Archief van
Jaar: 2009

Snipperdag

Snipperdag

De onzin over de zogenaamde “versnippering” van het Vlaamse politieke landschap en het feit dat die een slechte zaak is, hangt me stilaan de keel uit. Sommige partijen, academici en media lijken vooral erg terug te verlangen naar een partijlandschap met liberalen, socialisten en christen-democraten. Omwille van de bestuurbaarheid, zogezegd. Ja ?

Vaststelling 1 : Na 7 juni zitten er in het Vlaams Parlement zo goed als zeker minder partijen dan in de Nederlandse Tweede Kamer, zelfs als SLP en PVDA+ de kiesdrempel halen. Minder ook dan in het Deens parlement. Is Nederland onbestuurbaar ? Denemarken ? Moet ik nog wat voorbeelden zoeken ?

Vaststelling 2 : Dit land blijkt de voorbije jaren inderdaad niet zo goed bestuurbaar. Maar de federale regering, waar er duidelijk een probleem is, bestaat nu net uit de klassieke partijen, de “niet-versnipperde”. Het zijn zij die dit land onbestuurbaar maken !

Vaststelling 3 : Dit land heeft nu eenmaal één breuklijn meer dan heel wat andere landen, zijnde een communautaire. Je kan dat betreuren, maar de enige manier om dat definitief op te lossen is wellicht dat België oplost. Wie dat niet wil, of niet helemaal wil, moet bereid zijn er een prijs voor te betalen.

Vaststelling 4 : Mensen hebben heel verschillende meningen. In een democratie komen die onvermijdelijk tot uiting, gelukkig maar. In sommige stelsels leidt dat tot een grote diversiteit binnen enkele grote partijen, zoals in Groot-Brittanië of de V.S.. Daar aanvaardt iedereen dan ook dat die partijen niet op alle punten homogeen zijn, en wordt er in de media of in het politieke veld geen moord en brand geschreeuwd als er al eens iemand het niet eens is met de eigen partijleiding. De prijs die grote partijen betalen voor een niet-versnipperd landschap, is interne dissidentie. Bovendien moeten er ook dan compromissen worden gesloten, weliswaar binnen partijen – zoals dat in de CVP bijvoorbeeld altijd het geval was. Of dat leidt tot een doortastend beleid, is nog maar de vraag. Maar het is alleszins minder doorzichtig dan de compromisvorming tussen partijen zoals die bij ons gebeurt.

Sommigen willen de kool én de geit : duidelijke, homogene partijen met één onbetwistbare leider. Zodat ze de politiek als een heldere boksmatch kunnen beschouwen, liefst volgens zo klassiek mogelijke rechts-links lijnen. Ze weten dan ook welke partijen mogen blijven en welke hun ideeën moeten inslikken. Zo moet Groen! wat minder groen worden, om bij de socialisten te kunnen horen. N-VA moet minder Vlaams worden en door CD&V worden opgeslokt. LDD moet minder liberaal worden, en de SLP minder sociaal, dan kunnen ze netjes terug in Open Vld worden geïntegreerd. Zodat duidelijke standpunten niet meer worden verdedigd in het parlement, maar in de partijbureaus, achter gesloten deuren.

Wie tegen versnippering is, moet ofwel een heel ander model van politieke partij verdedigen, ofwel er duidelijk voor uitkomen dat het politieke debat moet worden afgeschaft en vervangen door een electorale schoonheidswedstrijd met enkele “ervaren gidsen”. Ik verkies de versnippering ! Het Vlaams Parlement zal véél meer hebben aan enkele SLP’ers dan aan de zoveelste sp.a-partijsoldaat of CD&V-burgemeester, zoals Geert Lambert gisteren terecht heeft gezegd.

Overigens daag ik de media uit om consequent te zijn : ik vind het bijvoorbeeld ook lastig dat ik uit zoveel verschillende kranten moet kiezen. Ik stel voor om er nog twee uit te brengen : “De StandaardTijdMorgen” en “Het Laatste Nieuwsblad van Antwerpen, Limburg en Elders”. Beter voor iedereen, toch ?

Instapklaar

Instapklaar

Opnieuw werd er vandaag gestaakt bij het spoor. Ik heb er deze keer iets meer begrip voor dan anders, en niet alleen omdat ik toevallig een snipperdag heb genomen. Al blijf ik de staking bij het openbaar vervoer in principe geen goed actiemiddel vinden : uiteindelijk wordt het draagvlak voor de trein, tram of bus ermee ondergraven. Vooral de onaangekondigde staking heeft dat effect.

Het incident zondag in Dinant waarbij een treinbegeleider zijn benen verloor is natuurlijk verschrikkelijk. De oproep voor meer burgerzin die Walter Pauli in De Morgen lanceerde is begrijpelijk en grotendeels terecht. Maar de NMBS gaat zelf zeker niet vrijuit : de vertrekprocedure is vreemd, met de openstaande deur waar je niet meer mag instappen. Helemaal tergend wordt het wanneer de trein met de ene open deur minuten lang stilstaat en er toch niemand meer mag opstappen. Wie dan van een vorige trein komt met een grote vertraging, en moet aanzien hoe hij de trein gemakkelijk zou kunnen nemen maar die niet mag nemen, verliest ongetwijfeld de “burgerzin” al eens uit het oog. Laat ik het maar eerlijk bekennen, in die omstandigheden, na een week van hemeltergende problemen, ben ik ooit ook tegen de instructies van de treinbegeleider in op een trein gestapt.

Vragen dat elke reiziger op tijd op het perron zou zijn, klinkt dan ook veel redelijker als de trein daar dan ook niet systematisch te laat is. Vragen om niet op te stappen hoewel de trein nog stilstaat en er nog plaats is, roept ongetwijfeld minder wrevel op wanneer er ook niet van de reiziger gevraagd wordt om zich in een volle trein te wringen. Bij een beter werkende NMBS zou ik een actie naar aanleiding van wat er in Dinant is gebeurd volledig aanvaardbaar vinden, ook als daarmee alle reizigers worden getroffen en daardoor op hun plichten worden gewezen. Maar nu vind ik het toch een beetje eenrichtingsverkeer, hoe sterk ik ook meeleef met de treinbegeleider in Dinant.

Persvrijheid

Persvrijheid

Ik heb net de eerste versie van de volgende N-VA/PLE Nieuwsflits geschreven. Het ontwerp gaat nu binnen ons kartel zoals gebruikelijk de bijschaaffase in. Het schrijven van de flits was deze keer alvast geen eenvoudige opgave. De gemeenteraad van gisteren had een vederlichte agenda. Als wij die niet met vijf eigen voorstellen zouden hebben aangevuld, en geen gebruik hadden gemaakt van de rondvraag, dan zou de raad na minder dan drie kwartier afgelopen zijn geweest. Bovendien bleven zes raadsleden afwezig, netjes verdeeld tussen meerderheid en oppositie. Toeval, uiteraard.

Ik heb mijn nota’s stevig moeten uitpersen om er toch nog een volwaardig nieuwsoverzicht van te maken. Ik voel mee met de journalisten die de huidige verkiezingscampagne moeten verslaan : hoe haal je uit géén nieuws toch nog een behoorlijk product ? De lezer zal binnen enkele dagen kunnen oordelen of ik erin geslaagd ben. Wat de kranten betreft : de ene dag lukt het hen al beter dan de anderen.

Het schrijven van de Nieuwsflits heeft me in elk geval goed gedaan, want de raadszitting zelf liet me wat gefrustreerd achter. Een debat uit de weg gaan vind ik altijd een houding die de politiek onwaardig is, en als het dan nog met een proceduretruukje gebeurt vind ik het nog erger. Maar dat gebeurde in de geheime zitting, dus ga ik er verder niet op in. Al zoek ik ondertussen natuurlijk al naar een manier om de tegenslag om te buigen in een meer positieve uitkomst.

Zekering

Zekering

Als er één woord is waarmee zowat alle kandidaten en partijen in deze campagne graag geassocieerd worden, dan is het wel “zeker”. De redenering is vast dat in crisistijden de mensen op zoek zijn naar houvast, en dat je dat als politicus dus moet proberen te bieden. De slogan “Sterk ik moeilijke tijden” van CD&V is trouwens een variant op hetzelfde liedje.

Het toverwoord “zeker” wordt door heel uiteenlopende politieke strekkingen gebruikt, en dus moet je er heel voorzichtig mee zijn. Want wat betekent het eigenlijk ? Is de zekerheid van Dirk Van Mechelen dezelfde dan die van de sp.a ? Dat zullen ze wel geen van beiden vinden. Het lijkt me vooral een oproep aan de kiezers om te stemmen op bestuurders die ze kennen en kunnen vertrouwen, omdat die hen wel veilig door de moeilijkheden zullen loodsen. Het “ervaren gids”-fenomeen. Daarnaast is er een ondertoon die stelt dat het nu niet het moment is om veranderingen door te voeren, maar dat het beter is om de vertrouwde recepten nog eens in te zetten. Zodat de rechts-liberalen de belastingen willen verlagen en de socialisten de uitkeringen willen verhogen, zeker nu.

Ze lijken daarbij allemaal één belangrijke les te vergeten. Crisissen zijn hét moment om net wel veranderingen door te voeren. Om aanpassingen aan onze economie, maar ook aan bijvoorbeeld de zorgsector of ons politiek bestel zelf, te realiseren die vroeg of laat toch moeten gebeuren, maar die er om allerlei redenen niet van zijn gekomen. “Never waste a good crisis” is het motto dat de Obama-administratie daarvoor hanteert. “Crisissen zijn uitdagingen” klinkt wat minder sexy, maar het komt wel op hetzelfde neer. Het is nu eenmaal gemakkelijker om los zand te verplaatsen dan om beton uit te graven. Natuurlijk niet om alles op zijn kop te zetten, maar alles ongemoeid laten is ook geen oplossing. Het is geweten dat generaals de neiging hebben om de vorige oorlog voor te bereiden, en “ervaren gidsen” zijn vaak in hetzelfde bedje ziek.

De zekerheid die ons wordt beloofd is bovendien toch grotendeels een illusie. De politiek kan geen banen garanderen, maar wel er helpen voor te zorgen dat wie er geen heeft meer kansen krijgt om er toch één te vinden. De politiek weet niet heel zeker hoe we de klimaatverandering moeten aanpakken, maar ze kan alleen de kans verhogen dat we er zo weinig mogelijk gevolgen van zullen ondervinden. De politiek kan al lang niet meer garanderen dat kinderen zullen opgroeien in een stabiel gezin, maar het kan met ondersteuningsmaatregelen wel de kans op een degelijke opvoeding vergroten. De politiek weet vooral niet wanneer de crisis voorbij zal zijn en hoe diep die zal gaan, maar ze kan er wel voor zorgen dat ons systeem klaar is zodra het licht aan het eind van de tunnel echt zichtbaar wordt.

Omgaan met die onzekerheid (waarover ondermeer Anthony Giddens erg zinvolle zaken heeft geschreven) is niet eenvoudig, maar het is wel de kerntaak van politiek in de 21e eeuw. De verleiding om de illusie van zekerheid te verkopen is groot, maar is uiteindelijk een vals antwoord op de vraag naar houvast. We moeten een samenleving creëren die ruimte biedt voor onzekerheid, en mensen wapent om daarmee om te gaan.

Ik heb eens gelezen dat in een rampsituatie mensen drie soorten reacties vertonen : panikeren, vervallen in totale passiviteit of lethargie, en actie ondernemen. De laatste groep heeft de grootste overlevingskans. Zo bekeken is de SLP-slogan heel goed gekozen, met een stevige dosis ironie : “Durven veranderen. Nu zeker.

Een bord voor mijn kop

Een bord voor mijn kop

Eindelijk gaat ook mijn affichecampagne van start. Ze vroeg nogal wat voorbereiding, omdat ik het net iets groter wilde aanpakken dan de anderen. Geen kleine affiches op bordjes in de tuin, maar grote plakkaten in de stadscentra. Alleen mag dat niet van de wet. Flauw, maar ik zou natuurlijk ongeschikt zijn voor de politiek als ik geen achterpoortje zou hebben gevonden (weeral een reden om niet op mij te stemmen !). Voor affiches die alleen op het internet komen, is er geen toelating of vergunning nodig. Dat spaart de administratie en mijzelf heel wat werk. Bovendien kan ik de affiches zetten waar ik wil, tot in de voortuin van Obama. Ook mijn hele leger bordenzetters is rustig thuis in bed kunnen blijven liggen. Voor mijn affiches zijn bovendien geen bomen gesneuveld, en ze laten na 7 juni geen afval achter. Ideaal, niet ?

Hulp !

Hulp !

Vandaag stond Essen in het teken van het Internationaal Hulpverleningsevenement. Ik ben deze morgen naar de opening ervan geweest. Om fotootjes te maken. En ook omdat ik het een goed initiatief vind. We vinden het soms al te vanzelfsprekend dat professionele én vrijwillige hulpverleners supersnel klaarstaan bij een klein ongelukje of een grote ramp. Ze verdienen het om af en toe eens uitdrukkelijk in de belangstelling te staan, en het is ook goed dat mensen op een ongedwongen manier met hun werk kennis kunnen maken. Al is het maar omdat de kinderen van vandaag die bewonderend staren naar de glimmende brandweerwagens de vrijwilligers van morgen zijn.

Mij heeft het nooit zo betoverd. Ik kan me niet voorstellen dat ik in de lagere school “brandweerman” zou hebben geantwoord op de vraag wat ik later wilde worden (“Federaal ambtenaar” ook niet natuurlijk…). Maar ik ben wel blij dat heel wat andere mensen wel de roeping van de hulpverlening hebben gehoord en er zich met hart en ziel voor inzetten. De overheid, in de eerste plaats de gemeente, moet hen daarbij ondersteunen, ook door te zorgen voor een degelijke materiële omkadering. Soms bespaart een nieuwe brandweerwagen volgens mij méér op personeelskosten dan de prijs van de wagen : de motivatie van vrijwilligers is onbetaalbaar. Dat moeten we als “gemeentebestuurders” mee in rekening brengen, al mag dit natuurlijk niet gelezen worden als een pleidooi tegen een efficiënt beheer.

Overigens viel er op het Evenement ook een politieke primeur te rapen. Eén van formaat nog wel : minister-president Kris Peeters (CD&V) pleitte duidelijk voor een coalitie met blauw en groen. Hij zei het niet letterlijk, maar het stond op zijn gezicht te lezen ! Peeters wordt de laatste dagen trouwens opvallend veel in Essen gesignaleerd. Hij kondigde zichzelf ter attentie van de Nederlanders ook aan als de “Vlaamse Jan-Peter Balkenende”. Wat zou hij daarmee bedoelen ? Is hij jaloers op het charisma van J-P ? Acht hij zich net als Balkenende in staat om gezwind van coalitiepartner te wisselen ? Of zit er nog iets anders achter ?

Programma gemonsterd

Programma gemonsterd

Het is het monster van Loch Ness in de politiek : net voor de verkiezingen vraagt één of andere kandidaat dat voortaan de partijprogramma’s worden doorgerekend door een objectief economisch instituut. Zoals dat ook in Nederland bijvoorbeeld gebeurt. Net als het monster zal het idee na 7 juni geruisloos verdwijnen, om pas tegen de volgende verkiezingen terug op te duiken. Zo goed als nooit worden er concrete initiatieven genomen om het zinvolle idee ook echt te realiseren – na de verkiezingen wordt er géén wetsvoorstel over ingediend. Daarvoor kunnen maar twee redenen zijn : er kan geen objectief instituut worden gevonden (maar desnoods moet dat dan maar vol met buitenlanders worden gezet) of de politici die met het plan voor de dag komen willen het eigenlijk niet echt realiseren. Omdat de doorrekening af en toe ook wel eens behoorlijk zou kunnen tegenvallen.
En omdat het hen zou dwingen veel vollediger (en per definitie realistischer) plannen te maken dan ze nu doen.

Deze keer is het Frank Vandenbroucke die met het voorstel op de proppen komt. Slim gezien, want als nogal briljant economist geeft hij zo meteen de indruk dat de plannen die hij met de sp.a verdedigt meer solide zijn dan die van de anderen. Hij vergelijkt het socialistische (en progressieve ?) Durfplan met de voorstellen van Open Vld, en stelt dat de investeringen die de sp.a voorstelt meer zullen renderen dan de belastingvermindering van de rechts-liberalen. Vermoedelijk heeft hij gelijk, al hangt het er wellicht wel vanaf welke tijdshorizon gekozen wordt. Misschien is op korte termijn een fiscale maatregel wel efficiënter om de economie terug aan te wakkeren. Maar dat zou allemaal in dat rapport van die onafhankelijke economisten bekeken kunnen worden.

Daarin zou dan ook kunnen staan of zo goed als niet sleutelen aan de sociale zekerheid en geen tweede Generatiepact doorvoeren op lange termijn wel zo financieel houdbaar is. Ik ben niet zeker dat de sp.a die doorrekening ook wil zien. En welke sp.a moet “doorgerekend” worden : die van Vandenbroucke of sp.a-rood dat met een ander programma op dezelfde lijsten staat – mooi kartel van degenen die géén kartel meer wilden ?

Het onthaal weet alles

Het onthaal weet alles

Op de vorige gemeenteraad heb ik mezelf geout als interim-onthaalbediende van het gemeentebestuur. Ik had namelijk enkele zaterdagen na elkaar nogal lang aan het kopieerapparaat aan het onthaal gestaan. En dan word je dus aangesproken door mensen die in het gemeentehuis even hun weg kwijt zijn. Ik heb toen in de raad voorgesteld om ook op zaterdag het onthaal te bemannen, omdat nogal wat mensen daar behoefte aan blijken te hebben en omdat je zo de dienstverlening zou kunnen uitbreiden zonder meteen hele diensten aan het werk te zetten op zaterdag.

Mijn interimopdracht was louter toevallig en ik heb geen carrièreplannen in de richting van onthaalspecialist. Toch blijk ik er een aantal capaciteiten voor te hebben. Ik heb namelijk het schriftelijk examen gezien dat wordt gebruikt bij de aanwerving van de nieuwe onthaalbediende. Ik kon zeker niet op alle vragen antwoorden. Sommige taalvragen vond ik nogal ondoorgrondelijk (want is de markt in Essen nu naast of voor het gemeentehuis), en ik weet ook niet exact of ik wel of niet op mijn bureau mag leunen terwijl de burger me aanspreekt.

Maar toch beschik ik over heel wat kwaliteiten. Ik ben namelijk een niet-onverdienstelijk quizzer. Ik ken de hoofdstad van Ierland. Ik weet aan welke rivier Mechelen ligt. Ik weet dat Die schöne blaue Donau gecomponeerd is door Strauss, en dat de Roemeense vlag blauw-geel-rood is. Dat “Los” een film is van Jan Verheyen zou ik mits eliminatie mogelijk ook nog wel hebben gevonden. Wie vorig jaar Luik-Bastenaken-Luik heeft gewonnen zou ik al wat moeilijker vinden, zeker als één van de namen van de renners uit wie ik kan kiezen niet helemaal correct gespeld is – in onze quizploeg hebben we daar een specialist voor, die desnoods L-B-L van 1965 uit zijn mouw schudt.

Met al dat soort vragen kan u binnenkort terecht aan het onthaal van het gemeentehuis ! Ik neem aan dat we met deze test een bekwaam onthaalbediende zullen vinden. Maar ik ga de uitslag toch om een andere reden overschrijven. Stel dat onze ESAK-quizploeg nog eens volk zoekt, ik weet een wervingsreserve zitten !

*De vragen zijn licht veranderd. Wie weet wil het gemeentebestuur dit examen ooit nog eens terug gebruiken : ik wil niet de schuld zijn van een vervalst examen. Maar dit is wel degelijk het soort vragen dat erin staat !

Gevangen in logica

Gevangen in logica

En toch heeft De Gucht een punt. Natuurlijk heeft hij nogal voorbarig toegezegd dat ons land mogelijk gevangenen uit Guantánamo zal opnemen eens de gevangenis daar gesloten wordt. En uiteraard zou daar eerst een regeringsstandpunt over moeten zijn – zoals Renaat Landuyt opmerkte moet er daarvoor wel eerst een regering zijn.

Maar hij heeft in principe wel gelijk. Het bestaan van Guantánamo is een groot schandaal, een zware smet op het blazoen van de VS en van George W. Bush in het bijzonder. Europa vraagt dan ook terecht om de sluiting ervan, en gelukkig heeft president Obama ook daadwerkelijk beslist om de gevangenis dicht te doen. Maar Europa moet een stukje van de verantwoordelijkheid mee durven opnemen eens de gevangenis gesloten wordt. De Guantánamogevangenen die niet kunnen berecht worden omdat ze niets verkeerd hebben gedaan, of toch niets aantoonbaars verkeerd hebben gedaan, hebben recht op hun vrijheid. Als ze dreigen in hun land van herkomst vervolgd te worden, hebben ze recht op asiel. Al moeten ze natuurlijk wel in de gaten gehouden worden, want “niet schuldig” is niet noodzakelijk ook “onschuldig”.

De oorlog in Afghanistan, waar een belangrijk deel van de gevangen werden opgepakt, is door de NAVO ondersteund. En verschillende EU-landen, al is het niet duidelijk wie allemaal, hebben minstens passief meegewerkt aan het bestaan van de gevangenis op het Cubaanse schiereiland. Dus moet Europa zijn verantwoordelijkheid nemen, en dus ook België.

Natuurlijk moeten er nog een pak vragen beantwoord worden : wie komt naar hier, en onder welke voorwaarden. Vanzelfsprekend wordt dit best in Europees verband geregeld. Maar ik ben het met De Gucht eens dat we principieel bereid moeten zijn om hen mee op te vangen. Anders blijkt ons protest tegen Guantánamo achteraf gezien een groteske NIMBY-reactie (Not In My Backyard), zoals je met verkeersdrempels vaak ziet : ze moeten er komen, maar niet voor mij deur.