Archief van
Categorie: Essen politiek

Sein voor Pasen

Sein voor Pasen

De voorbije jaren was ik met Pasen niet thuis. Voor een Essenaar is dat uiteraard een gemis, want Pasen staat steeds met stip op de lokale kalender aangeduid. Dit jaar was ik er wel. Zo kon ik enkele uren het verkeer mee regelen om op die manier de Tien Mijl die Esak door Essen liet lopen in goede banen te leiden. Ik stond niet echt op een moeilijk punt, en kon de aanrijdende automobilisten vooral blij maken : ze mochten er eigenlijk toch door, wat ze niet hadden verwacht toen ze me eerst zagen staan. Enkele collega’s kregen meer commentaren. De openbare weg is van iedereen – en soms dus niet van jou. Dat die twee samenhangen, dat besef dringt niet altijd door. Bij de meesten gelukkig wel. En er was dan ook geprobeerd om de verkeershinder zo minimaal mogelijk te maken, zoals dat hoort.

Paasmaandag is dan weer uiteraard de dag van de jaarmarkt. Die viel mij eerlijk gezegd wat tegen. Niet dat ik niet heb gevonden wat ik zocht, want zoals wellicht velen zocht ik eigenlijk niets. Maar er was minder te vinden dan anders : er waren niet zoveel marktkramers. Ik vermoed zelf dat het feit dat we de markt voor de eerste keer uitbesteedden, en niet als gemeentebestuur zelf organiseerden, daar mee te maken heeft. In dat geval dringt een aanpassing zich op.

Ik ben zowaar ook het Gerard Meeusenmuseum binnengestapt. Met mijn ouders, die daar -o schande- nog nooit waren geweest. Zij vonden het wel de moeite. Dat is het museum ook, in al zijn beperkingen. Ik heb er wat een haat-liefde-verhouding mee, maar wist het deze keer toch vooral te waarderen. Ook de archeologische vondsten van de Heemkundige Kring kregen er hun plaats. De hernieuwde aandacht daarvoor, onder impuls van Thomas Dekkers, kan ik alleen maar toejuichen. Al weet Thomas het niet te waarderen dat ik hem al eens vraag wanneer ze nu die farao gaan vinden. Om hem gerust te stellen : walvisbotten en Romeinse munten vind ik óók al spectaculair !

Camera’s met vele vaders…

Camera’s met vele vaders…

Ik heb vandaag enkele tekstjes geschreven die bestemd zijn voor onze volgende huis-aan-huisfolder. We willen kort de plaatsing van camera’s aan de Essense stations aanhalen. Een goede zaak, maar het steekt ons een beetje dat CD&V nogal gemakkelijk het (exclusieve) vaderschap van het voorstel opeist. Zoals de voorbije weken bijvoorbeeld uitgebreid op Facebook te lezen was.

CD&V stelt dat de camera’s er “dankzij” hen komen, een claim die ze mooi illustreerden met een foto van 6 van hun raadsleden. Maar zes ? In de Essense gemeenteraad zijn 6 stemmen niet genoeg om een meerderheid te halen. Er zijn er 13 nodig. En CD&V heeft er maar 10. Gelukkig zitten ze niet alleen in de raad : het voorstel om de camera’s te plaatsen werd unaniem goedgekeurd. De 13 stemmen kwamen dus van CD&V en sp.a (4). Of van CD&V en N-VA/PLE (9). Of nog… van N-VA/PLE en sp.a ! Niets “dankzij” CD&V dan.

Maar hun raadsleden hadden er toch eerder om gevraagd ? Ja, maar dat geldt niet alleen voor hen. Ik was het al bijna vergeten, maar het voorstel om camera’s te plaatsen werd in 2008 al geopperd. Door Philip Peeters (Groen) en… door mijzelf. Hier is het voorstel van toen nog terug te vinden. Van de 6 CD&V’ers op de foto zaten er toen 2 in de raad.

Ach, vaderschap in de politiek is altijd omstreden. Mijn “politieke DNA-test” is misschien ook niet waterdicht. Straks vindt misschien een oud Open Vld-collega een verwijzing naar nog een ouder voorstel van haar of hem, met een soortgelijke inhoud. Dus ga ik ook niet zeggen dat de camera’s er “dankzij” mij komen. Alleen jammer dat CD&V ook niet wat eerlijker en vollediger communiceert over wat de héle gemeenteraad realiseert.

Blauwe maan

Blauwe maan

Op de gemeenteraad namen we afscheid van Open Vld-raadslid Willy Hoppenbrouwers. Na zes jaar als schepen en daarna nog elf jaar als oppositieraadslid verliet hij de raad – met chocolade en de oproep tot een betere samenwerking tussen meerderheid en oppositie. Wijze woorden, al was ik wellicht niet de enige die ze liever vanop de schepenbanken zou hebben gehoord. Willy herinnerde aan de “ontmanteling” van de Essense elektriciteitsregie, inderdaad het dossier waarmee hij het sterkst een stempel op Essen heeft gedrukt. Zeventien jaar inzet verdient altijd waardering. Als nieuweling in een college komen is niet evident, eenmansfractie zijn ook al niet. Ik hoop dat hij Essen niet te snel vergeet, en wens zijn opvolgster veel succes.

Ikzelf zat wat grieperig op de raad, en zal daar mijn afvalvergissing maar op steken (in Essen mogen, in tegenstelling tot een aantal andere plaatsen, voedselresten van vlees of vis niet bij het GFT). Het deed me ook afzien van een tussenkomst in de discussie over de verplichte aankoop of huur van een parkeerplaats voor wie een sociale woning wil. Het verbaasde me dat daarover bij de meerderheidspartijen eensgezindheid bleek – alvast tot ik het even tegen OCMW-voorzitster Schrauwen uitlegde : als we mensen willen aanmoedigen om niet met de auto te rijden, moeten we hen (en in het bijzonder de meer kansarmen onder hen) dan verplichten om hun geld uit te geven aan een garage ? Dat lijkt me niet verstandig. Het stoort mij natuurlijk ook dat we parkings moeten aanleggen terwijl er garages leegstaan, maar ik vrees dat we een beetje gesofisticeerder zullen moeten nadenken dan op de raad gisteren bleek.

Budgetbegeleiding

Budgetbegeleiding

Ik heb nog niets geschreven over de gemeenteraad van vorige week. De tweede zitting deze maand. Om op die manier aan een totaal van tien zittingen te komen. Voor mij had dat niet gehoeven : dat minimum aantal zittingen is er om de oppositie te beschermen tegen een schepencollege dat geen verantwoording wenst af te leggen voor haar beleid. Twee raden op twee weken dragen daar alvast niet noodzakelijk toe bij.

Niet dat de raad op zich niet belangrijk was. Die ging namelijk over het budget. De burgemeester had beslist om in dat kader Fidel Castro naar de kroon te steken en bijna een uur lang een overzicht te geven van het gevoerde “beleid”. Dat was leerzaam, ook al omdat een waslijst van kleine en grote, genomen en te nemen, maatregelen duidelijk maakte dat er niet meteen een lijn zit in dat “beleid”. Vandaar de aanhalingstekens. En voor mij als raadslid was de opsomming ook wel gewoon interessant omdat we dat nergens meer op papier vinden in deze tijden van “BBC” : een overzicht van wat er wel en niet gebeurt in de gemeente. Wie bedacht had dat die “Beleids- en Beheerscyclus” de transparantie zou vergroten, had duidelijk nooit op de oppositiebanken van een gemeenteraad gezeten.

Mijn kritiek op het budget hebben we grotendeels in een persbericht verwerkt. Niet dat ik echt veel persaandacht verwacht, want om één of andere reden is elke kritiek op het beleid van een regering altijd nieuws, en kritiek op beleid in een gemeente zo goed als nooit. Dat hangt niet samen met wie er waar in een meerderheid zit, overigens. Het is blijkbaar een algemene regel.

Dat het “BBC”-systeem voor de gemeentelijke boekhouding ondertussen enkele jaren bestaat, had toch ook wel een voordeel. Zowel de burgemeester als ikzelf deden de vaststelling dat we nu terug kunnen vergelijken en evoluties zien, en ook kunnen kunnen onderscheiden wat de feiten zijn en wat alleen te wijten is aan een andere manier van voorstellen. Dat maakte dat we bijna voor het eerste in deze legislatuur opnieuw een debat hadden over het niveau van de belastingen in onze gemeente. Dat is namelijk onnodig hoog. Natuurlijk sprak het schepencollege dat tegen, maar echt weerleggen konden ze onze argumenten niet. Tenzij dan met de “schuldafbouw”, een al even theoretisch concept als de vroegere “goudberg”, het reservefonds waar we het in het verleden vaak over hadden. Nochtans is het zonneklaar dat zonder een ander financieel beleid in de volgende legislatuur een échte goudberg gaat ontstaan : de gemeente gaat dan een netto belegger worden van belastinggelden. De opmaak van het financieel meerjarenplan voor de volgende legislatuur wordt een boeiende oefening. Waarbij deze schipper alvast liever niet aan de wal zou staan…

If I can make it there…

If I can make it there…

Als het in de New York Times staat, en het gaat niet over New York, dan overstijgt het onderwerp van het artikel wellicht het lokale belang. Dat lijkt me een zinvolle vuistregel. Toch hadden we het op de gemeenteraad eigenlijk vooral hierover.

We moesten beslissen of Essen voor de opsplitsing van één van de energie-intercommunales zou stemmen, en ermee konden instemmen dat één van de delen vervolgens in de andere intercommunale zou opgaan. En ook aan de kant van de overnemer moesten we met de operatie instemmen. Want de gemeente Essen is mede-eigenaar van beide intercommunales. Het ging over een complexe miljoenenoperatie, die het energielandschap in Vlaanderen moet vereenvoudigen – of daar toch moet aan bijdragen. Voor alle zekerheid kreeg ik in de namiddag nog een telefoontje vanuit Eandis, één van de twee koepels van energienetbeheerders (de koepels zijn ook in fusie, overigens).

Frans Schrauwen stelde dat niemand in de raad echt wist wat er zou worden goedgekeurd. Dat had ik zelf niet durven zeggen, want ik ging ervan uit dat hij het zelf als enige wel wist. Dus had hij gelijk. Ik ben op tijd in de Essense politiek gestapt om de evolutie nog te zien, maar Frans kent er elk detail van : van een eigen gemeentelijke elektriciteitsregie zijn we beland in een mondiaal verhaal. Als lokaal mandataris hebben we daar geen zinvolle rol in te spelen. De Vlaamse en federale overheid hadden ons een jaar of twintig geleden dan ook moeten verlossen van bevoegdheden -eigenlijk veel meer zakelijke belangen- die niet meer bij de gemeenten thuishoren. Waarom dat niet gebeurd is, legt de New York Times uit…

We zijn als gemeentelijke mandatarissen verslaafd geraakt aan de dividenden die we krijgen. De hoge elektriciteitsprijzen omvatten eigenlijk een verkapte gemeentebelasting, en we willen niet graag aan de burger uitleggen dat we de belastingen verhogen om de elektriciteitsprijs te laten dalen (ook al is dat véél sociaal rechtvaardiger). Ook aan de mandaten zijn we gehecht, want die compenseren voor de te lage vergoedingen voor burgemeesters en schepenen in kleinere gemeenten. In die mandaten wordt nu flink gesnoeid (hoera) zonder het probleem ten gronde aan te pakken (diepe zucht).

Zoals ik hier al meer heb aangehaald : één gemeente kan er niet uitstappen – zelfs de stad Antwerpen niet, dus zijn de verwijten aan het adres van Koen Kennis wat mij betreft misplaatst. Maar de parlementen en regeringen kunnen wel schoon schip maken. In één keer en doortastend. En de bevoegdheden leggen waar ze thuishoren. Het heimwee naar de Gemeentelijke Elektriciteitsdienst volstaat voor ons.

Maar neen dus, we moesten een beslissing nemen. De gemeenteraad keurde de operatie unaniem goed, maar in andere gemeenten gebeurde dat niet. Aangezien die keuze even irrationeel is als de onze, is het niet evident om hen te bekritiseren. De operatie kaderde in een (per definitie halfbakken) poging om het energielandschap te rationaliseren, dus zal het wel jammer zijn dat ze niet kan doorgaan. Maar veel tranen kan ik er niet om laten. Er is namelijk maar één zinvol uitgangspunt : “Van onze energiebelangen, verlos ons Heer !”

Krijgen en hebben…

Krijgen en hebben…

Als oppositiepoliticus kan je alleen de ruimte invullen die het bestuur je geeft. Soms geeft het die goedschiks, uit bekommernis om open te besturen of om een draagvlak te creëren. Soms gaat het om ruimte die wordt afgedwongen : tegenstand in de samenleving of ongenoegen dat een uitlaapklep nodig heeft, verdeeldheid binnen de bestuursmeerderheid, een beleid dat zodanig rammelt dat er gaten vallen (praktische of juridisch)… Maar wat het bestuur niet wil, kan je vanuit de oppositie niet realiseren. Dat is niet eens eigen aan het democratische proces : ook de oppositie in pakweg China of Rusland kan soms meer of minder doen, afhankelijk van de ruimte die door de machthebbers wordt gegeven.

De calimeromentaliteit van sommige Essense bestuurders, die beleidsprojecten die ze niet gerealiseerd krijgen soms op de rekening van de oppositie willen schrijven, zou dan ook vooral lachwekkend zijn, als ze niet af en toe tot “fake news” zou leiden. Maar daar wil ik het eigenlijk niet over hebben. Want wat wél eigen is aan de democratie is dat de oppositie enkele rechten heeft waar niet op kan afgedongen worden. Dat zijn geen rechten om het beleid mee te bepalen. Zelfs het recht om de agenda te zetten berust grotendeels bij de meerderheid. Maar het recht op informatie én het spreekrecht kan ons niet zomaar afgenomen worden. Pogingen om die rechten in te perken zijn dan ook echte “aanslagen op de democratie”.

In de gemeenteraad kregen we van Brigitte Van Aert (CD&V) het verwijt dat we onze vragen en opmerkingen over de turnhal niet in de commissie maar op de raad hadden gemaakt. De meerderheidspartijen roepen de commissies samen en bepalen de agenda (onze commissievoorzitterschappen uit de vorige legislatuur hebben ze afgenomen om daar zeker van te zijn). Ze roepen ook zelf de gemeenteraad samen. Zij bepalen tegen wanneer welk dossier wordt voorbereid, en hoe en wanneer het wordt voorgesteld. Wij kunnen enkel reageren. Als er dan ook nog geprobeerd wordt om te bepalen hoe en wanneer wij dat spreekrecht zouden moeten uitoefenen, dan is dat voor mij meer dan een brug te ver.

De meerderheid mag gerust bepalen op welk moment en waarover ze gelijk wil krijgen. Maar laat het toch maar aan ons over om te kiezen wanneer we willen aantonen dat we gelijk hebben…

Hoe lang nog voordat de turnhal er staat ?

Hoe lang nog voordat de turnhal er staat ?

De beloofde nieuwe turnhal had er al lang moeten staan. Maar het gemeentebestuur maakte in 2016 een onrealistisch lastenboek op. Nu, een jaar later, wordt een nieuwe start genomen. Met een juridische constructie die zo ingewikkeld is, dat ze vroeg of laat tot problemen moet leiden.

Na lange onderhandelingen werd vorig jaar afgesproken dat het gemeentebestuur een lastenboek moest opmaken en offertes opvragen. Maar het CD&V/sp.a-schepencollege maakte een onhaalbaar plan op. Alle voorstellen die de aannemers binnenbrachten gingen ver over het budget. En het hele project viel stil.

Nu, een jaar later wordt opnieuw geprobeerd. De gemeente trekt extra geld uit. Of dat wél genoeg zal zijn, is nog maar de vraag. Er wordt daarom op verschillende subsidies gerekend. Om die binnen te halen wordt er een ontzettend ingewikkelde constructie opgezet : de hal wordt gebouwd op grond die in erfpacht wordt gegeven, er werd een vzw Turnhal opgericht om ze te bouwen, die zal de hal verhuren aan een vzw die de scholen overkoepelt. Die vzw zal de hal dan ter beschikking stellen aan de vzw Turnhal, die ze dan weer verhuurt aan de scholen en laat gebruiken door de turnkring ! Zo ingewikkeld dat het vroeg of laat moet mislopen.

Ik heb in de gemeenteraad gisteren veel vragen hierover gesteld. Gaat het nu wel lukken om de hal te bouwen ? Waarom moet het zo ingewikkeld ? Wie gaat de deur open doet en de vloer kuisen ? Antwoorden kwamen er nauwelijks. Wel gepikeerde reacties, want vragen hierover zijn duidelijk niet welkom.

We hadden het liever anders gezien. N-VA/PLE is een groot voorstander van de bouw van een nieuwe turnhal. Ook als die meer kost dan voorzien. En willen het eenvoudig maken : de gemeente bouwt de hal en verhuurt die aan de scholen en de turnvereniging. Die betalen huur, maar hoeven niet mee te investeren. Zodat vrijwilligers die vandaag actief zijn in de turnvereniging binnen 15 jaar de rekening niet moeten afbetalen. Ook de hele wirwar waarin maar liefst vier vzw’s betrokken zijn, kan grotendeels vermeden worden.

Maar goed, er werd niet geluisterd. Ook niet toen we voorstelden om deze keer minstens de nodige marge te voorzien, en extra geld uit te trekken zodat de plannen zeker betaalbaar zijn. CD&V en sp.a stemden zelfs tegen die verhoging van het budget (enkel voor het geval het nodig is). Hopelijk staat de hal er toch snel. En zorgt de ingewikkelde constructie er niet voor dat de bouw of de uitbating van de hal binnen één, vijf of tien jaar helemaal vastloopt.

En de turner ? Die had al lang op de mat kunnen staan in de nieuwe hal. Als het gemeentebestuur voor één keer doordacht en doortastend had gewerkt toch.

Structureel denken

Structureel denken

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) wordt herzien. Het zal tijd worden. Bij het aantreden van de huidige meerderheid werd de herziening van dat structuurplan, dat de basis vormt voor de ruimtelijke ordening in onze gemeente, al in het vooruitzicht gesteld. Maar ofwel werd er bewust niet aan begonnen (wat in de complottheorie past die ik hier al eerder heb uiteengezet), ofwel werd het dossier gewoon opzijgelegd (en dat is ook heel erg). Maar goed, CD&V en sp.a hebben nu toch besloten dat het plan echt wel herzien moet worden. En ze hebben daar een proces voor opgestart.

Na aandringen van mezelf en Arno Aerden (sp.a) werd er zowaar besloten om ook naar de visie van de gemeenteraadsleden te peilen. Dus mochten we gisteren naar het gemeentehuis komen om onder begeleiding van Arcadis mee vast te leggen wat de grote uitdagingen zijn. Tot mijn vreugde blijkt daarover redelijk wat eensgezindheid : het landelijk karakter van de gemeente behouden en zorgen dat de verkeersknoop niet nog erger wordt scoorde erg hoog in het lijstje. Afwachten of bij de uitwerking van het plan daar toch niet allerlei toegevingen op worden gedaan.

Samen met onder meer Ludo Somers (CD&V) bracht ik ook het inzicht aan dat een landelijke dorpskern uitbouwen om die leefbaar te houden (een nieuwe wijk bouwen zodat de school kan blijven bestaan) net het karakter van die dorpskern zodanig onderuit kan halen dat de gezochte leefbaarheid verdwijnt. Wie klanten naar de dorpswinkel wil aantrekken moet opletten om niet het pad te effenen voor de supermarktketen, met andere woorden. Vooral voor Hoek, maar ook voor Horendonk, is op dat vlak voorzichtigheid geboden.

Het proces is gestart. Hopelijk mondt het snel uit in een goed GRS, onderbouwd met een mobiliteitsplan en een woonbehoeftenstudie. Die wat mij betreft moet zorgen dat Essen de 20.000 inwoners niet haalt. Dat getal gaat de draagkracht van onze gemeente immers te boven.

Complot

Complot

Ik geloof niet snel in complottheorieën. Twee uitzonderingen : de Bende van Nijvel, uiteraard, en het RUP Meergezinswoningen. Dat laatste is minder bekend, en gelukkig ook minder gevaarlijk. Onschuldig is het nochtans niet : het ontbreken van een RUP om het aantal meergezinswoningen, zeg maar appartementen, te beperken heeft er de voorbije decennia voor gezorgd dat Essen aan een hoog tempo volgebouwd wordt. Dat onze gemeente van een landelijke gemeente een voorstad is geworden.

Dat werd in gang gezet met het een aantal bestemmingsplannen (toen heetten die BPA, nu RUP) die in grote delen van Essen-Centrum appartementsbouw toelieten, en met een wel erg liberaal vergunningenbeleid buiten Essen-Centrum. In het begin van de vorige legislatuur rijpte het besef bij onder meer schepen van ruimtelijke ordening Gino Veraart dat daar iets aan moest gebeuren. De woorden „overdruk-RUP” en „toetsingskader” vielen al snel. Wij zaten al van bij het begin op dezelfde golflengte als de sp.a hierover. CD&V bewees lippendienst, in commissies bijvoorbeeld.

En toen… gebeurde er niets meer. De drive was er snel uit, zeker na het overlijden van Gino. Het dossier bleef af en toe opduiken. Er werd naar de juiste formule gezocht. Dat kregen we wel tien keer te horen. Zo kabbelde het verder naar de gemeenteraadsverkiezingen. Het engagement ertoe werd herhaald in het nieuwe bestuursakkoord tussen CD&V en sp.a. Om vervolgens weer onderaan de stapel te belanden. In een, jammer genoeg hypothetisch, coalitie-akkoord tussen N-VA/PLE en sp.a zou dit één van de topprioriteiten zijn geweest, zeker weten. Wie stond zo lang op de rem ?

En wie haalde uiteindelijk de voet toch van die rem ? Want gisteren hebben we het RUP wel unaniem goedgekeurd. Zoals ik in de raad zei : van onze kant niet met blijdschap, wel met opluchting. Het RUP gaat zelfs verrassend ver : er worden veel potentiële appartementen in de kiem gesmoord (er blijven er nog, en al wat in aanbouw of vergund is komt er uiteraard sowieso nog). En met de opmerkingen in de commissie die wij maakten en waarvoor we de steun kregen van sp.a en van enkele voorzichtige stemmen binnen CD&V, werd ook echt rekening gehouden. Tot gisteren, want onze twee amendementen om nog een tandje bij te steken werden weggestemd. Zonder debat, zonder uitleg. Voor sp.a haalde Arno Aerden aan dat het plan niet perfect is, maar goed genoeg. Om mijn uitnodiging om het dan beter te maken, ging hij niet in. Dat deed niemand.

Een omerta die me eens te meer deed afvragen wie dit RUP al die jaren tegengewerkt heeft. Robotfoto’s noch DNA-onderzoek zullen het antwoord geven, en meerderheidspolitici blijkbaar ook niet. De karaktermoord op Essen blijft zo wellicht onbestraft (in tegenstelling, laat ons hopen, tot de Grote Doofpot van de Bende Van Nijvel). Of zou Jef Vermassen ook interesse in ruimtelijke ordening hebben ?

Van dienst

Van dienst

Vijf jaar geleden opende het Lokaal Dienstencentrum (LDC) “’t Gasthuis” de deuren. Het werd voorlopig in de oude gebouwen van De Bijster gevestigd. Het LDC werd een vaste waarde in Essen, en een nieuwbouw drong zich dan ook op. De afspraken met de groep rond De Bijster namen wat tijd in beslag : de geplande “Woonzorgzone” vereiste onder meer aanpassingen van de bestemmingsplannen. Eens dat achter de rug, ging het snel. In januari van dit jaar verwierf het OCMW zekerheid over de Vlaamse subsidies. De bouw kon van start gaan.

Gisteren werd die nieuwbouw geopend. Hier en daar is nog wat afwerking nodig, maar het geheel ziet er goed uit – al heb ik zelf wat twijfels over de toog en het geïntegreerde kunstwerk. Dat geheel lijkt mee op de “bodega’s” die we vroeger opbouwden in de scoutslokalen, om tijdens het KSJ-weekend cocktails te serveren aan wie van bier niet snel genoeg dronken werd. Wel met meer licht dan toen, want het LDC is een echt “glazen huis” geworden.

Zoals werd opgemerkt realiseert daarmee het OCMW net voor zijn “inkanteling” in de gemeente de enige nieuwbouw die het Essense bestuur tijdens deze legislatuur zal neerzetten. Dat zou erop kunnen wijzen dat het meer doordachte “patrimoniumbeleid” dat werd aangekondigd ook in de praktijk is gebracht, maar dat zou veel te veel eer zijn voor het huidige college. Met alle goede voornemens daarrond is vooralsnog zo goed als niets gebeurd. Vooral overbodig patrimonium afstaan blijkt een ernstig probleem.

Nu goed, dat is niet de schuld van het OCMW, en al zeker niet van het Lokaal Dienstencentrum. Ik wens de verantwoordelijken, de medewerkers, de vrijwilligers en de bezoekers van ’t Gasthuis veel geluk met hun nieuwe onderdak !