Archief van
Jaar: 2009

Vijnckeslag

Vijnckeslag

Kamerlid Dirk Vijnck ging van de Lijst Dedecker naar Open Vld, en daarna weer terug. Het hele verhaal zet de politiek in een bijzonder slecht daglicht, en daarmee raakt het ook mij.

Zoals altijd in dit soort zaken zijn veralgemeningen en kromme redeneringen schering en inslag. Het is op zich niet onaanvaardbaar dat een politicus van partij verandert. Het kan gebeuren dat iemand zich niet langer thuisvoelt. Als die persoon dan zelf de nodige inspanningen heeft gedaan om haar of zijn partij terug op het rechte pad te krijgen, maar daarbij mislukt, dan is overstappen een logische keuze. Typevoorbeeld blijft voor mij Jef Valkeniers die destijds de VU verliet voor de VLD : hij had op een congres al het mogelijke geprobeerd om het programma in de juiste richting te sturen, maar hij trok steevast aan het kortste eind. Dat de “ontvangende” partij vervolgens een bepaalde plaats op een lijst belooft, vind ik ook nog aanvaardbaar. Dat doen partijen, plaatsen op hun lijsten uitdelen. Niemand ontkent dat het hun voorrecht en bevoegdheid is.

Het wordt anders wanneer de overstap niets te maken heeft met inhoudelijke of strategische keuzes, maar puur een carrièrezet is. Dan is het verwerpelijk. Maar het onderscheid met een gemotiveerde overstap is moeilijk te maken, dus heeft het weinig zin om daartegen veel te willen doen.

Tot daar de beschrijving van wat je een “normale” overstap kan noemen, die dan maar door de kiezer moet worden beoordeeld. Een eerste verschil daarmee in dit geval is dat niemand bij Open Vld ook maar enige inhoudelijke meerwaarde verwachtte van Vijnck. Hij werd alleen gelokt om Dedecker te dwarsbomen. Iemand om die reden een plaats beloven is een belediging van het eigen politieke personeel. Maar dat is een interne zaak voor Open Vld.

Dat is het niet meer wanneer er ook andere beloftes worden gemaakt dan een plaats op de lijst. Ik vind het onbegrijpelijk dat er niet nóg harder wordt gevallen over de belofte die Somers aan Vijnck deed dat hij een kabinetsfunctie zou krijgen. De kabinetten worden door de overheid betaald om het beleid van de ministers te ondersteunen. Elke minister heeft de plicht om daarvoor de sterkste mensen te kiezen die hij kan krijgen, uiteraard. Overheidsgeld zomaar beloven in ruil voor een overstap is wat mij betreft loepzuivere corruptie. Dat dit gebeurt, is eens te meer een bewijs voor de noodzaak om komaf te maken met het kabinettensysteem zoals het nu bestaat. Somers hypothekeert hiermee al zijn toekomstige ministers, want blijkbaar mag hij beloven dat zij bewust niet voor de beste medewerkers gaan kiezen. Als het niet strafbaar is, dan zou het dat moeten zijn. En Somers moet wat mij betreft dus onmiddellijk weg.

En Dedecker dan ? Volgens de kranten heeft die Vijnck teruggekocht. Aangezien het met zijn eigen geld gebeurt, en niet met overheidsmiddelen die hem niet toekomen, vind ik het niet van dezelfde orde. Maar het versterkt wel het zeer onfraaie beeld van de politiek, waarbij er met parlementsleden gesjacherd wordt. Ik schreef bijna “zoals met voetballers” maar bij nader inzien heeft nog geen club ooit iemand (terug)gekocht die volgens de eigen trainer alleen geschikt is om broodjes rond te brengen.

Arme liberale kiezers. Ik kan ze maar één goede raad geven : lees de partijprogramma’s van SLP en van N-VA. Ik ben redelijk zeker dat één van beide elk van hen voldoende moet aanspreken.

Ecce homo

Ecce homo

Een bevreemdend tweeluik : enkele dagen na OCMW-secretaris Stefaan verloor ook OCMW-ontvanger Dieter zijn vader. Met een heel persoonlijke en ontroerende plechtigheid, vooral door Dieter gedragen op een manier waarvoor ik onmetelijk veel respect heb, nam Heikant afscheid van hem. Veel te jong, zodat je zijn energie en levenslust nog kon voelen hangen in de kleine kapel.

De kleine mens in de onmetelijke kosmos. En toch.

Essen – Essen : 15 EUR

Essen – Essen : 15 EUR

Even over en weer naar Brussel. Voor een tweede poging om SLP-campagnefoto’s van mezelf te laten maken. Met de trein, maar dat is in het weekend niet zo evident. Bovendien -zo weet ik van mijn treinervaringen in de vorige weekends- rijdt er na de middag maar elke twee uur een trein tussen Antwerpen en Essen. Net voor ik vertrek raadpleeg ik de dienstregeling online : ik kan om 11u15 de trein in Brussel nemen, en dan ben ik om 13u28 in Essen. Niet echt een kort ritje, maar zo is niet mijn hele namiddag “verloren”. De volgende verbinding komt in Essen aan om 14u36, toch alweer een heel stuk minder interessant. Uitgeprint, en vertrokken.

De fotosessie verloopt snel (wat wellicht geen rechtstreeks verband houdt met mijn fotogeniekheidsgehalte). Ik teken nog wat papieren – wat mijn kandidatuur betreft, kan ik dus niet meer terug. Op treingebied gelukkig wel : ik snel naar het station en neem de trein van 11u15. In die trein raadpleeg ik mijn reisschema. Wat tot een lichte vloek leidt : de NMBS-site heeft me een reisweg over Roosendaal gesuggereerd. Ik maak de afweging tussen bijna anderhalf uur Antwerpen of drie kwartier Roosendaal én een uur eerder in Essen en kies voor het laatste.

Maar nu moet ik nog betalen om eerst dóór Essen te rijden en, daarna terug náár Essen. Op de trein blijkt mijn ticket van Essen naar Roosendaal 10 EUR te kosten. In Roosendaal aangekomen koop ik voor 5 EUR een ticket om dezelfde weg terug te reizen. Een snellere omweg met de trein zou toch gewoon gratis moeten zijn. De economist in mij stelt vast dat mijn rit een marginale kost had voor NMBS/NS van zo ongeveer 0 EUR : zonder mij hadden ze ook moeten rijden. En de reden voor mijn ritje Essen-Essen ligt bij de spoorwegmaatschappij zelf, met name de werken aan het spoor. Het kan nog zoveel klantvriendelijker en efficiënter.

Of was het probleem dat ik even over de grens ben gereisd ? Ik had misschien snel nog van lijst moeten verwisselen en me kandidaat stellen voor Europa. Ik zou wel weten welk dossier ik in het Europees Parlement éérst zou agenderen !

Ver en toch dichtbij

Ver en toch dichtbij

Een dagje Hooglede, in het zeer verre maar mooie West-Vlaanderen. Om de begrafenis bij te wonen van de vader van OCMW-secretaris Stefaan. Uiteraard is afscheid nemen van iemands vader of moeder altijd moeilijk, ook als je niet onmiddellijk betrokken bent geweest bij de persoon zelf. Ik ben er ook niet echt goed in, in het vinden van de juiste woorden of de gepaste houding. Ik kon wel aanvoelen dat de gemeenschap van Hooglede het moeilijk had met het afscheid van het voormalige schoolhoofd. Alsof het dorp vorige week besefte dat de tijd ook in een klein plaatsje rond een stemmige kerktoren sinds de jaren 1970 en 1980 niet was blijven stilstaan. Zou de wetenschap dat iemand iets heeft betekend echt troost bieden wanneer hij of zij er niet meer is ?

Voor mij was het ook een dag “OCMW”. Ik ben daar ondertussen anderhalf jaar weg, en kan al het “laatste nieuws” niet meer volgen. Toch zit het nog altijd in mij, en mis ik die andere kijk op “Essen en de wereld” die je aan Kerkeneind kan beleven. Ik maakte me weer de bedenking dat ik de keuze tussen OCMW-raad en gemeenteraad nog altijd moeilijk zou vinden, als ik ze vandaag opnieuw zou moeten maken. Ik zou wellicht opnieuw dezelfde beslissing nemen, maar ze zou me ook nu nog moeilijker vallen dan sommigen denken.

Malinois

Malinois

De eerste verkiezingsaffiches in onze streek zijn die van Open Vld-minister Dirk Van Mechelen, al zal de rest ongetwijfeld zéér snel volgen. De minister uit Kapellen is het boegbeeld van Open Vld in de Vlaamse regering, en heeft natuurlijk ook in deze streek een ruime uitstraling. Van Mechelen verzorgt zijn banden met de streek ook. De acties rond Lijn 12 volgde hij op de voet, en hij trok er ook voor aan de mouw van de Brusselse verantwoordelijkheden. Bovendien komt hij bij mij over als een politicus die zichzelf geen god waant en het ook niet moet hebben van het verkopen van kunstig verpakte wind.

Van Mechelen wordt veelal ook geprezen voor zijn beleid. Laat ik de perceptie maar omschrijven als “saai en degelijk”. Toch heb ik op dat vlak meer bedenkingen. Zowel op het gebied van financiën als van ruimtelijke ordening heeft hij onvoldoende toekomstgericht gewerkt.

De ruimtebalans beheren in het kleine en overbevolkte Vlaanderen is natuurlijk een moeilijke evenwichtsoefening, maar Van Mechelen was me toch teveel de man van én/én. In het algemeen hou ik daar wel van in de politiek, maar in de ruimtelijke ordening klopt het natuurlijk niet : op één vierkante meter kan je niet zowel een boom, een stuk huis, een deel van een bedrijf en een koe herbergen. Dat leidde ertoe dat er vaak geen keuzes werden gemaakt. Dat de Vlaamse regering zowel de eigen doelstelling op het vlak van natuur en bos, als op het punt van bijkomende bedrijfsterreinen niet haalt, spreekt boekdelen. Bovendien werkte Van Mechelen soms tergend traag, zoals in het weekendzonedossier gebleken is.

En het financiële beleid dan ? De Vlaamse begroting heeft een structureel overschot. En dan ? Ik heb hier al eens geschreven dat dat een politieke “piece of cake” is, te gemakkelijk om mee uit te pakken. Een verstandig Vlaams begrotingsminister zou de voorbije jaren veel geld opzij hebben gezet om in de toekomst de federale begroting mee te ondersteunen – of om nieuwe Vlaamse bevoegdheden te financieren, maar dat komt uiteindelijk natuurlijk op precies hetzelfde neer. Het Vlaamse overschot(je) kan niet verbergen dat deze staat financieel ongezond is, wat niet louter aan de Franstaligen kan worden toegeschreven. Ik vind het imago van Van Mechelen als de verstandige huisvader nogal overtrokken.

Als hij terugkomt in de Vlaamse regering (en daar ziet het wel naar uit) stel ik voor hem andere bevoegdheden te geven.

’t Is zo geregeld

’t Is zo geregeld

Danny Van Schoors is gisteren met pensioen gegaan, nadat hij in 1963 voor het gemeentebestuur begon te werken. Vanaf het ogenblik dat ik in de gemeentepolitiek actief werd, hoorde ik zijn naam regelmatig vallen in allerlei vergaderingen. Danny was duidelijk een belangrijke rader in de machine van het Essense gemeentebestuur, die regelmatig ook controverse uitlokte. Zelf heb ik hem beter leren kennen zodra ik in de gemeenteraad ben beland. Zeker in het perspectief van zijn loopbaan een korte periode. Toch heb ik hem leren waarderen.

Op de afscheidsreceptie typeerde Gaston Van Tichelt hem als “civil servant” in alle betekenissen van dat woord. Gaston (ja, hier volgt een compliment) vindt bij dit soort gelegenheden wel vaker de juiste woorden. Diensthoofd Van Schoors kwam bij mij over als iemand die zijn taak nauwgezet uitvoerde, met een ruime dossierkennis, maar die ook niet aarzelfde om aan de politiek duidelijk te maken wanneer een bepaald idee zijn gezond verstand te boven ging. Die wist wanneer alles best strak volgens het boekje ging, maar ook aanvoelde wanneer iets best meteen en zonder veel papierwerk kon en mocht aangepakt worden. Iemand die wist waar zijn rol ophield en die van de politiek begon, maar af en toe ook in de huid kroop van Sir Humphrey in de BBC-reeks Yes (Prime) Minister en er dus voor zorgde dat de administratie aan het langste eind trok in plaats van de politiek. De politicus in mij vindt zoiets uiteraard onaanvaardbaar, de ambtenaar die ook in mij schuilgaat vindt het af en toe een kwestie van zuiver algemeen belang…

In de voormiddag was ik er min of meer toevallig getuige van dat hij aan de burgemeester vroeg wat hij exact moest antwoorden aan de bewoners van de Velodreef, die goed onderbouwd en goed georganiseerd de verkeerssituatie in hun straat aanklagen. Wie op zijn laatste werkdag daar nog zijn tanden in zet, verdient een lang en aangenaam pensioen !

Wie gaat kopje onder ?

Wie gaat kopje onder ?

Even terugblikken op de gemeenteraad van gisteren… Ik vond het een redelijk boeiende en interessante vergadering. Met één uitschuiver(tje) : de burgemeester die het nodig vond om het voorstel van onze fractie over het zwembad te omschrijven als een politiek spelletje. Nu, we zijn geen kerstekinderen : uiteraard hebben we ook een politiek doel met de acties die we ondernemen. Maar dat geldt ook voor alle andere fracties. Het wordt pas een “spelletje” als iemand een standpunt inneemt met uitsluitend de bedoeling zichzelf in het zonnetje te zetten of het de ander lastig te maken, terwijl de inhoud ervan hem eigenlijk niet veel kan schelen. En dat is met het zwembad absoluut niet het geval. We zijn er echt wel van overtuigd dat het de moeite waard is om te onderzoeken of het nu niet beter zou zijn meteen een sporthal en een zwembad te combineren.

Ik wil wel eerlijk bekennen dat de kritiek die van Brigitte Quick (CD&V) op ons voorstel kwam, hout snijdt. Je kan inderdaad stellen dat we bij het opmaken van het bestek voor de hal het zwembadverhaal hadden moeten inbrengen in het dossier. We hebben later pas gezien dat het zwembad een stuk is van dezelfde puzzel, in plaats van een afzonderlijk verhaal. Maar het stuk lag wel eerst op de tafel van de meerderheid, in casu van de burgemeester, bij de opmaak van het sportbeleidsplan. Hij had toen ook al kunnen zien dat er een logisch verband is met het sporthaldossier. En verder : als de meerderheid zich regelmatig beroept op “voortschrijdend inzicht” om een verandering van mening toe te lichten, dan hebben wij ook dat recht als we niet van mening veranderen, maar een nieuw element zien waar voorheen ons oog niet op was gevallen.

Maar goed, “te laat is trop tard” zou je kunnen stellen. Alleen is dat niet zo. Het sporthaldossier is een kaartenhuis dat behoorlijk in de wind staat. De instorting ervan zou wellicht (en terecht) het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) zelf in zijn val meeslepen. Al te krampachtige pogingen om het overeind te houden en het zwalpende traject verder te zetten dreigen te leiden tot oplossingen die ofwel te duur zijn, ofwel niet de hal opleveren die Essen nodig heeft. Wat het dossier nodig heeft is de inbreng van een aantal bijkomende parameters, zoals het zwembad, die uitzicht geven op een grotere rendabiliteit zonder te beknibbelen op de minimale invulling van de hal, op de betaalbaarheid voor de sporters en op de keuze voor een publiek-private samenwerking (PPS).

Voor mij hoeft het AGB niet; ik zal desgevallend met plezier het voorstel mee ondertekenen om het te ontbinden wanneer het potentiële BTW-verschil niet meer opweegt tegen de kost die het meebrengt. Voor mij hoeft ook de hele PPS-constructie uiteindelijk niet. Alleen : als we op het einde van de rit de hal zetten die we zouden hebben gehad als we ongeveer tien jaar geleden met de Sint-Jozefsschool in de Maststraat in zee waren gegaan, aan een hogere prijs voor het gemeentebestuur, dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat de sporters én de belastingbetalers bedrogen zijn. De huidige constructie is er gekomen om “snel te werken”, maar dat is uiteraard volledig door de feiten achterhaald. Als nu ook de degelijkheid eronder gaat lijden, dan is het einde wel zoek. En overigens is dan het zwembadprobleem óók niet opgelost.

Ik zou vanop de meerderheidsbanken het zwembadvoorstel, en zelfs de hernieuwde suggestie (in de eerste plaats van Philip Peeters) voor een zoektocht naar een alternatieve locatie voor de hal, met beide handen hebben aangegrepen. En ik hoop tenslotte voor Essen dat later zal blijken dat wij ongelijk hadden – ook als de vraag naar een zwembad voor Essen wel op de agenda zal staan.

Durven veranderen. Nu zeker.

Durven veranderen. Nu zeker.

In Antwerpen hield de SLP vandaag haar verkiezingscongres. De inhoudelijke debatten in de voormiddag bleven beperkt en eerder symbolisch – een groot ideologisch congres kan je uiteraard niet houden op een voormiddag. Toch was de discussie vaak boeiend en pittig, en haalde een gezonde sociaal-liberale lijn het op het einde van de korte thematische debatten. Soms wat aarzelend, wat begrijpelijk is voor een partij die tegelijk diepe wortels heeft maar toch ook nieuw is.

Ook de namiddag bracht wat ervan verwacht kon worden : “peptalk” in het vooruitzicht van 7 juni. Met een Geert Lambert die er staat, die alles heeft om het sociaal-liberalisme in Vlaanderen krachtig te leiden. Toegegeven, wel als aanvoerder van een structuur die het de voorbije maanden niet onder de markt had en die heel veel talent zag vertrekken naar (sp.)andere of groenere oorden. Maar Lambert weet erg goed waar hij naartoe wil, en spreekt de juiste politieke taal. Zijn SLP verdient een vertegenwoordiging in het Vlaams Parlement. Een pragmatische, progressieve, rechtlijnige maar realistische visie op basis van een gedachtengoed voor de 21e eeuw. Het wordt niet eenvoudig, maar moeilijk gaat ook. We gaan ervoor.

Ik ga ervoor. Ik sta op plaats 16 op de lijst voor het Vlaams Parlement. Een klein beetje tegen wil en dank, eerlijk is eerlijk. Maar 7 juni is al te belangrijk om aan de kant te blijven staan.

Wat is kunst ?

Wat is kunst ?

Ik ben gisteren naar de opening van de tentoonstelling van de Essense kunstenaars geweest. Nu, eigenlijk werd de “Week van de Amateurkunsten” geopend, maar ik ging vooral om foto’s te maken van de beeldende kunstwerken. Voor Essen in Beeld, vanzelfsprekend. Ik ben een klein beetje de “kunstfotograaf” van die site aan het worden.

Zoals dat bij dit soort tentoonstelling gaat, spreekt het ene werk je meer aan dan het andere. Maar met de foto’s erbij kan ik ze nadien nog eens bekijken, en dan zie je soms toch net weer andere dingen. Bovendien verandert de foto soms een beetje het karakter van het werk. Zo is het schilderij “Rozenhof” van Lies Konings een klein intimistisch werkje dat een heel andere kant van zichzelf laat zien op de site. Een echte kenner ben ik niet, maar ik hou wel van schilderijen, vooral de moderne tot eigentijdse – van pakweg het impressionisme tot wat vandaag wordt gemaakt. En natuurlijk zijn de Essense kunstenaars geen “grote namen”, maar toch zit ook in deze tentoonstelling werk dat me wel aanspreekt. Wellicht worden andere mensen ook door andere werken aangesproken.

Daarom is het een beetje jammer dat het in de Oude Pastorij wordt tentoongesteld, toch een beetje weggemoffeld. Ik weet dat de kunstenaars dromen van een behoorlijke tentoonstellingsruimte aan de Kiekenhoeve, en ik droom graag met hen mee. Waar ik het niet met iedereen over eens ben is over de vraag of de schuur naast de Kiekenhoeve zo geschikt is als ruimte. De ligging is perfect, maar ik zie schilderijen het liefst in een grote en goed verlichte ruimte, en ik weet niet of de schuur dat wel kan bieden – zeker als ze ook tegelijk geschikt moet zijn als feestzaal. Een gemeente als Essen heeft (minstens) één ruimte nodig die als een volwaardige expositiezaal wordt ingericht. Wat mij betreft, heb ik het wel gehad met halve oplossing. Al vermoed ik dat de kunstenaars liever een halfvol glas zien dan helemaal geen, waar ik hen moeilijk ongelijk in kan geven. In elk geval hoop ik met hen dan hun komende tentoonstellingen hun werk de uitstraling kunnen geven die het verdient.

De(ont)decker

De(ont)decker

Jean-Marie Dedecker schakelde een privé-detective in om na te gaan of Karel De Gucht geen fraude heeft gepleegd bij de verkoop van overheidsgebouwen. Het controleren van de regering is één van de belangrijkste taken van parlementsleden. Moet ik dit dan toejuichen ? Ik heb zo mijn twijfels. Kamerlid Dedecker moet natuurlijk in de eerste plaats toezien op het beleid van minister De Gucht. Die is bevoegd voor buitenlandse zaken, dus lijkt het mij niet onlogisch dat Dedecker in de eerste plaats op zijn buitenlands beleid zou toezien. Maar daar hoor ik hem niet vaak over. Ooit heeft hij De Gucht zelfs een goed minister van buitenlandse zaken genoemd. Al was hij op dat moment nog lid van de VLD.

Moet hij de minister ook privé en zakelijk controleren ? Daarvoor gebruik makend van overheidsgeld, want zijn partij leeft zoals alle partijen van subsidies ? De vraag is of hij dat niet beter aan het gerecht zou overlaten. Tenzij er natuurlijk aanwijzingen zouden zijn dat daar de klachten niet ernstig worden genomen. In uitzonderlijke omstandigheden moet het dus toch kunnen, privé-detective inbegrepen. Een parlementslid moet proberen aan informatie te raken, soms een beetje “eender hoe”. Het wordt echter gevaarlijk zodra daar een politiek discours aan wordt gekoppeld dat harde feiten mixt met verdachtmakingen en halve waarheden. Dedecker is daar niet altijd vies van, en durft ook insinueren zonder te kunnen bewijzen. Dan gaat hij over de schreef.

Tenslotte toont het feit dat iemand de waarheid durft bovenspitten en blootleggen, gecombineerd met een grote mond, nog lang niet aan dat de betrokkene ook geschikt zou zijn om zelf te besturen. Het parlement kan een (één) Dedecker wellicht gebruiken. Maar na hem stelt zijn “Lijst” niet veel voor (misschien op kandidaat-europarlementslid Eppink na) en regeringsverantwoordelijkheid zou ik de man in geen geval willen geven. Ook al omdat zijn programma niet veel oplossingen biedt, en uiteindelijk draait het daar wel om. Radicaal veranderen moet ook op een verstandige manier mogelijk zijn.