Archief van
Jaar: 2024

Door de woestijn

Door de woestijn

Ik ben net terug uit Griekenland. Het was er warm de voorbije weken. Het is er eigenlijk al van in juni te warm, ook voor de Grieken die toch wel wat gewoon zijn. Maar de warmte van de mensen compenseert die van de zon, samen met de zee – en ventilatoren en airconditioning, die ook. We brachten veel tijd door in Athene en Salamina, bij de familie van mijn vrouw. Maar we vonden ook de tijd voor een uitstap naar Egina, waar we ook vorig jaar al enkele dagen hadden doorgebracht. En naar Limnos (Λήμνος) – in het Nederlands soms ook “Lemnos” geschreven : de uitspraak van de Griekse letter η veranderde in de loop der tijden van “e” naar “i”, vandaar.

Limnos is een bijzonder eiland. Het ligt ver naar het noorden, in de Egeïsche zee. Vanuit Limnos kan je de berg Athos zien, de “Heilige Berg”, die op het gelijknamige schiereiland ligt dat al van oudsher uitsluitend door kloosterlingen wordt bevolkt. Mannelijke kloosterlingen : het gebied is niet toegankelijk voor al wat vrouwelijk is – enkel voor katten wordt in principe een uitzondering gemaakt, want iemand moet de muizen vangen. Onder meer daardoor heeft de berg ook een bijzonder statuut binnen de Europese Unie, en in de orthodoxe kerkorde waar het rechtstreeks onder de Patriarch van Constantinopel valt. Het staat op het lijstje van de plaatsen waar ik wel eens wil komen, maar dat vergt enige organisatie.

Limnos zelf is gemakkelijker toegankelijk, met de boot of het vliegtuig. Het is een vrij groot eiland, met niet zo heel veel toeristische activiteit, ondanks de prachtige stranden. Het is al lang bewoond, met een vrij goed bewaarde archeologische site waarvan geclaimd wordt dat het de eerste georganiseerde nederzetting in Europa zou zijn geweest, met waterafvoer en openbare gebouwen. Ze ligt net tegenover de plek op het Turkse vasteland waar ooit de stad Troje moet zijn geweest. De Etrusken, de historische buren van de Romeinen in Italië, passeerden mogelijk hier, of ze hadden er alleszins familiebanden.

De hoofdstad Myrina, ook de belangrijkste haven van Limnos, wordt overschaduwd door de indrukwekkende ruïnes van een Venetiaans kasteel, dat herinnert aan de tijden toen die Venetianen met de Ottomanen wedijverden voor de heerschappij in dit stuk van Europa. Echt heel “bezig” is Myrina niet, al komt het ’s avonds tot leven : zelfs de souvenirswinkels sluiten de deuren voor een “midddagpauze” tussen 14u30 en 19u30… Tijd om te gaan zwemmen, of iets te eten. Zoals dat hoort in een haven is de vis er uitstekend – en het eiland staat ook bekend voor zijn lekkere kreeft.

Het eiland gaat er ook prat om dat het “de enige woestijn in Europa” herbergt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik die toch vooral als een mooi duinengebied zou omschrijven. Zoals er nog wel wat in Europa zijn. Heel ver moet je ze niet gaan zoeken hier in Essen… Wat het eiland nog meer gemeen heeft met Vlaanderen zijn een reeks graven uit de Eerste Wereldoorlog. De slag bij Galipoli werd inderdaad voor een belangrijk deel vanuit Limnos aangestuurd, en de wapenstilstand tussen de Ottomanen en de Geallieerden werd op het eiland ondertekend.

Een interessante geschiedenis, mooie natuur en cultuur, de zon en de zee, lekker eten en een aangename sfeer. Meer moet dat niet zijn tijdens de vakantie. Griekenland dus.

’t Eén of ’t ander

’t Eén of ’t ander

De lijsten zijn nog niet ingediend, sommige zijn in tegenstelling tot de onze ook nog niet helemaal af. Maar de krijtlijnen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober zijn wel duidelijk. Eigenlijk staat de Essenaar voor een eenvoudige keuze : opnieuw een burgemeester van CD&V of één van N-VA/PLE.

Een keuze voor Vooruit is er zo goed als zeker één voor een CD&V-burgemeester. De coalitie die beide partijen al 18 jaar hebben gaat worden verdergezet als dat wiskundig kan. Dus als ze samen 13 zetels of meer halen. Het zou al heel raar moeten gaan als één van beide vrijwillig van partner verandert. Vooruit zit in Essen ook al een eeuwigheid op 4 zetels. Het is niet realistisch dat ze plots CD&V zouden inhalen, die vorige keer 9 zetels haalden. Dat gaat niet gebeuren. Arno Aerden of een ander Vooruitkopstuk worden geen burgemeester. Wie Vooruit stemt, weet dat het ook een stem is voor CD&V. En dat geldt ook andersom.

Een keuze voor het Vlaams Belang heeft dan weer geen invloed op de vraag wie in Essen burgemeester wordt. Het is zo goed als een blanco stem, die alleen het risico vergroot dat CD&V en N-VA/PLE samen moeten besturen. Waardoor de kiezers van géén van beiden krijgen wat ze gevraagd hebben. Bovendien, we moeten daar eerlijk in zijn, is het in Essen nog meer dan elders een extreme en onnuttige stem. Niemand denkt eraan om de Essense VB-ers mee in een schepencollege te nemen – zij zelf wellicht nog het minst van al. En in de gemeenteraad hebben ze na het vertrek van anti-vaccer en pro-Russische complotdenker Patrick Van Ginneken niet eens meer de twee zetels die ze hebben gekregen ingevuld. Met de ene overblijvende doen ze niet veel. Protest kan ik begrijpen, maar stuur dan een email. In het stemhokje heeft een stem voor het VB geen impact.

De keuze gaat tussen N-VA/PLE en CD&V. Bij ons is de afspraak, zoals de wet voorziet, dat de persoon met de meeste stemmen onze kandidaat-burgemeester is. Bij CD&V is naar verluidt de afspraak dat het sowieso Steff Nouws wordt – ook als Gaston Van Tichelt, Dirk Konings of Brigitte Van Aert meer stemmen halen. Die gaan hun beurt dan voorbij laten gaan. Ik waardeer de moed van Steff om op jonge leeftijd die verantwoordelijkheid te willen dragen. Maar los van het feit dat ik de visie van zijn partij niet deel denk ik niet dat hij er klaar voor is. Ik heb in de gemeenteraad niet echt veel inzicht of visie gemerkt. Steff lijkt toch vooral het eeuwenoude adagium van de “tsjeven” te huldigen : het maakt niet uit hoe er bestuurd wordt, als het maar door ons gebeurt. Soms pakt dat goed uit, maar al te vaak blijkt het een garantie voor een mossel-noch-visbeleid, voor het openhouden van de winkel zonder fundamentele keuzes te maken. N-VA/PLE staat voor een ander bestuursmodel. Dat maakt de keuze op 13 oktober heel helder.

’t Is goed

’t Is goed

Het is een traditie. Elke zes jaar maak ik een lijstje met wat er in de voorbije legislatuur goed is gegaan. Omdat ik niet van zwart/witdenken houd. Omdat oppositie tegen alles en iedereen niemand vooruithelpt. Omdat ik hoop dat ook de “overkant” de eerlijkheid zal hebben om een lijst te maken met wat ze naar eigen inschatting niet zo goed hebben aangepakt – al bleek dat de vorige keren steeds een illusie. Maar hoop doet leven.

Zoals elke keer probeer ik niet te veel “maar” en “ondanks” in dit lijstje te zetten. Dat is niet eenvoudig voor wie zoals ik van nuances en kritisch denken houdt. Toch ga ik het doen. Bij wat niet goed gaat, geven we ook de eventuele pluspunten niet altijd mee, en dat ga ik dus compenseren.

  1. Het nieuwe beleidsplan ruimte. Zowel het proces als het resultaat mogen er zijn. Het plan kan dienen als leidraad voor het beleid op het domein van ruimtelijke ordening, maar ook op een aantal andere terreinen. Zeker het mobiliteitsplan, waar we dringend werk van moeten maken, kan hier een belangrijke inspiratiebron in vinden.
  2. Het Zorgpunt aan de grens. Nabije zorg is erg belangrijk, en hier werd in samenwerking met Klina een belangrijke stap gezet en een groot potentieel gecreëerd – waar nu op verder gebouwd moet worden.
  3. Het natuurbeleid in het algemeen. Schepen Helmut Jaspers laat Essen groener achter dan hij het zes -of twaalf- jaar geleden gevonden heeft, met Wildertnis als één van de mooiste realisaties. Ook dit vormt een basis om met nog meer durf en nog meer visie aan verder te werken.
  4. De turnhal is een mooie aanvulling bij de sportinfrastructuur in onze gemeente.
  5. De verledding van de openbare verlichting. Essen is een voorloper bij het aanpassen van de straatlampen naar LED.
  6. Last but not least : de aanpak van de Covidpandemie. De krijtlijnen werden daarbij getrokken door andere bestuursniveaus, maar Essen, en in het bijzonder burgemeester Van Tichelt, hebben actief, transparant en flexibel geprobeerd om de schok die de wereld trof hier lokaal zo goed mogelijk op te vangen.

Tot daar. Binnen zes jaar hoop ik om vanuit de meerderheid een (kort) lijstje te kunnen maken met wat beter had gekund !

Goed voor B(e)iden

Goed voor B(e)iden

Ik denk niet dat het gepland was, maar als de vervanging „in extremis” van president Joe Biden als Democratische presidentskandidaat in de VS een bewuste zet was, dan was het een briljant tactisch manoeuvre. Vice-president Kamala Harris is er meteen in geslaagd om zich als enig alternatief te profileren, iets wat ik niet had verwacht – maar kandidaat Harris in 2024 blijkt plots vele maten sterker dan kandidaat Harris in 2020. Bovendien speelt ze haar sterkste troef met verve uit : ze is een heel normaal persoon, die fris en scherp van geest reageert. En kijk, dat hadden de Republikeinen helemaal niet voorzien. Trump zelf hield er uiteraard geen rekening mee dat iemand vrijwillig het presidentschap zou opgeven – een would-be dictator gaat ervan uit dat iedereen te allen prijze aan de macht wil blijven. De mislukte moordaanslag gaf hem helemaal het gevoel van onkwetsbaarheid. En de keuze van vice-presidentskandidaat J.D. Vance was er ook duidelijk één in het perspectief van een campagne tegen Biden : een jongere kloon van zichzelf die mag doen en zeggen wat hij wil zonder daarop afgerekend te worden, alleen maar omdat hij goed ligt bij de basis.

De verstandige en moedige stap opzij van Biden heeft het hele verhaal veranderd.  Harris is ook zo verstandig geweest van meteen de campagne te focussen op de mogelijke terugkeer naar de Trump-jaren met „We’re nog going back”. En de Democraten zijn ook minder genegeerd om de Trump-techniek van de persoonlijke aanvallen tegen hem te keren : tegenover „crooked Hillary” en „sleepy Joe” (twee aantijgingen zonder veel grond van waarheid) horen we nu ook „weird Donald” en „creepy Vance” (wel terecht – overigens heeft Vance niet echt een voornaam…).

Verkiezingen blijven altijd spannend, de Republikeinse basis sterk en het Amerikaanse kiessysteem onvoorspelbaar en gericht op het uitsluiten van kiezers – vooral uit minderheden. Maar de kaarten lijken toch vrij goed te liggen voor Harris. Hopelijk blijft dat zo, en biedt het vervolgens de gelegenheid aan de Republikeinse partij om zich te bekeren van het geflirt met vrijwel ongefilterd fascisme. Een tweede Trumptermijn zou een gevaar zijn voor de democratie zelf – in de VS en bij uitbreiding in de hele wereld. Zoals de oranje man het zelf heeft gesteld : iedereen moet deze keer voor hem stemmen, daarna is stemmen niet meer nodig.

De verantwoordelijkheid die op de schouders van Kamala Harris rust is niet gering. Gelukkig lijkt ze er klaar voor. En niet dat ze mijn raad nodig heeft, maar Pete Buttigieg zou een uitstekende president zijn.  Ook al omdat zijn afkomst in de EU ligt, met name in onze kleinste Lidstaat. Die met de voorzitter van het Europees Parlement overigens zo al een buitenmaatse impact heeft – het is het mooie eiland absoluut gegund.

Cordon

Cordon

„Hoe denk jij over het cordon sanitaire ?” Ik krijg de vraag wel eens. Ik begin mijn antwoord dan altijd met de definitie van het cordon – een opvoeding met vele uren wiskunde laat zijn sporen na. Het cordon sanitaire is de afspraak tussen een aantal partijen om nooit met het Vlaams Blok een bestuursmeerderheid te vormen.  Welke partijen ? De CVP, de SP, de VLD, de VU en Agalev. Niet meer, niet minder.

Opvallend in de definitie : het gaat niet over alle vormen van samenwerking, enkel over een bestuursmeerderheid. Ook opvallend : geen van de partijen in mijn lijstje bestaat nog onder dezelfde naam – maar de afspraak wordt door de meeste van hun erfopvolgers als bindend beschouwd.

Tot daar de theorie. Ik vind het in de praktijk een moeilijke afweging. Daar speelt mijn Europese blik wellicht in mee. Ik kan me omstandigheden inbeelden waarin een democratische partij ervoor kiest om met een partij in zee te gaan die de rechtse of linkse buitengrenzen van de democratie opzoekt. Dat hangt van de concrete standpunten, de stijl en de mensen van die partij af. De PVV van Wilders valt voor mij buiten dat spectrum, de RN van Le Pen ook. Maar Meloni, of de Poolse PiS. Mja, als het moet…

Wat dan met het Vlaams Belang ? Standpunten, stijl en mensen zijn de drie criteria. Qua standpunten lijken de meeste officiële standpunten, als het moet, binnen de grenzen van het onderhandelbare te vallen.  Maar dan zijn er de stijl en de mensen nog. Qua stijl is Tom Van Grieken (mooie naam overigens, dat dan weer wel) duidelijk door de mand gevallen tijdens de voorbije campagne, en ook zijn partijleden kunnen niet altijd hun neiging verbergen om mensen uit te sluiten omwille van wie ze zijn. Dat past dus niet. En mensen… tja, er is nu niet meteen iemand bij het VB aan wie ik met een gerust hart de overheidsfinanciën of de sociale zekerheid zou toevertrouwen.

Dat alles geldt ook in Essen. Ik heb sinds het vertrek van Patrick Van Ginneken uit de gemeenteraad geen standpunten van het VB meer gehoord die ik onaanvaardbaar vind (Patrick was een COVID-ontkenner, dat hielp natuurlijk niet). Veel standpunten heb ik ook niet gehoord, maar tot daaraan toe.

Maar de stijl steekt me ook in Essen tegen. In de eerste plaats omdat ze op de twee zetels die ze bij de verkiezingen kregen nu al enkele jaren maar één persoon zetten.  De helft van hun kiezers wordt niet vertegenwoordigd. En ook omdat wat ze wel doen vaak letterlijk wordt aangestuurd uit Brussel : met lange vragen, die ze dan niet eens echt stellen en die vaak niet relevant zijn voor Essen. Waarop ze dan luisteren naar het antwoord zonder daar nog verder op in te gaan.  Zo werkt een gemeenteraad niet. Het helpt de Essenaren geen sikkepit. Bovendien dweept het Essense VB (buiten de gemeenteraad dan) duidelijk met de Russische dictator Putin – en zagen we in plaats van de Vlaamse Leeuw ook al eens de Stars en Bars wapperen bij de lokale voorman. Die strijdvlag van het Amerikaanse Zuiden wordt algemeen als racistisch symbool beschouwd.

Tenslotte, en dat is wellicht nog het meest doorslaggevende argument : ik denk echt niet dat Marc Scheepers of één van zijn collega’s een goede schepen zou zijn. Bij slotsom : ik heb het formele cordon sanitaire niet nodig om te weten dat er met het Essense VB niet kan bestuurd worden. En dat een stem op hen om vele redenen een totaal verloren stem is. De keuze gaat in Essen op 13 oktober tussen de voortzetting van de CD&V/Vooruitcoalitie en een bestuur onder leiding van N-VA/PLE. Al de rest is afleiding.

Opnieuw kandidaat

Opnieuw kandidaat

Het bestuur van N-VA/PLE heeft zich gisteren gebogen over de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober. Maandag wordt die aan de leden van de twee partijen voorgelegd, en zolang is de lijst dus niet definitief. Maar ik kan wel verklappen dat ik op de ontwerplijst een plaatsje heb gekregen. Ik heb me inderdaad opnieuw kandidaat gesteld om vanuit PLE de fractie N-VA/PLE in de gemeenteraad te versterken. Zoals ik dat de voorbije 18 jaar heb gedaan. Het is aan de kiezer om te bepalen of die inbreng voldoende nuttig wordt geacht. Indien ja, dan ga ik opnieuw mijn best doen om die taak zo goed mogelijk ter harte te nemen.

Los van mijn deelname worden het trouwens op 13 oktober sowieso historische verkiezingen in Essen. Voor het eerst -voor zover ik kan nagaan- trekt de uittredende burgemeester geen lijst. Vorige burgemeesterswissels gebeurden tijdens de legislatuur of na de verkiezingen, maar Gaston Van Tichelt heeft aangegeven geen nieuw mandaat na te streven. Je weet natuurlijk nooit wat er na de verkiezingen gebeurt, maar ik zie nu ook niet meteen redenen om aan zijn woorden te twijfelen. Ook al voor het eerst vertrekt de kandidaat van CD&V (of voorheen CVP en nog verdere voorgangers) niet vanuit pole position : bij de vorige verkiezingen werd N-VA/PLE de grootste partij, al leverde ons dat geen plek in de meerderheid op. En de kandidaat van CD&V, Steff Nouws, heeft ook een stuk minder politieke ervaring dan de lijsttrekkers van de grootste én van de derde partij. Arno Aerden van Vooruit heeft er al 12 jaar gemeenteraad opzitten, waarvan zes in het schepencollege. En Geert Vandekeybus werd tegelijk met mij voor het eerst verkozen, nu 18 jaar geleden, al is hij er enkele jaren tussenuit geweest.

Geert Vandekeybus trekt dus onze lijst.  Ook “historisch”, nadat we in 2000, 2006, 2012 en 2018 onder aanvoering van Dirk Smout naar de stembus trokken. Dirk duwt nu de lijst. De nieuwe spelregels maken dat de kiezer bepaalt wie burgemeester wordt, maar het creëert natuurlijk wel een ander beeld. De burgemeesterssjerp zou zo wel eens voor het eerst van partij kunnen wisselen in Essen, maar toch in Wildert blijven. Ik weet nog dat Dirk en ik in 2006 bij Geert langsgingen om hem te proberen op de lijst te krijgen – we waren allebei erg blij toen dat ook lukte, maar waar het ons vandaag zou brengen konden we toen echt niet vermoeden.

Ik geef het toe, soms weegt de gemeentepolitiek wel eens. Maar toen ik op onze interne kandidatenfiche mijn prioriteiten moest opsommen wist ik heel snel weer waarom ik dit doe : een open Essen met veel natuur en open ruimte, een gemeentebestuur dat actief achter de verenigingen staan, een efficiënter gemeentebestuur dat investeert in de toekomst. Met Geert, Dirk, Joris, Katrien, Robin en alle anderen (die ik pas maandag allemaal kan opsommen) – en met onze gedachten bij Guy en Bob – wil ik daar graag mijn steentje aan bijdragen. En hoewel ik met veel plezier zes jaar de oppositie heb aangevoerd -in een democratie een cruciale taak- wil ik deze keer maar dan ooit naar de meerderheidsbanken verhuizen om echt mee op het beleid te wegen.

Kiespijn

Kiespijn

Er vonden de voorbije maanden in heel wat van de ons omringende landen verkiezingen plaats. Omwille van het EU-Voorzitterschap heb ik de kans gemist om er commentaar op te geven. Ik ga ze niet allemaal inhalen. Over de Britse verkiezingen van gisteren wil ik wel iets zeggen. Het meest opvallende is misschien nog wel de eigenaardige werking van het kiesstelsel : Labour gaat er in percentage nauwelijks op vooruit, maar veegt desalniettemin de Conservatieve regering van de parlementaire kaart. Hoewel het niet helemaal eerlijk is om die vraag nu op te werpen -de vorige keren waren het de Conservatieven die met een dikke 35% van de stemmen een ruime absolute meerderheid haalden- is het toch een systeem dat minder houdbaar lijkt in een situatie met meer dan twee à drie relevante partijen.

Maar laat dat geen afbreuk doen aan de vreugde om de Conservatieven, de “Tories” van premier Sunak, eindelijk hun verdiende loon te zien krijgen. Het roekeloze Brexitreferendum van David Cameron, de vruchteloze poging van Theresa May om van de contradicties en leugens die in Brexit ingebakken zaten toch nog iets te maken, het schaamteloze “have your cake and eat it” populisme van Boris Johnson, het zeer kortstondige maar zeer noodlottige economische experiment van Liz Truss en tenslotte de poging van Sunak om daar allemaal nog op één of andere manier chocola van te maken, ze zijn eindelijk allemaal afgestraft.

Vandaag doet me een beetje denken aan 2 mei 1997, toen Tony Blair een nieuwe Labourregering aan de macht bracht, na ook al vele jaren Conservatief bewind. Ik herinner het me als een dag van hoop, ook voor Europa. De huidige Labourleider Keir Starmer heeft niet hetzelfde charisma, en zijn succes lijkt ook mee gebaseerd op een onderliggende uitstroom vanuit de Conservatieve Partij naar het Reform UK van überpopulist en charlatan Nigel Farage, maar toch is het een mooie dag voor het VK, voor Europa en voor de democratie.

Over naar onze verkiezingen van 9 juni. Ik zat die dag in Genève, zodat mijn volmachthouder mijn voorkeuren aan de computer heeft doorgegeven. Ik ben blij dat het Vlaams Belang er niet in slaagde om de grootste partij te worden, en dat in de campagne werd blootgelegd hoe extreem en onbekwaam die partij echt is. Wie dacht dat het politieke genie Bart De Wever zijn pluimen had verloren is stevig bedrogen uitgekomen, ook al ben ik het met Petra De Sutter eens dat Bart haar een doos pralines mag brengen. Vooral Open Vld kreeg klappen. Eerlijk gezegd vind ik dat de kiezer premier De Croo niet helemaal naar waarde heeft geschat, maar de partij heeft het natuurlijk vooral aan zichzelf te danken. Ze is ook in een ideologisch “dead end” beland – De Croo deed zelf de vaststelling dat de al genoemde De Sutter ook een liberaal is, maar de huidige Open Vld is meer nog dan CD&V een inconsistent samenraapsel van mensen die graag aan de macht zijn. Daar zijn veel goede mensen bij, en macht nastreven is legitiem. Maar zo gaat het dus niet lukken. Als sociaal-liberaal -dat is een deel van mijn politieke identiteit- kan ik dat alleen maar jammer vinden.

Net zoals in het Verenigd Koninkrijk moet ik ook bij ons iets over het kiesstelsel vertellen. Dat is veel meer proportioneel, dus daar zit het probleem niet. En de uitkomst van de verkiezingen is al bij al vrij helder. Maar om allerlei redenen heb ik in de verkiezingsslag twee nieuwe partijen, Volt en Voor U, met belangstelling gevolgd – de kans dat ik ooit voor Els Ampe of haar partij stem is nul, maar voor haar bondgenoten van Vista kan ik enige sympathie niet ontkennen. Ik kan niet anders dan met die beide partijen vaststellen dat de combinatie van de erg hoge kiesdrempel met een al te ruime partijfinanciering het voor nieuwe partijen quasi onmogelijk maakt om door te breken. Daardoor beschermen de bestaande partijen zichzelf – maar ook hun eigen concurrenten, natuurlijk. Zo zou het Vlaams Belang bij ons te lijden kunnen hebben van een Baudet-achtige “wappie”-partij en van een BBB-variant. Misschien is het in Nederland iets te gemakkelijk om in het parlement te belanden, zo helemaal zonder drempel. Dat is niet optimaal voor de bestuurbaarheid. Maar ons systeem dient de democratie dan weer slecht : wie een partij wil loslaten moet naar een andere gevestigde overstappen. Met een mildere drempel en eerlijkere kansen voor nieuwkomers zou er in dit land al een andere liberale partij dan Open Vld zijn geweest, om op dat voorbeeld verder te bouwen.

Het is volbracht

Het is volbracht

Het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie zit erop. Volgens de meeste binnen- en buitenlandse commentaren werd het een succes. Dat lag aan de timing : België kreeg de voorzittershamer net vóór de Europese verkiezingen, en dat is nu eenmaal het ideale moment om dossiers te sluiten die al enige tijd aanslepen. De Europese parlementsleden ronden hun werk graag af, of ze nu hopen terug te komen of niet. En wie Europese verkiezingen zegt, zegt ook een nieuwe Europese Commissie, en die kan altijd beslissen om een voorstel in te trekken of te herzien. Tenzij het afgerond is.

Maar er is natuurlijk meer dan geluk met de timing : je moet het ook effectief waarmaken. Ook daarin bleken we goed. Een combinatie van ervaring, gezonde ambitie en hier en daar een beetje geluk dat de politieke kaarten juist vielen. Naast dossiers afronden had het Belgisch Voorzitterschap nog een tweede doel : de agenda voor de komende jaren voorbereiden. Ook dat lijkt behoorlijk gelukt, al moet je dan nog maar afwachten wat er nadien mee gebeurt.

Ook op mijn domein, werkgelegenheid en sociaal beleid, hebben we op die twee aspecten ingezet : dossiers afronden en de verdere agenda voorbereiden. Eigenlijk was vooral het tweede mijn domein. Ik was sterk betrokken bij de organisatie van de informele raad van ministers van werk en sociale zaken in Namen in januari – en mijn poging om het nemen van een groepsfoto tijdelijk te verhinderen lukte dan wel maar half – ze haalde wel de Financial Times. De discussies in Namen waren een belangrijke stap op weg naar de Verklaring van La Hulpe, en ook in die verklaring en de bijhorende conferentie heb ik veel tijd gestoken. Het heeft wel iets om een tekst die op je pc begon uiteindelijk en na behoorlijk wat versies te hebben gekend te zien ondertekenen door de Europese politieke en socio-economische leiders.

Daarnaast heb ik meegewerkt aan de discussienota’s voor de formele ministerraden. Daarvan werd er ook één bij een ontbijt geserveerd, en één bij een lunch. Ze leverden alleszins voor mij interessante debatten op, ook al is discussiëren met in de ene hand een croissant en in de andere een nota niet voor iedereen zo eenvoudig.

Eén van onze prioriteiten we eerlijke en efficiënte mobiliteit op de Europese arbeidsmarkt, en dat in relatie tot de evaluatie van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA). Als voorzitter van de raad van bestuur van ELA uiteraard een belangrijk thema voor mij. We organiseerden een conferentie en schreven een rapport, dat erg goed onthaald werd. We werkten daarvoor als ambtenaren van verschillende overheidsdiensten samen, en hoewel we feedback kregen van enkele academici deden we het gewoon zelf, zonder studiebureaus of consultants. Best iets om trots op te zijn – ook de Europese Commissie werkt nu aan een soortgelijk rapport, maar zijn besteedden het wél uit…

De laatste loodjes van het Voorzitterschap brachten mij in juni naar Genève, voor de Internationale Arbeidsconferentie. De EU-voorzitter spreekt op dat wereldwijde, tripartite forum (met overheden, vakbonden en werkgevers) namens de EU en de EU-Lidstaten, en dat vraagt heel wat voorbereidend werk en coördinatie ter plaatse. Met werkdagen die vaak om 8u ’s morgens beginnen en al eens laat op de avond eindigen – met in het comité waar ik aan deelnam op het einde een nachtzitting tot 2u30. Met een voor de EU cruciale discussie rond 1u – ook dan moet je dus proberen scherp te blijven en je standpunt duidelijk te maken. Voor de volledigheid : we haalden in die nachtelijke uren enkele voor ons cruciale amendementen binnen – en ook een komma, die we belangrijk vonden (het duurde even eer iedereen wist waarom). Ik was niet voor het eerst op de conferentie en had er al eerder in andere hoedanigheden mee vergaderd, maar uiteraard niet in de rol van EU-voorzitter. Ik ben er vooral trots op dat we een mooie ploeg konden samenstellen om voluit voor die rol te gaan.

Het waren zes boeiende, maar drukke maanden. Met ook de nodige absurde momenten – ik ben even “hoofd protocol” van de Belgische ministers geweest, en heb me namens ons land bij een buitenlandse minister verontschuldigd voor iets dat de ambtenaren van dat land zelf fout hadden gedaan en dat die minister ook gewoon snel had kunnen rechtzetten. En we hebben ons het hoofd gebroken -en weten het nu nog niet- om te achterhalen wie in een bepaald EU-land eigenlijk echt besliste over een bepaald dossier. Ook dat is soms diplomatie…

Lopen over eieren of lopen over water ?

Lopen over eieren of lopen over water ?

Het was een bijzondere gemeenteraad vorige dinsdag. De eerste zonder Bob, en daardoor ook met Katrien opnieuw in de raad. Maar de raad werd ook om andere redenen speciaal. Ik begreep het al toen ik uit de trein stapte en een reeks tractors van Hoek naar Essen reden. Eentje met een zwarte vlag stopte netjes om mij over te laten steken – al goed, want ik was gehaast om me naar het gemeentehuis te begeven. De tractor had nog wat meer tijd, maar de bestemming was dezelfde : het Heuvelplein werd het toneel van een heus boerenprotest. Waar naar verluidt niet alleen Essense boeren, maar ook collega’s uit de omgeving op af zijn gekomen.

Eerst woonden ze de gemeenteraad bij, tot en met de bespreking van het beleidsplan ruimte.  Ik ben eerlijk gezegd bijzonder opgelucht dat dat plan goedgekeurd geraakte : de schade die de voorganger, het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, heeft aangericht is moeilijk te overschatten. Met het nieuwe plan is er een kader dat tenminste toelaat om te proberen het plattelandskarakter van Essen opnieuw te versterken.

Jammer dat de aanwezige landbouwers dat zo niet zagen. Ik denk dat iedereen begreep dat hun protest eigenlijk ook maar in beperkte mate tegen het plan gericht was. Ze focusten op de “valleilandschappen”, die dan maar snel door CD&V werden omgedoopt door “beekdallandschappen” waar wat meer water zal moeten worden opgevangen en daardoor mogelijk de aard van de landbouw zal veranderen. Dat is iets heel anders dan “landbouwgrond afpakken” zoals het door sommigen werd voorgesteld. Maar het protest kaderde vooral in een algemene ontevredenheid van “de boeren”. Die begrijpelijk is, maar ook mee gedreven wordt door een ander belang dan dat van de individuele landbouwer die terecht voor de toekomst vreest, en waar niet echt een economisch en ecologisch leefbaar landbouwmodel achter steekt. Ik ben als volgt tussengekomen in het debat :

We hebben met N-VA/PLE de voorlopige vaststelling van dit beleidsplan goedgekeurd en we gaan dat nu ook met de definitieve vaststelling doen. Dat stond in geen geval vast bij het begin van het lange proces in 2019, en we zijn bij elke stap kritisch blijven toekijken. Dat we vandaag toch ja zullen stemmen is de verdienste van de schepen en de diensten, van de Gecoro ook, maar zeker ook van het studiebureau Omgeving dat zonder meer uitstekend werk heeft afgeleverd.

We staan achter de grote keuzes die zijn gemaakt en de evenwichten die werden gevonden, maar dat betekent niet dat we alles even goed vinden. We hebben wat bedenkingen bij de aanpassingen die op het laatst zijn gebeurd. Het minder scherp maken van de bepalingen over wat “status quo” betekent lijkt ons toch iets te veel op maat van inventieve projectontwikkelaars te zijn gebeurd. En de vervanging van “vallei” door “beekdal” is ongetwijfeld een grote overwinning voor de landbouwschepen, maar volgens het woordenboek zijn een dal en een vallei hetzelfde. Mogelijk moet een geoloog het hier eens komen uitleggen.

Het ziet ernaar uit dat het beekdaltruukje ook de bezwaren vanuit de landbouw niet wegneemt.  Uiteraard begrijpen we dat. Het is moeilijk om in een plan als dit mee te gaan voor wie onvoldoende bij het proces is betrokken. De bezwaren vanuit de landbouw, en ook een aantal van de andere bezwaren die werden ingediend, tonen vooral aan dat dit college “horen” en  “luisteren” al te vaak door elkaar haalt  – en dat zijn ook volgens het woordenboek geen synoniemen. Mensen om hun mening vragen creëert nog geen draagvlak. Begrip opbrengen en vervolgens constructief in dialoog gaan is iets anders dan een formeel proces opzetten, of dat nu online is of met hoorzittingen. En iedereen de kans geven om iets te zeggen is iets anders dan adviesraden te respecteren in hun rol en hen op tijd en oprecht bij het beleid te betrekken en ze zo tot co-producent van dat beleid te maken. Het is wel heel ironisch dat dit college de Landbouwadviesraad heeft opgericht en die vervolgens niet actief bij dit verhaal betrekt, maar de landbouwers kunnen gerust zijn : hun raad wordt door dit college even stiefmoederlijk behandeld als  de cultuurraad, de jeugdraad of de raad voor lokale economie.

Het heeft overigens geen zin om nu met één groep nog in één richting te gaan bijsturen : wat er aan de ene kant zo bijkomt gaat er aan de andere kant terug af. Het draagvlak had er beter vooraf geweest, maar het zal nu na de goedkeuring van het plan moeten worden uitgebouwd, en als grootste partij vandaag en als beleidspartij morgen willen wij ons daar alvast voor engageren. Het uitgangspunt is uiteindelijk helder : als we het plattelandskarakter van Essen veilig willen stellen moet het versterken van de natuur samen gaan met kansen voor de landbouw. Vanuit die overtuiging beginnen we in december van dit jaar vanuit een college met N-VA/PLE met een dialoog, op basis van dit beleidsplan. En we beginnen ook meteen met een plan voor de hele waterhuishouding van deze gemeente, met de landbouwadviesraad en de MINA-raad en vele anderen.  Valleien, beekdalen, riolen, grachten… het hangt allemaal samen en deze dagen loopt het allemaal over. Dat is dus een topprioriteit, toch voor de toekomstige bestuurders op deze banken.

Onze belangrijkste kritiek op dit plan tenslotte is vooral een reden om vandaag vóór te stemmen. Er had hier minstens zes jaar eerder een beleidsplan ruimte moeten liggen. Dat zo lang gewacht is heeft het uitzicht van onze gemeente met name in de dorpskernen geen goed gedaan, en dat is een zware verantwoordelijkheid.

Ik hoop dat ik daar mee de weg voor een dialoog heb geopend, want daar heeft iedereen belang bij. Nadat het beleidsplan werd goedgekeurd verlieten de landbouwers de zaal, om het protest op het Heuvelplein verder te zetten. Dat ze vervolgens beslisten om de ramen van het gemeentehuis met eieren te besmeuren is jammer, ook wel omdat het protest verder best beleefd en netjes verliep. Vandalisme, zelfs als het afwasbaar is, valt nooit goed te praten. Intimidatie, zelfs met broze eieren tegen stevige ruiten, ook niet. Maar eigenlijk was het vooral jammer omdat ze het vervolg van de raad niet bijwoonden. Het ging daarna immers over de wateroverlast die onze gemeente teistert. Zoals ik zelf al had benadrukt bleek ook uit de toelichting van Brigitte Quick en Helmut Jaspers dat alles samenhangt en dat er een waterbeleid voor de hele gemeente nodig is. Dat de beekvalleien daarbij een rol te spelen hebben, en dus de landbouwers die er het landschap mee beheren, lijkt me ook vrij evident.

Ook vanuit het ondergelopen Woonbos zaten er behoorlijk wat mensen in het publiek. Eigenlijk hadden zij ook het gesprek met de landbouw kunnen voeren : hoe houden we Essen ook in tijden van klimaatverandering leefbaar ? Ik ben ervan overtuigd dat het beleidsplan ruimte daarvoor een eerste stap is, en hoop dat we met vele samen nog vele stappen kunnen zetten.

In memoriam Bob Konings

In memoriam Bob Konings

Toen ik jong was, was Bob Konings een scoutsleider van een generatie vóór de mijne – als je jong bent, is vijf jaar een generatie. En hij was dus van de scouts, en ik van de KSJ/KSA. Hij was ook de vriend van Ann, natuurlijk. Die was wel “van ons”. Bob kwam zeer regelmatig in café Den Block, als voetballer bij het “huisteam” FC Pedro. Desalniettemin, ik kende Bob niet echt. Ik denk ook niet dat ik toen wist dat hij eigenlijk Johan heette.

Ik leerde hem pas later beter kennen, toen hij bij N-VA/PLE actief werd. “Actief” mag je in zijn geval letterlijk nemen : Bob was geen man van heel veel woorden, maar stond altijd klaar om voor wat dan ook mee te zorgen. Hij werd onze penningmeester en samen zetelden we in de Raad van Bestuur van het Algemeen Gemeentebedrijf. Bob kende de Essense sportclubs en had een goed oog voor al wat er praktisch fout liep. Hij kon -terecht- hard zijn in zijn kritiek, maar stond altijd klaar om mee te denken en mee te werken aan praktische oplossingen. Toen het gemeentebestuur het reservatiesysteem voor de sporthallen maar niet goed kreeg, is hij gewoon een paar uur naast de verantwoordelijke gaan zitten om het probleem op te lossen. Zodat de sportclubs verder konden.

Die praktische instelling bracht hij ook mee naar de gemeenteraad. De sport- en jeugdverenigingen konden op hem rekenen, en hij hechtte ook veel belang aan verkeersveiligheid ging, zeker voor de fietsers. De juiste lijn, het juiste bord : daar kan al veel mee opgelost worden. Bob was in onze fractie vaak de meest kritische over het beleid van de meerderheid, maar bleef nooit stilstaan bij de kritiek en zocht meteen waar het beter kon, goed wetende dat er daar vaak niet naar zou worden geluisterd. Dat rekende hij dan aan de meerderheidspartijen aan, maar eigenlijk nooit aan de mensen in die partijen. Want Bob hield van mensen.

Bob was sporter, en een gedreven volleybalcoach. Samen met Geert bracht hij vaak een stevige scheut “Dosko” in de voor- en nabesprekingen van onze gemeenteraadsfractie. Ik heb niet zo heel veel met volleybal en ken de ploegen, spelers noch competities waar ze het vaak over hadden. En toch voelde ik het enthousiasme, het inzicht en de kracht waarmee hij coachte.

Bob was geen klager, en misschien daardoor werd het pas op het einde duidelijk dat zijn ziekte hem te veel aan het worden was. Onze fractie verliest een onmisbare schakel, die sterk verbindend werkte. Een passeur heet dat dan, geloof ik. Het komt heel hard aan, ook al omdat we acht maanden na Guy een tweede fractielid moeten afgeven. Zijn vrouw, dochters en familie verliezen natuurlijk veel meer dan dat. Ik hoop dat ze zich kunnen optrekken aan heel veel mooie herinneringen.

Bob, je bent veel te jong, veel te snel van ons heengegaan. We gaan goed voor de verenigingen en de fietsers in onze gemeente zorgen. En doorzetten, ook als het eens wat moeilijker gaat. Want zo heb je het ons geleerd.