Archief van
Jaar: 2018

Wien bleibt Wien

Wien bleibt Wien

Op 1 juli nam Oostenrijk het EU-Voorzitterschap over van Bulgarije. Omdat ik onverwacht moest inspringen op de informele ministerraad voor arbeid en sociale zaken leidde dat ertoe dat ik de voorbije twee dagen in het prachtige Wenen doorbracht. Het is altijd een plezier om in die stad te komen, ook al was er geen tijd voor Wienerschnitzel, Sachertorte, de Hofburg of Schönbrunn.  Nu, ik was er in 2016 nog als tourist, dus dat was niet zo erg.  En de zon, de Apfelstrudel en een portie Mozart en Strauss maakten veel goed. En ook het thema van de raad, de digitalisering, de robotisering en de platformeconomie (Uber, Deliveroo en zo), bleek erg interessant en relevant.

Oostenrijk neemt het Voorzitterschap over op een cruciaal moment. Voor wie vertrouwd is met de interne keuken van de Unie is dat vooral zo omdat de dossiers waarin onder Oostenrijkse sturing geen vooruitgang wordt gemaakt niet meer vóór de Europese verkiezingen kunnen worden afgerond. Maar ook wie die procedureslag, onder meer over het meerjarenbudget voor de EU, niet volgt ziet wellicht dat het vluchtelingendossier en Brexit twee niet geringe uitdagingen vormen voor het Alpenland. Waar net een regering aan de macht kwam met een uitgesproken mening op een aantal domeinen.

Oostenrijk is op zijn best een sterke brug tussen Oost en West. Met enkele Kroaten en Hongaren stelde ik vast dat we ons samen in de architectuur en de geschiedenis van de stad erkennen. Het standbeeld van keizerin Maria-Theresia maakte snel duidelijk waarom. Op zijn slechts is het samen met Boedapest een barrière, een rem op de geschiedenis. Ik hoop van harte op het eerste. En op een spoedig Auf Wiedersehen met de stad.

Goede werken

Goede werken

Het is een zesjaarlijkse traditie… In de aanloop naar de verkiezingen schrijf ik hier een stukje over wat het schepencollege goed heeft gedaan. In de verkiezingscampagne leggen we als oppositiepartij wat meer nadruk op wat verkeerd ging. En de meerderheidspartijen wellicht op wat goed ging. Maar ik vind het belangrijk dat politici kritisch zijn voor zichzelf, en de zaken ook in een ander perspectief durven zien. De voorbije twee verkiezingen bleek het een illusie dat “in ruil” ook iemand van de meerderheidspartijen het lijstje zou maken met wat er eigenlijk écht niet goed is gegaan. Misschien deze keer wel. Als er geen andere publicatiemogelijkheid is, plaats ik het hier wel.

Bij mijn lijstje horen voetnoten en nuances : vaak is wat goed ging toch ook niet helemaal goed, of had het nog beter, sneller, goedkoper gekund. Maar die nuances ga ik achterwege laten. Dat betekent niet dat ze er niet zijn. En zaken waar de “maar” sterker doorweegt dan de positieve kant, horen uiteraard gewoon niet in het lijstje thuis. Ik ga voor enkele “verwezenlijkingen” wel onze inbreng mee in de verf zetten, maar zonder het alleenrecht te claimen. Tot spijt van wie het benijdt (ik dus) ligt de eindbeslissing vaak toch bij het schepencollege of de meerderheidspartijen. We hebben overigens uiteindelijk wel het hele lijstje van tien ook mee gesteund, vaak voluit, soms wat aarzelend.

Het lijstje…

1. De kunststofatletiekpiste (dat is er meteen één waarbij ik ervan overtuigd ben dat die zonder ons niet zou zijn gekomen, maar zonder Brigitte Quick ook niet).
2. Het fietspad naar Nieuwmoer.
3. Het “samen-tuinen”-project.
4. De grotere aandacht voor het planten van bomen. En toch ook wel het milieubeleid meer in het algemeen, en laat ik het bloemetje daarvoor dan ook maar naar Helmut Jaspers werpen.
5. De heraanleg van de Dreef.
6. De heraanleg van de Paterstuin samen met Kempens Landschap.
7. De herinrichting van de kerkhoven (waar we hard voor mee aan de kar hebben getrokken).
8. De nakende bouw van de turnhal.
9. De repetitieruimte Hemelrock (nog één waarop ik zelf lang mee heb aangedrongen).
10. De activiteiten rond de “Grooten Oorlog”.

Ik vergeet er wellicht nog enkele, maar ik ben nu eenmaal opgegroeid met “Tien om te Zien” (horresco referens…) !

Nieuw kleedje

Nieuw kleedje

Eigenlijk had ik het niet eens gepland, die opfrisbeurt voor deze site. Maar om technische redenen moest het er wel ooit van komen, en de look van de oude site was ook wel echt verouderd geraakt. Surfend op het net vond ik ook een mogelijke oplossing om het hele berichtenarchief te behouden, want dat was voor mij erg belangrijk. En toen die aanpak bleek te werken dacht ik dus… waarom niet ? Zodat ik zoals zovelen de overstap naar WordPress maakt. Twee dagen later is dit het resultaat. Misschien hier en daar nog voor verbetering vatbaar, en met schoonheidsfoutjes die nog moeten worden weggewerkt, maar ik ben er vooralsnog best tevreden mee. Hopelijk vindt u het ook goed, beste lezer, die ik alvast veel leesvreugde toewens.

Naschrift

Naschrift

De Rode Duivels waren de beste ploeg op het WK, en hadden dat dus moeten winnen. Het was dus niet goed genoeg. Slecht was het uiteraard ook niet, en ik heb gewaardeerd dat ze ook echt wel wilden winnen, ook in de wedstrijd voor de derde plaats – die van de sterren uit de Premier League tegen de waterdragers in die competitie, zoals een commentator het omschreef. Desalniettemin.

Ik blijf het wel vreemd vinden dat die derde plaats nu uitgebreid gevierd moet worden. Dat in Kroatië morgen de feestvreugde groot zal zijn, ongeacht de uitslag, daar kan ik me iets bij voorstellen. In Frankrijk telt alleen de overwinning, neem ik aan. Zo hoort het voor wie terechte ambities heeft.

En ik hoop dat binnen 32 jaar (groot)ouders niet tegen hun nageslacht moeten vertellen over dat ene jaar dat de nationale ploeg eigenlijk het WK had moeten winnen – maar over de ploeg die toen óók al had moeten winnen.

Boerkini ?

Boerkini ?

Heel Vlaanderen discussieert gezellig voor of tegen een boerkiniverbod in het zwembad. En wij mogen in Essen weer niet mee doen !

Bijna goed

Bijna goed

Elke sportploeg kent ze. Er zijn de hondstrouwe supporters, die na een slechte wedstrijd tegen Lotenhulle of San Marino nog luid zingend achterblijven. De echte supporters, die bij een mooie actie applaudisseren, al is rest van de wedstrijd niet om aan te zien. De gewone supporters, die wel wat enthousiasme inleveren als het minder goed gaat, misschien wat minder actief worden, maar toch maar blijven volgen, in vast geloof op betere tijden. Maar ook de „goed weer” supporters, die pas wanneer het goed gaat, en er een belangrijk toernooi aankomt bijvoorbeeld, „hun” ploeg terug ontdekken. En dan heb je mij nog – en de Rode Duivels.

Voetbal dus. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst een wedstrijd had uitgekeken. De laatste wedstrijd (op tv of live) die ik zag dateert op zich ook alweer van enkele jaren geleden, laat staan één van de Duivels. Het begon in 1986 – Mexico. Ik herinner mij dat ik toen heb genoten van de 1/8 en 1/4 finales. En dat ik me, als 14-jarige, daarna vooral heb geërgerd.

Natuurlijk was het mooi om de halve finales te halen. Maar dat dat toen plots genoeg was ! Dat al vóór die wedstrijd de mentaliteit van „het is wel mooi geweest, we hoeven nu ook weer geen wereldkampioen te worden” de kop opstak. Niet omdat het team daar niet goed genoeg voor was. Niet omdat Maradona nu eenmaal geen doetje was. Neen, gewoon omdat het niet zonodig hoefde.

Sindsdien kijk ik nog steeds trouw naar wedstrijden van succesvolle teams uit deze regionen, ook om hen te steunen. Ik mis geen enkele halve finale van de Champions League waarin Anderlecht, Brugge of zelfs Standard, Genk of Gent aantreden. Antwerp of Beerschot mag ook, maakt me niets uit. Finales van de Europa League ? Idem. Voor de nationale ploeg ben ik zelfs opvallend mild. Halve finale van het EK ? Ik kijk. En op het WK volstaat zelfs de kwartfinale, ook ná Mexico. Op voorwaarde dat ze die wel willen winnen, natuurlijk.

Pas op, ik waardeer ze hoor, de generaties van Rode Duivels die het moesten hebben van noeste werkkracht, van op tijd het been uit te steken of desnoods het stramme lijf en leden voor de goal te gooien. Van de stugge verdediging en de gelukkige counter. Van de zeldzame klasseflits. Ik loof hen prijs hen daarvoor, zeker als ze deden wat ze konden. Zolang niemand me maar vraagt om dan ook tevreden te zijn met dat „goed genoeg”. En om, godbetert, naar de match te kijken in plaats van een kort wedstrijdverslag en eventueel een analyse in de krant te lezen. Het blijft maar voetbal, natuurlijk.

U begreep het al, ik heb dus naar de kwartfinale van het WK gekeken. Op een iPad in de keuken, ergens ver van hier. De Rode Duivels hebben niet slecht gespeeld, al was het vooral in de tweede helft wat pompen of verzuipen. Dat gele team (zeker die met zijn rare kapsel) kreeg toen plots nogal veel ruimte, en had pech bij de afwerking – ze stootten ook op een goede doelman, maar ook die keeperstraditie past natuurlijk een beetje in het “goed genoeg”-verhaal.

Hierbij dus de deal : als de uitgesproken favoriet -want dat mag hopelijk nu toch gezegd worden- de twee volgende wedstrijden wint met nog wat meer overtuiging, dán is het goed genoeg voor mij. Ik ga dan zelfs “ja !” roepen en applaudisseren. En hier nog een stukje over voetbal schrijven. Onder het motto “Het kan niet op !”…

Bijna RIP voor een RUP ?

Bijna RIP voor een RUP ?

Vorig jaar in oktober keurden we in de gemeenteraad het RUP Meergezinswoningen voorlopig goed. Met dat RUP wordt een rem gezet op de appartementsbouw in Essen-Centrum. Gisteren stond de definitieve goedkeuring op de agenda. Zoals ik vorig jaar schreef, hebben we tien jaar lang op dit RUP moeten wachten. In die tien jaar zijn er ongelooflijk veel appartementen in Essen gebouwd (of nog gepland). Er moeten redenen zijn waarom dat zo lang heeft geduurd.

Ik ben er altijd vanuit gegaan dat één van de redenen gezocht moest worden binnen CD&V. Dat er daar mensen zijn die de bouwwoede in Essen eerder willen aanmoedigen dan afremmen, en die het niet erg vinden dat Essen doorgroeit naar 20.000 en vervolgens 25.000 inwoners, daarbij niets meer overlatend van de landelijke gemeente die het ooit was. Maar ik kon dat niet hard maken, want het werd zo nooit uitgesproken. En de oorzaak van treuzelen, onnodige omwegen maken, … valt moeilijk te achterhalen.

Verbaasde het me dan dat die stem in de laatste rechte lijn dan tóch nog aan de oppervlakte kwam ? Neen, dus. Of toch wel. In de commissie pleitte Brigitte Van Aert er plots voor om het RUP alsnog aan te passen en toch nog méér appartementsbouw toe te staan. Ik vond het wat vreemd dat net zij die mening verwoordde. En dat er zolang mee was gewacht, want het RUP stond nu toch echt wel op het punt definitief te worden goedgekeurd – en de bouwwoede was in die tien jaar toch ook al grotendeels gestild. Maar dat het uit CD&V kwam, verbaasde me veel minder.

Kaderde haar tussenkomst in de open discussie die in een commissie nu eenmaal gelukkig wel kan ? Was het, zoals Arno Aerden (sp.a) suggereerde, een ongelukkige formulering van een wel verdedigbare mening ? Ik zou het graag willen geloven. Als we hier maar geen tien jaar op hadden moeten wachten, zonder goede verklaring.

Uiteindelijk werd het RUP unaniem goedgekeurd. Oef. Maar Essen niet volbouwen blijft één van de grote uitdagingen voor het volgende bestuur. Eén die niet bij alle partijen in even goede handen is. Dat weet ik dan weer wel zeker.

Onder den boom rozemarijn…

Onder den boom rozemarijn…

In het herdenkingspad in de Paterstuin lieten we een boom planten om te herinneren aan zwembad De Vennen. Vlakbij de prachtige moestuin die er terug verrees. Gisterenavond huldigden we de boom in. Ik mocht daarbij het woord voeren. En zei dit :

Welkom bij deze herdenkingsboom voor zwembad De Vennen. Ik zie iedereen al denken, moest die boom niet in de Kerkstraat staan ? Misschien wel, maar daar is nu eenmaal geen herdenkingspad. En toch past het ook wel dat deze herdenkingsboom hier staat, want het eerste zwembad in Essen stond hier, aan het College. In 1958 werd hier een zwembad gebouwd, op de plaats waar nu de sporthal staat.

Maar hét zwembad, dat kwam er pas in 1972. Eerst moest het in het Sportpark komen, maar uiteindelijk werd het plan voor dat park maar half uitgevoerd. Daarna rijpte even het idee om in zaal Rex te gaan zwemmen. Uiteindelijk verrees in 1972 zwembad De Vennen, gebouwd onder leiding van Armand Quick. Al in 1973 werd de 100.000e bezoeker geteld.

Daar waren er ongetwijfeld heel wat bij die meer dan één keer waren gekomen. Dat neemt niet weg dat generaties jonge Essenaren in het bad hebben leren zwemmen. Hendrik Conscience leerde zijn volk lezen, Cyriel Loos en collega’s leerden hun volk zwemmen. De scholen vonden allemaal de weg naar het zwembad in eigen gemeente. Toegegeven, buiten de schooluren was het bad soms wat minder druk bezet. Maar het was gebouwd als instructiebad, en die functie heeft het meer dan veertig jaar lang perfect vervuld.

Tien jaar geleden hebben we er in de gemeenteraad al op gewezen dat het bad zijn beste dagen had gehad. Moest er geen plan worden gemaakt voor een renovatie, of een nieuw bad ? Was de bouw van een nieuwe sporthal geen gelegenheid om misschien óók een nieuw zwembad te bouwen ? Al dan niet in het sportpark – aan de Rex hebben we nooit gedacht. Maar gepland werd er niet. Beloofd wel, want bij de vorige verkiezingen stelde Brigitte Quick formeel dat de Essenaren in eigen gemeente zouden kunnen blijven zwemmen, toen wij opperden dat een nieuw bad in Nieuwmoer eventueel ook zou kunnen worden overwogen.

Het resultaat ? In 2015 ging De Vennen tegen de vlakte, na een kort tweede leven als cultuurcentrum Badstop. Toegegeven, het was versleten. Een grondige renovatie, zoals de Kalmthoutse buur, was het minste geweest. Of een nieuw bad. Mits een goede planning was het perfect mogelijk geweest. Maar in plaats daarvan kreeg de Essenaar een subsidie om elders te gaan zwemmen. En de scholen ? Die krimpten de zwemlessen drastisch in. Cyriel Loos leerde zijn volk zwemmen, Gaston Van Tichelt leerde het hen af.

De Vennen werden grondig weggewerkt. Waar ooit de schoolslag welig tierde, staat vandaag enkel nog gras. Zelfs voor het pleintje dat er overbleef werd nog geen nuttige bestemming gevonden. Vandaar dat we een herinnering wilden voorzien. Een rode beuk, in een vergeefse poging om nog een ander monument, de boom die het kerkhof van Hoek sierde, ook een beetje te compenseren.

Een boom als herinnering aan ons zwembad, een boom als aanklacht ook tegen kortzichtigheid. Hopelijk moet hij nooit in planken gezaagd worden om de Essense kinderen drijvend te houden die niet meer leren zwemmen, maar geeft hij schaduw waaronder de bestuurders van onze gemeente inspiratie kunnen opdoen, nu en na de gemeenteraadsverkiezingen, om terug een zwembad voor de Essenaren te bouwen.

We wensen de boom een lang leven. We gaan hem daarom water geven. Zwembadwater natuurlijk. Echt water van De Vennen. En daarna nodigen we iedereen uit in ’t Gildenhuys, waar we straks de Moeial gaan uitreiken, om een glas te komen drinken op De Vennen. Een glas water natuurlijk. Of iets anders, voor wie water toch vooral geschikt vindt voor bomen. En voor zwembaden !

Bericht van de reizigers

Bericht van de reizigers

Beste NMBS,

Het is lang geleden dat ik nog eens een brief heb geschreven. Niet omdat ik geen klachten meer had, wel omdat brieven toch niets uithalen en uw antwoorden nooit oplossingen bevatten, enkel excuses.

Ik schrijf dit dus tegen beter weten in. Point n’est besoin d’espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer, zullen we maar denken. Gisteren, zaterdag 9/6, wilde ik met de trein van Brussel naar Essen. Uw website had me gewaarschuwd, het zou geen gemakkelijke reis worden. Maar u hebt alsnog mijn verwachtingen overtroffen. De trein naar Antwerpen-Centraal was nochtans op tijd. En sloot mooi aan op een trein naar Antwerpen-Noorderdokken. Daar aangekomen moesten we naar de vervangbus. Uw personeelslid begeleidde ons naar de bus. Want die stopte niet aan het station, om ook voor uw personeelslid onduidelijke redenen. Wel een kwartier stappen verder. Gelukkig had ik mijn koffer in Brussel gelaten, andere passagiers hadden niet zo veel geluk. En wie wat slechter te been is stelt zich bij „openbaar vervoer” ongetwijfeld ook geen kwartier wandelen voor.

Vervolgens wachtte de bus tergend lang om te vertrekken. Alsof er nog iemand uit onze trein zou komen. We reden naar Kapellen en de chauffeur legde ons min of meer de weg naar het station uit. Want stoppen áán het station, dat zou natuurlijk te eenvoudig zijn. Daar wachtten we dan weer onnodig lang op een trein. Die ons tot in Essen bracht. Brussel-Essen op 2 uur en 45 minuten. 78 treinkilometers, dus net geen 30km/u.

Uiteraard deden ook enkele verwarde buitenlandse reizigers met bestemming Nederland het hele traject – logisch als schaarse informatie door krakende microfoons je pad moeten leiden. Die mochten dan in Essen op een nieuwe vervangbus stappen.

Vandaag moest ik terug naar Brussel. De trein naar Kapellen was op tijd. Daar aangekomen stuurde iemand de reizigers min of meer in de richting van een bushalte. Daar zou een bus met het NMBS-logo komen (zoals gisteren). Van enige informatie of verwijzing naar de verwachte bus was er aan de halte alvast geen sprake. Er passeerden verschillende bussen, maar dat waren blijkbaar niet de juiste.

Na een minuutje of twintig kwam er dan één met opschrift „Pendelbus” (geen NMBS-logo) en blijkbaar was dat degene die we moesten hebben. De bus dropte ons af ergens in Luchtbal, op de plek waar ik gisteren was opgestapt. Daar stond niemand te wachten, en de chauffeur vond het ook niet nodig om spontaan enige uitleg te geven. Eén passagier vroeg waar de tram kwam. Die kreeg antwoord, en driekwart van de reizigers trok vervolgens naar de tram. Hopelijk moesten ze geen ticket betalen. Ik wandelde terug naar het station (ik wist de weg nog, zeker met enige hulp van Google Maps). Daar geen trein noch info, maar na weeral een onzinnig lange wachttijd kwam er toch één. Vanuit Antwerpen-Centraal verliep de reis vervolgens opnieuw vlot.

Ik kan begrijpen dat er al eens aan het spoor moet worden gewerkt. Dat dat in het weekend gebeurt, is logisch (kan het niet ‘s nachts ?). Maar dat er geen enkele poging gebeurt om de hinder voor de reizigers te beperken, dat is onbegrijpelijk.

Bij wijze van compensatie stel ik voor dat u mij uitlegt hoe u het in het vervolg veel beter zal doen. En dat u alle inkomsten die u dit weekend op lijn 12 ontvangen hebt doorstort naar een goed doel, want dat mensen u hiervoor betaald hebben is natuurlijk al te gek.

Vriendelijke groeten,
Tom Bevers

In de schaduw van de Mont Blanc

In de schaduw van de Mont Blanc

Het verhaal staat nog elders op deze site : exact 10 jaar geleden stuurde mijn werkgever me voor het eerst naar de Internationale Arbeidsconferentie, waar jaarlijkse duizenden (dit jaar 5.238 heb ik begrepen) mensen samenkomen om over „werk” te discussiëren, internationale normen uit te werken en de toepassing ervan te controleren, en de strategische lijnen uit te zetten voor de acties van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Ik nam in 2008 deel aan één van de commissies, en was er terecht trots op dat ik in de plenaire vergadering van die commissie na twee dagen en een half het woord had mogen voeren namens een dertigtal landen. Ik vond het toen een zeer leerzame ervaring, al maakte ik één foutje, in de marge van een vergadering, waarvan ik toen nooit kon vermoeden dat het mij wellicht -en terecht- voor de rest van mijn leven zal achtervolgen.

Ik had toen verwacht dat het niet zo lang zou duren vooraleer ik opnieuw naar het VN-gebouw in Genève zou komen voor voor een „ILC”. Maar de conferentie valt altijd in een periode die ook voor wie met het Europees werkgelegenheidsbeleid bezig is erg druk is. En dus raakte ik nooit meer in de stad aan het Lac Leman. Maar een klein jaar geleden liet ik het voorzitterschap van het Europees Werkgelegenheidscomité achter me, en nam ik de verantwoordelijkheid voor alle internationale relaties in de FOD over. En dus zag het ernaar uit dat ik toch minstens even een kijkje zou gaan nemen op de Conferentie.

Dat kijkje werd uiteindelijk een stevige kijk. We werden gevraagd of we geen commissievoorzitter konden leveren. Dat kon. Zodat ik in een soortgelijke commissievergadering waar ik elf jaar geleden blij was dat ik überhaupt iets had gezegd nu de voorzittershamer mocht hanteren. Voor de „recurrente discussie over sociale dialoog en tripartisme”. Met alles erop en eraan : plenaire vergaderingen met de sociale partners en vertegenwoordigers van 98 landen (daar zijn foto’s van) en een tripartite redactiecomité met twee zittingen tot na middernacht (daar zijn geen foto’s van, en dat is wellicht maar beter ook)… Gelukkig zaten er aan alle kanten van de tafel enkele landgenoten, wat het gemakkelijker maakte om de informele lijnen open te houden. Als we als werktaal de meest vertegenwoordigde moedertaal hadden gekozen, dan zouden we niet het Engels maar het Nederlands hebben gebruikt. Tot schrik van de anderen, ongetwijfeld.

Gisteren mocht ik dan het rapport en de conclusies voorstellen, om vervolgens te zien hoe ze door de unanieme Conferentie goedgekeurd werden. In de grote zaal van het VN-gebouw, op het spreekgestoelte waar eerder die dag de presidenten van Ierland en de Centraal-Afrikaanse Republiek hadden gestaan. Al bij al een boeiende en zeer efficiënte manier om opnieuw kennis te maken met de Conferentie !