Archief van
Jaar: 2010

(On)voorstelbaar

(On)voorstelbaar

Sinds gisteren zijn er meer dan zes exemplaren van het boek “Essen in Beeld” in omloop. Dat komt omdat we ons boek nu ook officieel hebben voorgesteld. Het werd een gezellige dag, vooral dankzij de goede zorgen van de mensen van de Cultuurraad, dankzij het Muzarto-dichtersteam van Sam Wauters en dankzij het administratieve talent van Danny en Rob die ervoor zorgden dat iedereen snel aan het bladeren kon gaan.

Wie wil kan de foto’s bekijken of het voorstellingswoordje nalezen. Ook onze kleine gedichtenverzameling staan online.

Met twee voor mij belangrijke “speeches” achter de rug, en nog eentje te gaan, en met tussendoor ook een kort tv-optreden, kan ik het niet helpen terug te denken aan de lessen “spreken in het openbaar” die ik aan de universiteit bij prof. Verrept volgde. Het was wat tegen mijn natuur om me daarvoor in te schrijven. Niet omdat het een niet-verplicht extra vak was, wel omdat ik er nogal wat drempelvrees voor moest overwinnen. Ik was wellicht een moeilijke leerling – ik herinner me dat mijn teksten wel goed waren, maar dat ik eigenlijk te zenuwachtig was om ze behoorlijk te brengen. Achteraf gezien blijkt het één van de vakken te zijn geweest die het meest renderen – ik heb me al vaak voor het hoofd geslagen dat ik toen het tweede jaar niet meer heb gevolgd. Niet omdat ik alle “tips and tricks” onthouden heb. Ook niet omdat het mij tot een goed spreker zou hebben gemaakt. Wel omdat ik het “toespreken” sindsdien niet meer uit de weg ga. Soms maakt het me wel nog behoorlijk nerveus (al kan ik dat vaak redelijk verbergen), maar alle logica is daarbij weg : ik heb al doodkalm, slecht voorbereid, in het Engels, voor enkele honderden mensen gesproken en me anderzijds erg zenuwachtig gemaakt voor een tussenkomstje in een gemeenteraadscommissie in een dossier dat ik tot in de puntjes beheerste. Ik probeer het niet meer te begrijpen. Ik vermoed dat Verrept zich mij totaal niet meer herinnert – maar vraag me soms toch af wat hij zou denken van mijn presentatie in Terhulpen van vorige maand, of van mijn woordje van gisteren.

Bonusvraagje : wie vindt de link tussen die laatste presentatie en het fotoboek ?

Bankroet (in het eten)

Bankroet (in het eten)

Het is een typisch dilemma voor partijen die na jaren in de oppositie aan de macht komen. Enkele van de beleidsvoorstellen die ze al jaren koesteren, hun “kroonjuwelen” komen in een bestuursakkoord terecht. Maar bij de uitvoering stribbelen de coalitiepartners wat tegen, en allerlei “wetten en praktische bezwaren” blijken in de weg te staan. Wat op papier de ideale aanpak leek, blijkt op het terrein ook nadelen te hebben. Uiteindelijk is de keuze die tussen het opgeven van het kroonjuweel -dat veel van zijn glans heeft verloren maar waar wel de jarenlange strijd aan vastkleeft- en de coalitie zodanig onder druk zetten dat het er toch komt, of de stekker eruittrekken. Vaak wordt het de eerste uitkomst, en met een waterig afkooksel van het kroonjuweel kan de pijn wat worden verzacht.

Het overkwam D66 in de Nederlandse regeringscoalitie met CDA en VVD in 1999, toen het correctief referendum sneuvelde in de “Nacht van Wiegel”. Het overkomt de Essense sp.a nu met hun jarenlang gekoesterde voorstel voor een “grondbank” : een gemeentelijk fonds dat via het kopen en verkopen van gronden de immobiliënmarkt kan sturen. In het nieuwe woonbeleidsplan -dat technisch goed onderbouwd is maar waarvan het beleidsdeel wat mij betreft veel te licht uitvalt- is er alleen nog sprake van een gemeentelijk beheer van gronden en gelden die min of meer toevallig in gemeentebezit komen. In de commissie woonbeleid gaf de burgemeester ook toe dat het niet zou toelaten de markt kwantitatief te beïnvloeden; misschien wel om kwalitatief bij te sturen. Op zich misschien niet slecht, maar die aanpak verdient de naam “grondbank” niet.

Nu geef ik eerlijk toe dat ik zelf ooit ook enthousiaster ben geweest voor het grondbank-concept dan vandaag. De daadwerkelijke realisatie ervan vergt een stevige eenmalige financiële injectie. Nu kan de gemeente Essen het zich volgens mij permitteren om pakweg 3 miljoen EUR hierin te investeren, maar volgens de rekenwijze van de meerderheid kan dat niet. En natuurlijk vraagt het een organisatie en expertise die er (nu) niet is. Bovendien is het de vraag of een krachtig gebruik van regulerende instrumenten (waar overigens de wil op vandaag bij het schepencollege toe ontbreekt) voor een overheid niet efficiënter is dan zelf de markt te gaan bespelen. Ook al omdat wat volgens mij absoluut vermeden moet worden de én/én-aanpak is : de privémarkt ongebreideld laten bouwen, en daarnaast veel sociale woonprojecten opzetten. Daarmee raakt Essen immers in snel tempo gebetonneerd.

Maar los van de discussie over voor- en nadelen van de grondbank op zich moet het sp.a pijn doen om dit kroonjuweel te zien sneuvelen. Wat de vraag waar de socialisten in deze meerderheid, los van de opener stijl waarmee hun mandatarissen het aanpakken, écht een inhoudelijk verschil hebben gemaakt weer iets moeilijker te beantwoorden maakt. Het is ook niet gemakkelijk, natuurlijk. En ik weet ook wel dat ze wellicht gaan antwoorden dat de beste stuurlui aan wal staan. Maar ik ben er wel van overtuigd dat er meer te halen valt uit een deelname aan het bestuur.

Geboekt

Geboekt

Op mijn kast liggen, toevallig verenigd, mijn twee boeken. Het eerste dateert uit 1997 : “100 jaar Heidebloempje Essen – Een Spiegel van Vlaanderen”. Ik schreef het samen met Guy Van den Broeck, Wim Besters en Rudi Smout. Het tweede is vers van de pers en voorlopig enkel door een erg select publiek in ogenschouw genomen : “Essen in Beeld – Een beeldverhaal over het leven in Essen in 2009”. Echt “auteur” kan je me niet noemen, maar samen met Steven De Laet en (alweer) Rudi Smout deed ik wel de redactie. Aan de buitenkant lijken de twee boeken wat op elkaar, maar binnenin zijn ze onvergelijkbaar. In het eerste stond de tekst centraal, Essen in Beeld is een fotoboek. Overigens heb ik ook een boek gelay-out : “Moeder Heidebrand 1955-1974”. Weer een heel ander soort uitdaging…

Zaterdag wordt het fotoboek officieel voorgesteld en wordt het “eerste” exemplaar overhandigd aan de burgemeester. Ik kijk al uit naar de reacties, maar voor mezelf kan het project in elk geval niet meer stuk. De vele uren werk aan de site en de tijd die ik in het boek heb gestoken werden aangenaam gemaakt door de talloze foto mensen die foto’s hebben opgeladen, bekeken en becommentarieerd. En door de vlotte en aangename samenwerking met alle betrokkenen, in de eerste plaats -en zeker de laatste maanden- met Rudi en Steven.

Toch ben ik ook blij dat het (bijna) achter de rug is, al moet er nog heel wat “nazorg” gebeuren. Komt er ooit een volgend boek dat ik mee onderteken ? En wat voor één dan ? Wie weet. Misschien weer wel helemaal iets anders. Of net niet. Maar het zal in elk geval niet voor de eerste paar jaar zijn !

Een maandoverzicht…

Een maandoverzicht…

Het Belgische EU-voorzitterschap heeft me de voorbije maand behoorlijk opgeslokt. Twee conferenties, en tussendoor een reeks vergaderingen die bijzonder boeiend maar wel tijdrovend waren. Door de “green jobs” conferentie die we in Terhulpen organiseerden heb ik ook de gemeenteraad gemist. Dat ik diezelfde middag op het tv-journaal ben geweest, maakt dat natuurlijk niet goed. Al had de raad wel een lichte agenda. En vond ik de combinatie vice-premier / Europees commissaris / ik wel een goede keuze van de VRT-Nieuwsdienst…

Daardoor zijn een aantal commentaren die ik hier had kunnen of willen schrijven natuurlijk blijven liggen. Ik ga dat een beetje goedmaken met enkele korte bedenkingen…

Op 25 september organiseerden we met N-VA/PLE een opleiding “ruimtelijke ordening”. Ik vind het heel belangrijk dat we binnen onze lokale werking investeren in vorming. Ik heb in elk geval een aantal zaken bijgeleerd, in een materie die me van nature iets minder ligt maar wel essentieel is voor de toekomst van onze gemeente.

Op 2 oktober heeft Groen! zijn tweejaarlijkse “Keesje Mohammed”-prijs uitgereikt aan de mensen van PAT (Pleegouders Actie Tsjernobyl). Een terechte prijs voor de mensen die al vele jaren in de zomer een aantal Wit-Russische kinderen een mooie vakantie bezorgen. En natuurlijk symbolisch mooi voor de groenen, omdat zo de band kan worden gelegd tussen kernenergie en internationale solidariteit. De uitreiking werd zoals steeds een gezellige avond (met als hoogtepunt de onovertroffen groene tombola), waar we ook met drie gemeenteraadsleden van N-VA/PLE bij waren. Inhoudelijk en strategisch verschillen we soms van mening met Groen!, maar dat houdt ons niet tegen om vaak samen op te trekken. Wellicht geholpen door de vaststelling dat onze partijculturen ook wel bij elkaar passen.

Op 8 oktober was het één jaar geleden dat Gino Veraart overleed. Na een jaar is de leegte die hij achterliet in de Essense politiek nog lang niet opgevuld. Enkele cruciale debatten over de toekomst van onze gemeente zijn niet meer hetzelfde zonder hem, en het beleid dat eruit voortvloeit mist zijn energie.

Vandaag legt de Nederlandse regering de eed af. Het CDA heeft volgens mij een grote vergissing gemaakt door mee te doen met het minderheidskabinet met de VVD, ondersteund door Geert Wilders. Voor ongeveer 1/3 van de Nederlandse CDA’ers bleek te gelden dat zij vinden dat christen-democraten wel principes hebben. Voor de anderen bleek het machtsinstinct sterker. De nieuwe regering staat voor precies het verkeerde beleid : sociaal-economisch worden de nodige hervormingen in de koelkast gestopt, daarnaast wordt vooral de verdeeldheid in de samenleving benadrukt. Ook de rechts-liberale VVD laat overigens zien dat zij vooral rechts is, en veel minder liberaal. Niet zo verrassend dat een aantal prominenten de oversteek naar D66 hebben gemaakt.

Met het nieuwe kabinet-Rutte wint Nederland overigens wel overtuigend de Derby der Lage Landen. Van een nieuwe Belgische federale regering is nog lang geen sprake. De N-VA heeft er vorige week “de stekker uitgetrokken”. Terecht, want de Franstalige bereidheid om de cruciale knopen in de financiële architectuur van dit land door te hakken bleek al te klein. Al is er niet echt een alternatief is, zodat De Wever nu zelf moet proberen de patiënt te reanimeren die hij had afgeschreven. Ondertussen wordt er langs Franstalige kant steeds meer gesproken van hun plan B, dat neerkomt op een Waals-Brusselse staat (al dan niet als opstap naar Frankrijk). In de “ontboezemingen” die vorige week in La Libre verschenen stond daarover een interessant stukje : er sprak een lichte frustratie uit de vaststelling dat De Wever niet gewoon opstaat en de Vlaamse onafhankelijkheid uitroept. Om dan echt te kunnen onderhandelen en de Vlamingen voor het blok te zetten. In de hoop dat ofwel een partij als CD&V bijdraait, ofwel Vlaanderen (of wat er na referenda rond de taalgrens van overschiet) tot een soort internationale paria maakt.

Kijk, zo dom is De Wever volgens mij dus niet. Ik geloof ook niet in de theorie dat de internationale gemeenschap ooit de onafhankelijkheid gaat erkennen van een staat (in caus Vlaanderen) die daar zelf niet om gevraagd heeft, gewoon “omdat er met die mensen niet meer te werken valt”. Wie eenzijdig België wil opheffen –of de mogelijkheid daartoe wil openen–, moet een parlement vinden dat zichzelf soeverein verklaart. Wat mij betreft, en dat heb ik in 2007 al tegen enkele mensen gezegd, moet de Franse gemeenschapsraad dat dan maar doen, als ze er echt genoeg van hebben. Maar zo ver zie ik het niet komen : zodra de PS beseft dat De Wever zich niet gaat laten vangen, en dat CD&V vooralsnog niet klaar staat om een bocht van 180% te maken, is een redelijk akkoord volgens mij niet zo ver meer verwijderd. Kerstmis ?

Tenslotte nog even over het Kanaal kijken : de Britse Conservatief-Liberale regering heeft de wittebroodsweken ondertussen achter de rug, en de coalitie blijkt stevig genoeg. Dat er bij de LibDems af en toe gemord wordt, is onvermijdelijk en wordt in de hand gewerkt door de minder gunstige peilingen. Maar uiteindelijk heeft de partij volgens mij op lange termijn baat bij deze machtsdeelname, die een deel van haar programma verwezenlijkt én hen als bestuurders op de kaart zet. De Labour-oppositie koos vorige week voor de verkeerde van de Miliband-broers (Ed, en dus niet David) als leider, wat mij betreft iets te ver links van het centrum waar Labour het verschil moet maken. Maar hem onderschatten zou ook niet meteen verstandig zijn. Een goed bestuur heeft een goede oppositie nodig, en daar kan Milliband wellicht wel voor instaan.

The wind of change

The wind of change

Twee dagen na elkaar naar de parochiezaal van Nieuwmoer… Gisteren voor de jaarlijkse quiz in het kader van de Maatjesfeesten, zoals altijd voortreffelijk in elkaar gestoken door Gino Van Oers. Eergisteren voor de informatieavond die Kalmthout en Essen organiseerden over het project om vier windmolens in en rond industrieterrein De Rijkmaker in te planten.

Een goed initiatief van de twee gemeentebesturen. Wel jammer dat ze daar in Kalmthout het “Essens uur” niet respecteerden, zodat ik de eerste tien minuten heb gemist. Al denk ik niet dat dat veel verschil heeft gemaakt. Toen ik binnenkwam, waren de partners in het windmolenproject met hun toelichting begonnen : Mega-Windy -prachtige naam- dat 75% van de investering voor zijn rekening wil nemen, en Ecopower dat de rest bijdraagt. Aangezien Ecopower een coöperatieve is, kan via die weg trouwens iedereen meedoen.

Dat Ecopower iets van windmolens kent, was voor mij al geen geheim meer. Professioneel werd op vragen geantwoord, en werden misverstanden weerlegd. Maar het is vooral de combinatie met de Kalmthoutse ondernemers van Mega-Windy die het geheel ijzersterk maakt. Zij kennen de situatie ter plaatse, wat geruststellend werkt. En ze kunnen natuurlijk ook niet worden weggezet als wereldvreemde groene jongens, integendeel.

De vier windmolens, één in Essen en drie in Kalmthout, komen op een geschikte plaats. Als Vlaanderen Rusland zou zijn, zouden ze natuurlijk veel verder van de bewoonde wereld kunnen worden geplaatst. Maar de Kleine Aa is de Wolga niet, en dan is Rijkmaker geen slechte locatie. Bovendien zowat de enige plaats die het voor Essen en Kalmthout mogelijk maakt om op het eigen grondgebied zichtbaar voor groene stroom te kiezen. Voor Essen, met een traditie van “eigen stroomvoorziening”, een mooie nieuwe kans.

Uiteraard kwamen er bedenkingen en vragen naar boven. Wat mij betreft werden ze degelijk beantwoord, al vond ik de toezeggingen voor het vermijden van lichthinder een beetje vrijblijvend. Het kwam neer op “bel ons, en we komen het oplossen – of we leggen de windmolen stil”, maar dat is me net iets te veel… Mega-Mindy. Wellicht kan daar nog eens naar gekeken worden.

Dat neemt zeker niet weg dat ik een sterk economisch en ecologisch project zag. De N-VA/PLE-fractie heeft nog geen standpunt bepaald, maar ik ga er voor pleiten om een positieve houding aan te nemen. Wat mij betreft moeten Essen en Kalmthout “ja” zeggen – en ondertussen uiteraard blijven waken over een zo minimaal mogelijke hinder.

Overigens heb ik ook de “(acting) chairman of the Working Group on Employment and Climate Change of the Employment Committee of the European Union” geraadpleegd. Deze morgen, in de badkamer. Hij vond het óók een goed project, en hoopt dat Europa nog veel meer dan vandaag een voortrekkersrol gaat spelen op het vlak van CO2-arme energie. Het zou mooi zijn als Essen daar een steentje aan zou kunnen bijdragen.

Goede raad is duur

Goede raad is duur

Om meer dan één reden was de gemeenteraadszitting van gisteren interessant. Er stonden enkele wisselingen van de wacht op het programma, die zoals bekend al wat eerder voorzien waren. Imelda Schrauwen verliet de raad en het college. Los van de politieke inschatting van de 22 jaar die ze in de raad heeft gezeten, waarvan als ik me niet vergis 16 in het college, heb ik –en ik vermoed dat dat zowat voor iedereen geldt– Imelda op menselijk vlak altijd gewaardeerd. Brigitte Quick werd de nieuwe schepen, Fons Tobback zit opnieuw in de raad – waarvoor mijn welgemeende felicitaties.

Inhoudelijk stonden vooral de bib en het gemeentehuis vooraan op de agenda. Er is een zekere gelijkenis tussen beide dossiers. Het gaat in de twee gevallen om een vraag die sterk wordt gedragen door de betrokken diensten, de sluiting van de wijkbibs en de uitbreiding van het gemeentehuis. En in de beide zijn recent nieuwe aspecten naar boven gekomen : een negatief advies van de cultuurraad en buurtprotest bij de bibliotheken, en een zeer zware onderschatting van de kosten bij het gemeentehuis. De architecten en ingenieurs hadden de prijs een kwart lager ingeschat dan de voordeligste bieding die is binnengekomen – een verschil dat de Essense belastingbetaler ettelijke honderdduizenden euro gaat kosten.

In beide dossiers was het duidelijk de bedoeling om door te bijten en zich niet te laten afleiden. Voor de bibliotheken is dat niet gelukt : de beslissing werd uitgesteld, en ik ben er redelijk gerust in dat de wijkbibs open gaan blijven. Welke dynamiek binnen de meerderheid heeft gespeeld, is niet helemaal duidelijk. Ik kan me niet voorstellen dat men daar nu plots van de meerwaarde van de wijkbibliotheken overtuigd is geraakt, dus zijn ze (gelukkig maar) gebogen voor het protest. Er moet een “draagvlak” worden gezocht voor de beslissing.

Voor het gemeentehuis hoeft dat duidelijk niet, dat draagvlak : daar blijkt het nog steeds geen probleem dat het hele project maar op 13 van de 25 stemmen in de gemeenteraad kan rekenen. De financiële impact van beide blijkt daarbij omgekeerd evenredig met de bereidheid om beslissingen te heroverwegen. Penny wise and pound foolish, heet dat in het Engels. De hele procedure waarbij eerst een lage raming aan de gemeenteraad wordt voorgelegd en later een (veel) hogere, is bedenkelijk uit zowel democratisch als economisch standpunt. Een weloverwogen (daar ga ik toch vanuit) “ja” van de raad op basis van een redelijke prijs leidt later al te gemakkelijk tot een “het zal wel moeten zeker” – want erop terugkomen is gezichtsverlies. Dat het meestal zo loopt, betekent ook dat aannemers weten dat ze openbare besturen tot een prijs boven de marktwaarde kunnen verleiden, waardoor de hele publieke sector te veel betaalt.

Moraal van het verhaal : het is jammer dat de belastingbetalers minder gemakkelijk dan de boekenliefhebbers te overtuigen zijn om aan het gemeentehuis een protestlied te komen zingen…

In verband met het dierenparkje (zie hieronder) heb ik ook nog van Gaston geleerd dat je een hertje dat drie dagen dood ligt weg te rotten moet “nuanceren”. Hierbij… Het dier leek sinds drie dagen iets minder levendig dan voorheen; het had zijn eetlust verloren en ook de ademhaling verliep niet zo vlot meer. Het had zich op de grond neergevleid, en bood nu een gezellige thuis aan hongerige insectenlarven. Zoiets ?

Tenslotte : om op tijd op deze gemeenteraad te zijn heb ik 70 EUR moeten betalen aan een taxichauffeur – de NMBS slaagde er immers alweer niet in om mij op minder dan 2u15 van Brussel naar Essen te vervoeren. Toch ben ik tevreden over mijn investering : liever zo dan mijn nagels (en vingers) af te zitten bijten in de trein.

Ronde

Ronde

Met een geslaagde 38e Ronde van Essen zit de zomer van 2010 er weer op. Ondanks het slechte weer vonden weer heel wat kinderen en hun ouders dagelijks de weg naar de (zich verplaatsende) Ronde-omloop. Ik mocht weer instaan voor de foto’s – en af en toe ook voor nietjes en andere onmisbare Ronde-onderdelen.

Omdat de gemeenteraad dit jaar pas op 31/8 valt kon ik er zelfs nog eens de hele week bij zijn. Al verbaasde het me niet dat er op dinsdag aan het College (in Hoek dus) werd gezakloopt. Dat is al decennia zo, en hopelijk zal het nog lang zo blijven !

Bij de beesten af

Bij de beesten af

Wie aan politiek doet, vertrekt daarbij vaak vanuit een gevoel van verontwaardiging : iets in de samenleving loopt niet zoals het zou moeten. Daarom moeten er dingen veranderen (of bestaande zaken moeten juist worden bevestigd of versterkt, dat kan ook). Verontwaardiging over wat er in Pakistan gebeurt zonder dat de wereld wakker schiet, over ellenlange discussies over nochtans evidente aanpassingen aan de Belgische staatsstructuur, over een absurde toeslag die de NMBS heft op internationale tickets.

En in de gemeentepolitiek ? Daar ook, ja. Soms zit het in een klein hoekje. Ik vraag één tot twee keer per maand allerlei stukken op die ter bespreking aan het college zijn voorgelegd. Ik ga daarvoor af op het verslag van de collegevergaderingen, maar daar kan je niet altijd veel uit afleiden. Dus moet je soms je intuïtie volgen.

Zo kreeg ik vandaag een nota over het dierenparkje in het Sportpark onder ogen. Met deze passage :
“De veearts trof:
– Een damhert aan dat met zijn gewei gekneld zat;
– En drie jonge damherten waarvan een al zeker een paar dagen dood omdat -zo deelt hij me mee -er ruim een halve kg wormen opzaten. Het tweede hertje was aan het doodgaan. Het derde was nog fit.”
Minder dan twee weken later volgt dit :
“(de veearts) ging ter plaatse en trof er een dood geitje aan. De andere hadden diaree en heeft hij ontwormd. Een bijkomende vaststelling was het ontbreken van drinkwater.”

Het gemeentebestuur (“wij”, moet ik als raadslid eigenlijk schrijven) laat hertjes en geitjes voor dood achter. We wachten tot er klachten komen om ze water en eten te geven. Blijkbaar.

Ja, er zijn ergere dingen in de wereld, véél ergere. En toch is dit zonder meer schandalig. Te meer omdat het niet de eerste keer is dat er hier problemen zijn.

Gelukkig zijn er in dit soort omstandigheden ook mensen aan het Heuvelplein die hun verantwoordelijkheid nemen en toch (hoewel het hun taak niet is) iets doen. Maar het is hoog tijd dat er ook op politiek niveau, in het schepencollege, wordt opgetreden. Quousque tandem abutere, Catilina, patientia nostra ?

Zo de abt, zo de monniken

Zo de abt, zo de monniken

Dit weekend liep in de Oude Pastorij de tentoonstelling “Essen onder de kromstaf”, over de impact van het beheer door de abdij van Tongerloo van onze gemeente (en Kalmthout/Huybergen).

De tentoonstelling, waarvoor (alweer) vooral Maria Gommeren had getekend, was zeker de moiete. Maar ik heb vooral de inleiding op vrijdag door historicus Dries Kools gesmaakt. Zijn uiteenzetting over de verschillende hoeven die de abdij doorheen de eeuwen in onze streek bezat en verpachtte -aangevuld met actuele foto’s van de betrokken locaties- heeft alvast mijn blik op de lokale geschiedenis verbreed.

Daarnaast was ik nog niet in het vernieuwde torentje geweest – ook vóór de restauratie ben ik er trouwens nooit binnengestapt. Het zou een mooie plaats kunnen zijn om permanent de geschiedenis van de Oude Pastorij en de link met het bredere kader aan bod te laten komen.

Derby

Derby

In de Lage Landen wordt sinds de verkiezingen van juni aan de vorming van twee regeringen gewerkt. Zowel Rutte I als Di Rupo I stonden vrijwel onmiddellijk in de sterren geschreven, maar beide staan nog niet op het spoor. Dat is ook niet zo verwonderlijk, want de kiezer maakte het zowel in Noord als Zuid niet eenvoudig. Naast de twee genoemde heren boekte in beide landen ook een relatieve “outsider” stevige winst.

Natuurlijk zijn de verschillen tussen Wilders en De Wever erg groot : onze outsider is een verantwoordelijk politicus, die een partij leidt met een stevig kader. De andere is het enige lid van zijn partij die vooral doordrongen is van zijn persoonlijke fobie voor al wat van ver of nabij aan de islam refereert. Beide zijn wel intelligent en uitstekend in het debat. Gelukkig hebben ze niet dezelfde kapper.

In beide landen verloren bovendien de christen-democraten, in het verleden altijd goed om de mayonaise van een regering te doen “pakken”.

Bij de regeringsvorming vallen de verschillen op : in Nederland moet vooral gezocht worden naar een regering die de helft van de zetels heeft en toch nog enige ideologische samenhang vertoont. Dat laatste is in België een vrijwel gepasseerd station : het zit er gewoon niet in. En de helft van de zetels is niet genoeg : het moeten er meteen twee derde zijn. In Nederland wordt er gewoontegetrouw met een serietje informateurs gewerkt, onze koning bleek alweer inventief in het bedenken van een nieuwe titel : de preformateur.

Maar toch. Beide tradities zijn eigenlijk heel gelijklopend en zeer verschillend van bijvoorbeeld de Britse en de Franse, waar regeringen in enkele dagen worden gevormd. In Nederland gaat het debat over bezuinigingen en integratie (in die volgorde), bij ons over de staatshervorming en bezuinigingen (in déze volgorde). Naast reële kwesties spelen er ook symbooldossiers mee. En uiteindelijk wordt er in beide gevallen aan een soort gedoogconstructie gewerkt : de groenen die de 2/3 leveren zonder in de regering te stappen, Wilders die de meerderheid van VVD en CDA gedoogt.

De Nederlandse gedoogvariant is overigens wel interessant. Voor mij is ze “not done”, omdat je een regering niet laat afhangen van een racist, die naar mijn aanvoelen ook nog eens labiel is. Ik begrijp volkomen de kritiek bij de achterban van het CDA, en zou als ik van hen was ook niet toehappen. Maar als het doorgaat en redelijk werkt, kan het model op zich misschien ook over de grens school maken.

Beide regeringen zijn nog niet aan de finish, en het blijft me benieuwen waar er eerst een fotograaf mag aantreden : op de trappen van Laken of het bordes van Soestdijk. Het zou niet zo evident zijn om vandaag geld in te zetten op de ene of de andere. Als de huidige formatie van de rails loopt, zijn de gevolgen namelijk heel verschillend. In Nederland komt dan een middenkabinet van CDA, VVD en PvdA terug in beeld, of nieuwe verkiezingen. Bij ons gaapt dan de afgrond. En net dat verschil maakt dat het misschien deze keer net iets eenvoudiger is in de Wetstraat dan een het Binnenhof. Maar als het wel lukt in Den Haag, dan kan het natuurlijk snel gaan. Terwijl er hier toch meer op het menu staat.

Boeiend, dat wel…