Archief van
Categorie: Essen politiek

Daar bij die molen…

Daar bij die molen…

No, it’s “Molenstraat”, not “Molenbeek”. No relation, really.

Ik ga de VS maar even vermijden, denk ik. Of Israël. Met mijn thuisadres kom ik wellicht niet meer door de grenscontrole. Maar ze kwamen niet uit de Molenstraat, de terroristen. Niet uit de Molenakkerstraat, niet uit Molenheide. Uit Molenbeek. Je zal er maar wonen, denk ik dan. En nog meer : je zal er maar gemeentebestuurder zijn.

Terecht werd in de voorbije dagen in de pers, ook de internationale pers, gewezen op de verantwoordelijkheid van de lokale beleidsmakers in Molenbeek, de oud-burgemeester op kop. Toch begrijp ik ook hun verwarring. Niemand in de Molenbeekse gemeenteraad heeft ooit een krediet goedgekeurd op de begrotingspost “Zelfmoordaanslagen”. Niemand heeft er wellicht zelfs ooit bij stilgestaan dat het gevoerde beleid ooit verantwoordelijk zou worden gesteld voor internationaal terrorisme. Toch blijken de aanslagen in Parijs ook voor een deel het -uiteraard onbedoelde- gevolg van het woonbeleid, het sociaal beleid, het veiligheidsbeleid in één gemeente van dit land.

Molenbeek is groter dan Essen, maar ik vermoed toch dat het er vaak hetzelfde aan toegegaan is. Dat een RUP of een politiebegroting grotendeels beoordeeld worden op hun onmiddellijke gevolgen : de grond van deze of gene die bouwgrond wordt, het fietspad dat er wel of niet komt. Dat er incrementeel wordt geredeneerd : hoeveel verschilt dit jaar van het vorige ? Kunnen de alweer licht gestegen pensioenkosten opgevangen worden door van drie naar twee patrouilles te gaan. Ik zeg maar iets.

Wellicht ligt zelfs heel wat van wat na nader onderzoek “problematisch” beleid kan worden genoemd vast in unaniem goedgekeurde beslissingen, waarvan de voorzitter van de gemeenteraad alleen de titel heeft voorgelezen en de schepen wat verveeld de essentie kort heeft uiteengezet. “Iedereen akkoord ? Volgend punt.”

Zagen sommigen wel de bredere lijn, of werd er “en stoemelings”, van dag tot dag, van dossier naar dossier, gelaveerd ? Zien sommigen wel de link tussen de vergunning voor de bouw van een wijk en het inwijkingsbeleid dat er het gevolg van is ? Tussen het type activiteiten dat georganiseerd en ondersteund wordt en het soort sociaal weefsel dat ermee wordt opgebouwd ? Was burgemeester Moureaux een “evil genius” en zo ja, geldt dat dan voor zijn schepenen, ambtenaren, raadsleden ? Ik weet het niet. Het is ook niet altijd eenvoudig om tussen de bomen het bos te zien, om gevolgen op langere termijn van beslissingen in te schatten. De waarheid is wellicht genuanceerd, grijs. En ook : wie heef het meest boter op het hoofd, degene die stuurt, degene die ziet en niet ingrijpt, of degene die niet wil zien en dus ook niet hoeft in te grijpen ?

Soms kan het overigens wel : het niet (of met tegenzin) afdwingen van een rood verkeerslicht draagt bij aan wetteloosheid. Een beleid dat de gemeente snel volbouwt draagt bij aan verkeersdrukte en dus aan verkeersonveiligheid. Een overaanbod aan woningen draagt bij aan inwijking, en een bepaalde type woningen trekt een bepaald type inwijkelingen aan. Zo eenvoudig zal het niet altijd zijn, maar het loont wel de moeite om het -meer dan vandaag- te proberen. Om de gevolgen op langere termijn in te schatten van keuzes die nu worden gemaakt. Om ten minste te proberen zich bewust te blijven van de grote en af en toe zelfs verpletterende verantwoordelijkheid die óók lokale politiek met zich mee kan brengen.

Misschien moet er op elke nota aan het college of de gemeenteraad maar een waarschuwing komen : “Lokaal beleid kan grote gevolgen hebben.” Met een foto van Parijs. En één van Molenbeek.

Kobie

Kobie

Enkele maanden geleden duidde de gemeenteraad me aan als afgevaardigde in de algemene vergadering van de vzw Kobie. Ik nam de taak meer uit plichtsbesef dan uit overtuiging op, eerlijk gezegd.

Volgende week komt de algemene vergadering samen. Maar ik ga niet. Gisteren hebben we met alle afgevaardigden van N-VA:PLE in de vzw-organen aan de voorzitter en de andere leden meegedeeld dat we ontslag nemen.

We zijn daarbij niet over één nacht ijs gegaan. We hebben veel respect voor de activiteiten die vrijwilligers en personeelsleden van het gemeentebestuur onder de vlag van de vzw opzetten. Maar de vzw-structuur zelf wordt al te sterk misbruikt. Om financiële stromen buiten de gemeentelijke boekhouding te houden. Om beslissingen goed te keuren zonder de procedures die transparantie en inspraak moeten garanderen te volgen. Om de mandatarissen van de meerderheidspartijen in het zonnetje te zetten, eerder dan de mensen die echt aan de kar trekken.

Daaraan willen we niet langer meewerken. Een moeilijke, maar noodzakelijke beslissing.

Tien

Tien

In het begin van dit jaar stond ik voor een dilemma. Deze site was onmiskenbaar op weg naar twee mijlpalen : in het voorjaar stond het duizendste stukje op het programma. En in het najaar de tiende verjaardag. Wat vieren ? Beide zou wat te veel van het goede zijn. Duizend leek me nog net iets mooier dan tien, dus heb ik in februari de feestvreugde al botgevierd.

Maar helemaal eraan voorbijgaan kan ik natuurlijk ook niet. Het eerste stukje op deze site kreeg als datum 11 november 2005 mee. En dat is vandaag precies tien jaar geleden.

Geen receptie, geen taart, geen groots meesterwerk om dit blogje in de loop der eeuwen en de vaart der volkeren te situeren. Alleen dit : op naar het volgende decennium.

Belastend materiaal

Belastend materiaal

Ik voel zelden de behoefte om mijn mening te geven over het Vlaamse regeringsbeleid. Ik ben verkozen in de gemeenteraad, en die moet zich vooral bij het Essense beleid houden. Maar om een Essens punt te maken, heb ik de Turteltaks nodig. Ik vind die namelijk niet goed. Neen, niet omdat ik elke belasting verkeerd vind. Verre van, ik leef van belastinggeld. Ook niet omdat ik vind dat de Freyafactuur, de rekening van de onverantwoorde gratisaanpak die moest doorgaan voor een groene stroombeleid, niet zou moeten worden betaald. Wel omdat, zoals oud-minister Van Den Bossche zelf overigens terecht opmerkt, de keuze voor de modaliteiten van die terugbetaling niet neutraal is. Turtelboom (en laten we wel wezen, haar collega-ministers) hadden perfect een andere manier van belasten kunnen kiezen. Via de algemene middelen, bijvoorbeeld, de normale belastingen. Die dan misschien wat verhoogd hadden moeten worden. Of niet, want er kan ook elders bespaard worden.

Want wat is het probleem met de Turteltaks ? Wel, het is een forfaitaire belasting. Iedereen betaalt even veel. Of toch niet : wie een hoog inkomen heeft (zoals ik, laat ik daar ook maar eerlijk in zijn) betaalt in verhouding tot dat inkomen veel minder. De forfaitaire belasting herverdeelt van arm naar rijk. Nu is het niet zo eenvoudig om een belastingstelsel juist te krijgen. Herverdeling is belangrijk, maar heeft ook grenzen : mensen moeten worden aangezet om te werken, te ondernemen, te investeren. Om geld te verdienen. Want als ze dat niet doen, dan zijn we immers allemaal samen minder goed af. De taart moet zo groot mogelijk worden gemaakt vooraleer we ze in stukken snijden, zoals dat dan heet.

Een belastingstelsel ontwikkelen is daarom niet zo eenvoudig. Dat het onze perfect is, hoor je me niet zeggen. Er is zeker ruimte voor verbetering (veel ruimte zelfs, als je het mij vraagt), maar dan wel binnen het systeem. Niet via allerlei omwegen. Via loodgieterij. Ik hou niet van sociale kortingen op allerlei inkomprijzen. Wie te weinig heeft, moet via belastingen en uitkeringen meer krijgen. Ik hou niet van onzinnige „sociale” prijssubsidies, bijvoorbeeld via verhuur onder de kostprijs van pakweg serviceflats. Wie te weinig heeft om dat te kunnen betalen, moet via belastingen en uitkeringen meer krijgen. En ik hou ook niet van forfaitaire belastingen. Bedragen die iedereen zomaar moet betalen. Want wie te véél heeft, moet via belastingen en uitkeringen dan maar minder krijgen. Al dat geloodgieter maakt het allemaal ondoorzichtig, maakt dat de ene knop de andere automatisch in een andere richting laat draaien, maakt ook dat de hele machine uiteindelijk niet meer te sturen of te controleren is. Het maakt ook dat de ene overheid de andere, bedoeld of onbedoeld, kan tegenwerken.

Als een gemeente meer geld nodig heeft, en besparen niet kan of wenselijk is, dan moet ze daarom wat mij betreft daarom ook de „gewone” belastingen verhogen. De uitzondering is natuurlijk wanneer de kostprijs van een bepaalde dienst wordt doorgerekend of een bepaald bedrag wordt gestuurd. Retributies voor de gebruikers van infrastructuur, GAS-boetes voor wie wangedrag vertoond, afvalbijdragen volgens het principe „de vervuiler betaalt”… : niet meer dan normaal.

Maar soms worden belastingen verpakt als retributie. In 2004 kwamen we via „Essen in de Zak ?” uit tegen de forfaitaire huisvuilbelasting. Toen 56 EUR, enkele jaren later 25 EUR om uiteindelijk bij de intrede van de sp.a in de meerderheid te worden afgeschaft. Terecht, want ze heette dan wel „huisvuilbelasting”, maar iedereen moest ze betalen. Niets sturend, niets „vervuiler betaalt”. Niets met huisvuil te maken, dus. En omgekeerd herverdelend, van arm naar rijk.

Sindsdien ben ik er oplettend voor geworden. Er zijn er ook geen bijgekomen, van dat soort gekke belastingen (toegegeven, even onzinnige „sociale kortingen” vermijden is moeilijker). Geen vaste en verplichte bijdrage die iedereen moet betalen om het gemeentelijk infoblad te krijgen. Of om de wegen te gebruiken of door de politie te worden beschermd. Wat je niet kan en mag weigeren moet uit de algemene middelen worden betaald.

Tot deze gemeenteraad. Iedereen krijgt binnenkort een grijze container voor het huishoudelijk afval. Die dient om per gewicht te kunnen betalen (en dat is natuurlijk goed), maar iedereen moet een container nemen én moet daarvoor een vast bedrag per jaar betalen. Veel afval of weinig afval, goed sorteren of niet sorteren. Een forfaitaire belasting, dus. Geen hoge, een kleine container kost 3 EUR per jaar, een heel grote (240 liter) kost 15 EUR. Maar het is en blijft een forfaitaire belasting, omgekeerd herverdelend en perfect betaalbaar vanuit de algemene middelen – er wordt niets mee gestuurd of ontmoedigd.

In de gemeenteraad heb ik vooral op het juridische probleem gewezen : volgens het reglement voeren we immers een „retributie” in, maar een retributie betekent dat je een dienst betaalt die je ook kan weigeren. Anders is het een belasting. En daarvoor gelden andere regels. IGEAN, dat ons afval gaat ophalen, kan bijvoorbeeld wel retributies voor ons innen, maar geen belastingen.

Maar het principe stoort me uiteindelijk veel méér dan de juridische uitwerking. Hoe je het ook draait of keert, Essen voert een Turteltaksje in. En wie tegen de grote Turteltaks is, zou dan toch ook minstens een beetje tegen het kleine broertje moeten zijn, zou ik zo dan denken…

Opgepast, gevaarlijke haai !

Opgepast, gevaarlijke haai !

– Mannekes !
– Voader ?
– Zemmenigeleusterd ! Zegondastrotje “Kouw Haai” noeme.
– HoarigvolkskedoarinEsse. Zewoarezekerammelhaaiindiejegemjenteroad !
– Tschentaterietverkjerdwasmejetwoaterdatzegedroenkenemme.
– Dagelwoevek. Morschrijvezetnawelmejeenspoatie ?
– ‘k Deink et. Da was ni jemmel duidelijk.
– Da’s toch al iet. Mor kvinnet toech gelak as dwoeje vis klinke ze, “Kouw Haai”.
– ’t Is veur de meese van doar, ni veur de toeriste, ee den burgemjester gezee.
– Allaa dan, dan mutte waa doar alvast nwoet nimmer trug enne !
– Oh neije, da ziede van ier. Nor woar gon we dan ?
– Nor de Gamma ?

Koude Heide of Kouwaai ?

Koude Heide of Kouwaai ?

– Mannekes !
– Voader ?
– DasiernaEssese.
– Amaai. Dasweijerasakdocht. Morwadoenwijier ? DerisiernijesginneGamma !
– Gegoatgeniegelwove. Zemmenieroosadviesgevroagd !
– Oosadvies ? Overwa ?
– Zegondeestroatjenenaanderenoamgeve. Dajetiernaawkaawaai.
– Kaawaai ? Veurmaainisdagoe.
– Joamorzewetenognijoewassedagonschrijve. “Kouwaai” of “Koude Heide”.
– Ooh. Atamaris. Gezegtkaawaaidusgeschreft “Kouwaai”. Of “Kawaai” aaigelijk.
– Jommerdegruunplotsjetwok “Groenplaats” opdebordjes. Daswelgemakkelijkerveurwiedatbeveurbeldvanovertwoaterkomt. Enaaszouekoeknieweteofdatnabeter “Gruunplots” of “Greungpleuts” zaazen.
– Entiswokwelgoedagezoenogwetdatdiejenoamvandekleurgruunkomt. Iergonzenogdeinkedateenkaawaaieenaaivanzoenevogelis, vannekauw.
– Enazetmorgenogaandersgonzeggedankunnedebordjeswokblijvenange. Derzendernaawaldieja “kouwei” zegge. Gouwtatochnitege.
– OfveurdemeensemeneGPS. Kemzoewisnor “Hullehem” wullerije. Kzenernwoetgerokt.
– GemutaltijoandejustekaantvantScheldblijvenwoek. Moraagelijkundedadammelnogeutspreekelakasgewult. Oedagetoekschreft. Akikdegazetveurleesdanspreekekdadoekammeleutlakasekwul.
– Algoedazedanizoeschrijvelakasgaadazegt. Paktmorisdadadoarammelzoustoanlasasnenwoepklaankebaaien. Zoewzoengderspoatiesenzoe. Eniederjenzawoekeenaandergazetmuttenebbe.
– AagelijkisdaschoenVlomstochwelgemakkelijkveurteschrijveneh.
– Zoewoaieketnognibezien, nijje. Enwekunnegewonblijveproeatelakkaswewulle. Tisgoeveuralleman.
– Allaa. GeachtegemjintevanEssen, oengsadviesisoem “Koude Heide” teschraaive.
– Joa. EnnaarapnordenBrico. TmutoknialtaaideGammazen.

Samen sterk ?

Samen sterk ?

Een fusie. In de bedrijfswereld is het dagelijkse kost, zo blijkt als we de kranten erop naslaan. In het Belgisch voetbal ligt het moeilijker. Fusies komen er vaak uit absolute noodzaak tot stand, zelden omdat twee succesvolle clubs elkaar vinden. In de politiek is het verhaal soortelijk. Van opslorpingen zijn er wel voorbeelden, maar de laatste relevante fusie van twee min of meer gelijkwaardige partijen moet wellicht diep in de ontstaansgeschiedenis van het Vlaams Blok worden gezocht. Ook weer in tegenstelling tot Nederland, waar zowel CDA, GroenLinks als de ChristenUnie fusies zijn van partijen die op het ogenblik van de fusie redelijk gelijkwaardig waren.

Om maar te zeggen, we wonen niet in een land van fusies maar in één waar van de warmte van het eigen nest een grote kracht uitgaat. Dat verklaart wellicht veel van de koudwatervrees die elke discussie over gemeentefusies meteen meebrengt. Naast ongetwijfeld een stukje politieke berekening : er is bij de gemeenteraadsverkiezingen nu eenmaal een burgemeestersbonus, en wie twee gemeenten fuseert halveert ook die bonus. Dat is wiskunde.

Nochtans is de reden waarom er over fusies wordt nagedacht voor mij zonneklaar : nogal wat Vlaamse gemeenten missen bestuurskracht, en hebben dus onvoldoende capaciteit om in de complexe wereld van vandaag de sturing te bieden waarop hun inwoners recht hebben.

Alleen heeft dat volgens mij niet enkel met omvang of inwonersaantal te maken. Ook met een niet optimaal takenpakket, bijvoorbeeld : alles wat gemeenten in grote groepen samen aanpakken, is aantoonbaar géén bevoegdheid die bij het gemeentelijke niveau past. Huisvuilophaling en elektriciteit, bijvoorbeeld, en bij uitbreiding het aansturen van intercommunales in de energie- en de afvalsector zou dus best volledig aan de gemeenten onttrokken worden. Als twee tot vijf gemeenten iets samen willen doen (denk aan iets als Muzarto, de gezamenlijke academie van Essen en Kalmthout), dan is dat best, maar iets dat ze alleen met zijn twintigen aankunnen gaat hun niveau te boven en zowel de democratische legitimiteit als de administratieve opvolging komen dan in het gedrang.

De administratieve structuren zijn ook onvoldoende aangepast. Nog los van de aberratie van de vaste benoeming (die niet alleen de gemeenten teistert) is er het secretarismodel dat erg verschillende taken in één persoon wil verenigen, en er zijn de remmen op interne decentralisatie. Maar ook de politieke structuren en de kwaliteit van het politiek personeel zijn knelpunten. Gemeenteraadslid zijn is een nauwelijks gewaardeerd vrijetijdsengagement. Wie het goed wil doen, loopt onvermijdelijk tegen beperkingen van tijd en ondersteuning op, en vaak op een frustrerend gebrek aan reële invloed. Schepenen zijn er te veel, maar ook hun functie wordt, zeker financieel ondergewaardeerd. En dan is er de burgemeester, die vaak eenooog in het land der blinden wordt, wegens echte macht, een redelijke ondersteuning, een zekere (h)erkennning bij de inwoners die legitimiteit meebrengt, … Die net daardoor laveert tussen de rol van burgervader en die van lokaal potentaat.

Ik pleit voor minder maar sterkere schepenen (voltijdse functie, echte bevoegdheden, …), liefst in een duaal model zoals in Nederland waarbij schepenen van buiten de raad kunnen komen en ook niet langer in de gemeenteraad zetelen. En voor sterkere raadsleden. Ook de fractievoorzitters van de grootste partijen (en zeker de oppositieleider) verdienen een betere erkenning en ondersteuning.

Verder heb ik sterke twijfels bij alle verminderingen van de „planlast” voor de gemeenten die de voorbije jaren opgang maakte. Toegegeven, de Vlaamse overheid vroeg wel erg veel „plannen” waarin telkens aspecten van het beleid gedetailleerd uit de doeken moeten worden gedaan. Maar het dwong de gemeenten wel om planmatig te denken, en om een beleid uit te werken. Vaak verplicht in samenwerking met het „middenveld”. Nu is de balans te veel in de andere richting doorgeslagen : wie een gemeente van dag tot dag wil „beheren” in plaats van een richting te kiezen, krijgt daarvoor te veel ruimte. Een ontwikkeling die door de ondoorzichtige en al te vrijblijvende „Beleids- en Beheerscyclus” nog wordt versterkt.

Natuurlijk kunnen ook gemeentefusies bijdragen aan een grotere bestuurskracht. Maar ze zijn volgens mij niet de eerste prioriteit. Bovendien hebben ze als nadeel dat de inwoners een stuk dreigen te vervreemden van hun bestuur. Dat moet ook deel uitmaken van de afweging.

Slotsom : de gemeente Heide (Essen + Kalmthout) of de gemeente Noorderkempen (Essen + Kalmthout + Wuustwezel) zijn voor mij zeker geen taboe. Maar als de Vlaamse regering de bestuurskracht van Essen wil versterken, zijn er volgens mij betere methodes.

Geringd

Geringd

Kevin is getrouwd ! Nadat hij zes jaar mijn buurman was in de gemeenteraad (toen nog als één van de twee jongste raadsleden) heeft Anne zich tussen ons in gewrongen, maar dat houdt ons niet tegen om af en toe nog eens te overleggen. Meestal is mijn gewaardeerd collega-raadslid redelijk kritisch, maar zaterdag heeft hij zonder amendementen “ja” gezegd tegen zijn Sharon.

Ik kon niet bij de plechtigheid zelf aanwezig zijn, maar mocht gelukkig ’s avonds wel meevieren met de trotse ouders van Noah. Dat de voorzitter van Carnaval Den Uil zou zorgen voor een gezellig feestje, dat stond natuurlijk vast. En mogelijk herken ik de volgende keer dat Robin een vraag stelt over één van de gebrachte muziekstukken er alvast iets meer van. Wie weet…

Alvast nog veel geluk samen, daar in de Vaartstraat !

Allemaal in het bad

Allemaal in het bad

Wat valt er over de gemeenteraad te vertellen ? Weinig of niets eigenlijk. Alles werd ook unaniem goedgekeurd. Al weet ik dat dit met een geheime stemming voor minstens één punt niet zou zijn gebeurd. Een lid van de meerderheid zou misschien tegen hebben gestemd, maar zich wellicht hebben onthouden. Ik ook. En geen van beiden durfden we daar openlijk voor uitkomen. Ik nog minder dan de betrokkene – maar toen die aangaf het niet eens te zijn met de argumentatie van de betrokken schepen kon ik niet anders dan een begripvolle blik uitwisselen.

Het is soms toch iets vreemd hoor, democratie. Als ieder raadslid elke keer volgens de eigen persoonlijke overtuiging zou stemmen, heel wat beslissingen zouden er anders uitzien. Maar het zou voor de kiezer, en uiteindelijk ook voor de raadsleden zelf niet meer te volgen zijn. Een stabiel bestuur zou ook onmogelijk worden. Democratie is immers ook een voortdurende, soms expliciete maar vaak impliciete, uitruil van stemmen. Onvermijdelijk, maar soms ook frustrerend als je weet dat je voorstel eigenlijk gemakkelijk een meerderheid zou kunnen krijgen, en dat bij de stemming toch niet blijkt. Onbegrijpelijk soms ook, als je ziet dat sommigen bij de ruil toch bijzonder weinig baat hebben en heel veel “ja’s” leveren – om er wat voor in de plaats te krijgen ?

Of misschien toch meer dan we soms denken. Eén van de beslissingen die we ook unaniem namen lijkt het resultaat te zijn van een zeer handig manoeuvre binnen de meerderheid. In de theoretische geheime stemming van hierboven haalt dat voorstel wellicht niet eens een meerderheid – zeker als er een open discussie achter gesloten deuren aan zou zijn voorafgegaan. Het zou me zelfs verbazen als meer dan één of twee leden van het schepencollege dan vóór zouden hebben gestemd. Maar nu zijn we allemaal blij met ons uiteraard zeer goede besluit.

Na de raad trokken we met enkelen naar het zwembad en naar het Parochiecentrum. Voor de afscheidszwem van De Vennenzwemmers. Ik had eigenlijk liever in het water gezeten, maar de vervroegde gemeenteraad maakte dat onmogelijk. Het is lang geleden dat ik nog in De Vennen gezwommen heb, toegegeven. Maar het bad blijft een belangrijk stuk van mijn jeugd, waar ik veel plezier aan heb beleefd. Als raadslid erger ik me vooral aan de kortzichtigheid die nu heeft geleid tot een gebrek aan een alternatief, minder aan de (onvermijdelijke) sluiting van het bad. Maar persoonlijk raakt dat laatste me meer. De sloophamer gaat pijn doen.

Waar het zwembad geen water behoeft en de school voor altijd vakantie is

Waar het zwembad geen water behoeft en de school voor altijd vakantie is

Als er na 1 juli een badmeester ontslag neemt bij het Essense gemeentebestuur, dan moet die worden vervangen. Vanzelfsprekend, zegt u ? Dan hebt u het Essense nieuws een tijdje niet gevolgd. Want eind juni sluit ons zwembad. Om te besparen, volgens het schepencollege. Toch worden er nu nieuwe functies gecreëerd voor het zwembadpersoneel. Dat die in dienst blijven is normaal. Maar dat ze ook opvolgers zullen hebben, mogelijk jaren na de sluiting van het bad, is toch wel een beetje bizar, niet ?

Zo staat het nochtans in de personeelsformatie die de gemeenteraad gisteren goedkeurde. Dat werd trouwens hoog tijd : normaal werkt een nieuw college een strategisch meerjarenplan uit, én koppelt daaraan de bijhorende pseronseelsformatie. Maar ons CD&V/sp.a-college nam het hele jaar 2013 de tijd (”planningsjaar”) en kwam met een gebrekkig plan, zonder bijhorend personeelsluik. Anderhalf jaar later is het daarvan alsnog bevallen.

Niet dat er fundamentele keuzes worden gemaakt. Een degelijke poging om te vergelijken met andere gemeenten bleef ook al uit. De volgens ons overbodige functies van afdelingshoofd (tussen haakjes : het is niet omdat iemand functie overbodig is dat de betrokkene geen goed werk kan leveren) werden verdedigd vanuit de nood aan een managementsteam, dat natuurlijk veel beter van onderuit kan tot stand komen dan als een kunstmatig toegevoegde toplaag die een voordien onbestaand zogenaamd coördinatieprobleem moet oplossen.

De meest fundamentele ingreep ? De dienst onderwijs verhuist naar de afdeling “vrije tijd”. De argumentatie daarvoor ? Na veel wikken en wegen blijkt, nadat alles gedurende jaren tot ieders tevredenheid heeft gewerkt, dat de activiteiten van die dienst op het vlak van flankerend onderwijsbeleid toch beter aansluiten bij de dienst vrije tijd. Een voorbeeld ? Ah, verkeersveiligheid ! Zit dat dan bij vrije tijd ? Natuurlijk niet. Kijk, dat soort drogredenen kunnen niet anders dan doen vermoeden dat er een onuitgesproken echte reden moet zijn voor de overheveling. Bovendien : als er niets te verbergen is, waarom wordt dan een wat meer uitgebreide discussie in een commissie bewust uit de weg gegaan ? Ik had echt gehoopt op een rationele uitleg, om het dan desnoods daarmee oneens te zijn. Nu hoorde ik alleen onzin.

We hebben zelf een alternatief organisatiemodel en een personeelskader ingediend. Om aan te tonen dat een personeelsbeleid met visie wél mogelijk is. Waarin de jammerlijke sluiting van het zwembad tenminste ook geld bespaart. En waarin onderwijs geen vrije tijd meer is, maar een investering in het sociaal-economisch weefsel van onze maatschappij. Maar vooral een model waarin het gemeentebestuur de stap zet naar een moderne en slagkrachtige overheidsorganisatie voor de 21e eeuw.

Ach, die eeuw is nog lang natuurlijk. Het zal onze tijd wel duren, heeft het college wellicht gedacht…