Archief van
Categorie: Buitenland algemeen

Let’s go for it !

Let’s go for it !

Terug naar Riga, waar ik in 2011 in de zomer enkele dagen doorbracht. Deze keer met een professioneel doel : een conferentie waaraan de EMCO-vergadering werd gekoppeld. Met bovendien iets lagere temperaturen dan in de zomermaanden, al viel het al bij al nog mee. Het was er eigenlijk niet kouder dan hier, terwijl -15 tot -20° even goed had gekund.

Waarom Letland ? Wel, het land heeft het EU-Voorzitterschap overgenomen van Italië. Na twee Zuid-Europese voorzitters nu dus opnieuw één van de Baltische staten. Een stukje Europa waar niet zo gek lang geleden de Sovjets over regeerden, en alleen al daarom een deel van de Unie dat een speciaal plaatsje inneemt in mijn hart. Met Riga als onmiskenbare hoofdstad, méér dan het overigens ook prachtige Vilnius of Tallinn. Heel veel tijd om de stad te doorkruisen was er niet tussen de vergaderingen door, maar de brede Daugava, een mooi historisch centrum, prachtige art nouveaugebouwen en geslaagde voorbeelden van moderne architectuur (en afzichtelijke maar interessante voorbeelden van Sovjetarchitectuur) liggen nu ook weer niet zo ver van elkaar.

Overigens werd ze niet alleen overschaduwd door een winters wolkendek, maar is de spanning tussen Europa en Rusland hier ook echt voelbaar. Het is goed dat de Unie er zijn vlag net nu stevig plant. Vrijheid, democratie en echte eenheid in verscheidenheid mag de Balten nooit meer ontnomen worden.

Rome sweet Rome

Rome sweet Rome

Nadat ik van het Italiaans Voorzitterschap gebruik had gemaakt om Milaan te bezoeken, en van de zomervakantie om naar Napels te trekken, kon ik natuurlijk de kans niet voorbij laten gaan om een weekend in Rome door te brengen. Het was al meer dan tien jaar geleden dat ik nog eens wat „quality time” in die stad had doorgebracht. Een warm herfstzonnetje bleek mijn beloning om dat nu wel te doen.

Rome houdt in een aantal opzichten mooi het midden tussen Milaan en Napels, wat niet mag verrassen natuurlijk. Al is het ook en vooral een drievoudige hoofdstad : van dat Italië van Milaan en Napels, maar ook van het katholicisme. En van een wereldrijk dat ondanks de „val” van vijftien eeuwen geleden nog steeds imponeert en een diepe stempel drukt op het Middellandse Zeegebied.

Ik heb mijn natuurlijke neiging onderdrukt om me op die laatste hoofdstad te concentreren. Dat had ik bij mijn vorige bezoeken namelijk al gedaan. Ik heb wel een belangrijke lacune goedgemaakt, door de catacomben te bezoeken. En daarmee natuurlijk ook de brug gemaakt naar de „hoofdstad” die ik vooral bezocht heb, het Rome van de kerken en de pausen. Zo ben ik voor het eerst sinds de Retoricareis terug naar de Sixtijnse kapel geweest. En heb ik een twintigtal kerken bezocht, waaronder vijf van de zeven die klassiek volstaan voor een volle aflaat – mijn wiskundige ingesteldheid doet me dan vermoeden dat ik voor vijf van de zeven hoofdzonden nu weer helemaal „clean” ben. Ik moet nog kiezen – alle suggesties zijn welkom.

Toevallig was ik ook net op tijd bij het presidentieel paleis voor de wissel van de wacht, die meteen een concert van de militaire harmonie bleek te zijn. Een meevaller dus.

Minpuntje ? Tja, je voelt je in Italië als toerist toch niet altijd welkom. Boze blikken als je geen Italiaans begrijpt horen er blijkbaar ook bij. In de metro een oplossing zoeken voor een automaat die wel zégt biljetten van 20 EUR te aanvaarden maar dat niet doet blijkt niet mogelijk – de suggestie kwam er eigenlijk op neer om dan maar te voet te gaan. En de taxi-chauffeur die dan uiteindelijk het biljet wisselde deed dat met zichtbare en verbale tegenzin. In de bus vragen of die aan je hotel stopt -wat in het Italiaans werd bevestigd- bleek ook niet genoeg om te zorgen dat de bus daar dan ook gewoon stopt. Voor sommigen is dat misschien de charme – het „tegen wil en dank” populaire land, maar ik verkies toch de Griekse aanpak.

Nu, ik mag natuurlijk niet veralgemenen – mijn pogingen om gelato te kopen bleken wel altijd succesvol. En Rome blijft een prachtige, levende en gezellige stad. Dus grijp ik ongetwijfeld de volgende gelegenheid om er enkele dagen door te brengen ook weer aan. Ik moet een aantal musea nog eens uitgebreid van binnenuit bekijken. En die Romeinse ruïnes, die blijven natuurlijk aantrekken…

Wit blaadje

Wit blaadje

Dirk Smout verklaarde in de gemeenteraad al verschillende keren dat hij een „koele minnaar” is van het samenwerkingsverband dat Essen heeft met de Zuid-Afrikaanse gemeente Witzenberg. Ik zou mijn eigen houding niet beter kunnen verwoorden : de meerwaarde van de behoorlijke sommen federaal en Vlaams belastinggeld die we investeren is voor mij niet altijd duidelijk. Bovendien klopt de mythe dat het voor Essen zelf niets kost natuurlijk niet : onze ambtenaren besteden hieraan heel wat tijd.

Het initiatief om de delegatie uit Witzenberg die momenteel in Essen verblijft de meerwaarde vanuit hun perspectief zelf te laten toelichten aan de geïnteresseerde raadsleden was dus bijzonder welkom. De toelichting trok 4 raadsleden van N-VA/PLE, 2 van CD&V, 1 van Open VLD en 1 van sp.a naar het gemeentehuis, naast enkele leden van de adviesraad voor internationale samenwerking – zo zie je maar welke partijen zich voor de plaats van Essen in de wereld interesseren. Ik kan niet voor de anderen spreken, maar ik bleef alvast niet op mijn honger zitten.

Betekent dit meteen dat ik mijn mening over het Witzenbergproject heb herzien ? Het antwoord is „ja, maar”. Ik heb begrepen dat Essen voor de Zuid-Afrikanen deuren opent in Vlaanderen die zonder onze gemeente dicht zouden blijven, en dat de manier waarop een aantal zaken hier geregeld zijn, zoals het milieubeleid, sterk inspirerend werken. Vlaanderen is op het gebeid van recyclage een koploper, dus dat lijkt me zeer aannemelijk. Anderzijds, op voor Zuid-Afrika cruciale terreinen als werkgelegenheid en sociaal beleid vermoed ik dat we er beter aan zouden doen om anderen, zoals de VDAB maar ook ons eigen OCMW, sterker bij de samenwerking te betrekken.

Maar voor mij was de belangrijkste vraag wat wij kunnen leren van de samenwerking. Ik ben met name Jo-Ann Krieger dankbaar voor de eerlijke antwoorden. Les 1 : betrek de bevolking bij het uittekenen van het beleid. Ik vermoed dat de aanwezige schepenen allebei schaamrood op de wangen hebben gekregen, gezien de manier waarop in 2013 het meerjarenplan werd uitgewerkt in onze gemeente, veilig in de ivoren toren aan het Heuvelplein. Les 2 : zorg dat iedereen de prioriteiten mee uitdraagt. Als je gaat voor een propere gemeente, haal dan af en toe alle ambtenaren (en politici) achter hun bureau weg om de gemeente mee op te kuisen.

Vooral de eerste „les” leidde zowaar ook tot enige Essense zelfkritiek, die er zonder Zuid-Afrikaanse aanzet nooit zou zijn gekomen : op politiek vlak hebben we wellicht te weinig -zeg maar niets- geleerd uit meer dan een decennium samenwerken met onze partnergemeente. Dat zou op zich geen drama zijn, als we niet om de haverklap politici hadden overgevlogen naar Zuid-Afrika. Om wat te doen ?

De Zuid-Afrikaanse inbreng, aangevuld door onze eigen Noord-Zuidambtenaar, overtuigde me er grotendeels van dat de samenwerking voor de ambtenaren aan beide kanten een meerwaarde heeft. Voor de samenwerking tussen de scholen was ik al langer overtuigd – je kan kinderen en jongeren trouwens niet vroeg genoeg laten aanvoelen dat de wereld niet eindigt aan de grens met Kalmthout, met Wallonië, Frankrijk of aan de Middellands Zee.

In de marge vertelde Deputy Mayor Karriem Adams me dat we de samenwerking best zoveel mogelijk aan de ambtenaren overlaten. Ik ben het daarmee eens. Hij mag nog terugkomen, trouwens, wat er valt van hem nog wel wat te leren. Maar als onze politici in meer dan tien jaar ginds niets geleerd hebben, moeten we ze misschien maar een tijdje thuis houden. De (obligate) speech van de burgemeester kan je ook op een USB-stick meenemen of via YouTube wereldkundig maken.

Tenzij de betrokken politici in Witzenberg op vakantie willen, want het toerisme wordt -wellicht terecht- als één van de groeipolen voor de regio aanzien. Zo leerde ik dat met name de wintersportmogelijkheden onvoldoende bekend zijn. Dat is niet meteen mijn ding, maar het land trekt me absoluut aan. Maar de rekening moet dan natuurlijk niet betaald worden door de Vlaamse of Zuid-Afrikaanse belastingbetaler…

Napels zien…

Napels zien…

Na het EU-Voorzitterschap bracht gewoon de vakantie me opnieuw naar Italië. Al is Napels wel een heel ander Italië dan Milaan ! De retoricareis had ons destijds wel even naar die stad geleid, maar mijn geheugen vertoonde vooral grote gaten ter hoogte van Campanië. Napels bleek boeiend, levend, zuiders maar ook vuil, onderkomen en soms dreigend. Heel wat historische monumenten, en zeker ook heel wat woonwijken, zouden een stevige opkikker kunnen gebruiken. Een kort, onbedoeld, bezoek aan een anoniem kustplaatsje tussen Napels en Pompeii gaf me helemaal een wat desolaat beeld van Zuid-Italië mee. Er is allezins nog werk aan de winkel. Al is het wel de culinaire hemel voor wie van pizza en zeker voor wie van zeevruchten houdt. Gratis tip : de Zuppa di Cozze van O’Luciano blijkt bij de plaatselijke bevolking populair genoeg om aan te schuiven voor een plaatsje. Als je het mij vraagt meer dan terecht…

Maar een bezoek aan de regio is vooral een absolute must met iedereen voor een beetje interesse in de geschiedenis van dit continent (dat zou dus iedereen moeten zijn) : het trio Pompeii, Herculaneum en het Archeologisch Museum in Napels geeft een uniek beeld van de Romeinse samenleving in het jaar 79 na Christus. Hoewel het geheel museaal nog veel mogelijkheden onbenut laat -over zowat elke kamer in elk huis is veel meer geweten dan in de informatie ter plaatse te vinden is- is het gevoel om door de straten en huizen van een stevige 2000 jaar oude stad te lopen op zich al een bezoek waard. Met tientallen interessante details, zoals de verkiezingspropaganda in de straten. Al is het bezoek aan het museum in Napels wel een noodzaak om echt de mooiste muurschilderingen en mozaïeken te zien, en om een idee te hebben van de voorwerpen die de huizen vulden. Herculaneum is dan weer de logische aanvulling, omdat het zo goed bewaard is. Maar de omvang van Pompeii maakt dat het echt een must is om beide te bezoeken. Al kan dat ook vanuit een kustplaats (Sorrento bijvoorbeeld) in plaats van vanuit Napels.

Ook Capri stond nog op het programma. Erg mooi, en erg toeristisch met een hoog “jetset” gehalte. Mooie schilderachtige straatjes met winkels van Prada en Gucci, dus. Maar vooral met mooie uitzichten op de azuurblauwe Middellandse Zee. Meer moet dat soms niet zijn…

De kruisafneming

De kruisafneming

Een week na Milaan bracht het toeval van de vergaderkalender me naar Madrid. Een tweede bestemming waar ik nog wel wat te ontdekken had (ik ben er ooit een halve dag doorheen gewandeld) en dus besloot ik andermaal om mijn verblijf enkele dagen te verlengen.

Dat leverde me na Da Vinci een extra dosis van wereldberoemd schilderwerk op. De organisatie van de conferentie had het Prado buiten de openingsuren voor ons gereserveerd, wat een indrukwekkende rondleiding van een uurtje langs Velasquez, Rubens (ah, hangen al die beroemde schilderijen hier), Titiaan, El Greco, Goya en Bosch opleverde. En me net genoeg tijd gaf om even achter te blijven en een blik te werpen op de meesterwerken van Rogier Van Der Weyden. Ik bracht dan zelf een bezoekje aan het Reina Sofiamuseum waar Picasso’s Guernica hangt, en aan het Thyssenmuseum, dat met een beperkte collectie van meesterwerken uit zowat de hele geschiedenis van de schilderkunst ook de moeite meer dan waard bleek.

Een uitstapje buiten de stad bracht me naar het Escorial, waar (naast meer schilderkunst) onder meer het graf van Keizer Karel V zich bleek te bevinden – wat ik dus niet wist. Andere verwijzingen naar “Amberes” en omstreken bleken er ook legio. Of hoe de verwevenheid van de Vlaamse, Spaanse en Oostenrijkse geschiedenis vaak in den vreemde interessante ontmoetingen met het eigen verleden oplevert.

Naast het Escorial stond ook het “Monumento Nacional de Santa Cruz del Valle de los Caídos” op het programma, het megalomane monument, met reuzenkruis en in de rotsen uitgehouwen kerk, dat Franco te zijner eer en glorie, en die van de gesneuvelden in de Spaanse Burgerloorlog, liet optrekken.

Een geheel waarbij je je eigenlijk alleen maar ongemakkelijk kan voelen. Ook al omdat de “foutheid” er nu ook weer niet zo sterk afdruipt. Franco moet het met een centrale, maar bescheiden grafsteen stellen, en de kerk is in de eerste plaats ook een kerk. Ook al mocht het portaal niet mee gewijd worden, omdat een kerk niet groter mag zijn dan de Sint-Pietersbasiliek in Rome – dat zegt al iets, natuurlijk. De Benedictijnen die in het aanpalende klooster verblijven beëindigden net voor ons bezoek de zondagsmis, zoals op zoveel plaatsen. Maar de tekst op het offerblok is drietalig : Spaans, Duits, Italiaans. Wie net daarvoor te horen kreeg dat hier elk jaar de herinnering aan het nazistische/fascistische verleden levend wordt gehouden, krijgt daar een wrange smaak van in de mond.

Iemand maakte de bedenking dat ook het Escorial wellicht op de kap van de slachtoffers werd gebouwd. De “link” die ik al eerder beschreef, leidt bijvoorbeeld langs de Hertog van Alva die in dienst was van Filips II, die het Escorial liet bouwen. Wellicht een beetje op onze kosten, dus. De geschiedenis is niet neutraal, wel leerzaam. Daarom heeft ze haar rechten. Maar de keuze tussen bewaren en vergeten blijft moeilijk, zoals de weifelende omgang met beelden van pakweg Stalin en Leopold II aantoont. En net omwille van de relatief pijnloze overgang van dictatuur naar democratie in Spanje erfde het land per definitie een onverwerkt verleden, waarin “goed” of “slecht” geen zwart/witte categorieën zijn. Elk voordeel heb zijn nadeel, en omgekeerd. Waarmee ik een Catalaans/Nederlands filosoof parafraseer. Om maar te zeggen…

Cultura Italiana

Cultura Italiana

Italië heeft het Voorzitterschap van de Europese Unie overgenomen van Griekenland. Daarmee wordt de geschiedenis van de Europese oudheid nog eens dunnetjes overgedaan. De ambitieuze Italianen volgen de veelgeplaagde en wellicht net daardoor bescheiden en efficiënte Grieken op, met grote ambities. Dat belooft zes boeiende maanden, en zoals de recente traditie het wil vond de informele vergadering van de EPSCO-ministerraad meteen tijdens de eerste weken plaats. Niemand die er wat op tegen had om in juli naar Milaan te komen, uiteraard.

Voor mij was het ook het eerste bezoek aan de stad sinds de Retoricareis die het Klein Seminarie traditiegetrouw in 1990 naar Italië leidde. Ik herinner me van toen nauwelijks nog de Duomo, laat staan iets anders dat we er zouden hebben bezocht. Zodat een opfrisweekend na de vergadering wel mocht. Ik greep de kans om Da Vinci’s Laatste Avondmaal (ook bekend van Dan Brown) in de kerk van Santa Maria delle Grazie te bezoeken. Een indrukwekkend kunstwerk met een interessante geschiedenis. Bovendien vond ik de weg naar Como en het bijhorende meer. Het deed me, wellicht niet helemaal verrassend, een beetje aan Genève denken.

Om het geheel cultureel helemaal verantwoord te maken, had ik mezelf op een ticket voor een opera in de Scala getrakteerd. Met een beetje geluk heb ik redelijk betaalbaar van “Le Comte Ory” van Rossini kunnen genieten. Absoluut de moeite waard, al is het een vrij zware opera, opgebouwd rond een verhaal dat de scenarist van FC De Kampioenen er wellicht een beetje over zou vinden : de klassieke aflevering “Het misverstand” werd hier uitgesponnen tot “Het dubbele misverstand”. Met een briljant als nonnen verkleed mannenkoor, dat dan weer wel. In een prachtige zaal met een zeer rijke geschiedenis, dat natuurlijk ook.

Overigens waren er in dé modestad ook solden, maar dat ging blijkbaar aan alle vijf de Pradavestigingen voorbij. En aan enkele van hun collega’s ook. Ik heb er dus geen koopjes kunnen doen. Al knoopt het Italiaans Voorzitterschap wel weer aan met de traditie om een das cadeau te geven aan de bezoekers van de vergaderingen. Een mooie das, noblesse oblige. Al ga ik hem niet meenemen wanneer ik binnenkort terug naar “de laars” trek voor wat vakantie !

Wenen of wenen ?

Wenen of wenen ?

Na de gemeenteraad op de trein richting Brussel om morgen een vroege vlucht naar Wenen te nemen, een presentatie te geven en morgenavond terug in Essen te staan. Veel „Sachertorte” zit er op die manier niet in. Het soort plan dat er op papier goed uitziet, maar waar de uitvoering een „uitdaging” kan worden.

Dat heeft het dan gemeen met het woonbeleidsplan dat we vanavond bespraken en dat ik met overtuiging niet heb goedgekeurd. Hoewel het niet zo’n slecht plan is. Maar de uitvoering schoot al eerder tekort. Het beste bewijs is het bestemmingsplan (RUP) dat wordt aangekondigd om de appartementsbouw in Essen te beperken. Dat wordt immers als zo’n jaar of zeven vooropgesteld, maar het komt er niet van. Dat is geen geval meer van „gewone” administratieve traagheid, hoe ergerlijk ik die op zich al vind. Het is gewoon onwil. Om één of andere reden mocht het RUP wel aangekondigd worden, maar niet opgemaakt. Zodat er ondertussen tientallen appartementen bij konden komen of worden gepland. Waar geen RUP meer iets aan zal veranderen.

Dat vind ik op zich erg voor het landelijk karakter van onze gemeente. Nog erger vind ik dat het ervoor zorgt dat we veel extra inwoners blijven aantrekken. Geen Essenaar vraagt immers echt om een appartement – behalve misschien een aantal jonge gezinnen of alleenstaanden, maar dan als ingroeiwoning. Vaak niet wat er de voorbije jaren werd gebouwd. Dus trekken we nieuwelingen aan. Die zijn elk op zich van harte welkom. Maar Essen is niet berekend op ongebreidelde bevolkingsgroei. Zoals Brigitte Quick terecht opmerkte zijn onze hoofdstraten nu al te smal voor al het verkeer. En de „oase van rust” gaat er ook stap voor stap aan.

Ook over het sociaal woonbeleid zijn er vragen te stellen, met name (maar niet alleen) over de timing en fasering. Waarvoor de ministers en de sociale woonmaatschappijen met de vinger werden gewezen door het schepencollege. Als ik een slecht karakter had zou ik het raar vinden : eerst Essen vol affiches plakken met de kop van de voorzitter van de belangrijkste sociale woonmaatschappij die in Essen actief is, en hem dan twee dagen na de verkiezingen verwijten sturen.

Ach, zolang de NMBS me vanavond maar netjes ter plaatse brengt. Anders moet ik die andere affichekop, die van de stationsJef, misschien eens aanspreken (leuke, opvallende en gedurfde campagne, trouwens – het weze gezegd). Tot nu toe verloopt alles evenwel volgens plan…

Ad calendas Graecas

Ad calendas Graecas

Het is hier een beetje stil geweest, de voorbije weken. Dat komt omdat ik na enkele maanden grotendeels in het binnenland te hebben doorgebracht in mei plots een reeks buitenlandse opdrachten bij elkaar kreeg. Die brachten me naar Londen, daar had ik het al over. Maar ook twee keer naar Athene.

Griekenland is de huidige EU-voorzitter. De kalender zorgt daarbij voor een opmerkelijke vorm van rechtvaardigheid : het begin van de heropleving van de crisis mag in goede banen geleid worden door het Europese land dat er veruit het meest onder leed.

Natuurlijk zijn de sporen van de crisis terug te vinden in de Atheense straten, zeker voor wie er wat lokale toelichting bij krijgt. Maar mij viel vooral de levensvreugde op. Crisis is geen reden om niet gewoon ook van het leven te genieten. Al zal dat wel niet voor iedereen gelden, natuurlijk. Maar Athene is vandaag een levendige, vrolijke stad, waar zowel de toeristen als de Grieken zelf de weg naar vinden. Wie het niet weet, zou niet zomaar zien hoe hard de crisis dit land trof en wat er nodig bleek om de uitweg te vinden.

Natuurlijk is Athene ook zijn verleden. De Acropolis domineert de skyline, en zo hoort dat ook. Het Acropolismuseum, waar ik twee keer een enthousiast gegidst bezoek aan kon brengen, geeft een indrukwekkende collectie op een prachtige manier weer. En integreert op verstandige wijze de stukkken die zich in het British Museum bevinden. Al zouden de twee musea met elk een halve collectie er goed aan doen om zich meer als één geheel te presenteren. Dat daartegen politieke bezwaren zijn, kan ik me voorstellen. Maar het is wel jammer.

Ik maakte ook van de gelegenheid gebruik om wat tijd op een Grieks eiland door te brengen. Ik koos met name voor Hydra. Eén van de meest voorspelbare toeristische keuzes, maar al snel bleek ook waarom : het is gewoon een prachtig eiland : autovrij, met prachtig witte, mooi onderhouden en bebloemde straten, met azuurblauwe zee, terrasjes aan de haven… Wie daar geen vakantiegevoel van krijgt, zal het wellicht op niet veel plaatsen vinden.

Ik heb er mijn batterijen stevig opgeladen, ook al moest ik een gemeenteraad missen. En laat er alvast geen twijfel over bestaan : Griekenland hoort in het hart van de EU en de euro thuis. De Grieken hebben ondertussen zware inspanningen gedaan om daar te kunnen blijven. Daarvoor verdienen ze méér waardering, maar ik vrees dat er nog meer nodig zal zijn. Daar mogen we het land niet alleen bij laten.

Back to Babylon

Back to Babylon

Twee weekends na elkaar in Londen. Puur toeval, eigenlijk. Na de Olympische Spelen was ik er niet meer geweest. Nu was het zowaar opnieuw een sportwedstrijd die me terug over het Kanaal leidde. Voetbal dan nog, niet meteen mijn favoriete sport. De derde wedstrijd in drie jaar die ik live bijwoon – overigens ook de derde in tien jaar. De wens van Roel, Leo, William en André om nog eens een „echte” match te zien, over de grenzen, leidde hen zowaar naar mij. En zo herinnerde ik me dat mijn voorganger als EMCO-voorzitter supporter is van Crystal Palace. Dat dit seizoen na lang wachten in de Premier League terugkeerde, waar het team het overigens nooit langer dan één jaar uithield. Tot nu, misschien…

Tickets voor de Premier League blijken niet zo eenvoudig om te pakken te krijgen. Maar via een lokale supporter lukt het wel. En dus viel onze keuze op de wedstrijd tegen Chelsea. Een topper, die het weekend voordien Arsenal een nogal droge 6-0 nederlaag aansmeerde. Een vlotte verplaatsing, mooi weer, een uiteraard vol stadion in Selhurst. En de „Eagles” die de eerste helft Chelsea mooi afhielden en regelmatig zelfs uitbraken. Om in de tweede helft een own-goal van wereldster Terry af te dwingen. En vervolgens nog enkele kansen af te dwingen. Het had 2-0 of 3-0 kunnen worden, maar 1-0 was natuurlijk ook al goed voor een feestje. Oud-collega Mik bleek in elk geval erg tevreden met het geluk dat wij brachten. Ook al moest de Crystaldoelman wel alles uit de kast halen om een schot van Hazard uit de netten te houden.

Eender welk Belgisch team dat Chelsea klopt praat daar nog járen over. Hopelijk zette Crystal hiermee een mooie stap naar het behoud – de 0-3 op rechtstreekse concurrent voor de degradatie Cardiff van vorig weekend zou daarbij ook moeten helpen.

Precies één week later zat ik opnieuw in de Eurostar. Deze keer voor een peer review over het minimumloon in het Verenigd Koninkrijk, en dat vergeleken met een aantal andere interessante landen. Erg boeiende discussie. Met tussendoor wat tijd om Camden Market, het British Museum, het Natural History Museum, Harrod’s en zowaar ook een musical mee te pikken. Een dosis cultuur en shopping (van divers allooi) om het voetbal te compenseren. Met een bezoek aan Chinatown en de buurt rond Piccadilly Circus op twee zaterdagavonden als constante.

Heerlijke stad, Londen, zoals ik hier al wel meer heb neergeschreven. Die op veel terreinen een voorbeeld voor onze steden en onze samenleving zou kunnen zijn. Ik moet er dringend terug naartoe…

Met vlag en wimpel

Met vlag en wimpel

Kaunas, Litouwen. Voor een gezamenlijke vergadering van EMCO en de collega’s van het Sociaal Beschermingscomité (SPC). Om verschillende redenen een „historische” vergadering. Omdat mijn collega en ik (toevallig ook een „Tom”, maar daar houdt de gelijkenis wellicht grotendeels op) een bijdrage uit onze comités trachtten te halen over een Commissietekst die pas volgende week verschijnt. Omdat we met Kroatië Lidstaat 28 mochten verwelkomen – met het recente verleden van dat land in gedachten, maar ook met de Europese roeping die van de cultuur- en natuurpracht van het land en de gastvrijheid van zijn bevolking afstraalt. Maar vooral omdat we voor het eerst bijeenkwamen op voormalige Sovjetbodem. Waar nu onze blauwe vlag met gele sterren wappert waar een kwarteeuw geleden nog het rode sovjetvaandel hing.

Wat er mij alvast aan herinnerde dat vrede, vrijheid, democratie en échte solidariteit waarden zijn die we al te vaak als vanzelfsprekend ervaren of zelfs relativeren als dat zo uitkomt. Zodat we godbetert zelfs in Vlaanderen het gebruik van chemische wapens in Syrië niet ernstig genoeg vinden om als het moet zeer krachtig tegen te reageren – hoeveel Fronters zouden zich in de voorbije weken het Yperiet indachtig onder hun heldenhuldekruis hebben omgedraaid bij het zien van dat gebrek aan Europese en Vlaamse daadkracht ?

De waarden waarvoor de EU staat zijn er niet vanzelf gekomen, en ze blijven ook niet vanzelf overeind. Het helpt -alleszins voor mij- om af en toe in het verleden te kunnen kijken. In Dubrovnik (waar ik echt nog eens terug naartoe moet). En in Kaunas (wat minder toeristisch interessant, toegegeven…).