Archief van
Jaar: 2020

Lesmateriaal Grieks : een korte review

Lesmateriaal Grieks : een korte review

Dit is niet meteen een stuk voor elke lezer van mijn blog.  Eerder voor wie hier toevallig terechtkomt en met het plan rondloopt -of dat al uitvoert- om (Nieuw)Grieks te leren.  Het leek mij namelijk nuttig om een korte review te schrijven van de leerboeken (en een website) die ik daarvoor in de voorbije jaren gebruikt heb.  Bovendien heb ik voor enkele van de boeken een woordenlijst gemaakt (Grieks-Nederlands), die ik dan ook maar deel.  Ik heb ze puur voor eigen gebruik gemaakt, maar misschien dat ze ooit iemand van dienst kunnen zijn.

Ik heb mijn eerste stappen in de Griekse taal gezet met behulp van de Ελληνικά Τώρα-reeks (1+1 en 2+2).  Het 1+1-boek behelst de taalniveaus A1 en A2 uit het Europees referentiekader, de beginnersniveaus dus, het 2+2-boek bestrijkt de niveaus B1 en B2.  De gebruikte teksten zijn gedateerd; sommige zijn net iets hedendaagser dan de lesboeken Frans die ik me herinner uit de lagere school (“Papa fume une pipe” terwijl “maman” het huishouden deed, en “Où est la route pour Hasselt ?” was een gewone vraag in het ongetwijfeld franstalige Limburg).  Maar ook Griekse leerkrachten die niet van de boeken houden geven vaak aan dat ze voor starters goed geschikt zijn, vooral omdat ze de grammatica vrij degelijk behandelen – een grammatica die er ook in het Engels in wordt samengevat.  Woordenschat en teksten lijden wat onder die aandacht voor de grammatica, zodat het boek op dat vlak wellicht niet volstaat om ook echt het niveau B2 te bereiken en eventueel wil deelnemen aan de examens van het Κέντρο Ελληνικής Γλώσσας (Centrum voor Griekse Taal).

Een goed alternatief voor niveaus A1 en A2 voor Nederlandstaligen, maar dat pas ná mijn start op de markt is gekomen, is ongetwijfeld “Milào“.  Het boek vertrekt vanuit het Nederlands en neemt het Griekenland van vandaag en de interesses en de noden van wie daar op vakantie gaat als referentiepunt.  De basiscursus komt met een oefenboek en met een website met (luister)oefeningen.

Voor niveau B1 en B2 heb ik zelf ook lessen gevolgd op basis van Ελληνικά Β΄,  dat vooral vertrekt vanuit de situatie van wie als buitenlander in de Griekse samenleving terechtkomt, met hedendaagse teksten en veel praktische informatie (over pakweg de elektriciteitsrekening).  Ook de grammatica wordt goed behandeld, hoewel iets minder diepgaand dan in Ελληνικά Τώρα.  Maar dat weegt niet op tegen het levendiger karakter van het boek (waarvan zoals beloofd hier mijn woordenlijst).  Daarnaast biedt het als genoemde Κέντρο een oefenboek voor de B2-examens aan.  Dat is doodsaai, maar het geeft een goed beeld van de examens en is zeker op het vlak van woordenschat (hier de woordenlijst) een nuttige aanvulling bij de andere boeken.

Voor de C-niveaus (Γ-niveaus) heb ik bijzonder veel gehad aan Ταξίδι στην Ελλάδα-Νέα Ελληνικά για ξένους.  Het herhaalt de grammatica en bouwt erop verder, en en bevat reële, actuele Griekse teksten, met veel afwisseling.  Het is mooi thematisch opgebouwd, zodat het toelaat om systematisch de woordenschat te verdiepen (hier de woordenlijst).  Het is vooral dankzij dat boek dat ik het C1-examen heb gehaald, aangevuld met het onvermijdelijke (en opnieuw vreselijk saaie) oefenboek van het Κέντρο.

Ondertussen blijf ik verder werken met Τα “Καλώς Κείμενα” για Προχωρηνένους, dat ongeveer dezelfde inhoud behandelt als “Ταξίδι”, maar met langere en wat moeilijker teksten, waarvan sommige ook wat meer gedateerd zijn.  Het is ook een stuk minder pedagogisch opgebouwd (hier de woordenlijst).  Parallel gebruik ik Τα ελληνικά για προχωρημένους – Γ΄ κύκλος.  Een boek uit de jaren 1990, dat qua stijl en invalshoek erg doet denken aan de boeken die we voor godsdienst op de middelbare school soms hadden : de wereld verbeteren is duidelijk een nevendoel, maar het vertrekpunt daarvoor is wel het Griekenland van 30 jaar geleden.  Het is ook aanvullend omdat het niet zozeer op de grammatica, maar op de taalpraktijk focust – en zich daarmee ook richt op griekstaligen die iets willen bijleren, al kan ik niet beoordelen of die er ook iets aan hebben (hier de woordenlijst).

Naast al die boeken heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de audio- en videolessen van GreekPod101.com.  Die lessen vertrekken vanuit het Engels, zodat een behoorlijk niveau in die taal een noodzaak is.  Op het vlak van grammatica zijn ze vrij volledig, maar ze komen zonder oefeningen en vaak met een moeilijker uitleg dan noodzakelijk.  Op het vlak van taalgebruik en woordenschat zijn ze echter erg goed, en omdat het audiolessen zijn helpen ze uiteraard met het begrijpen van gesproken Grieks, wat niet altijd evident is gezien het tempo waarop de taal gesproken wordt.  De woordenlijsten zitten in het systeem ingebouwd (weliswaar Engels-Grieks) zodat het weinig zin heeft ze hier te delen.

Mocht ik voor een Nederlandstalige een modeltraject uittekenen, dan zou ik vertrekken van Milào, verder gaan met Ελληνικά Β en vervolgens met Ταξίδι στην Ελλάδα, voor wie het Engels machtig is aangevuld met GreekPod101.

Καλό μάθημα !

Allo, allo…

Allo, allo…

…this is Nighthawk.  Are you receiving me ?

Ik heb de voorbije weken al vaak aan René Artois gedacht, bij elke videoconferentie waar het even misliep.  Bij allemaal dus.  En dat zijn er nogal wat.  Vandaag heb ik er maar liefst zes gehad.  In vier verschillende talen ook, maar dat terzijde.  Ik ben zelf één keer helemaal weggevallen, en ik was natuurlijk niet de enige.

Toch is het een oplossing.  Skype kende ik al, en ondertussen staan ook Zoom en Microsoft Teams op mijn pc.  Nu we allemaal verplicht thuis moeten blijven zijn het manieren om toch samen te komen en om contact te houden.  Zowel  met enkele mensen als met grotere groepen; vorige vrijdag heb ik een Zoomvergadering voorgezeten waarvoor 116 mensen waren ingelogd.  Gelukkig hebben die niet allemaal iets gezegd; de drempel om het woord te nemen lijkt ook groter online dan op echte vergaderingen.  Vergaderingen zijn (daardoor ?) ook korter : die van vrijdag is er normaal één van anderhalve dag, nu van tweeënhalf uur.  Gelukkig maar, want het is niet zo eenvoudig om je heel lang te concentreren.  Dat is bovendien ook gemakkelijker te verbergen : je kan je camera afzetten, of er heel geconcentreerd naar staren terwijl je Facebook open hebt staan.  Pro-tip : zorg dat je dat niet doet terwijl je je scherm met iedereen deelt !

Zijn ze een blijver, die televergaderingen ? De digitale koffiepauze die we vandaag hielden, die is toch echt leuker in het echt, dus die zie ik sowieso verdwijnen.  Het korte werkoverleg dat we anders in de gang zouden hebben gedaan hoeft ook niet duurzaam te worden gedigitaliseerd, lijkt me.  Ik had een vergadering met allemaal mensen die in verschillende overheidsinstanties in Brussel werken.  Die zou me anders wellicht twee keer twintig minuten verplaatsing hebben gekost, wat nog wel meevalt; ze zou mogelijk ook langer hebben geduurd, maar denkelijk ook solidere uitkomsten hebben opgeleverd – en mogelijk broodjes.  Wellicht dus beter fysiek dan digitaal, al zijn er ook argumenten in de andere richting.

Ik heb ook Griekse les gehad, en een kwartier later een vergadering “in” het gemeentehuis.  Dat zou ik anders natuurlijk “in real life” nooit halen, want ik volg les in Brussel.  De vergadering was ook ongetwijfeld korter dan ze anders zou zijn geweest.  En ik heb deze middag een vergadering gehad in het kader van de OESO, met een vijftiental mensen.  Dat is de enige van de reeks die vooraf ook meestal virtueel doorging (meestal wel enkel met geluid, nu hadden we ook beeld).  Al komen we soms ook fysiek samen, in Parijs dan.  Dat kost me in dat geval minstens de hele dag, uiteraard.  Die kan dus beter virtueel blijven, ook al stoot ze op een niet te verwaarlozen beperking : de vergadering was om 14u, maar de voorzitter (in de VS) zat er letterlijk met zijn eerste koffie van dag, terwijl de Japanse collega bij wijze van spreken al in bed had moeten liggen.  Als er Chilenen en Nieuw-Zeelanders bij zouden zijn geweest (ook hun landen zijn lid van de OESO), dan zouden we hen echt tot nachtbraken hebben moeten uitnodigen.  Eén reden om de vergadering van vorige vrijdag, ook in OESO-kader, volgende keer toch maar weer écht te doen.  En ook omdat die dan toch grondiger besluiten zou hebben opgeleverd.

Dus ja, ik denk wel dat er ook na het coronatijdperk al eens gemakkelijker getelevergaderd zal worden (het Nederlands heeft daar dringend een leuker woord voor nodig), maar ook weer niet altijd en in alle omstandigheden.  En misschien leren we ook dat fysieke vergaderingen soms korter kunnen.  Of vervangen kunnen worden door een email.  Al is dat weer een ander verhaal, want het aantal e-mails dat ik dagelijks ontvang is sinds de corona-lockdown ook schrikbarend gestegen, vandaag tot 144 (ik tel enkel de professionele mails mee).

We leven  nu eenmaal in een tijdperk waarin er veel en snel gecommuniceerd wordt, en we voelen dat ook als noodzaak aan.  En toch… er wordt in de “strijd” tegen corona vaak naar de oorlog verwezen, maar de laatste oorlog hier te lande is gewonnen met de zeer spaarzame communicatie van de radio.  Misschien moeten we ook terug wat meer leren om onze boodschap in één (gecodeerde) zin samen te vatten : “Allo, allo, this is Nighthawk.  Aunt Eloise will arrive on Thursday.  Over.”

Week II

Week II

De tweede week dat we in ons kot moeten blijven.  Met elke dag in het nieuws cijfers die ons eraan herinneren waarom dat een absolute noodzaak is, voor zover we het nog niet doorhadden.  Dat is bij sommigen desondanks nog steeds het geval, maar gelukkig wordt daar in het mate van het mogelijke tegen opgetreden.

Ondertussen wordt het daarmee ook alsmaar duidelijker dat de consequenties van de coronapandemie niet gering zullen zijn.  De economie krijgt zware klappen, en hoe we die gaan opvangen wordt een belangrijke discussie in de komende maanden.  Ook in Essen.  Als grootste partij wilden we onze verantwoordelijkheid niet ontlopen en stelden we een cheque van 20 EUR voor, voor elke Essenaar, te besteden bij de Essense middenstand.  De kritiek van sommigen dat dit een weinig doelgerichte maatregel is, begrijp ik, maar is niet terecht.  Het doel is immers in de eerste plaats om de lokale economie draaiende te houden.  Steun voor wie een laag inkomen heeft en nu extra onder de lockdown-maatregelen leidt is uiteraard ook nodig, maar dat is een ander verhaal – en ook die mensen hebben allerminst baat bij een Essense middenstand die de deuren moet sluiten; dat zou niet alleen economisch een drama zijn, ook ons sociaal weefsel zou er erg onder leiden.

En dat willen we dus behouden.  Net zoals de meeste mensen het liefst willen behouden wat we vóór corona hadden.  Ook daarom vind ik het zo bizar dat sommigen verregaande conclusies willen trekken, over hoe anders de wereld wel moet worden na deze crisis.  Ze staan elke dag in de krant, en meestal, zoals ik vorige week al schreef, op basis van ideologische overtuigingen die ze voordien al hadden.  En natuurlijk is het wijs om veranderingen aan te brengen, om meer buffers te voorzien om schokken op te vangen, uiteraard in de eerste plaats maar niet alleen in ons gezondheidssysteem.  Maar ik moet de eerste nog tegenkomen (figuurlijk, uiteraard !) die pakweg vindt dat een virtueel museumbezoek toch beter is dan echt in het Louvre rondwandelen.  Of die het wel zo handig vindt dat de overheid alle details van ons privéleven regelt, en dat ook zo wil houden.  Ik hoop dat de tijdelijke volmachtbestuurders op alle niveaus, dat ook beseffen – voor sommigen is dat duidelijk niet het geval, om de Hongaarse premier Orban niet te noemen die corona aangrijpt voor een staatsgreep.  Misschien is het op dat vlak wel goed dat we in ons land net een regering in lopende zaken zonder meerderheid met al die extra macht hebben bekleed : de kans op misbruik wordt daar alvast kleiner mee.

Laat ik tenslotte, niet voor de eerste keer hier, nog eens schande roepen over wie al jaren uitkraamt dat de macht en de financiële slagkracht van de Europese Unie moet worden ingeperkt, en nu staat te verkondigen dat diezelfde EU niet genoeg doet.  Gezondheidsbeleid moest bij de Lidstaten blijven, daar mocht de EU zich niet mee bemoeien.  Zo geschiedde, en daardoor mág de EU dat ook nu niet doen.  Ook wie niet inziet dat deze crisis niet als de vorige is en dat de landen die nu in moeilijkheden komen dat niet over zichzelf hebben afgeroepen met economisch wanbeleid in de voorbije jaren krijgt terecht de wind van voren nu – uiteraard is dit het moment om als Unie gezamenlijk financiële instrumenten in te zetten, of je ze nu “eurobonds” noemt of anders.  We gaan elkaar nog heel hard nodig hebben, al was  het maar omdat de maatregelen afbouwen alleen gaat lukken als we dat in de verschillende EU-landen op elkaar afstemmen.  Je hoeft niet verder te kijken dan Essen om dat te beseffen.

Blijf in uw kot

Blijf in uw kot

Eén week ophokplicht.  Voor mijzelf valt het tot nu wel mee, ook al hebben mijn vrouw en ik vooralsnog gekozen voor ons kleine hokje in Brussel (en woont mijn broer in mijn huis in Essen, vanwaar het eenvoudiger is om onze ouders te bevoorraden).  De werkweek was vrij druk zelfs : hoewel telewerk al langer ingeburgerd is en de systemen en de meeste procedures erop voorzien zijn, moeten er natuurlijk toch aanpassingen gebeuren.  En er ligt en lag ook gewoon redelijk wat werk : zaken die gewoon doorlopen (sommige tegen beter weten in) en nieuwe activiteiten rond alle werkgelegenheidsmaatregelen in het kader van deze crisis.  Vandaag heb ik een zondagswandeling gemaakt op de Louisalaan.  Daar is het op zondag altijd rustig als de winkels dicht zijn, en dat gold nu ook : ik zag vooral wandelaars en fietsers die zich allemaal netjes aan de regels hielden.

Dat kan dus wel, ons allemaal netjes aan de regels houden.  Ik houd niet van de al te vroegtijdige conclusies die “men” uit de coronacrisis wil trekken.  Zeker niet van degenen die er plots een bevestiging inzien van de ideeën die ze nu eenmaal al jaren koesteren, gaande van de noodzaak om heel ons systeem te veranderen in een communistische heilsstaat tot de al even grote noodzaak om nooit meer één vreemdeling één grens te laten passeren.  Ik heb iets meer respect voor mensen die sommige van hun ideeën bijstellen, al was het maar over de optimale omvang van ons gezondheidszorgsysteem.  Maar al bij al is het niet het ogenblik om snel lange termijnconclusies te trekken.

Wel om goed na te denken, natuurlijk.  Dat nadenken en de werking van het democratische systeem op gang houden lijkt me ook de eerste plicht van alle politici zonder corona-bestuursverplichtingen – die laatsten moeten uiteraard in de eerste plaats snel en correct instaan voor het nemen en/of uitvoeren van de juiste beslissingen.  Dat moet gebeuren in dialoog met de kiezer, zoals altijd, maar het is voor mij écht niet het moment om zomaar politieke punten te proberen scoren.  Dat laatste heeft federaal geleid tot een gammele oplossing, met een noodregering met volmachten maar zonder echt breed politiek draagvlak.  Als gemeenteraadslid probeer ik alvast zo goed en zo kwaad mogelijk de lokale uitvoerende macht verder te controleren en te bevragen, ook al besef ik dat die nu vaak vooral beslissingen van hogere overheden uitvoert.  Dat er geen tijd lijkt om verantwoording af te leggen, vind ik niet zo aanvaardbaar : dat de burgemeester het erg druk heeft, neem ik aan, maar de andere leden van het schepencollege moeten dat toch kunnen opvangen ? En de technologische middelen zijn toch echt wel voorhanden.

Dat ondertussen politici zelf bijdragen aan alle zéér welgekomen solidariteits- en hulpacties kan  natuurlijk alleen toegejuicht worden.  Wij zijn ook mensen, en iedereen moet dezer dagen zijn deel doen – en de basishouding van maatschappelijk engagement die (gelukkig) de meesten naar de politiek drijft maakt dat ze er vaak ook klaar voor staan.  Maar de opzichtige partijlogo’s die door sommigen op die ondersteuning worden gekleefd vind ik bijna zo storend als dezelfde logo’s op de aankondiging van noodzakelijke, bestuurlijke maatregelen.  Beide hebben heel weinig met politiek te maken, en de recuperatie geeft een vieze smaak in de mond, vind ik.  Ik zie het in alle kleuren en vormen gebeuren, maar enige bescheidenheid zou ons wellicht goed doen : corona is geen wedstrijdje om als partij zoveel mogelijk in beeld te komen.

Tot besluit ga ik alvast van mijn eigen regel afwijken en tóch een vorm van conclusie trekken, zij het dan in de vorm van een dubbele wens.  In de eerste plaats hoop ik dat we ook na corona als samenleving en politiek wat meer ons oor te luisteren gaan leggen bij de experts.  Veel domeinen hebben hun eigen “Marc Van Ransten”, die stevige aanwijzingen kunnen geven over met welk beleid efficiënt bepaalde problemen kunnen worden aangepakt.  Net als de virologen zijn die het vaak niet over alles helemaal eens, maar wel over enkele grote lijnen.  De maatregelen die daaruit voortvloeien niet invoeren “omdat er geen draagvlak” voor is, klinkt vandaag wat vreemd.  Een draagvlak creëer je door het goed uit te leggen.  Wie twee maanden geleden had gezegd dat niet alleen alle restaurants zouden worden gesloten maar dat ook feestjes thuis verboden zouden worden, zou wellicht ook te horen hebben gekregen dat daar nooit een “draagvlak” voor zou worden gevonden.  En ook de eeuwige pleidooien voor ellenlange overgangsperiodes worden best in perspectief geplaatst : die richtten de voorbije dagen meer kwaad dan goed aan.  Om een voorbeeld te geven : de mobiliteitsexperts zijn het erover eens dat onze verkeersknoop alleen op te lossen is met een systeem van rekeningrijden.  Als dat goed wordt uitgelegd en verstandig (en snél) wordt ingevoerd, dan volgt het draagvalk vanzelf – dat is zelfs al bewezen in sommige steden.  Dus…

Mijn tweede wens is dat we allemaal ook na corona wat meer respect gaan tonen voor maatschappelijke regels.  Wie systematisch harder rijdt dan de maximumsnelheid, wie bijvoorbeeld 40 in een zone-30 normaal vindt, doet in essentie net hetzelfde dan degene die het nu niet fout vindt om toch met enkele vrienden af te spreken om een pint te gaan drinken : beide verhogen het risico op dodelijke slachtoffers.  En wie een beetje zwartwerk ok vindt ondermijnt mee de financiering van de gezondheidszorg, om iets anders te noemen.  Toegegeven, niet alle regels zijn even goed, maar dan moeten ze worden afgeschaft of aangepast, maar ze zomaar niet naleven of de “kantjes eraf rijden” is onverantwoord.  Dat is geen oproep tot conformisme, want zoveel mogelijk vrijheid geven aan iedereen om het eigen leven in te richten moet het basisprincipe blijven.  Het gaat wel over civisme : meewerken aan een leefbare samenleving voor iedereen – en ja, dat is verplicht, dat hebben we zo afgesproken.

Laat ik tenslotte maar eindigen met het grote cliché van de voorbije dagen, maar het is welgemeend : oprechte dank aan iedereen die in dezer dagen ons gezonheidssysteem én onze samenleving mee draaiend houdt vóór in plaats van achter de computerschermen.  Van de dokters en verplegers tot de winkelbedienden, vuilnismannen en politie-agenten.  Groot respect

Viraal

Viraal

En toen werd alles anders. In een tijd van enkele weken, enkele dagen, enkele uren. Ik schrijf deze tekst op de trein naar Brussel. Ik ben gisteren en vandaag over en weer naar Essen gereden. Dat was praktisch onvermijdelijk : de komende dagen (weken, …) thuiswerken vanuit Brussel is voor mij veel efficiënter, omdat ik indien nodig te voet overal naartoe kan waar ik naartoe zou moeten gaan, maar ik had niet alles daar wat ik daarvoor nodig heb, en bovendien moest ik in Essen enkele administratieve zaken afhandelen die ook al weinig uitstel duldden. Gelukkig zit er niet veel volk op de trein, maar verderop zit er wel iemand bijna de hele tijd te hoesten. Dat klinkt plots erg griezelig. Hoewel ik dus in Essen ben geweest, heb ik mijn ouders niet bezocht. Ook de vorige weekends niet. Onder meer omdat ik op een bepaald ogenblik verkouden was. Wat een tijden.

Wat een tijden, inderdaad. Donderdagavond gingen we in Brussel naar de supermarkt, voor wat dagelijkse inkopen. Maar plots bleek iedereen daar. Mijn ouders wilden vrijdag in Essen ook wat dagelijkse inkopen doen, en ook daar bleek het plots ontzettend druk. Wat bezielt die mensen ? Er is nog nergens ter wereld een supermarkt gesloten omwille van het coronavirus. Bedankt aan de hamsteraars om mijn ouders en anderen in gevaar te hebben gebracht.

Had de overheid dat hamsteren kunnen voorkomen ? Net als de „lockdown”-feestjes om het vat leeg te maken of een terrasje gaan doen in Nederland ? Had het gekund, onmiddellijk de restaurants sluiten, recreatieve uitstapjes naar het nabije buitenland verbieden (met enige controle), een eerdere en duidelijke boodschap dat hamsteren niet nodig is, gekoppeld aan toegangs- en verkoopbeperkingen in de supermarkt – zoals hoogstens twee exemplaren van elk type product en om de x minuten iemand toelaten om binnen te gaan ? Hadden alle beslissingen van de voorbije dagen één of twee dagen eerder genomen moeten worden ? Wellicht wel, en van mij had het gemogen, maar het is in deze dagen ook niet gemakkelijk om overheid te zijn, op geen enkel niveau.

Ik ben alvast blij dat ik niet in  het land van Trump of Johnson woon, en al bij al vind ik dat de Belgische overheden het er de voorbije dagen redelijk van hebben afgebracht. Vanaf donderdagavond dan toch, want van dinsdag tot donderdag had ik, ook als federaal ambtenaar, het gevoel van gedeeltelijke stuurloosheid. Dat toen de provinciegouverneurs eigenlijk het staatsgezag moesten overnemen was niet zo fraai, al heeft het redelijk gewerkt. Dat die gouverneurs de burgemeesters hebben gebriefd was trouwens sowieso noodzakelijk. En die hebben vervolgens door de band de juiste beslissingen genomen. Ook in Essen.

Natuurlijk liep ook bij ons niet alles perfect. Maar uiteraard is de enige zinvolle en verantwoorde manier om oppositie te voeren in deze tijden om constructief de beleidsverantwoordelijken te steunen, maar kritisch te blijven, transparantie te vragen waar dat kan en om zo een democratisch draagvlak te creëren. Dat gaan we dus in de komende dagen en weken ook doen. Dat anderen wel de nood aanvoelen om dag na dag vooral partijpolitiek te willen blijven „scoren” is voor hun rekening, maar mij ligt het niet meteen.

De samenleving rekent dezer dagen op het begrip, de medewerking en de inzet van iedereen. Hopelijk kunnen we zo de schade binnen te perken houden. Hopelijk schiet ook de ontwikkeling van een geneesmiddel en een vaccin op – dat dit laatste er niet zomaar ligt, begrijp ik, maar ik vind het wel raar dat er nog geen goede virusremmer is gevonden, voor een virus dat toch ook weer niet zó uniek is, blijkbaar. Maar ik ben geen specialist ter zake.

En zoals ik al eerder schreef hoop ik dat we er op termijn ook iets over leren : hoe we de „gewone” griep efficiënter kunnen aanpakken, hoe we met enkele kleine aanpassingen hygiënischer kunnen leven, hoe we sneller en met minder complicaties allerlei „lijnen” kunnen doorknippen, als dat nodig is, zonder dat ze daarmee minder duurzaam worden. En ik blijf ervan overtuigd dat áls er genoeg mondmaskers zouden in voorraad zijn geweest (quod non) het systematisch dragen daarvan echt wel zou helpen om dit soort epidemies tegen te gaan. Dat lijkt me een oplosbaar logistiek probleem, als er terug tijd is om het aan te pakken.  Maar misschien vergis ik me ook daarin.  Zoals ze veel zaken zijn het discussie voor later…

Average Joe

Average Joe

De Amerikaanse presidentsverkiezingen.  Normaal schrijf ik er veel vroeger al iets over, wanneer de voorverkiezingen op gang komen.  Maar deze keer vind ik het moeilijk.  Uiteraard zijn alleen de voorverkiezingen bij de Democraten van belang : bij de Republikeinen heeft Trump de partij volledig voor zichzelf.  Het blijft ontgoochelend dat er in die partij zo weinig mensen zijn opgestaan tegen een onbekwame en gevaarlijke populist.  Het zal dus aan de Democratische kandidaat zijn om hem in november te verslaan.

Maar geen van de Democratische kandidaten vond of vind ik echt inspirerend.  Ik ben geen fan van het bekampen van het rechts-populisme van Trump met een vorm van links-populisme, al vind ik de manier waarop Elisabeth Warren die agenda vertegenwoordigde nog enigszins aanvaardbaar.  Maar in Bernie Sanders heb ik nooit geloofd, al blijft hij natuurlijk een fatsoenlijk mens die op een aantal vlakken wel degelijk gelijk heeft, en die sowieso een betere president zou zijn dan Trump.  Dat laatste geldt uiteraard ook voor Joe Biden, die wellicht de nominatie zal binnenhalen.  Diens politieke ideeën liggen ook dichter bij wat ik denk dat het best zou zijn voor de VS, maar enthousiast word ik niet van hem.  Pete Buttigieg of Amy Klobuchar zouden een betere keuze geweest zijn, maar ook zij ontbreken (vooralsnog) het charisma van een Barack Obama of een Bill Clinton – of zelfs van Hillary Clinton.  Michael Bloomberg was uiteraard ook geen alternatief, wegens veel te gelijkend op Trump en niet in staat om de klassieke basis van de Democraten bijeen te houden.

Erg jammer dat er geen betere kandidaat is opgestaan, want hoe bizar het met Europese ogen ook lijkt, Trump verslaan wordt geen evidentie, wat voor rare fratsen hij ook uithaalt.  We zullen het dus met Joe Biden moeten doen.  Veel commentatoren denken nu al dat hij in het beste geval een overgangspresident wordt, iemand die terug aanknoopt bij het Obamabeleid, maar eigenlijk vanaf dag één in lopende zaken zal gaan.  Maar goed, alles beter dan “four more years” voor Trump.  Dus bij deze alvast voor alle Amerikanen : ga stemmen, en stem voor Biden.  En binnen vier jaar voor een nog betere president !

Carnavalsstorm

Carnavalsstorm

Carnaval haalde het nieuws dit jaar.  Dat van Essen kwam op de nationale nieuwszenders, omdat de stoet werd afgelast.  Ook al was het achteraf gezien misschien niet nodig geweest, het leek mij een verstandige beslissing.  De verantwoordelijkheidszin die CV De Ossekoppen hierbij aan de dag heeft gelegd verdient alleszins een pluim (in hun geval ook letterlijk).  Ze krijgen elk jaar enkele dagen symbolisch de sleutel van de gemeente, en hoewel ze er niet altijd even ernstig uitzien nemen ze hun taak wel serieus.  Misschien moeten we bij gelegenheid -de 121e carnaval (11×11) lijkt me een gepast moment- de rollen eens een jaar omdraaien en de Raad van Elf de gemeente 362 dagen laten besturen, en de gemeenteraad 3 dagen…

Het carnaval van Aalst beperkte zich niet tot het binnenlandse nieuws, maar haalde de internationale pers.  Misschien had de Aalsterse burgemeester beter het voorbeeld van zijn Essense collega gevolgd, en zo een echt “sabbatjaar” ingelast waarbij een aangepaste strategie en communicatie had kunnen worden overlegd, met de carnavalisten en met alle overheidsniveaus.  Los van de eigenlijke controverse was het spektakel nu alleszins niet om aan te zien, en komen uiteindelijk het carnaval, de stad Aalst, Vlaanderen, België en Europa beschadigd uit het carnavalsweekend.  Zelden is aswoensdag zo op tijd gekomen.  Het lijkt me dat minstens de betrokken overheden eens moeten samenzitten, en het verhaal opnieuw langs de twee kanten bekijken.  Deze tekst die vandaag in de krant stond kan daarbij helpen : de vergelijking met Charlie Hebdo dat nog een veel grovere humor hanteert dan Aalst ooit zou kunnen is immers niet onterecht.  En eigenlijk zou iedereen die de carnavalscontext begrijpt moeten weten dat minstens de praalwagen die vorig jaar de aanleiding van de rel was niet met kwade bedoelingen was gemaakt, en dat die van dit jaar provocerend waren, maar vooral de “lange tenen” van de slachtoffers van het spektakel van het jaar voordien wilden aanklagen.  Niet echt subtiel, maar dat past ook niet bij het genre.  Maar er is een tweede kant aan dit verhaal : je krijgt dit niet uitgelegd aan wie zich niet in de carnavalscontext wil of kan verplaatsen.  Vanop een beetje afstand lijkt dit inderdaad op antisemitisme naar vooroorlogs Duits model.  Als twee druppels water zelfs.  Je zou van al die buitenlandse (en ook wel binnenlandse) waarnemers mogen verwachten dat ze wat meer moeite doen om de context van het Aalsterse carnaval te begrijpen – en dus van een aantal beleids- en opiniemakers in ons land om het beter te duiden.  Maar Aalst zal ook moeten begrijpen dat het nu eenmaal niet afgesloten is van de wereld en dat de stad niet jaarlijks enkele dagen lang in een visuele quarantaine kan worden geplaatst.  Ik las op Twitter direct na de stoet de reactie “Ajuinen !”, en die was niet geheel ongepast.

Dat alles noopt tot een salomonsoordeel.  Als ik gemeenteraadslid zou zijn in Aalst, dan zou ik vooral de toekomst van carnaval willen veiligstellen.  Die lijkt me echt wel bedreigd : ik kan me goed voorstellen dat de internationale druk om het te verbieden snel erg groot kan worden, hoe onbegrijpelijk we dat hier ook zou vinden.  Ik zou dus voorstellen om bij politiereglement te verbieden om tijdens carnaval te verwijzen naar het nazisme en de holocaust, en om volkeren of religies zo stereotypisch voor te stellen dat ze daar redelijkerwijs aanstoot aan kunnen nemen.  Het karikaturiseren van actuele gebeurtenissen of publieke figuren in binnen- en buitenland zou uitdrukkelijk buiten het verbod moeten vallen.  En het schepencollege zou de opdracht krijgen om een doordachte communicatiestrategie uit te werken, samen met alle andere overheidsniveaus.  Is dat de ideale oplossing ? Verre van.  Maar ze lijkt me wel verdedigbaar en realistisch.  Maar misschien denk ik te veel als ossenkop in plaats van als ajuin…

 

One night in Bangkok…

One night in Bangkok…

…of eigenlijk vier nachten. En twee in het vliegtuig. Ik maakte woensdag, donderdag en vrijdag deel uit van de EU-delegatie voor de High Level Dialogue on Employment tussen de Europese Unie en Thailand. En dat bracht me dus naar Bangkok. Voor een reeks vergaderingen, en ook een plaatsbezoek aan de inspectiediensten die de vissersboten controleren, een aan een rehabilitiecentrum voor mensen die bij een werkongeval een handicap opliepen.

Het verhaal van de visserij is veruit het interessantste. Dat is een zeer grote sector in Thailand, waar ook zeer veel migranten werkzaam zijn. Dankzij de EU-druk werden controles ingevoerd, op allerlei aspecten (de grootte van de visnetten, pakweg), maar wat ons vooral interesseerde was natuurlijk de controle op de arbeidsomstandigheden, op de contracten en de betalingen. De EU heeft hier iets gerealiseerd dat we alleen samen kunnen : de Unie speelt in de Liga van de VS, China en Japan in Thailand, geen enkel afzonderlijk Europees land (nee, ook het VK niet, weegt even zwaar). En de Unie heeft zijn kaarten zo goed mogelijk uitgespeeld, door handelsbelangen aan arbeidsvoorwaarden -met name de ratificering en naleving van enkele cruciale ILO- conventies- te koppelen. Zo hebben we samen een echt verschil gemaakt.

Heel goed kwam de reis niet uit, want ik miste de quiz van N-VA/PLE. Gelukkig is die in de deskundige handen van Robin veilig gebleken. Maar de „Dialogue” had een grote meerwaarde voor mij – en mogelijk hebben de Thai ook wel iets aan mijn aanwezigheid gehad. En zo heb ik ook kennis kunnen maken met Bangkok. Op het eerste gezicht leek het wat op Beijing, maar schijn bedriegt eigenlijk. Natuurlijk is het een Oosterse stad. East is East, and West is West. And never the twain shall meet, maar dat klopt niet echt – oost en west is gradueel. Athene ligt dichter bij Bangkok dan Brussel, en dat kan je aan verschillende zaken zien – al was mijn poging om een gevuld bananenblad als een dolma te eten tot mislukken gedoemd. Maar de esthetische vormgeving van het (vooral Indische) boeddhisme dankt veel aan het hellenisme, en mogelijk daardoor zijn er ook duidelijke gelijkenissen met de orthodoxe vormgeving, die dan weer een continuüm vormt met de katholieke en vervolgens de protestantse. En met de islam en het jodendom als aftakkingen.

Maar terug naar het Verre Oosten. De voedselstalletjes langs alle straten, de grote wolkenkrabbers en de kleine steegjes… het heeft uiteraard iets van China. Maar het is een vrijer land, wat zich uit in de godsdienst, de politiek (zolang het koningshuis maar wordt gerespecteerd) en ook wel in de zeden.

De taal klinkt zachter en mensen praten wat minder dan in China, opschriften zijn er ook vaak in het Engels, en sowieso doen Thaise lettertekens minder vreemd aan dan Chinese, al valt er óók niets van te maken. De mensen spreken ook minstens een beetje Engels, velen vrij goed zelfs, en zijn principieel vriendelijk – ook als ze met een glimlach beweren dat de tempel die je wil bezoeken pas later open gaat, maar ze je gerust eerst naar een andere willen brengen, aan een gunstprijs, natuurlijk – als je dan zegt dat je toch eens gaat kijken wijzen ze je alsnog de weg…

Het eten doet veel minder bevreemdend aan dan in China (ook dankzij het Engelse menu, natuurlijk), en voor echt bizarre zaken moet je dus… naar Chinatown. Ze weten er bovendien ook hoe ze Europees eten goed moeten klaarmaken. Niet dat ik het echt heb geprobeerd (behalve bij het ontbijt : enkele hapjes van een curry gaat nog, maar verder ga ik ’s morgens toch niet), maar het zag er allemaal erg lekker uit. Maar „when in Thailand, eat like a Thai”, en zo merk je dat de gastronomische reputatie van het land niet overdreven is. De belangrijkste drempel voor de Thaise keuken blijft daarbij toch de hoeveelheid chilipepers, maar je kan altijd vragen om voorzichtig te zijn. Ik kan ze wel redelijk verdragen, maar er zijn grenzen…

Ik had maar twee dagen om de stad te verkennen en heb me vooral tot de grote toeristische highlights beperkt. Daarnaast heb ik af en toe geprobeerd om van de betreden paden af te wijken en wat binnenstraten te zien. Dat betekent dat ik vooral veel voetpaden ben tegengekomen die met wat tuintafels en -stoelen tot een geïmproviseerd restaurant waren omgevormd, zodat je als voetganger de rijweg op moest. Het zag er altijd lekker uit en rook ook heerlijk, maar ik heb me toch maar niet aan streetfood gewaagd. Nochtans één van de „must do’s” voor Bangkokreizigers, heb ik begrepen. Ook de massage heb ik trouwens overgeslagen. Volgende keer.

Dankzij ons plaatsbezoek heb ik ook een stukje Thailand buiten Bangkok gezien. Dat er uitzag zoals ik me uit films over India herinner.

Door naar Thailand te reizen ben ik uiteraard ook een stuk dichter bij de „bron” van het Coronavirus geraakt. De (ook economische) impact bleek alvast erg duidelijk : de afwezigheid van Chinese toeristen maakte dat ik aan de toeristische attracties waar je volgens de sites die het kunnen weten tijdens het weekend erg lang voor moet aanschuiven gewoon ben binnengewandeld. Misschien ook daardoor was de stad niet zo overweldigend druk als ze soms wordt beschreven. Het verkeer is ook minder chaotisch dan in Beijing, maar ook minder dan in pakweg Italië, Griekenland, Polen of Albanië. Ondanks de tuk tuks en de motorfietsen die er overal tussendoor manoeuvreren.

Daarnaast loopt ongeveer de helft van de mensen in Bangkok met een mondmasker op. Ik heb me daaraan aangepast. Ik heb natuurlijk ook gelezen dat het eigenlijk alleen helpt om de verspreiding van allerlei ziektekiemen tegen te gaan als je zelf ziek bent, en dat het niet verhindert dat jij besmet geraakt. Maar niet iedereen weet dat hij of zij besmet is, en bovendien zorg je er op deze manier voor dat wie een masker draagt meteen gestigmatiseerd wordt. Zodat het dus beter is dat iedereen er één draagt, toch op drukke plaatsen. Ongeveer de helft van de mensen doet dat in Bangkok ook. In de metro ligt het percentage hoger, op minder drukke plaatsen wat lager. Westerlingen dragen er minder vaak één, maar ik was toch lang niet de enige. En in restaurants en bars worden ze uiteraard niet gedragen, want je kan niet eten met een masker op…

Het zou mij niet verbazen dat we ze binnen vijf jaar allemaal voortdurend dragen, of toch tijdens risicoperiodes. Zoiets als de veiligheidsgordel. Dat ze dan ook beter worden, want echt comfortabel vind ik het nu ook weer niet, zeker niet in warm weer. En efficiënter. Daar is een markt voor – ik heb in Bangkok ook al meer gesofisticeerde exemplaren gezien.

Mijn reis heeft er ook toe geleid dat ik veel langer verjaard ben dan gewoonlijk. Ik heb mezelf een gelukkige verjaardag gewenst op de luchthaven van Bangkok, en pas dertig uur later ben ik gestopt met verjaren. Ik vrees dat het niet tot een evenredige verhoging van cadeaus en taarten heeft geleid. Gelukkig ook niet tot evenredige veroudering !

Four nights in Bangkok… ik had gerust nog even willen blijven om wat meer van het land te zien, maar de plicht roept in Brussel, en binnen enkele dagen ook in Genève…

Don’t leave me this way

Don’t leave me this way

Vandaag is een historische dag voor de Europese Unie en voor het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland, zoals onze 28e Lidstaat officieel heet.  Vanavond verlaat het V.K. de Unie.  Ik ben en blijf ervan overtuigd dat die beslissing een historische vergissing is, en slecht voor beide partijen.  Vandaag is een droevige dag.

Ik heb na het referendum lang gehoopt dat de tegenstanders van Brexit in het V.K., ook na de verkiezingen, een manier zouden vinden om de uitstap af te wenden.  Dat was niet helemaal onmogelijk : er zijn ongetwijfeld zeer veel Britten die bij het referendum in 2016 voor de uitstap hebben gestemd, maar die ondertussen hebben ingezien dat ze een vergissing hebben gemaakt.  Maar de “remainers” hebben het moeten afleggen tegen de strategie van Boris Johnson (en zijn adviseur Dominic Cummings) : die zuiverde zijn partij van alle dissidenten en lokte vervolgens verkiezingen uit, die hij (met 43,6% van de stemmen) wel ruim kon winnen.

Het hoefde niet zo uit te draaien.  Een verantwoordelijke en centristisch gerichte Labourleider had, al van in 2016, duidelijk kunnen kiezen voor een tweede referendum en op die basis een Remain-Alliantie opzetten.  Die had de verkiezingen wel kunnen winnen.  Nu kon de verstandige kiezer enkel proberen om tactisch haar of zijn stem zo goed mogelijk uit te brengen.  Te veel onder hen kozen, begrijpelijk, voor de partij waar ze achter stonden in plaats van de partij die in hun kiesdistrict de beste kans maakte om de Conservatieven van Johnson te verslaan.

De stembusgang bezegelde zo de uitstap.  De politici die de verantwoordelijkheid dragen voor de schade die ze aan hun land en aan het unieke Europese project van vrede en welvaart hebben toegebracht verdienen de politieke schandpaal : David Cameron, die zijn partij probeerde te redden ten koste van zijn land, Jeremy Corbyn, die het kapitalisme probeerde te vernietigen ten koste van de belangen van net die Britten die het meest onder de uitwassen ervan lijden en uiteraard Boris Johnson, voor wie enkel zijn plaatsje in Downing Street 10 van belang was.

Wat nu ? Het is duidelijk dat met name Schotland en Noord-Ierland zeer tegen hun wil uit de EU worden gehaald.  Noord-Ierland heeft een wettelijk eenvoudige uitweg : bij een hereniging met de Ierse Republiek is de herintrede in de Unie zonder verdere procedures verzekerd.  Politiek is het wat minder evident : het is niet duidelijk of de unionisten, die de unie met Groot-Britannië verdedigen, wel echt zo verzwakt zijn, of bereid zijn om hun opties te herzien.  Maar de feitelijke douanegrens die Johnson tussen Noord-Ierland en de rest van zijn land heeft aanvaard zou mogelijk de geesten toch kunnen doen rijpen.  Veel hangt af van de definitieve Brexitregeling, na het overgangsjaar 2020 (dat volgens mij onvermijdelijk verlengd zal worden).

Schotland heeft wettelijk een minder helder pad naar de Unie : een nieuw referendum over de onafhankelijkheid moet de goedkeuring van de Londen krijgen, en vervolgens moet het Koninkrijk Schotland ook nog tot de Unie kunnen toetreden.  Dat laatste zal volgens mij niet zo moeilijk zijn : zo allergisch als de EU reageert op interne structuurwijzigingen*, zo relaxt gaan we om met externe.  Maar je weet nooit of er toch nergens een kink in de kabel opduikt.  Schots premier Nicola Sturgeon heeft alleszins alle kwaliteiten om haar land terug in de Europese familie te loodsen.  Ik hoop dat het haar lukt.

Ooit komen volgens mij ook Engeland en Wales overigens nog terug naar de Unie.  De hele Brexit heeft bewezen wat een formidabele machine de EU kan zijn als ze eensgezind een probleem aanpakt : de onderhandelingen langs Brusselse kant kunnen moeilijk anders dan als een foutloos parkoers worden omschreven.  Aan de kant gaan staan van de eenheidsmarkt, van het economisch en (onvolmaakt, maar onweerlegbaar) politiek blok dat de Unie heeft gecreëerd en dat een gigantische hefboom is voor Lidstaten die anders op wereldvlak hoogstens in tweede klasse (1B heet dat tegenwoordig) zouden kunnen meespelen, is op lange termijn eigenlijk geen optie.  Ooit kan dat ook aan de Britse kiezer worden uitgelegd.

*Ik blijf overigens van mening dat de EU een mechanisme nodig heeft dat toelaat om binnen duidelijk kader Lidstaten op te splitsen of samen te voegen.  Met zo’n artikel 50bis -er zijn wellicht wat meer artikels nodig om het goed te regelen- zou morgen wellicht Edinburgh ook nog in de EU hebben gelegen, en zouden én de Catalaanse kwestie en de Belgische regeringsvorming minder explosief zijn, zelfs als het artikel niet zou worden aangewend.
Gedichtendag 2020

Gedichtendag 2020

Botshol

Altijd bang in nachtdiep water
dat is bang aan land.

Dit is geen hol, eerder een leegte
geen stootrand voor begrip, begeerte,

noch een grot met ruwe wanden
waarin op de tast.

Zonder randen ligt het zonder
berm, horizon, houvast.

Geen bodem waarop schaduw meevaart.
Helder het zwartst.

Onttrekt zich in verte aan verte
onttrekt zich in vlakte.

Water onder water
luistert niet. Likt niets los.

Judith Herzberg

Άρνηση

Στο περιγιάλι το κρυφό
κι άσπρο σαν περιστέρι
διψάσαμε το μεσημέρι·
μα το νερό γλυφό.

Πάνω στην άμμο την ξανθή
γράψαμε τ’ όνομά της·
ωραία που φύσηξεν ο μπάτης
και σβήστηκε η γραφή.

Mε τι καρδιά,
με τι πνοή,
τι πόθους και τι πάθος,
πήραμε τη ζωή μας· λάθος!
κι αλλάξαμε ζωή.

Γιώργος Σεφέρης

And did those feet in ancient time
Walk upon England’s mountains green?
And was the holy Lamb of God
On England’s pleasant pastures seen?And did the Countenance Divine
Shine forth upon our clouded hills?
And was Jerusalem builded here
Among these dark Satanic Mills?

Bring me my Bow of burning gold;
Bring me my Arrows of desire;
Bring me my Spear; O clouds unfold!
Bring me my Chariot of fire!

I will not cease from Mental Fight,
Nor shall my Sword sleep in my hand,
Till we have built Jerusalem,
In England’s green & pleasant Land.

William Blake