Archief van
Categorie: Essen algemeen

We hebben het geweten

We hebben het geweten

Ik quiz regelmatig, meestal in het team van ESAK. Vooral in Essen, maar we zoeken het ook al eens wat verder. In de buurgemeenten, soms zelfs een heel eind hier vandaan. Dat vind ik leuk, omdat je dan met verschillende stijlen van vraagstelling en presentatie te maken krijgt. En ook wel met verschillende moeilijkheidsniveaus. Zodat we af en toe al eens achteraan het peloton eindigen, terwijl we in Essen meestal op een podiumplaats terechtkomen. Alles is relatief, en gelukkig maar. En het plezier dat je aan een quiz beleeft, heeft zelden verband met de plaats in de rangschikking.

Er zijn in Essen sinds lang veel quizzen, al valt er af en toe wel eens eentje af. Maar er komen er ook bij, en de kwis voor Kom Op Tegen Kanker is zondermeer het paradepaardje van de recente nieuwkomers – ook al bestaat hij ondertussen al langer dan de telling van de organisatoren zou laten vermoeden. Eerst droeg de quiz een andere naam. Maar de formule bleef min of meer hetzelfde : een inhoudelijk goed uitgewerkte en gezellige verenigingsquiz, op maat van Essen. Maar dan met nét dat ietsje meer : een professionele presentator (Jan Bosman van 4FM) en enkele BV’s die in het geheel worden ingepast zonder storend te werken. Gisteren verzamelden 60 ploegen in de sporthal van het College, en de organisatie had er nog 23 meer kunnen hebben. Toch werd er al gesproken van “de grootste kwis in Vlaanderen”, en dat zou best kunnen met een kleine 600 aanwezigen. Geen eenvoudige organisatie dus, maar zo goed alles liep op wieltjes – hier en daar moet het werkvolume nog wat beter ingeschat worden, maar dat is niet meer dan normaal. Heel knap werk, dat aantoont dat je mensen ook in 2009 nog kan engageren om een avondje te komen tappen, ronddragen, tombolaprijzen verdelen of jureren. Of om te kwissen natuurlijk. Voor het goede doel, maar ook om er gewoon bij te horen, bij Essen. Het soort avond dat je er trots op maakt een Essenaar te zijn.

Het minst belangrijke is dan uiteraard de uitslag. De overwinning ging naar de Waaslandse ploeg “Vicaris”. Sympathieke mensen, die we ook wel eens elders te lande tegenkomen. Ze wonnen ook de “gouden bak” als de grootste consumenten… Wij werden derde, en zoals dat hoort hebben we achteraf nog even gediscussieerd over de vragen die we eigenlijk goed hadden moeten hebben. Uiteraard leidt die Chinese rekenkunde dan tot een virtuele overwinning. Quiz en en politiek liggen niet zo ver van elkaar…

Kiek

Kiek

Vrijdagavond hebben we met “Was het nu ’70, ’80 of ’90 ?” de fotocollectie van de Stichting Heidebloempje onder de aandacht gebracht. Daarmee verzamelden in de Oude Pastorij leid(st)ers van verschillende generaties, die elkaar niet eens kennen (je zou wellicht een viergeslacht kunnen creëren onder de aanwezigen : de ene was leider van de tweede, die leider was van de derde, die zelf leider geweest is over de vierde…). Naast verschillen (die bij foto’s met auto’s erop nog het meest opvielen) kon je niet om de gelijkenissen heen kijken. Ik heb er mij erg goed mee geamuseerd, en hoop van alle aanwezigen hetzelfde. En ondertussen kan ik natuurlijk alleen maar verwijzen naar onze virtuele fotocollectie die binnenkort de 25.000 stuks zal overschrijden op www.heidebloempje.be – zelden is een nochtans erg indrukwekkend krantenartikel (met dank aan onze plaatselijke GvA-correspondent) zo snel alweer achterhaald geweest !

Met de fotoavond vierden we ook “15 jaar Stichting (100 jaar) Heidebloempje”. Niemand van ons (en ik nog het minst van al) wist in 1993 waaraan we begonnen waren, maar het glaasje cava dat we voor ons drievoudig lustrum serveerden smaakte mij alvast naar meer.

Quiztig

Quiztig

Ik heb gisteren mijn debuut gemaakt als quizpresentator. Samen met Carl Kerstens had ik de ESAK-quiz uitgewerkt, die we een hoog multimediagehalte hadden gegeven. Zo ongeveer op het laatste moment leek het ons het meest efficiënt dat ik niet alleen achter de computer zou zitten om de Powerpoint te bedienen, maar ook de microfoon zou hanteren. Ik heb al aan meer dan genoeg quizzen meegedaan om te weten wat er van mij werd verwacht, en dankzij de schermondersteuning heb ik ook maar één vraag moeten herhalen. Desondanks, en hoewel ook het roken in quizzalen gelukkig tot het verleden behoort, was op het einde van de avond mijn stem stilaan op. Maar het was leuk om te doen.

In de quiz zaten (voor wie me een beetje kent niet toevallig) acht vragen die verband hielden met een volkslied. De leukste vond ik deze : van welke autonome regio is dit het volkslied ?

Hoog in top, zonwaarts op

Hoog in top, zonwaarts op

De Ronde van Essen zit er weer op. Een goede Ronde, met veel lopers en behoorlijk goed weer. Een Ronde met veel medewerkers ook. Waarbij nogal wat blauwhemden, en dat doet natuurlijk goed aan het KSJ-hart. In de vrachtwagen van de gemeente zat dan weer één van de twee Leeuwkesleiders die mij begeleid hebben tijdens het allereerste jaar dat ik bij KSA Essen was, het werkjaar 1978-1979 (in 1981 werd het KSJ Essen). Marc zorgde een hele week lang voor een uitstekende dienstverlening – met als het nodig was méér dan wat er officieel was aangevraagd.

In 1978 was ik zes jaar. In 1992 beslisten we om kinderen van vijf in KSJ Essen toe te laten, en de groep die we daarvoor oprichten noemden we de Piepers. Die eerste generaties Piepers staan nu in blauw hemd en rood sjaaltje als KSJ-leiding op het Rondeparkoers. Ik zag en hoorde een leidingsploeg waarvan ik nogal wat mensen eigenlijk niet ken, maar ik merkte een groot potentieel en een groep van het kaliber waar ik wel mee aan de slag had willen gaan. Ik wens hen een historisch goede ledenwerving toe en in 2011 een kamp met 120 KSJ-ers. Met de juiste aanpak en een beetje geluk kan het. Ik geloof erin, en hoop van hen hetzelfde !

Naschrift (11/9/2008) : Vorige week overleed Cecile De Visscher, vandaag werd ze begraven. Ze was de moeder van onze fractieleider Dirk en van mijn Stichting-collega Rudi, maar voor mij in de eerste plaats dé kookmoeder van KSA/KSJ. Ze stond achter het fornuis op de eerste kampen waarbij ik meeging. Zeker in de jongensbeweging die KSA toen was, verving zij daar af en toe ieders “moeder”.

Voor de honderste Jodela, het KSJ-tijdschrift, heb ik haar in 1990 nog mee geïnterviewd. Ze verklapte er het recept van “soldatenpap”, dat gekaramelisseerde vanillepudding bleek te zijn. Ik weet niet of je dat met gouden lepeltjes kunt eten, maar ik weet wel nog hoe heerlijk ze smaakt na een lange tocht – ook al eindigt dis altijd te vroeg.

Roefel revisited

Roefel revisited

Roefel, al voor de 15e keer. Dat Essen in 1994 ook een Roefel kreeg, reken ik bij één van mijn eerste politieke verwezenlijkingen. Nogal wat Essenaren keken in het begin van de jaren 1990 jaloers naar Kalmthout, waar de Roefeldag een groot succes was. Met het toenmalige Jeugdraadbestuur gebruikten we die afgunst (ik herinner me dat “Broer” er ooit een cartoon van maakte) als hefboom om niet alleen een Roefel te krijgen, maar meteen een volwaardige jeugddienst. Het schepencollege probeerde nog wel wat nepoplossingen uit, maar die leverden nooit een Roefel op – waarmee ons gelijk dus bewezen was. Frans Schrauwen, schepen van jeugd, voelde (toen nog ?) goed aan wanneer een bocht onvermijdelijk was, en wist daarvan meestal dan ook nog het beste te maken. Zodat uiteindelijk Josée Van Doren de gemeentelijke jeugdambtenaar werd. In principe maar deeltijds, want zoveel werk kon dat nu toch niet zijn. Maar wij wisten beter (en Josée ook), zodat we al snel een volwaardige jeugddienst hadden.

De hefboom had dus gewerkt, en dankzij een dynamische en enthousiaste stuurgroep kwam er vervolgens natuurlijk ook écht een Roefel. Die al snel uitgroeide tot een groot succes, en daaronder in meer recente tijden ook een beetje bezweek. De zware organisatie, de teruglopende medewerking van de middenstand (vaak begrijpelijk, soms ook niet) en ook wel een beetje het déjà vu-gevoel bij medewerkerd en deelnemers lagen daar wellicht mee van aan de grondslag. Denk ik, want ik heb Roefel altijd meer vanop een afstand gevolgd. Al ben ik nu toch al weer een aantal jaren de “officiële” fotograaf van het gebeuren.

Dit jaar was het nog eens een Roefel “zoals vroeger”, met heel wat activiteiten in winkels en bedrijven en met een trefpunt in elke wijk. Hier en daar zat er wel een schoonheidsfoutje in, en het hele apparaat geraakte ook niet helemaal op kruissnelheid wegens een kleiner aantal kinderen dan verwacht. Maar dat neemt niet weg dat het allemaal erg degelijk georganiseerd bleek (de jeugddienst met Kris en Robin toonde aan dat ook de opvolging van Josée nog altijd bergen kan verzetten, en de stuurgroep met oudgedienden en meer recente nieuwkomers had duidelijk ook het beste beentje voorgezet – jammer genoeg deden enkelen onder hen dat voor de laatste keer).

Bovendien geeft de “blik achter de schermen” van de grote mensenwereld echt wel een meerwaarde aan het geheel. Als fotograaf was ik goed geplaatst om dat te zien. Ik hoop dat er volgend jaar, eventueel in een wat gewijzigde vorm met minder trefpunten, toch nog eens op hetzelfde elan wordt verdergegaan. Al zal ik het niemand verwijten als dat niet zo zou zijn en er opnieuw voor een beperkte formule wordt gekozen, want net als in de vorige eeuw blijft Roefel een hele uitdaging.

Wie benieuwd is naar de foto’s vindt ze hier.

44

44

Oozen burgemjester zet zoewmar in de gemjentelijke berichte dattem gin Esses kan. Da’s straf, stelt uw is veur dat de kunnigin beveurbeld zou zegge dazze gin Vloms kan… Nou muttek jerlijk toewgeve dakkik wok ni jellemoal Esses proat gelak asda zou moette. Mijn ouwers zen van Wezel en Loenout, en ik zen nog nen tijd in Wogstroaete nor ’t school gewist (’t Seminorrie, jaja) : doar zegge ze dasiet ni goe vijne aszet ni goe vinne ! En op den tellevies worde veural Antweirps en dan lekket al rap of dache da dan mar moet overpakke; ’t Esses is wok van zen eige al ni zoew een duidelijk dialect : ’t is West-Broabaants mej toch wok Wost-Broabaantse invloede (gelak as “wer” op ’t ende vanne zin). En binnenet West-Broabaants zittet Esses op de greis tusse Markiezoats, Baroniejs en Antweirps. Veurbij de Nimoer en ’t Aachterbroek proate z’echt Antweirps (dus klappe ze’t,…) mar ier dus niej. Daddis dan wok nog is een bitje menneneigen theoriej, want achet opzukt vind ooveral nen aanderen uitleg. Kem gewort dazze veur achtonderdveftig joar Esse ’t jen en ’t aander gon opschrijve over ’t Esses, en da lekt me wel een goej initjatief. ’t Zou sunt zen da binne feftig joar nimant mjer wet oewachier echt mut proate.

Ondertusse vroagdew mesgint af worrom dakier in ’t Esses zen beginne schrijve, want makkelijk is da niej. Wel, van ’t wiekent was ’t karnaval. En karnaval, daddis in ’t Esses te doen. ’t Was al de vierenvjertigste kjer, en bij de karnaval is daddeen spesjioal getal, vier kjerren elf (oewattadammel begonnen is, da kund’ ier leze in wofdstuk tien). Zelf zennekniej zoewne karnavalvierder, al zennek wel nor de stoet gon zien (niej el de stoet, want webben wok in ’t cafej gezete). Mor karnaval is natuurlijk jel veurnoam veur Esse. Doar emme zoveul meesse zoveul leut mej, dat dad altij mut blijve bestoan !

Bang !

Bang !

Vuurwerk hoort bij een nieuw jaar. Essen is een Vlaamse enclave in Nederland, maar in de oudejaarsnacht ligt onze gemeente qua vuurkracht meer boven dan onder de grens. Dat danken we natuurlijk óók aan onze medeburgers van Nederlandse afkomst. Ik heb een erg dubbel gevoel bij vuurwerk : ik vind het bijzonder mooi en ben daarnaast nogal bang van amateur-artilleristen die spullen afsteken waar het Belgisch leger niet mee aan de slag zou durven (dat gaat minister De Crem evenwel ongetwijfeld onverwijld veranderen). Maar het bleef allemaal op een voor mij veilige afstand, en er ging heel wat de lucht in – en de reeds vermelde medeburgers waren daar gelukkig niet bij. Wel een behoorlijk deel van hun zorgvuldig bijeengespaarde fortuin. Goed voor onze locale economie, zullen we maar denken. Ook de terreurdreiging was in Essen blijkbaar niet van die aard dat er een vuurwerkverbod moest worden opgelegd.

En zo is 2008 begonnen. De al dan niet toevallige lezer van dit stukje wens ik alvast veel geluk en een goede gezondheid toe.

Weekdier in het weekend

Weekdier in het weekend

Naar jaarlijkse gewoonte heb ik een dagje opgediend op het Mosselfeest van de Kernraad van Jeugdheem Deken Verbist. Ook om mijn waardering uit te drukken voor het werk van die Kernraad. Die wel van langsom minder representatief wordt voor KSJ, en dat is stilaan onhoudbaar. Ik kan me niet voorstellen dat daar één of andere Machiavellistische redenering achter steekt, dus hoop ik dat ze er snel een oplossing voor vinden. Er komen uitdagingen voor het Jeugdheem aan die een breed draagvlak vereisen.

Er was heel wat volk, en alles liep behoorlijk vlot. Hopelijk hebben de mosselen iedereen (mij alvast wel) goed gesmaakt. Ik blijf het een goed initiatief vinden, en hoop dat het nog lang wordt volgehouden. Een Mosselfeest hoort immers bij het Jeugdheem zoals Suske bij Wiske !

Heem, sweet heem

Heem, sweet heem

Het is zowat een jaarlijkse traditie om eind augustus een barbecue te organiseren met de “WOLK” : de oud-leiding van KSJ Essen. Vorig jaar hebben we overgeslagen, maar gisteren hebben we de vlam nog eens in het houtskool gejaagd. Als locatie gebruiken we ondertussen ook al weer sinds enkele jaren het Jeugdheem, waar we ons natuurlijk thuis voelen. En het was weer erg gezellig. Alleen doet het me elk jaar wat meer pijn dat het heem zelf, en zeker de terreinen ervoor, niet echt meer in goede staat zijn. Dat is een vicieuze cirkel : doordat het geheel er niet meer even fris uitziet als pakweg 20 jaar geleden, wordt het ook een stuk minder goed onderhouden door de jeugdbewegingen zelf. Daardoor ziet het er dus nog minder goed uit…

Dat doet natuurlijk geen afbreuk aan de verdiensten van vooral de Kernraad en al wie zich gedurende jaren voor het Jeugdheem heeft ingezet en nog inzet. Maar volgens mij is het ogenblik gekomen voor een grondige opknapbeurt, waarbij de jeugdbewegingen zelf de prioriteiten uittekenen en dan zoveel mogelijk mensen de handen in elkaar slaan om de plannen te realiseren. Omdat goede infrastructuur mee zorgt voor degelijk jeugdwerk.

Daar kies je voor

Daar kies je voor

KSJ Essen hield gisteren zijn tweejaarlijke ouderavond. Zoals het ondertussen gebruikelijk is stond ook de oud-leiding (WOLK) op het podium. We hebben ons goed geamuseerd met de Arabische poppenkast, al zal zoals gebruikelijk wel meer dan de helft van de verwerkte woordhumor voor de meerderheid van het publiek verloren zijn gegaan. Tom Vroegrijk vroeg vooraf of we toch zeker aan de taart-in-het-gezicht en de man-als-vrouw-verkleed hadden gedacht. Eén op twee : de taart pastte totaal niet in het scenario…

Verder vond ik het wel een geslaagde ouderavond. KSJ Essen heeft het de laatste jaren niet zo heel gemakkelijk : met minder, en minder ervaren, leiding is het logisch dat er ook wat minder leden worden aangetrokken. Niet erg natuurlijk, het hele verhaal van het Heidebloempje is er één van golfbewegingen. En er zit wel pit in deze leidingsploeg.

De stukjes en de opbouw vielen een beetje terug op de bekende routine, maar ook dat hoeft zeker niet verkeerd te zijn. Ik vond ze vooral goed bij de verschillende leeftijden passen, wat niet zomaar evident is en erg voor de leiding pleit. Dat viel me ondermeer op bij het toneeltje van de Deugnieten (nu 4e en 5e leerjaar, vroeger 3e en 4e); omdat ik vijf jaar lang leider bij die groep ben geweest let ik daar natuurlijk wat extra op. En uiteraard zat er overal wel humor in die je moeilijk anders dan als “typisch KSJ” kan omschrijven. We hebben dus toch iets doorgegeven. Dat we zelf ook maar hadden meegekregen, trouwens. Of neen, dat we verder hebben geperfectioneerd. Zoals Johnny, Afke en C° dat nu ook weer doen.

Deze ouderavond deed me heel sterk aan die van 1993 denken. Gewoon OK, zonder hoogte- of dieptepunten. Dat belooft, want persoonlijk voor mij is de ouderavond van 1995 één van de mooiste herinneringen uit mijn KSJ-loopbaan. En die van 1997 was een onmiskenbaar hoogtepunt voor KSJ als geheel. Er kan dus de komende jaren nog veel moois bloeien en gedijen, in het magere heidezand…

Het avondlied klonk tenslotte zoals het moet klinken. Toonloos, vals en ontroerend.