Le grand Nicolas
Ondertussen is de nieuwe Europese Commissie aan de slag gegaan. De Roemeense Roxana Mînzatu heeft de portefeuille werk en sociaal beleid overgenomen van de Luxemburger Nicolas Schmit. Mogelijk kent u die niet. Dat is eigenlijk vreemd, want volgens het door het Europees Parlement gehanteerde systeem van “Spitzenkandidaten” gingen de Europese verkiezingen in juni in de eerste plaats over de keuze voor een nieuwe commissievoorzitter, en dan met name tussen de kandidaten van de EVP (de Europese christendemocraten en hun bondgenoten), Ursula Von der Leyen, en die van de tweede grootste Europese Partij, S&D (de scoiaaldemomcraten) – en dat was dus de Luxemburgse socialist Nicolas Schmit. Zoals bekend haalde die het niet en zo kreeg Von der Leyen een tweede termijn.
Voor hij Europees commissaris werd was Schmit meer dan tien jaar lang minister van (o.a.) werkgelegenheid in zijn land. Hij nam dus deel aan de EPSCO-ministerraden die de ministers van werk en sociaal beleid samenbrengen. Daar leerde ik hem ook kennen. Von der Leyen zetelde overigens een tijd lang gelijktijdig in die raad, als Duits minister van werk. Schmit vertegenwoordigde niet de grootste Lidstaat, maar sprak altijd met overtuiging en kennis van zaken, waarbij de hem toegemeten spreektijd zelden volstond. Daardoor had hij vaak impact op de besluitvorming. Hij waardeerde ook het werk van de comités die voor EPSCO werken, EMCO en SPC, en als EMCO-voorzitter hielp me dat uiteraard. Naast de vergaderingen spraken we elkaar af en toe – in het Frans, al was dat hoorbaar ook niet zijn moedertaal (maar mijn Duits of Letzeburgs is ook niet optimaal), en dat bleef ook zo tijdens zijn commissariaat.
Tijdens de conferentie van La Hulpe liep er protocollair even iets mis, waardoor ik plots degene was die de commissaris ontving. Van de nood een deugd makend heb ik hem dan gebrieft over de onderhandelingen over de “Verklaring” – niet zo moeilijk, want Schmit had aan een half woord genoeg om inhoudelijk en politiek méé te zijn. De laatste keer dat ik hem sprak, terwijl we beiden aan een ontbijtbuffet stonden, hadden we het over de Belgische politiek. Hij dacht dat het nog wel een tijd ging duren vooraleer er een nieuwe regering zou zijn, ik vermoedde toen dat het tegen half november wel rond zou zijn en dat de Belgische regering er vóór de nieuwe Europese Commissie zou zijn. Hij bleek eens te meer een goed politiek observator…
Als commissaris bouwde Schmit verder op het werk dat Marianne Thyssen had verricht. Vooral de richtlijn over het minimumloon was baanbrekend, maar ook op andere terreinen verzette hij de bakens. De Luxemburgse coalitie, zonder socialisten, besliste uiteindelijk om hem geen nieuw mandaat te geven in de Commissie. Anders had dat zeker met een vice-voorzitterschap gekomen, maar de nationale politiek besliste er anders over. Zo ging begin december voor het eerst in een jaar of 15 een EPSCO-raad door zonder Schmit. Maar de stempel die hij op het werkgelegenheidsbeleid en het sociaal beleid van de EU drukte blijft daar nog wel een tijd opstaan !