Archief van
Categorie: Campagne 2009

Intussen aan de overkant…

Intussen aan de overkant…

“Ik zou echt niet weten op wie ik nu zou moeten stemmen” vertelde een Franstalige collega me onlangs. Ik kon niet echt helpen. Voor wie zou ik in Wallonië stemmen ? Geen idee, eigenlijk. De meest integere partij lijkt me Ecolo, maar ik heb ernstige vragen bij het realisme van hun standpunten. Ik denk dat ik onze zuiderburen vooral “ander en beter” toewens. Dat neemt niet weg dat de verkiezingen van 7 juni bijzonder boeiend worden onder de taalgrens, en op het scherp van de snee zullen worden uitgevochten. De hele affaire met Rudy Aernoudt die eerst wel en dan 24 uur later niet meer op de lijst van de MR stond, toont aan dat er een zeer grote zenuwachtigheid heerst. Overigens doet de Aernoudt-historie een beetje denken aan de passage van Dedecker bij de N-VA, maar dit terzijde. En dat het breekpunt voor het FDF was dat Aernoudt niet duidelijk kiest voor de uitbreiding van Brussel, zegt veel over het belang van dat geloofspunt binnen de Waalse politiek. Waar we ons aan deze kant van de taalgrens véél te weinig van bewust zijn.

Hoe het op 7 juni ook uitdraait, elk verschil van meer dan één procentpuntje tussen PS en MR zal de politieke verhoudingen in het Zuiden nog lang bepalen. Het zal ook de winnaar zijn met wie Vlaanderen het gesprek zal voeren over een andere staatsinrichting, en het zal niet hetzelfde gesprek zijn met Reynders als met Di Rupo. Dat voorstellen als een keuze tussen pest en cholera is niet helemaal eerlijk en zet ook geen zoden aan de dijk. Dus doen de Vlaamse politici er goed aan nauwgezet na te gaan hoe ze, al op 7 juni ’s avonds, hun strategie het best aanpassen aan de Waalse winnaar. En ze moeten hopen op een duidelijke uitspraak van de kiezer : alleen een Reynders die verlost is van kwelgeest Elio of een Di Rupo zonder Didier kunnen harde engagementen aangaan. Als die duidelijkheid er komt, moet bovendien het “momentum” onmiddellijk aangegrepen worden om resultaten te boeken. Ook als dat betekent dat symbolen daarvoor moeten wijken.

20°C

20°C

Ik heb een weekje in Lissabon gezeten, voor een ILO-conferentie. Eerlijk gezegd een beetje tegen mijn zin : ik hou meer van vergaderingen waarvan ik het verloop ook enigszins kan beïnvloeden. Al maakte het weer vanaf het midden van de week wel één en ander goed : in februari op een terrasje iets gaan eten geeft toch wel een goed gevoel. Ik heb in datzelfde Lissabon ook al eens in oktober ’s avonds laat op een terras gezeten. Het weer in deze wereld is niet eerlijk verdeeld, maar dat is wellicht geen nieuws.

De vergadering stond vooral in het teken van de economische crisis, ook al weinig verrassend. Op mij maakten daarbij degenen die al voorbij de crisis durven kijken de beste indruk. Niet dat ze de problemen ontkennen – en velen vermoeden dat we nog maar aan het begin staan – maar het komt er volgens hen wel op aan om te zorgen dat de oplossingen die we nu kiezen ons ook op langere termijn sterker maken. Zodat de volgende economische recessie minder onverwacht en ook vooral minder diepgaand zal zijn. Ik denk niet dat we op dat vlak bij ons nu “goed bezig” zijn. Ik vrees vooral voor een ontsporing van de begroting die de werkende generatie opnieuw een hoge factuur zal presenteren.

Wie durft voldoende vooruitziend zijn om nu de hervormingen door te voeren (op de arbeidsmarkt, in de energiesector, in de sociale zekerheid, bij de overheid…) die zullen maken dat Vlaanderen optimaal zal profiteren van de economische heropleving die er vroeg of laat toch komt ? Eigenlijk ben ik er niet optimistisch over, maar zwartkijken zal ook niet helpen, want zoals de Portugese premier het uitdrukte heeft “pessimisme nog nooit één baan gecreëerd”. Dus probeer ik erin te geloven dat het wel kan. Of is dat het gevolg van een Portugese zonneslag ?

Salut Didier

Salut Didier

Ik ben niet degene die vindt dat alles wat er in België misloopt de schuld is van “de Franstaligen”. Dat is me veel te gemakkelijk. Ik vind het ook te eenvoudig om de politici uit het Zuiden zomaar af te schilderen als onredelijke figuren die niet begrijpen waar het om gaat en die niet willen inzien dat de Vlamingen het beste met hen voor hebben. Ik zie geen reden om te denken dat een Waals politicus per definitie minder bekwaam of verstandig zou zijn dan een Vlaming. Ook de kritiek op Didier Reynders vond ik niet altijd terecht. Dat hij de “slechtste minister van financiën ooit” zou zijn, is een redelijk groteske en daardoor ook gratuite bewering.

Maar er zijn wel grenzen. Het Fortisdebacle neemt stilaan belachelijke proporties aan. Waarom slagen alle landen erin snel en efficiënt voor hun banken een goede oplossing te vinden, maar eindigt dat bij ons in een onontwarbaar juridisch kluwen ? En vooral : hoe kan het dat de minister van financiën op het laatste ogenblik erin slaagt om de cruciale stemming bij de aandeelhouders alsnog in de verkeerde richting te sturen ? Ik heb het nu wel gehad met de Tefalminister, waar geen enkele kritiek aan blijft kleven. Ik ben ervan overtuigd dat de MR andere bekwame mensen in de rangen heeft (desnoods moet Louis Michel maar terugkomen), en de partij is op dit ogenblik absoluut onmisbaar voor Wallonië en daarmee ook voor de federatie. Maar voor Reynders past op dit ogenblik alleen de stap terug. Waarna de onderzoekscommissie hem eventueel van elke blaam kan zuiveren, natuurlijk…

Avec le vent de l’est, écoutez-le tenir

Avec le vent de l’est, écoutez-le tenir

Ons land investeert niet genoeg in windenergie. Dat bleek gisteren uit een internationale vergelijking. Het is een goede gewoonte van politici alhier om dan op de boodschapper te gaan schieten : de cijfers kloppen niet, of moeten toch in perspectief worden geplaatst. Volgens onze eigen maatstaven doen we het zo slecht niet. Die reactie is redelijk belachelijk. Natuurlijk kan je voor elke statistiek een andere manier van berekenen bedenken waarbij het klassement verandert. Maar als een ernstige internationale instelling cijfers publiceert, dan zijn die meestal gebaseerd op afspraken over een uniforme manier van meten. Je kan die afspraken proberen te veranderen, maar dat lukt (terecht) vaak niet als het louter om een poging gaat om de realiteit te verhullen. En ondertussen hoor je in de eerste plaats te kijken naar de boodschap die de cijfers brengen.

In dit geval : België en Vlaanderen lopen achterop. Dat komt omdat er weinig plaats is voor windmolens, en omdat die voor hinder zorgen. Zo lees ik toch. Dat klopt natuurlijk voor een deel : het is hier zo vol gebouwd dat er niet veel meer bij kan. Maar ook op plaatsen waar het wel kan wordt te vaak geaarzeld en getalmd, geholpen door lange procedures waar bureaucraten lang tijd mee kunnen winnen. Omdat we in dit land nooit echt een keuze durven maken. Omdat we, in dit geval, niet voluit durven gaan voor windenergie én voor de “groene banen” die die sector kan opleveren.

Dat is het verhaal van Essen, waar het schepencollege (inclusief de sp.a) warm en koud blaast over de mogelijke inplanting van windmolens in het nochtans bij uitstek daarvoor geschikte industrieterrein Rijkmaker. Het is ongetwijfeld het verhaal van zoveel dergelijke kansen in Vlaanderen die onbenut blijven. Wind is hier nochtans genoeg, zoals Brel in Le Plat Pays al zong.

Ondertussen lopen Duitsland en Spanje ons in een razendsnel tempo voorbij (Don Quichote draait zich ongetwijfeld om in zijn graf). Als er de autosector banen naar één van die landen verdwijnen, ontketent dat een storm. Voor die automobielsector moet zelfs het gezonde economisch verstand van Kris Peeters wijken en wordt van staatssteun in de beste traditie van Cockerill Sambre gesproken (want wat we zelf doen, doen we beter). Hier ligt een zinvolle investeringskans, goed voor economie en ecologie. Waar blijft de Vlaamse regering nu ? En waarom komen de vakbonden niet op straat vóór de windmolens ?

Prijs/kwaliteit

Prijs/kwaliteit

De trein wordt duurder. Persoonlijk heb ik er niet echt last van, want mijn werkgever (dat bent u, beste belastingbetaler) neemt de volledige kost van mijn abonnement voor zijn rekening. Waarvoor mijn zeer welgemeende dank. En alles wordt duurder, een aanpassing aan de inflatie zou je dus “normaal” kunnen noemen. Maar het blijft om een prijsverhoging gaan van een vooralsnog redelijk onvolmaakt product. Dus blijft dit tegen de borst stuiten. Van mij mag de trein duurder worden, en ik heb al eens geschreven dat ik gerust enkele honderden euro’s per jaar extra wil betalen (uit mijn eigen zak, niet die van u…) als ik daarvoor gegarandeerde stiptheid in de plaats krijg. Maar tegen deze prijsverhoging zou de federale regering nu eens wél moeten optreden. Waar zit Minister Quickie als je hem echt nodig hebt ?

Er was deze week ook goed treinnieuws, trouwens : op www.railtime.be kunnen we vanaf nu onze vertragingen bekijken. Zéér handig voor wie zijn werkuren, zoals ik, daar eventueel aan kan aanpassen. Toch vind ik het een beetje alsof de bakker een site zou maken om te verwittigen welk type brood in de rekken ligt dat eigenlijk al niet zo vers meer is. Goed om weten, natuurlijk. Maar ik hoop toch dat de site zichzelf overbodig gaat maken, of toch snel uit mijn “favorieten” gaat verdwijnen.

Vitserke Vits

Vitserke Vits

Mia De Vits is nu toch kandidaat voor een zitje in het Vlaams Parlement. Dat is haar volste recht, en de kiezer moet maar oordelen of ze een mandaat krijgt. Het is wel wat vreemd na haar uitspraken over de minderwaardigheid van dat Parlement. Maar die waren wellicht toch vooral terug te brengen tot haar ontevredenheid omdat ze geen plaats kreeg op de Europese lijst. Ik heb bij de vorige Europese verkiezingen het bolletje voor haar naam niet gekleurd, ook al stond ze op de lijst van een kartel waar ook mijn partij toe behoorde. Ze staat mij veel te veel voor een vorm van vakbondssocialisme waar ik maar heel weinig toekomstperspectief in zie. Maar De Vits is natuurlijk wel een bekwame dame, en zoals ze zelf terecht aanhaalt is het nu eenmaal zo dat een Europees parlementslid in een tweede termijn veel meer mogelijkheden krijgt dan een nieuweling in dat immense multinationale gezelschap.

Ik begrijp dus (eens te meer) het personeelsbeleid van de sp.a niet goed – zoals ik ook al vragen heb gesteld bij dat van Open Vld en CD&V, die beide volgens mij al te vlug bekwame en hard werkende parlementsleden opofferen op het altaar van de politieke berekening. Maar ik vind dit vooral het zoveelste signaal dat de sp.a zich niet engageert voor Europa. En dat is niet alleen erg voor die partij, maar voor iedereen die vanuit Vlaanderen op een positieve manier aan het EU-project wil werken.

Pump and circumstance

Pump and circumstance

Dankzij de handige opnamefunctie van de digitale televisie heb ik gisteren met enkele uurtjes uitstel de eedaflegging van de 44e president van de V.S. kunnen bekijken. Een historische gebeurtenis, en dat vonden ook de miljoenen Amerikanen die er uren in de vrieskou voor over hadden om erbij te zijn. De V.S. maakt dan ook elke vier jaar een heel spektakel van de inhuldiging van zijn staatshoofd, met uitgebreide verwijzingen naar de historische achtergrond, om zo de continuïteit van de democratische instellingen te benadrukken.

Je kan het allemaal wat overdreven vinden, en er zit heel wat kitsch in. Je kan het ook allemaal vreemd vinden, zoals de zeer sterke religieuze component. Maar op zich vind ik het wel gezond om het belang van de instituties, los van degenen die ze invullen, te benadrukken. Niet dat Obama het nodig heeft, maar toen zijn voorganger verkozen werd in 2000 en 2004 was het zeer zinvol om duidelijk te maken dat de zeer onvolmaakte mens George W. Bush, die in de campagne door zijn tegenstander door het slijk was gehaald en met minder stemmen eindigde, de enige wettelijke president van de V.S. was en dat ook wie de mens zelf niet respecteerde toch respect diende op te brengen voor zijn ambt. Andere democratieën hebben op een al dan niet soortgelijke manier rituelen en tradities ontwikkeld om af en toe te verhelderen dat de mens-politicus die met tal van gebreken (door zijn concullega’s dik in de verf gezet) op een bepaald ogenblik de Democratie vertegenwoordigt. Dat gaat van de Queen’s speech in het Verenigd Koninkrijk waar de premier (én de oppositieleider) op de eerste rij staan tot Prinsjesdag in Nederland waar de minister van financiën het blauwe koffertje draagt. Om van de Franse grandeur rond het presidentsschap nog te zwijgen.

Misschien ontbreekt het bij ons toch wat. De “doe maar gewoon”-mentaliteit is op zich natuurlijk gezond, maar soms wordt de waarde van de instellingen op zich er door gebanaliseerd. Kris Peeters werd Minister-President in een bijna doordeweekse stemming in het Vlaams Parlement en door een eed te gaan afleggen bij de Koning. Los van dit vreemde anachronisme (de Koning speelt voor het overige geen rol in de “Vlaamse staatsordening”) vind ik het al bij al wat mager. Ik pleit niet voor de aanschaf van een gouden koets of iets dergelijks, maar Vlaanderen en Brussel hebben genoeg historische locaties om een soort van “inauguratierede” wat allure te geven. Uiteindelijk zou dat het draagvlak van de democratie volgens mij kunnen vergroten. En het zou er een beetje toe bijdragen dat meisjes en jongens van een jaar of tien zouden denken “ooit wordt ik minister-president / premier”.

Van de partij

Van de partij

Slot van mijn blik op het Vlaamse partijlandschap…

Een groot nieuw project zag gisteren het levenslicht. De sp.a gaat op in een nieuwe partij, die “sp.a” wordt gedoopt. Dat staat vanaf nu voor “Socialisten en Progressieven Anders”. Ik ga er niet meewarig over doen, of grapjes maken over waarvoor de A zoal nog zou kunnen staan. Ik begrijp wel de sp.a-ers die het niet zo waarderen dat de hele operatie achter hun rug is gebeurd. Maar ik ga ook mijn ex-partijgenoten niet bekritiseren die dit naamspelletje voldoende vinden om zich bij de partij aan te sluiten – van enige inhoudelijke koerscorrectie is vooralsnog geen sprake. Ik hoop dat ze zichzelf recht in de ogen kunnen kijken, en als dat niet lukt beseffen dat een fout kunnen toegeven ook in de politiek eerbaar is.

Voor de sp.a is het duidelijk altijd de bedoeling geweest om op termijn de kartelpartner op te slokken. Mieke Vogels mag dan haar economisch gezond verstand al eens verliezen, hieruit zal ze wel de juiste lessen trekken volgens mij !

De diaspora van de ex-Volksuniemensen is nu zowat voltooid. Er zijn er in alle partijen beland (behalve misschien bij Dedecker, ik ken er toch geen). De drie grote partijen zijn eigenlijk ook ten behoeve van de ex-VU’ers van naam veranderd : ze hebben allemaal een dubbele naam gekregen. Al is bij CD&V het opzet (de N-VA binnenhalen) wel mislukt. Maar de liberalen werden “Liberalen én Democraten”, de christen-democraten werden “Christen-Democratisch én Vlaams” en de socialisten “Socialisten én Progressieven”. Dubbele namen die niet kunnen verbergen dat de invloed van het tweede deel van de naamgeving niet zo groot is : als er keuzes moeten worden gemaakt, dan primeert altijd de liberale, christen-democratische of socialistische grondstroom.

Guy Tegenbos juicht de klaarblijkelijke terugkeer naar een politiek landschap waarin de grote drie geen concurrentie dulden toe. Dat zou het land bestuurbaarder maken. Zoals dat in andere landen het geval is. Hij vergeet dat landen waarin de zogenaamde “versnippering” veel kleiner is één of andere vorm van meerderheidsstelsel hebben, waardoor partijen vanzelf veel “breder” zijn en dus meer ruimte bieden aan diverse stromingen en opvattingen. Hier wordt van een partij geëist dat ze altijd op één lijn staan en eenduidig is, dat interne oppositie zich verbergt of monddood wordt gemaakt. Tegelijk vragen dat er zo weinig mogelijk partijen zouden zijn, betekent dat de opinies van een groot deel van de bevolking niet aan bod zullen komen. Bovendien zitten we in een systeem waar de verwevenheid van de klassieke partijen met allerlei belangenorganisaties vaak ongezonde vormen aanneemt. De gemiddelde Vlaming heeft een meer genuanceerde opinie -en vaak meer uitgesproken ideeën- dan de christen-democratische, liberale en socialistische kunnen uitdrukken. Onze democratie heeft Groen!, N-VA, LDD en SLP broodnodig.

Op Facebook werd een groep opgericht die de heimwee naar de Volksunie verwoordt. Ik stel vast dat vooral jonge N-VA’ers en SLP’ers er de weg naar vinden. Opmerkelijk, al maakt Facebook natuurlijk in de eerste plaats deel uit van de jongerenleefwereld. Ik geloof niet in de wederopstanding van de VU, maar ik zou het nog steeds een interessante oefening vinden om eens de balans van de splitsing op te maken, acht jaar na datum. Op basis van een rapport voorbereid door wijzen zoals Jan Loones, Paul Van Grembergen, Willy Kuypers, Vic Anciaux, Johan Sauwens en Fons Borginon. We zouden vaststellen dat we zoals toen onderling grondig van mening verschillen. Maar er wel allemaal van overtuigd zijn dat Vlaanderen ten gronde vooral een andere bestuursstijl nodig heeft dan degene die de drie klassieke partijen ons vandaag opleggen.

Tenslotte is het opmerkelijk dat er (bijna) geen enkele partij in haar partijnaam nog de P van partij heeft staan ! Het is ooit wel anders geweest. Hoe sterker de particratie, hoe minder men het durft zeggen.

Waar loopt de mond van over ?

Waar loopt de mond van over ?

Vervolg van mijn blik op het Vlaamse partijlandschap…

Kende u tot voor enkele dagen Gino Decraemer ? Ik zou ook niet meteen “Vlaams Parlementslid” “West-Vlaanderen” “N-VA” “Komt uit het Vlaams Belang” hebben kunnen antwoorden. Laat staan dat ik nog een vijfde trefwoord had kunnen bedenken ! Maar ik ben dan ook niet de slimste mens ter wereld. Toch stond Decraemer dezer dagen in alle kranten. Omdat hij van partij is veranderd. Dat blijkt altijd groot nieuws.

Van partij veranderen is vaak goed voor méér media-aandacht dan de politieke activiteiten van de betrokkene ooit hebben gekregen. Bovendien is de ondertoon van de berichtgeving altijd dat het betekent dat het (zéér) slecht gaat met de partij waaruit iemand vertrekt, en (bijzonder) goed met de partij waarnaar wordt overgestapt. Zonder dat de kritische analyse wordt gemaakt of de overstap inderdaad wel iets bijbrengt aan de ontvangende partij, en of het saldo voor de partij die iemand kwijtspeelt wel altijd negatief is – over dit geval lijkt mij wel wat discussie mogelijk…

Ik stel voor dat de media een afspraak maken : als iemand overstap, mag dat niet meer aandacht krijgen dan de betrokkene het jaar voordien voor één van zijn politieke initiatieven heeft gehad. Nu is alle proportie zoek : als tweederangsfiguren van partijkaart wisselen, dan is dat goed voor grote krantenkoppen. Als politici met veel ervaring, waaronder ook actieve parlementsleden, beslissen om ondanks alles verder door te gaan onder een nieuwe naam, dan brengt De Standaard dat in “Kreten en Gefluister”…

Natuurlijk hadden we het met de SLP anders moeten aanpakken. Eén persoon had de partij moeten oprichten, dan had iedereen kunnen overstappen. Druppelsgewijs, goed voor wekenland krantennieuws. Lokaal kunnen we het ook eens proberen : iemand richt het Essens Leefbaar Project (ELP) op, en vanuit PLE stappen we één voor één over. Telkens groot nieuws. Daarna zegt de lokale N-VA het kartel op, aangezien PLE een lege doos is geworden. Ook weer goed voor krantenkoppen. Vervolgens sluit ELP een kartel met N-VA, alweer tot jolijt van de media. En om de operatie af te ronden verandert ELP van naam : we worden PLE – dat wordt een faits divers, maar daartegen hebben we onze portie media-aandacht alweer ruimschoots gehaald !

Groen?

Groen?

Een blik op het Vlaamse partijlandschap…

Zondag hield Groen! haar nieuwjaarsreceptie, en het gebruikte die nogmaals te bewijzen dat goede voorstellen over het milieubeleid kunnen samengaan met waanideeën over economie.

De algemene 32-urenweek in combinatie met een beperkt basisinkomen en gefinancierd met een vermogensbelasting is een recept voor een maatschappij waarin de sociale zekerheid niet meer betaalbaar zal zijn – en dus op termijn zoals in de V.S. de rijken zichzelf goed zullen verzekeren voor bijvoorbeeld ziektekosten, en de armeren in de kou blijven staan. Of voor één waar economisch initiatief wordt ontmoedigd, waardoor we dus ook collectief zullen verarmen. In de twee scenario’s aangevuld met heel veel zwartwerk én een hoge werkloosheid. De banen die zouden kunnen worden gecreëerd zullen alleen kunnen worden ingevuld door werkzoekenden die daarvoor goed worden opgeleid. Maar ze hebben niet zoveel belang aan het volgen van die opleiding, want ze krijgen een basisinkomen…

Het groene voorstel perkt de vrijheid van mensen in, en zorgt niet voor een meer sociale samenleving. Vanwaar die behoefte van de groenen om op gezette tijdstippen een beetje het gezond verstand te verliezen ?