cafetaria. Een bijkomstigheid in de concessie, die gaat vooral over de sporthal zelf : van sporthallen uitbaten heeft de gemeente naar eigen zeggen geen verstand (van zwembaden ook niet, hebben we ondertussen geleerd).

Zo werd het hele project van bij het begin een eerste gemiste kans. Men had kunnen kiezen voor een veel groter geheel (met zwembad, squashzalen, fitnessruimte, …) dat wel rendabel had kunnen zijn. Of voor een zuiver publieke sporthal, met een cafetaria die in concessie wordt geven, zoals de Heuvelhal. Maar CD&V en sp.a kozen voor een onmogelijke mix tussen beide.

Van de vier oorspronkelijk geïnteresseerde combinaties van bouwheer en exploitant haakten er twee af op basis van deze vaststelling. Een derde probeerde er een mouw aan te passen : door over de maximumprijs te gaan kon een hal worden gebouwd waarvan de exploitatie misschien toch nog rond te krijgen was. Een vierde besloot tot een kamikazetechniek : een hal voor het maximumbedrag en een concessie waarvan ze wisten of hadden moeten weten dat die financieel onmogelijk was.

Wellicht wisten ze het : zodra het contract aan die laatste gegadigde werd toegewezen wreef het bouwbedrijf zich in de handen en probeerde de toekomstige concessionaris samen met de gemeente de concessievoorwaarden substantieel te veranderen. Dat lukte een beetje, maar het was duidelijk dat het voor de uitbater nooit zou volstaan. En voor het gemeentebestuur gingen de aanpassingen te ver : de andere kandidaten werden benadeeld en de financiële stabiliteit van het AGB werd in gevaar gebracht.

De onmogelijke combinatie van de beperkte hal en de ruime concessie werd duidelijk toen de bevoegde minister op mijn vraag de concessieovereenkomst vernietigde. Door die beslissing werden bouw en concessie de facto uit elkaar gehaald. Een kans om de gemaakte fout recht te zetten en een realistische constructie op te zetten, zoals wij toen in een persbericht stelden. Waaraan geen gevolg werd gegeven.

Meer nog, de beslissing van de minister werd uitdrukkelijk genegeerd ! Ze leidde alleen tot zeer zware aantijgingen tegenover mij in persartikelen van CD&V en sp.a : mijn acties hadden voor enorme vertraging en kosten gezorgd –wat eenvoudig weerlegbaar was– en bovendien had ik volledig ongelijk : zij hadden de best mogelijke oplossing gevonden. Of zoals de sp.a het in De Voorbode schreef : “Laten we niet te technisch worden: volgens sp.a is er geen enkele reden om de sporters bang te maken met de doemscenarios van de collega’s van N-VA/PLE. Het gaat hier slechts om een juridisch-technisch aspect in het contract. In de praktijk zal dit geen enkel gevolg hebben voor de sporters. (…) De sp.a vindt dat het directiecomité van het AGB en de advocaten goed werk hebben geleverd.”

Zou het ? Ondanks de aanpassingen waren de concessievoorwaarden immers nog steeds niet haalbaar. Na een jaar bleek dat de concessionaris er niet aan kon voldoen en moest worden buitengezet. Dat bracht uiteraard heel wat kosten mee : gemeentepersoneel dat taken moest overnemen, advocaten en procedures, verlies aan concessievergoedingen… Er werd opnieuw een concessie uitgeschreven. En ondanks onze verwittiging werd er volhard in de boosheid : ongeveer dezelfde concessievoorwaarden zouden van toepassing zijn. Op basis van ingewonnen juridisch advies moest dat. Zogenaamd.

Dus moest opnieuw iemand gezocht worden die een onmogelijk contract wilde tekenen. Een aantal potentieel geïnteresseerden -vooral Essenaren- haakten daar uiteraard door af. Maar er werd alsnog iemand gevonden. Wat blijkt na alweer nauwelijks een jaar ? Dat die niet aan de voorwaarden kan voldoen. En dat de overeenkomst dus alweer moet worden opgezegd. Verrassing !

En nu ? Blijkbaar zou het nu toch de bedoeling zijn om naar ons te luisteren. Het standpunt dat de gemeente niet geschikt is om een sporthal uit te baten zou worden herzien. En het juridisch advies van een jaar geleden is niet meer van tel. Er is nu een ander advies, van hetzelfde bureau, dat het tegendeel beweert. Goed voor de sporters, die nu uitzicht krijgen op een behoorlijk beheerde hal en een goed draaiende cafetaria. Minder goed voor de belastingbetaler, die alweer opdraait voor de overgangsperiode en het geslagen gat in de gemeentebegroting zal mogen dichten – want de financiering die werd vooropgesteld, zonder de inzet van gemeentepersoneel, gaat natuurlijk finaal onderuit… Toch wel een bizarre koerswijziging.

Bovendien : komen er nu excuses voor de zeer harde woorden die destijds in de pers werden geuit ? Voor de bedrogen kiezers die te horen kregen dat wij alleen stokken in de wielen hadden gestoken en dat CD&V en sp.a in no time voor een goedkope en vlot draaiende sporthal gingen zorgen ? Voor de beschuldiging van “niet bepaald collegiaal handelen” in hetzelfde artikel in De Voorbode ? Zien ze ondertussen in dat het én voor de sporters én voor de gemeente om heel wat meer dan een juridisch-technische kwestie ging ? Of weegt het eigen grote gelijk nog altijd zwaarder dan het algemeen belang ?

Ready to serve

Ready to serve

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 organiseerden we met N-VA/PLE voor de eerste keer een brunch, en die traditie zijn we sindsdien blijven volhouden. Al hebben we na de sluiting van Eethuis Rommens wel even moeten zoeken naar een geschikte locatie. Maar in het tenniscentrum T&T hebben we die uiteindelijk wel gevonden. Een verzorgde, lekkere en betaalbare brunch wachtte ons op en maakte het mogelijk om bij te praten met de politieke vrienden. N-VA-kamerlid Peter De Roover was de gastspreker. Hij haalde zijn inspiratie zowaar vooral op het beleidsdomein dat ik (veruit) het beste ken, de werkgelegenheid. Waar de voorbije weken ook wel één en ander rond te doen was, natuurlijk. De Roover is een bijzonder vlot en boeiend spreker, dus dat zat ook wel goed.

Aan T&T komen nu ook buitenvelden, ter aanvulling van de schitterende binnenaccomodatie. Goed voor de uitbater en de tennisliefhebber, maar ik vraag me af of er in Essen niet net iets te veel tennisvelden liggen om ze allemaal even succesvol te houden. Ik hoop maar dat de gemeentelijke velden aan het Sportpark, die uitgebaat worden door de Essense Tennisclub ETC, niet het slachtoffer van het overaanbod worden. Want dan zou de rekening bij het gemeentebestuur terechtkomen. Waar ik bij de aanleg van de velden overigens voor had gewaarschuwd. Dat viel toen in dovemansoren. Eens te meer hoop ik dat ik de bal heb misgeslagen, en dat er ook daar nog lang en gelukkig getennist kan worden. Zoals in T&T.

Pinanti is pinanti

Pinanti is pinanti

Terug naar de proza. Voetbalproza, zowaar. We wedstrijd nadert haar einde. Spannend ! De scheidsrechter fluit : penalty ! De spits kent de doelman. Die duikt sowieso altijd naar dezelfde kant. De spits loopt aan, en trapt de bal keihard in de andere hoek binnen. Goal ! Maar de spits gaat naar de scheidsrechter : de penalty moet worden overgedaan. Hij wil zéker zijn dat de camera’s beelden hebben. Hij vertrouwt erop dat de doelman opnieuw naar dezelfde kant duikt. Nog sneller dan de eerst keer zelfs. De enige onzekerheid zijn de ploegmaats van de keeper : gaan die toch niet proberen hem de andere richting uit te sturen ? En gaat de trainer geen “Tim Krul”-vervanging proberen ? Een berekend risico. Maar er gebeurt niets. De spits loopt aan, de doelman duikt, de bal gaat er opnieuw in. Goed voor het Sportjournaal, geen twijfel over.

Toen Frans Schrauwen op de gemeenteraad het woord nam over het verzoekschrift om een nieuw onderzoek te voeren naar de bouw van een nieuw zwembad, en vooral de bijhorende petitie, waarbij hij stelde dat de 1.700 handtekeningen klakkeloos waren geplaatst door mensen die alles tekenen wat hen wordt voorgelegd, was ik niet verbaasd. Wel verbolgen. Ik ging ervan uit dat sommigen in de meerderheid dat ook zouden zijn. En dat ze dat ook wel zouden willen zeggen. Een mooie kans om de meerderheid toch een beetje uit elkaar te spelen, want over de grond van de zaak -het gevraagde onderzoek- hadden ze de rangen duidelijk gesloten.

Dus vroeg ik hoe de opmerking van Frans in het verslag ging komen : als mening van de hele meerderheid of alleen van hem persoonlijk. En toen gebeurde er niets. Of toch, Frans, die ik alleszins om zijn consequentie waardeer, bevestigde zijn standpunt. Niet verrassend, want hij nam destijds als burgemeester net dezelfde houding aan bij petities zoals “Essen in de Zak ?”. En wel zo duidelijk.

Dat er niemand in CD&V en sp.a afstand nam, verbaast me wel. Nu nog steeds. Een veel mooiere kans om dat te doen konden ze zich niet dromen : dat ze bij de eerste tussenkomst van Frans niet meteen reageerden, tot daaraan toe. Maar ik bood hen een ruime mogelijkheid om de puntjes op de i te zetten. Dat deden ze dus niet. Ik ben niet de enige, ook buiten de oppositiebanken, die dat als een expliciete steun aan Frans’ uitspraak heeft beschouwd. En nu is het te laat om daarop terug te komen. Vijgen na Pasen.

Ik ben nog altijd verbolgen, over de manier waarop het zwembaddossier in het algemeen en het verzoekschrift in het bijzonder is aangepakt door de meerderheid. En een nieuw zwembad is er geen stap mee dichterbij. Maar die penalty pakken ze me niet meer af.