Bah !
Ik had de gemeenteraad gisteren beter aan mij voorbij laten gaan. Ik ben wel blij dat ik tegen het kappen van de rode beuk op het kerkhof van Hoek heb kunnen pleiten, en vooral dat daarover ook gestemd is. Ook al wist ik bij voorbaat dat ik kansloos was. De boom en de discussie verdienden het dat de beslissing expliciet in de gemeenteraad zou worden genomen.
Het is ook niet de chaotische manier waarop de raad werd geleid die me het meest dwarszit. Nochtans, als een meerderheid beslist om alle functies voor zich te houden, neemt ze wel de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dit op een bekwame manier gebeurt. Maar kom, iedereen verdient een tweede kans.
Het gaat me wel om de dialoog (?) met het college die ik hier even samengevat weergeef :
– Ik : „Vorige week op de commissie werden er vragen gesteld over de camping in Wildert, maar daarop kwam geen antwoord. Nu lees ik in een collegenota die van vóór de commissie dateert alle informatie. Waarom kregen we geen antwoorden ?”.
– College : „De nodige afspraken zijn gemaakt om te zorgen dat de camping vakkundig wordt opgeruimd.”
– Ik : „Ok, maar de vragen gingen over de eigendomstoestand. Daar is alleen over gezegd dat de verkoop in handen was van een immobiliënkantoor.”
– College : „Dat klopt. Wij horen wel geruchten over mogelijke geïnteresseerden of een verkoop, maar meer weten we niet.”
– Ik : „Geruchten ? Er is een gesprek geweest met een kandidaat-koper en de burgemeester.”
– College : „Ja, maar dat was vóór een mogelijke verkoop.”
– Ik (nadat Willy Hoppenbrouwers de zaak terug aanbrengt en ik de betrokken nota even kan checken) : „In de nota van 5 januari staat dat het terrein verkocht is, en staat de nieuwe eigenaar vermeld.”
– College : „Je moet niet doen uitschijnen dat we bewust informatie achterhouden.”
– Ik : „Ik vraag gewoon waarom die informatie vorige week niet kon worden gegeven, terwijl jullie ze hadden.”
– College : „Waarom moet je weten wie de nieuwe eigenaar is ? Dat zijn jouw zaken toch niet ?”
– Ik : „Zeg dan dat het mijn zaken niet zijn, in plaats van te ontkennen dat je van iets weet. Het stond in de nota die jullie op 5 januari hebben gekregen.”
– College : „Je weet blijkbaar toch alles, als het allemaal in die nota staat die je hebt gelezen ?”
– Ik : „Ik heb die nota nu pas, niet vorige week toen de vragen op de commissie werden gesteld. Ik kón die ook niet hebben – of gaan jullie me voortaan alle nota’s onmiddellijk doorsturen ?”
Overigens heb ik op basis van het Gemeentedecreet het volste recht op alle informatie die het college ook heeft, ook die in nota’s die ze blijkbaar zelf niet eens lezen of uit vergaderingen waarvan ze zich niet herinneren dat die ooit hebben plaatsgevonden.
Als dit in Nederland gebeurt, kunnen de twee collegeleden hun boeltje pakken. Motie van wantrouwen waarbij ze zelfs niet op hun eigen fractie moeten rekenen. Wegens het achterhouden van informatie en expliciete ontkenning van de bevoegdheden van de gemeenteraad. Trop is te veel. Bij ons hebben ze wellicht een schouderklopje gekregen van de raadsleden van sp.a en CD&V. Goed gedaan jongens.
Ik zou me daar eigenlijk niet druk in mogen maken. Dat gun ik hen niet. En toch heb ik er slecht van geslapen. Dat komt niet goed uit, want ik moet nog twee dagen een vergadering voorzitten (liefst zonder procedurele fouten, en met een inhoudelijke consensus als resultaat…). Dus was ik beter thuis gebleven.
Voor de tweede keer deze legislatuur. De eerste was toen ik enkele agendapunten te laat had doorgestuurd en we vroegen om ze toch nog te behandelen. Die vraag werd weggestemd. Hoeveel zaken, beste collega’s van CD&V en sp.a, hebben we ondertussen behandeld die te laten waren ingediend, of waarbij er iets anders formeel niet klopte ? AGB-stukken op maandag, beslissing zonder protest op woensdag ?
Men zegt wel eens dat oppositie voeren frustrerend is, maar dat is niet zo. Dat is en blijft een mooie en dankbare opdracht in een democratie. Een gebrek aan een minimaal respect, dat is frustrerend.