OCMW-voedselhulp

OCMW-voedselhulp

Het OCMW heeft de mooie traditie om afscheidsnemende raadsleden te bedanken met een etentje. Het heeft wat langer geduurd dan voorzien, maar gisteren behoorde ik samen met de anderen die na 8 oktober vorig jaar uit het Kerkeneind vertrokken tot de feestvarkens. Veel meer dan een gemeenteraad ooit zou kunnen, creëert het OCMW een stuk verbondenheid tussen de raadsleden. Dat heeft verschillende redenen : het gaat om een relatief kleine groep, die toch een beetje buiten de politieke schijnwerpers functioneert. Maar het heeft zeker ook te maken met de materie die er wordt behandeld : in individuele dossiers moeten vaak knopen worden doorgehakt die niet wit of zwart zijn, waar de goede oplossing misschien niet eens bestaat, maar waar wél iemands toekomst van kan afhangen. Een verantwoordelijkheid die veel ingrijpender is dan de goedkeuring van de rekening van een kerkfabriek (hoe belangrijk dat ook is). En waarover je alleen met elkaar kan napraten, wegens het beroepsgeheim. Ook het samen stoom afblazen in café 1804 hoort daarbij. Bovendien was het een bijzondere lichting die de vorige legislatuur de Raad voor Maatschappelijk Welzijn bevolkte. Elke partij had wel één of meer van zijn sterkhouders, voor of achter de schermen, in de OCMW-raad zitten. Dat vertaalde zich soms in pittige debatten (af en toe op de rand van de politieke goede zeden), maar ook in heldere lijnen en een serie realisaties die er best mag zijn.

Na de verkiezingen heb ik getwijfeld tussen de gemeenteraad en het OCMW. Ik heb geen spijt van mijn keuze, maar als ik ze opnieuw moest maken –wetend wat ik nu weet¬ zou ik weer twijfelen. Met vermoedelijk hetzelfde resultaat. Maar je eerste (politieke) liefde vergeet je niet zomaar…

Reageren is niet mogelijk.