Archief van
Categorie: Essen politiek

Ten einde raad

Ten einde raad

Eergisteren stond de laatste gemeenteraad van de legislatuur op het programma.  Hoewel de sfeer van zo’n raad per definitie een beetje lijkt op die van de laatste schooldag, waar er niet écht meer iets wordt bijgeleerd, kregen we toch nog een beetje een “best off” van de voorbije jaren, met een verwijzing naar het zwembad en vragen over Over d’Aa en de camera in Hoek.  De burgemeester gaf ook zelf een overzicht, en vergat ook de stekelige dossiers niet.  Zelfs de rode beuk zaliger gedachtenis, die gekapt werd op het kerkhof om elders in vrede te rusten (!) haalde zijn lijstje.

Maar de raad bood natuurlijk in de eerste plaats de gelegenheid om afscheid te nemen van een aantal mensen.  Bij ons komen Thomas Dekkers en Agnes Broos niet meer terug.  Elk op hun eigen manier hadden ze genoeg van de gemeenteraad, elk op hun eigen manier waren ze nochtans een meerwaarde voor de raad.  Ik ga ze missen.  Ik ga ook Katrien Somers missen, al komt die misschien als opvolger nog terug in de loop van de legislatuur.  We werden 12 jaar geleden samen voor het eerst verkozen, en het gezond verstand, de soms dwarse kijk en het relativeringsvermogen van Katrien heb ik altijd gewaardeerd.  Ook Bianca De Backer nam afscheid, maar ook zij staat op onze opvolgerslijst, dus hoop ik vooral op een goede samenwerking in de toekomst.

Ook bij de andere partijen nemen een aantal mensen afscheid.  Arno Aerden omschreef zijn partijgenoot Cois Veraart als een stille kracht.  Ik heb met Cois nog samen in de OCWM-raad gezeten, en kan bevestigen dat hij een “valse stille” is.  Hij kan zijn standpunt overbrengen met zijn ogen, en als hij toch iets zegt dan worden de kaarten meteen verlegd.

Frans Schrauwen hangt zijn sjerp aan de haak.  Na 42 jaar gemeenteraad, alsjeblief.  Waarvan 10 als burgemeester en 20 als schepen (als ik me niet vergis…).  Jan Suykerbuyk herinnerde eraan dat ik hem hier met Boris Johnson heb vergeleken.  Laat ik dat toch maar even nuanceren : Frans heeft een veel groter verantwoordelijkheidsgevoel.  Maar hoe ik over Frans denk heb ik hier al verschillende keren uitgeschreven, want hij laat nu eenmaal niemand onberoerd.  Het ga hem goed.

Ook Imelda Schrauwen stopt ermee.  Ze was de voorbije zes jaar mijn buurvrouw in de gemeenteraad, maar eigenlijk was ze er maar als “waarnemer”, want OCMW-voorzitter.  Imelda is vaak onderschat, en ook ik heb daar een paar keer mijn tanden op stuk gebeten.  Eén van haar sterkste kanten is alleszins dat ze zelden iets persoonlijk opvat.  Waarvoor dank – en nog veel gelukkige jaren toegewenst.

Jokke Hennekam stopt als schepen, maar wordt wel fractievoorzitster van de sp.a.  En politieraadslid.  Dat ze over beide nog meer verbaasd is dan ik, maakt dat ik daar maar moeilijk commentaar op kan geven…  Jokke heeft niet zo veel met Frans gemeen, behalve een héél groot hart voor onze gemeente en voor al wie er actief is, en een grote inzet voor haar mandaat.  Jokke kan bovendien ook zichzelf relativeren, en dat is in de politiek niet ieders sterkste kant.  Dat maakte het soms ook niet zo gemakkelijk om met haar te discussiëren : als je toegeeft dat je misschien zelf niet helemaal gelijk hebt, maakt het dat voor je tegenstander niet altijd eenvoudiger.  Volgens mij gaat ze dat wel goed doen, dat raadslid-zonder-schepenambt zijn.  Ik kijk er al naar uit.

Verder zien we Chris Van Hees, Judith Francken en Siegfried Heylen niet meer terug.  Ook aan hen mijn dank voor de samenwerking.

Bij N-VA/PLE namen we ook afscheid van onze fractievoorzitter, al blijft Dirk Smout natuurlijk wel in de raad.  Ik mocht het afscheidswoordje uitspreken (en de wijn voorzien…) en zei dit : “We nemen vandaag afscheid van een aantal mensen die al veel jaren in allerlei verschillende functies hebben meegedraaid, en ik sluit me graag bij de dankwoorden aan, maar er is maar één raadslid dat hier al 24 jaar dezelfde rol vervult.  Dirk is vier legislaturen lang onze fractievoorzitter geweest.  Van een eenmansfractie zijn we in die periode vertienvoudigd, maar zijn inzet, zijn scherpe tong en opmerkingsvermogen zijn altijd dezelfde gebleven.  Dirk was al die jaren onze spits, maar ook onze coach en spelverdeler.  Als spits blijft hij op het terrein staan -jullie zijn nog lang niet van hem af, en wij ook niet trouwens- maar als spelverdeler geeft hij de fakkel door.  Dirk is een man van principes : toen hij aankondigde dat hij stopt als fractievoorzitter gaf hij meteen aan dat hij geen cadeau wil.  Dat hield hij twee seconden vol, om dan aan te geven dat hij wel een fles wijn wil.  We hebben 24 jaar naar hem geluisterd, dus gaan we hem nu ook niet meer tegenspreken.  Dirk, bedankt.”  Het weze bij deze herhaald.

Zelf kijk ik met gemengde gevoelens terug op de voorbije legislatuur, maar die heb ik hier al vaak kunnen verwoorden.  Ik kijk er vooral naar uit om op 2 januari met frisse moed opnieuw aan de slag te gaan.  Voor een veilig, leefbaar, actief en welvarend Essen, zoals we dat bij de verkiezingen aankondigden.  En als we dat aankondigen, dan gaan we dat natuurlijk ook gewoon doen !

(Foto : Roger Van Ginderen)  

Te Wapen ?

Te Wapen ?

Gisteren stond de voorlaatste gemeenteraad in de huidige samenstelling op het programma.  Die verliep in een goede sfeer.  Mogelijk hadden de felicitaties voor ons huwelijk aan het begin van de raad daarmee te maken – waarvoor veel dank aan mijn collega’s.  Het belangrijkste formele agendapunt was ongetwijfeld de meerkost voor de werken aan Over d’Aa.  Ik heb het zelf altijd lastig met dat soort meerkosten die achteraf opduiken, en vraag me dan vaak af waarom ze niet konden voorzien op het ogenblik dat aan de gemeenteraad gevraagd wordt om een budget uit te trekken.  Voor een aantal kosten is daar dan vaak toch een goede uitleg voor.  Zo is het fietspad op Over d’Aa op vraag van de raad anders uitgevoerd dan eerst was voorzien.  Maar soms loopt het de spuigaten uit, en dat was voor ons hier duidelijk het geval : Over d’Aa bleek een lijdensweg, en dat die nu ook nog méér kost dan voorzien is er wat ons betreft ver over.  Hopelijk wordt de meerkost zo veel mogelijk teruggevorderd van het studiebureau dat aan de basis ligt van een groot deel ervan.

Niet op de agenda, maar toch interessant was de discussie over de herbestemming van het voormalige Wapen van Essen (op zich al de reïncarnatie van een café dat zich elders in Essen bevond).  Het was mij uiteraard ook al opgevallen dat daar verbouwingswerken aan de gang zijn, en de voorbije weken verscheen in de pers het vermoeden dat er een moskee zou worden ingericht.  Voldoende stof om een vraag over te stellen.  Zoals hij ook al  in de pers had gedaan, antwoordde de burgemeester dat een vzw van islamitische Essenaren (de vzw Esselem) er een ontmoetingshuis wil creëren.  Geen moskee – al laat de website van de organisatie daar toch wel wat twijfel over bestaan.

Eerlijk is eerlijk : zoals hij eerder in dit soort discussies al deed vond Gaston ook nu de juiste toon, al gaf hij ook de indruk dat zijn gesprek met de betrokkenen hem met meer vragen dan antwoorden had achtergelaten.  Maar de krijtlijnen moeten duidelijk zijn : een horecazaak verbouwen tot een andere horecazaak mag zonder vergunning en er is ook in Essen vrijheid van godsdienst en van vereniging.  Hij betreurde bovendien terecht dat de zaak op sociale media door sommigen werd aangegrepen om gratuit uit te halen naar islamitische medemensen.  Anderzijds vond hij het jammer dat de betrokkenen blijkbaar te weinig de weg vinden naar het bestaande Essense socio-culturele aanbod.

Thomas Dekkers versterkte terecht dat laatste punt : het zou bijzonder te betreuren zijn als er een tweede “lokaal dienstencentrum” zou ontstaan, maar dan enkel voor één geloofsgemeenschap.  Thomas’ afgewogen tussenkomst onderlijnde overigens ook nog eens hoe jammer het is dat hij op 14 oktober niet meer op de verkiezingslijsten stond.  Guy brak een lans voor een gestructureerder integratiebeleid, ook een nuttige aanvulling.  Ik heb zelf nog gevraagd of we weten hoe de vereniging gefinancierd wordt, maar dat bleek niet het geval.

Een moskee maken van de ruimte is een functiewijziging, en daar is een vergunning voor nodig, dat bleek één van de besluiten.  Dan zou het dossier dus in principe in handen van het schepencollege komen.  Dat lijkt me stedenbouwkundig heel strikt geredeneerd, maar daarom niet noodzakelijk verkeerd.  Alleen ben ik er nadien inhoudelijk over gaan nadenken.  Ik deel heel sterk de zorg dat er geen parallel socio-economisch circuit voor één bevolkingsgroep mag ontstaan, zeker niet op etnische basis (want laten we een kat een kat noemen, de islamitische Essenaren hebben nu eenmaal vaak een andere afkomst dan de niet-gelovige of katholieke Essenaren).  Een theehuis, ontmoetingscentrum, … zou dus te betreuren zijn.  Maar wat de islamitische Essenaar onvermijdelijk van de anderen onderscheidt is natuurlijk de godsdienstbeleving zelf.  Je kan een islamiet nu eenmaal moeilijk verwijten dat hij zich niet naar een kerk of synagoge begeeft om te bidden.  De vraag naar een gebedsruimte is dan misschien op zich nog de meest onschuldige.  In de hoop dat ze na dat gebed dan een koffietje of een muntthee gaan drinken in Onder Den Toren of in het Volkshuis.  Anderzijds weten we natuurlijk ook dat niet elke vorm van islam (of de politieke vertaling die eraan gegeven wordt) zich zo maar gemakkelijk verhoudt met de waarden die we in onze samenleving vooropstellen, en zijn we daar terecht beducht voor.  En blijkt elders dat de hoop die ik net uitsprak niet zo eenvoudig gerealiseerd wordt.  Niet gemakkelijk.

Ik heb op de raad gisteren begrepen dat we het (uiteraard op extreem-rechts na) in grote lijnen eens zijn over de doelstelling die we nastreven.  We moeten wel nog eens goed nadenken hoe we die willen bereiken.  En onszelf en elkaar ook de ruimte geven om ons wat ongemakkelijk te voelen in deze discussie, die hoe dan ook nieuw is voor Essen.

Mens, erger je niet

Mens, erger je niet

Politiek is mensenwerk.  Sport ook.  Twee wielrenners die samen naar de meet rijden en dan in een millimeterspurt uitmaken wie er wint.  Misschien voelt de verliezer zich bekocht : waarom deed die andere geen meter kop ? Dat kan dan een boze blik opleveren, misschien wat harde woorden.  Maar zo goed als altijd volgt nadien de verzoening : de winnaar deed ook zijn job en reed voor wat hij waard was.  Van sporters wordt aanvaard dat ze elkaar als collega’s behandelen, als vrienden, ook als ze tegen elkaar uitkomen.  Van politici vinden mensen dat soms raar.  Hoe kan je nu tijdens de vergadering zo hard discussiëren, en nadien samen iets gaan drinken ? Hoe kan je proberen elkaars machtspositie te ondermijnen of af te nemen, en daarna toch vriendschappelijk met elkaar blijven omgaan ? Sommigen in de politiek vinden het zelf ook moeilijk om die “klik” te maken.  Toch is het niet alleen normaal, het hoort ook zo.  Ik ben ervan overtuigd dat je anders op termijn de democratie ondermijnt.  Een beetje op zijn Amerikaans, waar als maar meer “tribaal” met elkaar wordt omgegaan, waar opgeroepen wordt om politieke tegenstanders op te sluiten, bijvoorbeeld.

Toegegeven, het is niet altijd gemakkelijk.  Politiek kan hard zijn, en soms wordt er niet proper gespeeld.  De verleiding om “op de man” te spelen is soms groot, het onderscheid tussen iemands persoon en iemands kwaliteiten is soms diffuus.  Ook voetballers zullen wellicht na de match een verschil maken tussen een harde maar zuivere tackle, en een vuile fout.  Ik heb me hier ook al wel eens druk gemaakt over een gebrek aan collegialiteit, een gebrek aan respect of een pure pesterij.  Ik probeer zelf (maar ben feilbaar) om de grens angstvallig te bewaken, maar als het nodig is schuw ik de harde tackle niet – als die nodig is om mijn punt te maken, om mijn gelijk te bewijzen, om mijn visie te realiseren.  En misschien lijkt die dan wel eens persoonlijk bedoeld.  Of wordt die ten onrechte zo voorgesteld.  Als oppositielid kan je nu eenmaal ook niet verbergen dat je mensen hun functie als persoon misschien wel gunt, maar als politicus liever zou hebben dat ze die de volgende dag kwijt zijn.  Dat lijkt soms hard, maar het is ten gronde maar juist even hard dan degene die wel op de stoel zit en geen plaats wil maken voor mij…

Na een faire campagne volgde in Essen een moeilijke verkiezingsuitslag, en een coalitievorming die op de verhouding tussen politieke partijen heeft ingewerkt.  Ik weet dat sommigen dat niet zullen begrijpen, maar ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat mijn opinie over de mensen in geen van de andere partijen in de voorbije weken veranderd is.  Degenen die ik als persoon waardeerde, waardeer ik nog steeds.  Ik voel me zwaar getackeld (dat zal hier al wel gebleken zijn), en zal met plezier meedenken over het tactisch plan om de volgende keer met onze ploeg niet alleen als eerste over de streep te komen, maar ook op het podium te staan.  Vooraleer de anderen binnenkomen, zelfs.  Om zo onze visie op een beter bestuur voor Essen te realiseren.  Maar degenen tegen wie we die wedstrijd zullen rijden zijn tegenstanders, geen vijanden.  Goede mensen, met verkeerde inzichten.

 

D+3

D+3

De dag nadien.  Gisterenavond heeft sp.a ons laten weten dat ze beslist hebben om verder te besturen met CD&V.  Laat ik eerst maar stellen dat dit hun recht is.  Het staat in de spelregels dat dit mag.  Maar het kan natuurlijk ook heel anders.

Coalitiebesprekingen in Vlaanderen zijn iets raars.  In Nederland wordt er na de gemeenteraadsverkiezingen een paar dagen gewacht, want verstandige beslissingen vragen om een beetje bedenktijd – en slaaptijd.  Daarna komen alle partijen samen om de mogelijkheden te bespreken.  Er wordt een formateur aangeduid, die op basis van inhoudelijke overeenkomsten naar een meerderheid zoekt.  Dat proces leidt tot een nieuw college.

In Vlaanderen niets van dat alles.  Het gewoonterecht zegt twee dingen : tenzij je in een grote stad woont moet alles zo snel mogelijk beklonken zijn, en de grootste partij mag eerst initiatieven nemen.  Zondagnamiddag hebben we dus sp.a en CD&V uitgenodigd voor een gesprek.  We hebben hen uitgelegd waar we inhoudelijke overeenkomsten en verschillen zagen, en hoe we dachten aan een nieuw schepencollege te raken.  We hebben hen duidelijk gemaakt dat alles besproken kon worden, ook de burgemeesterssjerp.  Met sp.a zijn er op zondag en maandag verdere (korte) gesprekken geweest, CD&V hield de boot af.  De sp.a gaf aan dat het voor hen om een moeilijke keuze ging.  Dat ze alle argumenten voor en tegen verschillende meerderheden gingen afwegen.  We hebben loyaal geprobeerd om hen daarbij te helpen.  Maar ze hebben het proces niet afgerond.  Op maandagavond kregen we een uitnodiging voor een gesprek op dinsdagavond, voor verdere verduidelijkingen.  Op dat gesprek werd uiteindelijk alleen meegedeeld dat CD&V en sp.a hun coalitie gingen verderzetten, ondanks de grotere inhoudelijke overeenkomsten tussen sp.a en N-VA/PLE.

Nogmaals, dat mag.  Het is volgens het boekje, en we kenden dat boekje toen we een lijst indienden voor deze verkiezingen.  Of het een correcte manier van werken is, is natuurlijk een andere vraag.  Ik geloof in mensen, dus ga ik er toch maar vanuit dat dit geen doorgestoken kaart was, en dat de collega’s van CD&V en sp.a zichzelf en ons nog in de ogen kunnen kijken.  Het stoort me wel enorm dat CD&V in de communicatie nu de twee stemmen verschil tussen ons en hen gaat minimaliseren.  We hebben het hier wel over mensen, niet over cijfers na de komma.  Elke twee Essenaren, neen élke Essenaar zie zondag gestemd heeft verdient respect.  Een woord waar CD&V anders de mond van vol heeft…

Ik ga de Conservatieve Coalitie niet feliciteren.  Dat verdienen ze niet.  De Essenaar koos voor een vooruitstrevend, ja zelfs een progressief alternatief.  Zich verbergen achter de onwenselijkheid van een coalitie met N-VA is dan ook onzin.  Over in Vlaanderen zien we dezer dagen coalities tot stand komen met N-VA en met Groen en/of sp.a.  Mogelijk volgt zelfs Antwerpen.  Ik zou dat toejuichen, want ik heb in de voorbije campagne veel respect gekregen voor Jinnih Beels.  Ook al gaat mijn voorkeur eigenlijk uit naar “Braziliaanse” samenwerkingen met geel, groen en blauw.  Felicitaties komen er dus niet – op een enkele individuele uitzondering na.  Ik ga de coalitie van CD&V en sp.a wel veel succes wensen, want dat is in het belang van Essen.  Hopelijk brengen ze het veilig, leefbaar, actief en welvarend Essen waar de kiezer om gevraagd heeft toch dichterbij.

Eindspurt

Eindspurt

De verkiezingscampagne zit er bijna op.  Tijd om even terug te blikken.  Persoonlijk was het voor mij een goede campagne.  Ik had er eerlijk gezegd een kleine zes jaar tegen opgezien, maar ik vond de voorbije weken boeiender dan ik had verwacht.  Ik heb er alleszins veel positieve energie uit gehaald.  We brachten ook een bijzonder sterk en op elkaar ingespeeld team op het terrein, zodat we op verschillende fronten (borden, folders, brieven en online) op een duidelijke manier het verhaal van N-VA/PLE konden brengen.  Mijn dank en waardering gaat in de eerste plaats uit naar iedereen die daaraan heeft bijgedragen, zeker naar degenen die voor of achter de schermen bergen werk hebben verzet.

Ook dank aan de collega’s van de andere partijen.  We hebben er in Essen een duidelijke maar faire campagne van gemaakt.  Het aantal uitschuivers is op één hand te tellen.  Hopelijk hebben jullie dat ook zo ervaren, want wie splinters zoekt in andermans oog ziet een eventuele balk bij zichzelf niet meer.  Maar behalve de balk van een bord waar Kevin op een bepaald moment létterlijk op gebotst is, denk ik dat het met die balken ook wel meevalt : we hebben alleszins bewust geprobeerd om ons verhaal en onze ploeg naar voren te schuiven.  Met kritiek op het beleid dat de voorbije jaren werd gevoerd, waar dat nodig was.  Maar zonder op de man of vrouw te spelen.

Het wordt boeiend zondag.  Het kunnen historische verkiezingen worden voor Essen, op verschillende manieren.  Ook buiten Essen wordt het interessant.  Het heeft geen zin dat ik de analyses over doe die elders de voorbije dagen al in het lang en het breed zijn gemaakt, maar de stembusslag in Antwerpen, Gent en de andere centrumsteden wordt natuurlijk iets om naar uit te kijken.  Ook wat er in Brussel en Wallonië gebeurt is interessant.  Toch hoop ik dat de kiezer er in de eerste plaats lokale verkiezingen van maakt.  Ik vraag me soms wel eens af voor wie ik in die of die andere gemeente zou stemmen, en dan stel ik vast dat het antwoord daarop varieert.  Qua partij, maar ook tussen de zittende meerderheid en de oppositie.  Lokaal beleid maakt nu eenmaal een verschil.  En partijen zijn niet dezelfde in elk gemeente.  Daarom vind ik het soms ook jammer dat nationale partijen zo sterk hun stempel proberen te drukken op lokale verkiezingen.

Dat laatste zien we ook in de grafische vormgeving, al varieert de vrijheidsgraad binnen partijen daarin nogal.  Als N-VA/PLE hebben we daar natuurlijk net iets meer de vrije hand in.  Ik vind het belangrijk dat een campagne ook gewoon “mooi” is.  Dat affiches, folders, … er goed uitzien.  Ook op dat punt vond ik onze campagne bijzonder goed geslaagd, met dank aan onze lay-outer.  Laat ik het maar niet over andere partijen hebben, want ook daar hebben mensen hun best gedaan om hun verhaal zo goed mogelijk vorm te geven.  Ik heb in mijn leven te veel gewerkt aan folders om veel leedvermaak te koesteren als er bij anderen iets verkeerd gaat : een naam in het overzicht van de lijst dubbel presenteren, ik moet er niet aan denken.  Ik weet het, veel kiezers zien dat wellicht niet.  En toch, ik wens het niemand toe.  Opvallendste “grafische” nieuwigheid vond ik het overvloedig gebruik van donkergroen door CD&V.  Niet alleen in Essen, want dan zou het nog verklaarbaar zijn als weinig subtiele referentie naar de gemeente kleuren, maar nationaal.  Akkoord, donkergroen contrasteert mooi met oranje, maar ik heb het gevoel dat dit meer dan een eenmalige keuze is.

Het zit er bijna op.  De brievenbussen kunnen opgelucht ademhalen, de vergezichten kunnen binnenkort opnieuw zonder verkiezingsborden bewonderd worden.  En wie Facebook opent krijgt volgende week opnieuw reclame van bol.com of booking.com in plaats van pakweg mijn gezicht te pas en te onpas te zien verschijnen.  Maar eerst moet de kiezer uit het verhaal dat we allemaal samen hebben proberen te vertellen nog haar of zijn conclusies trekken.  Zo hoort dat in een democratie.  De kiezer heeft het laatste woord.  Gelukkig maar.

(Foto : Erwin Koevoets)

 

 

Buxus fugit

Buxus fugit

Enkele maanden geleden besloten we dat we in deze verkiezingscampagne zouden proberen om een aantal folders deur-aan-deur te gaan afgeven.  We wisten toen dat het geen sinecure zou zijn om dat in de drukke campagneweken in te bouwen.  Een ambitieuze verkiezingscampagne doen draaien op vrijwilligers -bij ons geen vol- nog halftijdse politici- is nu eenmaal niet evident.  Toch hebben we ons best gedaan om met name in Essen-Centrum de folders af te geven, en zo de Essenaren een extra kans te geven om met ons in gesprek te gaan.  Een tegelijk ouderwetse en heel moderne manier van campagne voeren, is het.  Net omdat ze, zoals de sociale media, de interactie aanmoedigt.

Ik vond het in elk geval wel boeiend.  Natuurlijk zijn er mensen die negatief reageren, of geen interesse tonen.  Dat mag.  Interesse in het bestuur van de gemeente is sterk aanbevolen, maar niet verplicht.  Iemand gaf aan dat ze onze folder meteen ging weggooien, en vond dat dan jammer voor de drukker.  Nochtans is dat de énige die er wellicht toch blij mee is, want de rekening gaan we in elk geval netjes betalen.  Er zijn zoveel mooiere dingen mee te doen, trouwens.  Collega Arno Aerden bewees op Facebook dat hun folder uitstekend knutselmateriaal is.  Die van ons zijn dat van ons ongetwijfeld ook.  Al geef ik toe dat de sp.a voor iets dikker papier heeft gekozen, wat bijvoorbeeld gemakkelijker “in de plooi” blijft.  Zeg nu nog dat we nooit iets positiefs zeggen over de andere partijen !

Daarnaast heb ik met eigen ogen kunnen vaststellen hoe slecht de buxus er wel aan toe is.  De droogte en de mot hebben lelijk huisgehouden.  En al wat we kunnen doen is proberen bij te dragen om de klimaatverandering af te remmen of terug te draaien.  Wat, toegegeven, een weinig onmiddellijke oplossing voor het buxusprobleem is.  Of hoe de politiek soms gewoon zijn onmacht moet toegeven.  Het lucht zelfs op !

 

Kaartspel

Kaartspel

Nog een kleine week, en dan weten we hoe de Essense kiezer de politieke kaarten heeft geschud voor de komende zes jaar.  Ik vermoed dat nog niet al die kiezers daar wakker van liggen.  Het weze hen van harte gegund.  Ik hoop wel dat ze in de loop van deze week tot een besluit komen op basis van het beleid dat ze in de komende jaren willen zien, en van de mensen die dat volgens hen ook het best kunnen uitvoeren.

De kaarten kunnen nog op verschillende manieren geschud worden, natuurlijk.  Maar zo héél veel mogelijkheden zijn er wellicht niet.  Ofwel haalt één van beide grote partijen (CD&V of N-VA/PLE) een absolute meerderheid, ofwel moet er een coalitie gevormd worden.  Om een absolute meerderheid, 13 zetels in de gemeenteraad dus, te halen moet CD&V er 3 zetels op vooruitgaan.  N-VA/PLE moet er 4 bij winnen om Essen alleen te besturen.  Dat kán, maar het zou wel betekenen dat de andere van deze twee dan een behoorlijk verlies zou moeten incasseren.  In het andere geval gaan we naar een coalitie – en Essen is sinds 1994 door een coalitie bestuurd.  Ook dan is de wiskunde niet zo moeilijk : ofwel vinden beide grote partijen elkaar, ofwel gaat één van hen een samenwerking met sp.a aan.  Net omdat sp.a wellicht een stuk kleiner wordt dan de beide andere partijen is een coalitie met hen aantrekkelijk – en vooral CD&V lijkt ook niet echt bereid om een “grote coalitie” met N-VA/PLE te overwegen, hoe jammer dat ook is voor Essen.

In politieke termen heet het dan dat de sp.a “in het midden van het bed ligt”.  Twaalf jaar geleden kon de partij niet echt een andere kant oprollen : alleen een vierpartijencoalitie met 13 zetels was toen een mogelijk alternatief.  Zes jaar geleden had de sp.a wel de keuze : als de partij had gewild had ze ook met N-VA/PLE een meerderheid kunnen maken.  Ook dat zou een meerderheid van 13 hebben opgeleverd, maar met twee partijen is die normaal wel stabiel genoeg (zoals CD&V en sp.a zelf bewezen tussen 2006 en 2012).  De sp.a koos echter opnieuw voor CD&V.  Sommigen beweren dat dit het resultaat was van een voorakkoord, maar dat soort akkoorden komt nooit boven tafel.  Dat weten we dus niet.  Moest ik Helmut Jaspers heten, ik zou er vandaag ook geen ondertekenen.  Dat lijkt me niet verstandig.

Welke keuze maakt sp.a deze keer, als de partij opnieuw in de positie van “kingmaker” belandt ? Dat hangt uiteraard mee van de cijfers af; de uitslag stuurt hen wellicht in een bepaalde richting.  Wie de voorkeur geeft aan een bestuur met N-VA/PLE stemt dus best op N-VA/PLE – net zoals wie het belangrijk vindt dat CD&V Essen bestuurt best op die partij stemt.  Hopelijk hangt de keuze van sp.a daarnaast vooral van de verkiezingsprogramma’s af : wie bijvoorbeeld de Stemcheck doet, kan niet anders dan vaststellen dat de programma’s van N-VA/PLE en sp.a dichter bij elkaar liggen dan die van CD&V en sp.a.  Mogelijk spelen ook andere overwegingen een rol, maar hopelijk valt de beslissing wel in Essen en op basis van Essense argumenten, en niet als een afgeleide van het politieke spel in Antwerpen of Brussel.  Daar is Essen toch echt te belangrijk voor – #jijmaaktessen inderdaad.

De kiezer deelt de kaarten uit.  Het maakt echt wel een verschil of de uitkomst een soloslim inhoudt voor de ene en open miserie voor de andere, of een meer uitgebalanceerd spel.  Dat maakt dat elke stem telt.

Daarom is tenslotte ook het resultaat van het Belang nog… belangrijk.  Als de partij, ondanks de 50/50 splitsing in een “Essens” en een “Vlaams” Belang, toch nog een zetel binnenhaalt (of meer), dan maakt dat de vorming van een meerderheid mogelijk ingewikkelder – uiteraard vooral voor de partij die dan die zetel(s) moet inleveren.

Nog zes keer slapen…

Een dorp met (pompoen)pit…

Een dorp met (pompoen)pit…

De pompoen. Lang heb ik echt niets gehad met die te groot uitgevallen groente. In mijn kindertijd, en lang nadien, werd hij dan ook alleen in soepvorm geserveerd, en die soep was steevast te dik, en vooral veel te zoet. En verder smaakloos. Ik heb het oranje vruchtvlees pas later leren waarderen. Dankzij de butternutvariant, waar meer smaak inzit – ik weet het, er zijn ook andere lekkere pompoenen. Dankzij de recepten van Ottolenghi ook, die de pompoen perfect met andere ingrediënten weet te combineren. En dankzij sinaasappel, gember en kardemom, waarmee een pompoen wel tot een lekkere soep kan worden omgetoverd. Ik heb enkele jaren geleden zelfs eens pompoenijs gemaakt, best lekker. Dat neemt niet weg dat de pompoen nog al te vaak in alle smaakloosheid wordt opgevoerd, net als zijn groene neef de courgette, die ik eigenlijk alleen en de mediterrane babyvorm, en dan in schijfjes gesneden en gegrild, weet te waarderen.

Waar wil ik met deze culinaire inleiding naartoe ? Naar Wildert, uiteraard. Onder impuls van een aantal enthousiastelingen in KWB (nu verzelfstandigd als „WOK”) groeide die wijk in de voorbije jaren uit tot het „pompoendorp” van Essen en omstreken. De jaarlijkse Pompoenfeesten brengen de Wildertnaren samen rond de Cucurbita pepo, met de stoet en de weging van de secuur gekweekte megagroente als hoogtepunt. Onnodig om te zeggen dat de reuzenexemplaren meer decoratieve dan nutritieve kwaliteiten hebben, wat in Wildert ruim wordt goedgemaakt door ándere pompoenen door de soep en de jenever te draaien.

Deze morgen stond dus de Pompoenstoet op mijn programma.  Ik geef toe, dat het volgende week verkiezingen zijn zal ook wel meegespeeld hebben bij de beslissing om een kijkje te gaan nemen. Maar sowieso wilde ik Ioanna er eens mee naartoe nemen. Het leek me met name eenvoudiger om het fenomeen te laten zien dan uit te leggen hoe Wildert met κολοκύθες omgaat… En bovenal is gewoon gezellig, dat Pompoenfeestvieren.

Samen met de Oogstfeesten en voorheen de 24 Uren bepalen de Pompoenfeesten mee de eigenheid van Wildert – een dorp dat toch een aparte plaats inneemt in het Essense gemeenschapsleven.  Meer deelgemeente dan wijk, eigenlijk. Die eigenheid zit niet alleen in dit soort initiatieven. Ook het bouw-, verkeers- en open ruimtebeleid van de komende jaren zullen in belangrijke mate het karakter van Wildert bepalen. De geplande heraanleg van de dorpskern kan een heel mooi resultaat opleveren, maar dat kan enkel als er stevige knopen worden doorgehakt (en wie iets van pompoen kent, weet dat “doorhakken” niet het eenvoudigste onderdeel is…).  Niet alleen voor de nabije, ook voor de meer verre toekomst. Hopelijk kan de Pompoenstoet ook binnen 20 jaar nog door een mooi dorp trekken, niet door een halfstedelijke voorstad.  Maar daaraan moeten we op één januari beginnen werken !

Zwemmen in het geld ?

Zwemmen in het geld ?

Hoe je het ook draait of keert, de afbraak van zwembad De Vennen was één van de opmerkelijkste beslissingen die in de voorbije zes jaar werd genomen.  Dat merken we ook nu in de verkiezingscampagne, waar de discussie hierover soms pittig en soms ook emotioneel wordt.

Het blijkt daarbij niet zo gemakkelijk om de sluiting te verdedigen.   Voorwaarde één is dat je de hele voorgeschiedenis vergeet en vertrekt van de vaststelling dat de gemeente Essen in 2014 plots met een relatief duur en grondig versleten zwembad zat.  Dat betekent dus dat je de beslissing los ziet van het feit dat je had kunnen zien aankomen dat het bad aan het verslijten was en dat je dus bijvoorbeeld de koppeling met de bouw van een nieuwe sporthal kon maken – dit voorstel uit 2009, vijf jaar vóór de sluiting, blijft toch wel het ultieme “we hadden het nog zo gezegd”.  Voorwaarde twee is dat je de discussie in de verkiezingscampagne van 2012 vergeet.  En voorwaarde drie is dat je kan uitleggen wat er met het geld gebeurd is dat uitgespaard werd door het zwembad te sluiten.

Dat laatste is niet zo eenvoudig.  Stellen dat het geld voor de turnhal werd gebruikt, kan er alleen toe leiden dat je de turn- en de zwemliefhebbers tegen elkaar opzet.  Dat is onterecht (die turnhal moest er sowieso komen) en ook politiek niet erg wenselijk.  Hoe dan uitleggen dat de afbraak van het zwembad tóch een goede zaak is geweest ? De laatste dagen duikt het argument op dat er dankzij de sluiting meer geld kon worden besteed aan het onderhoud van wegen en fietspaden.  Dat lijkt al een betere uitleg, want iedereen is natuurlijk voor goede wegen en fietspaden.  Behalve… dat het verhaal ook niet klopt.  Jammer genoeg is het niet zo moeilijk om de cijfers na te kijken.  En dan zien we dat er sinds de sluiting van het zwembad niet meer geld naar wegenonderhoud is gegaan dan voordien.  Dus neen, de bulldozer die De Vennen afbrak is achteraf niet ingezet om de verkeersveiligheid in Essen te verbeteren.

Factcheck : “Het geld dat bespaard werd door zwembad De Vennen af te breken werd gebruikt om te investeren in veilige wegen en fietspaden.”
Resultaat : Niet waar.

De eerste spadesteek…

De eerste spadesteek…

De vzw Turnhal bouwt… een turnhal. Dat is namelijk de bestaansreden van de vzw, wat had u gedacht ? Ik ben lid van de Algemene Vergadering van die vzw. Maandag werd met een plechtige eerste spadesteek de start gegeven voor de bouw van die turnhal. Ik was daar niet bij aanwezig. Meer nog, ik was niet eens uitgenodigd. Hoewel ik dus de bouwheer ben. Of toch één van de bouwdames en -heren. Maar neen, ik was niet welkom. Een mens vraagt zich af waarom.

Toch ben ik erg blij dat de bouw gestart werd. De turnhal is écht nodig, want de turnsport leeft in Essen. In de breedte, en ook in de diepte. Of de hoogte, dat past misschien beter. Er wordt op niveau geturnd in Essen. En tegelijk vinden héél veel kinderen en jongeren (en ook minder jongeren) er een sportieve en zinvolle vrijetijdsbesteding.

En ja, we zouden dit project met N-VA/PLE anders hebben aangepakt. Het eerste dossier werd door het schepencollege volledig onrealistisch opgemaakt. Daardoor ging er een jaar verloren. Eigenlijk zouden we nu de opening moeten vieren, niet de eerste spadesteek. Bovendien werd er een grote kans gemist om een totaalvisie op de Essense sportinfrastructuur te ontwikkelen. Toen de plannen werden ontwikkeld voor wat nu de Hemelrijkhal is, wisten we al dat er tekort was aan turnruimte.  We wisten ook dat zwembad De Vennen zijn beste tijd had gehad. In plaats van alle stukken van de puzzel samen te leggen, werd alles één voor één aangepakt.

Ook de vzw-structuur vinden we niet zo gelukkig, vooral omdat ze één turnvereniging (Gympuls) een heel zwaar financieel engagement oplegt. Een engagement dat vandaag wel realistisch is, maar dat je volgens mij als gemeentebestuur niet zomaar van een vrijwilligersorganisatie kan vergen, ook al gaat het om de grootste vereniging van Essen.

Maar ook met onze aanpak zou de hal er gekomen zijn. De beslissingen om dat mogelijk te maken hebben we ook altijd mee gesteund. Waarom ik dan niet uitgenodigd was ? Wellicht omdat mijn turn- noch graafkunsten degenen die de uitnodigingen verstuurden hebben kunnen overtuigen. Als de hal af is, wil ik toch graag komen. Om mee te vieren.  Maar ook omdat ik het  belangrijk vind om te kunnen zien dat belastinggeld goed wordt gebruikt, want de Essenaar geeft het terecht aan ons af in de verwachting dat we daar goed op toezien. Hopelijk gaan de werken snel vooruit, zodat ik die uitnodiging ook spoedig in mijn brievenbus vindt. Zullen we dat afspreken ?