Archief van
Jaar: 2010

BHV

BHV

Vandaag is het Pasen. Zo had Jean-Luc Dehaene het toch aangekondigd. Want vandaag zou hij met de oplossing komen voor het dossier van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Volgens sommigen een symbooldossier. Dat is het natuurlijk óók. Maar het gaat volgens mij in de eerste plaats om een symptoomdossier : de niet-gesplitste kieskring is een symptoom voor de dubbelzinnige houding van de politieke partijen in het zuiden van dit land tegenover de grenzen van het Vlaams Gewest. Eigenlijk erkennen ze die niet. Wat op zijn beurt maakt dat Vlaanderen het moeilijk heeft om de Franstalige minderheid in de zuidrand van het Gewest te erkennen. Nogal vanzelfsprekend.

Een Vlaanderen met een “harde” grens, die ook door de beide andere Gewesten als blijvend zou worden erkend, zou wellicht op een meer ontspannen manier met die minderheid kunnen omgaan – al dan niet met ondertekening van het Europese Minderhedenverdag. Waarbij een goed stelsel zoals “wonen in eigen streek” op een wettelijke en onpartijdige manier wordt toegepast, bijvoorbeeld. Zonder juridisch betwistbaar geknutsel in de marge van de wet. Zodat het systeem uiteindelijk ook de Franstaligen in de Rand ten goede komt.

Onvermijdelijk wordt er gesproken over “compensaties” voor de splitsing van BHV. Ik deel niet de mening van degenen die zeggen dat daar absoluut geen sprake van kan zijn. Ik vind wel dat de prijs die wordt betaald redelijk moet blijven. Ik zou kunnen leven met een uitdovend inschrijvingsrecht in Brussel, zodat wie dat wil daar kan gaan stemmen – alleen geldig voor de huidige inwoners van de zes faciliteitengemeenten, uiteraard. Ook de rechtstreekse verkiezing van de burgemeesters in de Rand lijkt me aanvaardbaar, vanuit democratisch oogpunt – uiteraard met ingang van 2012. En een herfinanciering van Brussel is in elk geval nodig, dus mag dat ook in het pakket zitten. Als er voorwaarden aan gekoppeld worden, bijvoorbeeld om te vermijden dat het Brussels Gewest het extra geld in gesubsidieerde tewerkstelling steekt. Meer bieden lijkt me niet echt aangewezen. In dat geval is het sop de kool wellicht niet waard.

Gelukkig zit ik niet mee aan tafel, want het zou natuurlijk niet verstandig zijn om vooraf al “toegevingen” aan te kondigen. Maar zo heb ik wel een “benchmark” om het akkoord mee af te toetsen. Eens zien waar Dehaene mee afkomt…

Smolensk

Smolensk

Ik heb de (extra) vergadering van de EMCO-Indicatorengroep deze morgen geopend met een minuut stilte, naar aanleiding van de vliegtuigcrash in Smolensk waarbij de Poolse president om het leven is gekomen.

Het ongeval roept allerlei vragen op. Zoals : hoe kan het in vredesnaam dat de hele top van een land in één vliegtuig zit.

Maar in de eerste plaats past het om te laten blijken dat we over meningsverschillen heen bij dit soort gebeurtenissen allemaal Europeanen zijn.

Barcelona

Barcelona

Net terug uit Barcelona. Ik wist nog niet zo lang dat ik daar naartoe werd gestuurd, en ik wist eigenlijk ook niets van de stad – vaag zeiden “Sagrada Familia” en “Ramblas” me wel iets. Toch had ik besloten om er een beetje langer te blijven dan strikt noodzakelijk voor de conferentie, kwestie van even uit te blazen. Wel even van hotel veranderd, want voor eigen rekening zag ik een verlengd verblijf in een vijfsterrenkamer toch niet zo zitten – dat de Spaanse belastingbetaler me dat wel had gegund, is gezien de economische situatie van het land trouwens ook niet zo evident.

Ik heb me het dagje extra zeker niet beklaagd. Het weer zat mee. En Barcelona heeft veel meer te bieden dan ik me had kunnen voorstellen. Een heel gezellige en relaxte stad aan het water, prachtige architectuur en vriendelijke Catalanen. Meer moet dat niet zijn. En de Sagrada Familia stond dan wel in de steigers, Gaudi heeft nog meer indrukwekkende bouwsels neergezet.

De Catalaanse hoofdstad ziet me zeker nog terug. Overigens keek ik als Vlaming die vaak in Brussel zit af en toe wel op van het taalregime : eentalig Catalaans komt voor, eentalig Spaans, tweetalig Spaans-Catalaans of zelfs tweetalig Catalaans-Engels. Er pour les Espagnols la même chose ? Why not ?

Kopje onder

Kopje onder

Te vroeg gelijk hebben is in de politiek dikwijls een slechte uitgangspositie. Je krijgt dezelfde -vaak unanieme- reactie als wanneer je ongelijk hebt, en het is niet evident om die te doorprikken. Terwijl je daar helemaal niet op bent berekend, want je hebt immers gelijk. Als je wéét dat je ongelijk hebt, kan je dat paradoxaal genoeg toch nog gemakkelijker onderbouwen.

Bij nader inzien is het wellicht dat wat me dinsdag op de raad is overkomen. De verdediging van het voorstel van Geert en mij om flessenwater systematisch te vervangen door leidingwater botste tot mijn verbazing op een muur bij het college. Ik ging er nochtans vanuit dat we gewoon verder bouwden op de bewuste keuze van het schepencollege om op de raadszittingen enkel nog Pidpawater te schenken. Zonder bubbels, zoals ik hier al eens heb aangeklaagd. En daarnaast vroegen we de concrete uitvoering van een voorstel van Jong CD&V en Animo (de jongeren van sp.a). Dat leek me ook al geen grote drempel.

Ik had eerlijk gezegd een wat halfslachtige reactie van het college verwacht, waarbij ze iets zouden toezeggen. Ik was van plan om daarmee dan genoegen te nemen, om er dan later op verder te bouwen. En ik was dus wat verbijsterd over de totale afwijzing. Waarbij dwaze argumenten van de kant van het college (het recht op Perrier) plots redelijker overkwamen dan ons voorstel (het gemeentebestuur schenkt enkel nog plat of bruisend leidingwater, zoals het al lang alleen nog eerlijke koffie en Wereldwinkelwijn schenkt).

Eén van de argumenten bleek overigens ook gewoon onwaar : Jokke Hennekam haalde aan dat elke café-uitbater sowieso gratis leidingwater moet schenken. Niet dus.

Dat het even leek alsof het personeel plots het verbod zou krijgen een eigen flesje water mee te brengen (waarop ik niet snel genoeg inspeelde) deed me wellicht helemaal de das om. Ik had mezelf de stemming moeten besparen… Weeral iets bijgeleerd.

Volgens mij staat het in de sterren geschreven dat al wie een beetje met duurzaamheid begaan is binnen enkele jaren het flessenwater onherroepelijk zal bannen. Ik reken er nu al op dat ik “Zie je wel…” zal moeten zeggen. Al is het ergste van dénken dat je te vroeg gelijk hebt natuurlijk dat je misschien ook later helemaal géén gelijk krijgt…

Overigens heb ik sinds anderhalve maand een toestelletje in huis gehaald om koolzuurgas aan kraanwater toe te voegen. Voordien was ik een relatief “gulzig” gebruiker van bruisend flessenwater. Sinds ik het toestelletje heb, heb ik geen fles water meer ontkurkt. Geen Tönissteiner, geen Perrier, geen San Pellegrino, Vittel noch Spa. Zelfs geen Ordal, het bekende luxemerk dat het gemeentehuis schenkt.

Where the streets have no name

Where the streets have no name

Onze gemeente krijgt een Essen-Oldenburgstraat. En trouwens ook een Witzenbergstraat, een Zilinastraat en een Hraditskostraat. Een terechte verwijzing naar onze zustergemeenten, zoals overigens als in 2007 in een voorstel van Philip Peeters en mezelf werd gesteld.

In het voorstel dat door het schepencollege aan de raad werd voorgelegd stond nochtans een “Oldenburgstraat”. Maar bij het voorbereiden van de raad viel me plots op dat dit een vreemd voorstel was : onze partnergemeente noemt zichzelf namelijk Essen. En soms ook Essen-Oldenburg, om het onderscheid te maken met het grote Essen in Duitsland. Dus vond ik Essen-Oldenburgstraat een veel logischer keuze. Dat heb ik in de gemeenteraad gezegd, en zo is het daarna ook besloten.

Ik vind dat wel leuk. Het is zeker niet het belangrijkste wat ik in de gemeenteraad heb gerealiseerd. Laat staan het belangrijkste standpunt dat ik heb verdedigd. Maar het is wel tastbaar. Wie binnenkort in de Essen-Oldenburgstraat komt wonen, weet dus aan wie die dubbele naam ligt !

We hebben ook nog een hele reeks andere straatnamen goedgekeurd. Om kunstenaars te eren, zoals Ferdy Naulaerts. Of culturele grootheden zoals Jules Van Agtmael (wiens straat eigenlijk beter in Wildert zou hebben gelegen, nu ik er zo over nadenk).

Er komt ook een Schepen Veraartstraat. Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad, vooral binnen het schepencollege. Ik vind het nochtans een evidentie dat er een straat naar Gino wordt genoemd. Je kan iemand die op jonge leeftijd overleden is niet vergelijken met bijvoorbeeld een Van Agtmael, die decennia lang een stempel op Essen heeft gedrukt. Maar Gino was van grote betekenis voor zijn politieke stroming, die in Essen een lange en rijke geschiedenis heeft. En voor zijn (en daarmee mijn) generatie. In de Essense politiek, maar ook een stukje daarbuiten. De straatnaam drukt wellicht meer de hoop op een ander en beter bestuur uit dan realisaties, want daarvoor werd zijn schepenambt te vroeg afgebroken. Maar net daarom vind ik het een heel mooie naam voor een stukje van de weg die in Essen wordt afgelegd.

Barack Van Tichelt ?

Barack Van Tichelt ?

V.S.-president Obama is er in geslaagd om zijn belangrijkste verkiezingsbelofte waar te maken : een nieuwe wet op de gezondheidszorg. Nadat het er enkele maanden niet zo goed uitzag, is het hem uiteindelijk toch gelukt. De politieke kaarten in de V.S. worden daarmee opnieuw flink geschud. Gemakkelijk was het niet, want in het Amerikaanse stelsel moeten er flink wat hordes overwonnen worden. Zo heeft de oppositie allerlei mogelijkheden -vooral in de Senaat- om wetgeving tegen te houden of toch minsten te bemoeilijken.

Gemeenteraden in Vlaanderen werken anders. Zolang ze binnen de wettelijke regels blijft, kan een meerderheid die de rangen sluit eigenmachtig alle beslissingen nemen die ze wil. Ook als die meerderheid 13 zitjes van de 25 bezet, zoals in Essen. Echt iets tegenhouden kan de oppositie niet. We kunnen vragen stellen, informatie opvragen, argumenten naar voren brengen… Maar als de meerderheid doorzet, zijn we er altijd aan voor de moeite. Tenzij de meerderheid natuurlijk wetten en regels aan haar laars lapt. In dat geval kunnen we een klacht indienen. Dat hebben we deze legislatuur één keer succesvol gedaan, over de vzw 850 jaar Essen. Maar daar kwam de uitspraak nadat alle beslissingen genomen waren, zodat ook dat geen verschil heeft uitgemaakt.

Om maar te zeggen… We vangen de laatste tijd regelmatig op dat mensen van de meerderheidspartijen tegen hun eigen achterban of tegen anderen vertellen dat er in Essen niet veel gebeurt omdat de oppositie, en dan vooral N-VA/PLE, veel zaken tegenhoudt. Dan moeten ze toch eens komen uitleggen hoe dat dan wel zou werken. Zelfs de keren dat de meerderheid niet volledig was hebben we met de oppositie geen enkele beleidsbeslissing geblokkeerd.

‘t is goed in ‘t eigen hert te kijken
Nog even voor het slapen gaan…
(Alice Nahon)

Pers

Pers

Af en toe haal ik wel eens de pers, als gemeenteraadslid of ook al eens beroepshalve (met ondermeer een interview in het RTL-middagjournaal vorig jaar…). Maar Atletiekleven leek me toch wat minder haalbaar. Gelukkig heb ik er geen halve of hele marathon voor moeten lopen !

Asturia

Asturia

Het was ongewoon lang geleden, maar de voorbije dagen heb ik nog eens buiten de grenzen gewerkt. De informele EMCO-vergadering ging door in het Spaanse Oviedo, en dus heb ik daar mee nagedacht over de “Europe 2020”-strategie. Meteen ben ik zo ook de lente ingestapt : 20°C om 22u ’s avonds kan ik wel waarderen. Oviedo bleek ook een charmante stad, met een rijke geschiedenis, in een mooie streek. Waar we door de Spaanse collega’s bovendien uitstekend zijn ontvangen – zodat ze de lat hoog hebben gelegd voor het volgende voorzitterschap, en laat dat nu toevallig het onze zijn…

Spanje is overigens één van de goede voorbeelden van de impact die Europa kan hebben. In de evolutie van een economische onderontwikkelde dictatuur naar een democratie met een behoorlijke levensstandaard heeft de Europese Unie een belangrijke rol gespeeld Spanje heeft in dat proces blijkbaar de middelen uit de Europese structuurfondsen verstandig gebruikt (verstandiger alleszins dan dat andere Zuid-Europese land…). Natuurlijk is niet alles perfect. Vooral de torenhoge werkloosheid speelt het land parten, en de moed ontbreekt om de arbeidsmarkthervormingen door te voeren die op dat vlak een stevig verschil zouden kunnen maken. Bovendien heeft Spanje nog altijd niet het juiste evenwicht gevonden tussen centrale en regionale macht – wellicht zouden Baskenland en Catalonië zelfs gelukkiger zijn buiten het Spaanse staatsverband of in een losser verband met Madrid (laat ik dat op een andere keer maar eens verder uitwerken). Sinds het einde van het Franco-regime heeft het land zich ondanks zijn schiereilandligging wel verplaatst naar waar het thuishoort : in het hart van Europa.

Bwana Kitoko II

Bwana Kitoko II

Tout cela ne nous rendra pas le Congo… Dat is de ironische titel van een Franstalig tv-programma. Gelukkig maar dat de tijd van Belgisch-Congo inderdaad nooit meer terug zal komen. Ondertussen is het land 50 jaar onafhankelijk. België heeft destijds een knoeiboel achtergelaten, en de Congolezen (gedurende enkele decennia op last van Mobutu de Zaïrezen) hebben die lijn perfect doorgetrokken. Niemand die de situatie zo helder kon verwoorden als voormalig buitenlandminister De Gucht, die zoals gelukkig de meeste Vlaamse politici niet onder een soort Congo-nostalgie gebukt gaat die een heldere kijk op het land volledig vertroebeld. Bezuiden de taalgrens heeft men er vaak wel last van.

Waarom ik het dan toch de juiste beslissing vind dat de regering koning Albert naar Congo stuurt ? Natuurlijk niet omdat het regime aldaar ook maar enige steun verdient. Natuurlijk niet omdat ons land de spons zou moeten vegen over al het vreselijke dat de voorbije jaren in het land gebeurd is, en nog gebeurt. Wel omdat niet gaan net zou getuigen van de neo-kolonialistische houding die we in Vlaanderen precies proberen te vermijden tegenover de Congolezen. Het Congolese volk zou eruit begrijpen dat België de onafhankelijkheidsverklaring na 50 jaar min of meer betreurt. En precies dat is zeker wat Vlaanderen betreft niet het geval. Albert moet dus gaan, en uiteraard moet hij daarbij duidelijk maakt dat hij wel houdt van het land en het volk, maar niet van zijn leiders. Om één van de meest dwaze uitspraken uit de Belgische politieke geschiedenis (uit de mond van Wilfried Martens) te parafraseren.

Aan het ideetje van defensieminister De Crem om meteen ook maar het Congolese leger uit te nodigen voor het militaire défilé van 21 juli ga ik niet veel woorden vuilmaken. Volgens mij kunnen we gemakkelijk zonder 21 juli. En zonder militair défilé. En zeker zonder het optreden van een leger dat een zéér onzuiver geweten heeft. De Crem moet opletten dat hij geen karikatuur van zijn voorganger Flahaut wordt. Dat het zo ver gekomen is… il faut le faire !

Groot Nederlander

Groot Nederlander

Hans Van Mierlo is overleden. Met hem verliest de Nederlandse politiek een zeer verstandige en vooral zeer begeesterende voorman. Hij stond aan de wieg van D66 en leidde die partij gedurende vele jaren. Vanuit een diepe democratische bekommernis en een sociaal-liberale visie (al hield hij niet zo van die woordkeuze) toonde hij aan dat er een alternatief is voor de verzuiling en voor het inhoudsarme machtsdenken van vooral de christen-democratie in zijn land. Van Mierlo maakte uiteindelijk paars mogelijk in Nederland, en zette daarmee ook Vlaanderen aan het denken. Daarmee is hij dus ook een beetje de vader van de regeringen-Verhofstadt. Paars bleek uiteindelijk geen wondermiddel, in het noorden niet en ook niet hier. Maar het maakte wel een einde aan de vanzelfsprekend van een christen-democratisch bestuur – iets waar op dit ogenblik overigens vooral de N-VA baat bij lijkt te hebben.

Van Mierlo zette een bestaande maar sluimerende politieke stroming op het spoor en veranderde daarmee het politieke aanschijn van zijn land – zijn rol is daarmee vergelijkbaar met die van Hugo Schiltz in Vlaanderen. De realisatie van ideeën ging daarbij voor op electoraal succes, en ook dat maakt Van Mierlo tot een bijzonder man. Maar wat mij vooral bijblijft en inspireert is zijn principiële redelijkheid, zijn durf om vraagtekens te zetten bij zijn eigen ideeën en zijn geloof radicale veranderingen – via kleine stapjes vooruit.

In Nederland is de titel “Minister van Staat” –in tegenstelling tot bij ons– voorbehouden voor echte staatsmannen (-en vrouwen), waarbij niet noodzakelijk politieke evenwichten moeten worden nageleefd. Van Mierlo droeg de titel meer dan terecht.

Zijn D66 staat er in de opiniepeilingen goed voor, al valt af te wachten wat het effect zal zijn van de wissel Bos-Cohen bij de PvdA (een politieke meesterzet). Maar D66-leider Alexander Pechtold kiest duidelijk voor de voetsporen van Van Mierlo. Het zou een mooi eerbetoon zijn als de Nederlandse kiezer dat op 9 juni honoreert.