Archief van
Jaar: 2009

Avec le vent de l’est, écoutez-le tenir

Avec le vent de l’est, écoutez-le tenir

Ons land investeert niet genoeg in windenergie. Dat bleek gisteren uit een internationale vergelijking. Het is een goede gewoonte van politici alhier om dan op de boodschapper te gaan schieten : de cijfers kloppen niet, of moeten toch in perspectief worden geplaatst. Volgens onze eigen maatstaven doen we het zo slecht niet. Die reactie is redelijk belachelijk. Natuurlijk kan je voor elke statistiek een andere manier van berekenen bedenken waarbij het klassement verandert. Maar als een ernstige internationale instelling cijfers publiceert, dan zijn die meestal gebaseerd op afspraken over een uniforme manier van meten. Je kan die afspraken proberen te veranderen, maar dat lukt (terecht) vaak niet als het louter om een poging gaat om de realiteit te verhullen. En ondertussen hoor je in de eerste plaats te kijken naar de boodschap die de cijfers brengen.

In dit geval : België en Vlaanderen lopen achterop. Dat komt omdat er weinig plaats is voor windmolens, en omdat die voor hinder zorgen. Zo lees ik toch. Dat klopt natuurlijk voor een deel : het is hier zo vol gebouwd dat er niet veel meer bij kan. Maar ook op plaatsen waar het wel kan wordt te vaak geaarzeld en getalmd, geholpen door lange procedures waar bureaucraten lang tijd mee kunnen winnen. Omdat we in dit land nooit echt een keuze durven maken. Omdat we, in dit geval, niet voluit durven gaan voor windenergie én voor de “groene banen” die die sector kan opleveren.

Dat is het verhaal van Essen, waar het schepencollege (inclusief de sp.a) warm en koud blaast over de mogelijke inplanting van windmolens in het nochtans bij uitstek daarvoor geschikte industrieterrein Rijkmaker. Het is ongetwijfeld het verhaal van zoveel dergelijke kansen in Vlaanderen die onbenut blijven. Wind is hier nochtans genoeg, zoals Brel in Le Plat Pays al zong.

Ondertussen lopen Duitsland en Spanje ons in een razendsnel tempo voorbij (Don Quichote draait zich ongetwijfeld om in zijn graf). Als er de autosector banen naar één van die landen verdwijnen, ontketent dat een storm. Voor die automobielsector moet zelfs het gezonde economisch verstand van Kris Peeters wijken en wordt van staatssteun in de beste traditie van Cockerill Sambre gesproken (want wat we zelf doen, doen we beter). Hier ligt een zinvolle investeringskans, goed voor economie en ecologie. Waar blijft de Vlaamse regering nu ? En waarom komen de vakbonden niet op straat vóór de windmolens ?

Homo ludens

Homo ludens

Ze wonen nog steeds op mijn zolder. Met ongeveer 120 zijn ze, schat ik. Met verder nog een behoorlijke kudde paarden, wat koeien, honden, kippen en varkens. Enkele leeuwen zijn er ook bij, een beer (of meer dan één), minstens één zeehond en ook nog een neushoorn. Of is die zijn hoorn kwijt ? Enkele kamelen ook nog, als ik het me goed herinner.

Maar het is er behoorlijk rustig, zelfs eerder doods. Toch alweer een hele tijd. Erg beweeglijk waren ze nooit, maar nu lijken ze helemaal verstijfd. De wanden van hun prefabhuizen liggen samen met de huisraad, met de auto’s zonder dak, de boten en de vliegtuigen en zelfs de landbouwmachines samen met hun bewoners in een plastic massagraf. Het ruimteschip lijkt neergestort, de brandweerwagen is uitgeblust en de trein heeft een onbepaalde vertraging omdat er geen spoor meer ligt – dat is nog eens een goed excuus, vrienden van de NMBS.

Vroeger was het anders. Ze beleefden avonturen, werkten in de bakkerij of op het land, voerden oorlogen met allerlei wapentuig, speelden zelfs voetbal, of kochten en verkochten. Al maakt de economist in mij zich de bedenking dat de geldvoorraad (die in één schatkist kon) wellicht ongezond klein was om de economie echt op gang te houden. Wat des te meer tijd opleverde voor ingewikkelde intriges.

Ik heb het over Playmobil, voor wie het nog niet doorhad. Dat was met zeer grote voorsprong mijn favoriete speelgoed. Ik bestuurde heelder dorpen en werelden, al dan niet samen met mijn broer, mijn neef en andere vriendjes. De setting konden de Middeleeuwen zijn, de Amerikaanse Burgeroorlog of het ruimtetijdperk van een onzekere toekomst. Of gewoon het zeer dagelijkse leven van de 20e eeuw, met de trein die door het landschap rijdt en mensen en goederen vervoert, bijvoorbeeld. Als was de kans op pakweg moord in die trein net iets groter dan in de statistieken…

Over oorzaak en gevolg kan je discussiëren, maar mijn interesse in de maatschappij heeft zeker een verband met de kleine plastic mannetjes met weinig gewrichten. Lego, bijvoorbeeld, zei mij heel wat minder. Als er iets gebouwd moest worden, moest dat vooral heel erg functioneel zijn om snel te kunnen worden ingezet in één of ander scenario. Een vierkant gebouw kon met enkele aanpassingen kasteel of ruimteschip worden, tijd steken in uitgewerkte kantelen was niet echt mijn ding. Ik ben dan ook geen ingenieur geworden, en ieder wie wel eens over een brug rijdt moet mijn daar wellicht dankbaar voor zijn. Neen, Lego was iets voor één dag. Playmobil was veel meer dan dat. Het was het leven. En ik betrap er mezelf op dat ik in de toevallige speelgoedfolder die ik in de bus vind of de winkel die ik binnenwandel soms toch even kijk wat er in het aanbod zit. Dat is dan altijd behoorlijk indrukwekkend trouwens. De kinderen van vandaag hebben toch maar geluk, denk ik dan.

De Playmobilventjes hebben, ongetwijfeld zonder het te weten, een belangrijke rol gespeeld in mijn eerste levensjaren. Praten kunnen ze gelukkig niet, want sommigen zouden mijn claim dat ik voor “goed bestuur” opkom ongetwijfeld met enkele rake tegenvoorbeelden de kop kunnen indrukken. Misschien verdienen ze wel beter dan de plastic box waarin ze roerloos liggen te wachten tot iemand hen van anoniemeling met een simpel hoofddeksel en een attribuut in de hand nog eens verandert in een cowboy, een ridder, een garagist of een astronaut.

In de krant las ik dat Hans Beck, die Playmobil heeft bedacht, op 78-jarige leeftijd is overleden. Ik had nooit van de man gehoord – al gaat de kwisser in mij proberen de naam te onthouden. Maar het bericht was de aanleiding voor een beetje nostalgie. Waarvoor ik hem graag alsnog bedank. Zijn creaties houden vele minuten stilte, altijd eigenlijk. Maar deze minuut is voor hem.

Prijs/kwaliteit

Prijs/kwaliteit

De trein wordt duurder. Persoonlijk heb ik er niet echt last van, want mijn werkgever (dat bent u, beste belastingbetaler) neemt de volledige kost van mijn abonnement voor zijn rekening. Waarvoor mijn zeer welgemeende dank. En alles wordt duurder, een aanpassing aan de inflatie zou je dus “normaal” kunnen noemen. Maar het blijft om een prijsverhoging gaan van een vooralsnog redelijk onvolmaakt product. Dus blijft dit tegen de borst stuiten. Van mij mag de trein duurder worden, en ik heb al eens geschreven dat ik gerust enkele honderden euro’s per jaar extra wil betalen (uit mijn eigen zak, niet die van u…) als ik daarvoor gegarandeerde stiptheid in de plaats krijg. Maar tegen deze prijsverhoging zou de federale regering nu eens wél moeten optreden. Waar zit Minister Quickie als je hem echt nodig hebt ?

Er was deze week ook goed treinnieuws, trouwens : op www.railtime.be kunnen we vanaf nu onze vertragingen bekijken. Zéér handig voor wie zijn werkuren, zoals ik, daar eventueel aan kan aanpassen. Toch vind ik het een beetje alsof de bakker een site zou maken om te verwittigen welk type brood in de rekken ligt dat eigenlijk al niet zo vers meer is. Goed om weten, natuurlijk. Maar ik hoop toch dat de site zichzelf overbodig gaat maken, of toch snel uit mijn “favorieten” gaat verdwijnen.

Goede raad is duur

Goede raad is duur

Gisteren gemeenteraad, na anderhalve maand zonder één raadscommissie. Een beetje een vreemde raad bovendien, want er werd in geen enkel dossier echt “doorgebeten”. Heel wat punten werden uitgesteld, soms op onze vraag en soms ook omdat nog niet alles ermee in orde was. Uiteraard is niemand perfect, maar soms ergert de slordigheid me toch wel. Als de AGB-statuten voorschrijven dat de jaarrekening er in april moet zijn, dan vind ik het behoorlijk storend als de bespreking ervan in januari (van het jaar daarop) moet worden uitgesteld om een formele reden.

Nu, uiteindelijk was ik toch wel tevreden over de raad. Er werd hoffelijk gediscussieerd… en wat ik ons graag zag binnenhalen lukte ook. Al lag de lat omwille van de beperkte agenda niet zo hoog.

De discussie die ik het interessants zou hebben gevonden, werd overigens ook uitgesteld. De vraag of je het alcoholgebruik in zaal Rex moet beperken tot bier of wijn zou me nog wel hebben kunnen boeien. In het ontwerpreglement stond dat mixdrankjes (“alcopops”) verboden zouden worden, ook al is hun alcoholpercentage niet hoger dan dat van bier. Ik begrijp de redenering wel : die dingen gaan er bij de jonge fuifgangers vlotjes in. Maar het lijkt me aan de andere kant nogal bizar om bepaalde drankjes te verbieden, alleen omdat ze “lekker” zijn. Als je alcohol toelaat -eventueel tot aan een bepaald percentage zoals 15°, dat vind ik wel zinvol- moet de overheid niet gaan bepalen welke dranken wel en niet mogen. Het alcoholgebruik afremmen door alleen maar die dranken toe te laten die sommige jongeren minder goed vinden smaken (bier) vind ik dus een stap te ver. Even logisch zou het zijn om te verplichten een lepel zout in elke pint te doen, dat zou ongetwijfeld ook het alcoholgebruik afremmen…

Tenslotte werd VB-collega Veerle De Waal, die ontslag nam, opgevolgd door Ludo Elemans. Ik kan niet zeggen dat ik daarvan wakker lig, maar ik heb toch het gevoel eraan overgehouden dat er méér in Veerle zat dan we in de raad hebben gezien. De lokale politiek moet voorzichtig omgaan met zijn menselijk potentieel, zelfs in de wat donkerder hoekjes van het spectrum.

Vitserke Vits

Vitserke Vits

Mia De Vits is nu toch kandidaat voor een zitje in het Vlaams Parlement. Dat is haar volste recht, en de kiezer moet maar oordelen of ze een mandaat krijgt. Het is wel wat vreemd na haar uitspraken over de minderwaardigheid van dat Parlement. Maar die waren wellicht toch vooral terug te brengen tot haar ontevredenheid omdat ze geen plaats kreeg op de Europese lijst. Ik heb bij de vorige Europese verkiezingen het bolletje voor haar naam niet gekleurd, ook al stond ze op de lijst van een kartel waar ook mijn partij toe behoorde. Ze staat mij veel te veel voor een vorm van vakbondssocialisme waar ik maar heel weinig toekomstperspectief in zie. Maar De Vits is natuurlijk wel een bekwame dame, en zoals ze zelf terecht aanhaalt is het nu eenmaal zo dat een Europees parlementslid in een tweede termijn veel meer mogelijkheden krijgt dan een nieuweling in dat immense multinationale gezelschap.

Ik begrijp dus (eens te meer) het personeelsbeleid van de sp.a niet goed – zoals ik ook al vragen heb gesteld bij dat van Open Vld en CD&V, die beide volgens mij al te vlug bekwame en hard werkende parlementsleden opofferen op het altaar van de politieke berekening. Maar ik vind dit vooral het zoveelste signaal dat de sp.a zich niet engageert voor Europa. En dat is niet alleen erg voor die partij, maar voor iedereen die vanuit Vlaanderen op een positieve manier aan het EU-project wil werken.

Pump and circumstance

Pump and circumstance

Dankzij de handige opnamefunctie van de digitale televisie heb ik gisteren met enkele uurtjes uitstel de eedaflegging van de 44e president van de V.S. kunnen bekijken. Een historische gebeurtenis, en dat vonden ook de miljoenen Amerikanen die er uren in de vrieskou voor over hadden om erbij te zijn. De V.S. maakt dan ook elke vier jaar een heel spektakel van de inhuldiging van zijn staatshoofd, met uitgebreide verwijzingen naar de historische achtergrond, om zo de continuïteit van de democratische instellingen te benadrukken.

Je kan het allemaal wat overdreven vinden, en er zit heel wat kitsch in. Je kan het ook allemaal vreemd vinden, zoals de zeer sterke religieuze component. Maar op zich vind ik het wel gezond om het belang van de instituties, los van degenen die ze invullen, te benadrukken. Niet dat Obama het nodig heeft, maar toen zijn voorganger verkozen werd in 2000 en 2004 was het zeer zinvol om duidelijk te maken dat de zeer onvolmaakte mens George W. Bush, die in de campagne door zijn tegenstander door het slijk was gehaald en met minder stemmen eindigde, de enige wettelijke president van de V.S. was en dat ook wie de mens zelf niet respecteerde toch respect diende op te brengen voor zijn ambt. Andere democratieën hebben op een al dan niet soortgelijke manier rituelen en tradities ontwikkeld om af en toe te verhelderen dat de mens-politicus die met tal van gebreken (door zijn concullega’s dik in de verf gezet) op een bepaald ogenblik de Democratie vertegenwoordigt. Dat gaat van de Queen’s speech in het Verenigd Koninkrijk waar de premier (én de oppositieleider) op de eerste rij staan tot Prinsjesdag in Nederland waar de minister van financiën het blauwe koffertje draagt. Om van de Franse grandeur rond het presidentsschap nog te zwijgen.

Misschien ontbreekt het bij ons toch wat. De “doe maar gewoon”-mentaliteit is op zich natuurlijk gezond, maar soms wordt de waarde van de instellingen op zich er door gebanaliseerd. Kris Peeters werd Minister-President in een bijna doordeweekse stemming in het Vlaams Parlement en door een eed te gaan afleggen bij de Koning. Los van dit vreemde anachronisme (de Koning speelt voor het overige geen rol in de “Vlaamse staatsordening”) vind ik het al bij al wat mager. Ik pleit niet voor de aanschaf van een gouden koets of iets dergelijks, maar Vlaanderen en Brussel hebben genoeg historische locaties om een soort van “inauguratierede” wat allure te geven. Uiteindelijk zou dat het draagvlak van de democratie volgens mij kunnen vergroten. En het zou er een beetje toe bijdragen dat meisjes en jongens van een jaar of tien zouden denken “ooit wordt ik minister-president / premier”.

Van de partij

Van de partij

Slot van mijn blik op het Vlaamse partijlandschap…

Een groot nieuw project zag gisteren het levenslicht. De sp.a gaat op in een nieuwe partij, die “sp.a” wordt gedoopt. Dat staat vanaf nu voor “Socialisten en Progressieven Anders”. Ik ga er niet meewarig over doen, of grapjes maken over waarvoor de A zoal nog zou kunnen staan. Ik begrijp wel de sp.a-ers die het niet zo waarderen dat de hele operatie achter hun rug is gebeurd. Maar ik ga ook mijn ex-partijgenoten niet bekritiseren die dit naamspelletje voldoende vinden om zich bij de partij aan te sluiten – van enige inhoudelijke koerscorrectie is vooralsnog geen sprake. Ik hoop dat ze zichzelf recht in de ogen kunnen kijken, en als dat niet lukt beseffen dat een fout kunnen toegeven ook in de politiek eerbaar is.

Voor de sp.a is het duidelijk altijd de bedoeling geweest om op termijn de kartelpartner op te slokken. Mieke Vogels mag dan haar economisch gezond verstand al eens verliezen, hieruit zal ze wel de juiste lessen trekken volgens mij !

De diaspora van de ex-Volksuniemensen is nu zowat voltooid. Er zijn er in alle partijen beland (behalve misschien bij Dedecker, ik ken er toch geen). De drie grote partijen zijn eigenlijk ook ten behoeve van de ex-VU’ers van naam veranderd : ze hebben allemaal een dubbele naam gekregen. Al is bij CD&V het opzet (de N-VA binnenhalen) wel mislukt. Maar de liberalen werden “Liberalen én Democraten”, de christen-democraten werden “Christen-Democratisch én Vlaams” en de socialisten “Socialisten én Progressieven”. Dubbele namen die niet kunnen verbergen dat de invloed van het tweede deel van de naamgeving niet zo groot is : als er keuzes moeten worden gemaakt, dan primeert altijd de liberale, christen-democratische of socialistische grondstroom.

Guy Tegenbos juicht de klaarblijkelijke terugkeer naar een politiek landschap waarin de grote drie geen concurrentie dulden toe. Dat zou het land bestuurbaarder maken. Zoals dat in andere landen het geval is. Hij vergeet dat landen waarin de zogenaamde “versnippering” veel kleiner is één of andere vorm van meerderheidsstelsel hebben, waardoor partijen vanzelf veel “breder” zijn en dus meer ruimte bieden aan diverse stromingen en opvattingen. Hier wordt van een partij geëist dat ze altijd op één lijn staan en eenduidig is, dat interne oppositie zich verbergt of monddood wordt gemaakt. Tegelijk vragen dat er zo weinig mogelijk partijen zouden zijn, betekent dat de opinies van een groot deel van de bevolking niet aan bod zullen komen. Bovendien zitten we in een systeem waar de verwevenheid van de klassieke partijen met allerlei belangenorganisaties vaak ongezonde vormen aanneemt. De gemiddelde Vlaming heeft een meer genuanceerde opinie -en vaak meer uitgesproken ideeën- dan de christen-democratische, liberale en socialistische kunnen uitdrukken. Onze democratie heeft Groen!, N-VA, LDD en SLP broodnodig.

Op Facebook werd een groep opgericht die de heimwee naar de Volksunie verwoordt. Ik stel vast dat vooral jonge N-VA’ers en SLP’ers er de weg naar vinden. Opmerkelijk, al maakt Facebook natuurlijk in de eerste plaats deel uit van de jongerenleefwereld. Ik geloof niet in de wederopstanding van de VU, maar ik zou het nog steeds een interessante oefening vinden om eens de balans van de splitsing op te maken, acht jaar na datum. Op basis van een rapport voorbereid door wijzen zoals Jan Loones, Paul Van Grembergen, Willy Kuypers, Vic Anciaux, Johan Sauwens en Fons Borginon. We zouden vaststellen dat we zoals toen onderling grondig van mening verschillen. Maar er wel allemaal van overtuigd zijn dat Vlaanderen ten gronde vooral een andere bestuursstijl nodig heeft dan degene die de drie klassieke partijen ons vandaag opleggen.

Tenslotte is het opmerkelijk dat er (bijna) geen enkele partij in haar partijnaam nog de P van partij heeft staan ! Het is ooit wel anders geweest. Hoe sterker de particratie, hoe minder men het durft zeggen.

Waar loopt de mond van over ?

Waar loopt de mond van over ?

Vervolg van mijn blik op het Vlaamse partijlandschap…

Kende u tot voor enkele dagen Gino Decraemer ? Ik zou ook niet meteen “Vlaams Parlementslid” “West-Vlaanderen” “N-VA” “Komt uit het Vlaams Belang” hebben kunnen antwoorden. Laat staan dat ik nog een vijfde trefwoord had kunnen bedenken ! Maar ik ben dan ook niet de slimste mens ter wereld. Toch stond Decraemer dezer dagen in alle kranten. Omdat hij van partij is veranderd. Dat blijkt altijd groot nieuws.

Van partij veranderen is vaak goed voor méér media-aandacht dan de politieke activiteiten van de betrokkene ooit hebben gekregen. Bovendien is de ondertoon van de berichtgeving altijd dat het betekent dat het (zéér) slecht gaat met de partij waaruit iemand vertrekt, en (bijzonder) goed met de partij waarnaar wordt overgestapt. Zonder dat de kritische analyse wordt gemaakt of de overstap inderdaad wel iets bijbrengt aan de ontvangende partij, en of het saldo voor de partij die iemand kwijtspeelt wel altijd negatief is – over dit geval lijkt mij wel wat discussie mogelijk…

Ik stel voor dat de media een afspraak maken : als iemand overstap, mag dat niet meer aandacht krijgen dan de betrokkene het jaar voordien voor één van zijn politieke initiatieven heeft gehad. Nu is alle proportie zoek : als tweederangsfiguren van partijkaart wisselen, dan is dat goed voor grote krantenkoppen. Als politici met veel ervaring, waaronder ook actieve parlementsleden, beslissen om ondanks alles verder door te gaan onder een nieuwe naam, dan brengt De Standaard dat in “Kreten en Gefluister”…

Natuurlijk hadden we het met de SLP anders moeten aanpakken. Eén persoon had de partij moeten oprichten, dan had iedereen kunnen overstappen. Druppelsgewijs, goed voor wekenland krantennieuws. Lokaal kunnen we het ook eens proberen : iemand richt het Essens Leefbaar Project (ELP) op, en vanuit PLE stappen we één voor één over. Telkens groot nieuws. Daarna zegt de lokale N-VA het kartel op, aangezien PLE een lege doos is geworden. Ook weer goed voor krantenkoppen. Vervolgens sluit ELP een kartel met N-VA, alweer tot jolijt van de media. En om de operatie af te ronden verandert ELP van naam : we worden PLE – dat wordt een faits divers, maar daartegen hebben we onze portie media-aandacht alweer ruimschoots gehaald !

Groen?

Groen?

Een blik op het Vlaamse partijlandschap…

Zondag hield Groen! haar nieuwjaarsreceptie, en het gebruikte die nogmaals te bewijzen dat goede voorstellen over het milieubeleid kunnen samengaan met waanideeën over economie.

De algemene 32-urenweek in combinatie met een beperkt basisinkomen en gefinancierd met een vermogensbelasting is een recept voor een maatschappij waarin de sociale zekerheid niet meer betaalbaar zal zijn – en dus op termijn zoals in de V.S. de rijken zichzelf goed zullen verzekeren voor bijvoorbeeld ziektekosten, en de armeren in de kou blijven staan. Of voor één waar economisch initiatief wordt ontmoedigd, waardoor we dus ook collectief zullen verarmen. In de twee scenario’s aangevuld met heel veel zwartwerk én een hoge werkloosheid. De banen die zouden kunnen worden gecreëerd zullen alleen kunnen worden ingevuld door werkzoekenden die daarvoor goed worden opgeleid. Maar ze hebben niet zoveel belang aan het volgen van die opleiding, want ze krijgen een basisinkomen…

Het groene voorstel perkt de vrijheid van mensen in, en zorgt niet voor een meer sociale samenleving. Vanwaar die behoefte van de groenen om op gezette tijdstippen een beetje het gezond verstand te verliezen ?

Happy birthday to us

Happy birthday to us

Gisteren is “850 jaar Essen” van start gegaan, met een geslaagd openingsfeest -eigenlijk een kerstreceptie- op het Heuvelplein. Een plein dat dus blijkbaar tóch gezellig kan zijn, ondanks de heraanleg die er vooral op gericht was om net dat te voorkomen. Er was behoorlijk wat volk en de sfeer zat goed. Bij vriestemperatuur heeft de gemiddelde mens overigens ook niet veel meer nodig dan een gluhweintje (of meerdere).

Vanuit N-VA/PLE hebben we kritiek geuit op de manier waarop de hele viering is opgezet. De keuze voor een vzw die vooral zo weinig mogelijk transparant moet zijn voor de gemeenteraad, en het aanwervingsbeleid van die vzw, blijven mij alleszins een doorn in het oog. Ook de te brede spreiding van de inzet en de middelen over al te veel activiteiten blijf ik een verkeerde keuze vinden. En in de communicatie die tot nu toe gevoerd wordt ligt het er wat al te dik op dat het hele jaar vooral tot meerdere eer en glorie van de CD&V’ers in onze gemeente moet dienen. Foto’s waarop “toevallig” zowat uitsluitend CD&V-gezichten staan, en het feit dat die partij de voorziene uitstap naar Plopsaland voor alle duidelijkeheid alvast “claimt”, spreken boekdelen.

Ik ga het alvast kritisch blijven volgen en proberen de grenzen te bewaken (ook financieel, overigens). Maar nu het feestjaar gestart is, komt het er vanzelfsprekend in de eerste plaats op aan dat het een succes wordt. Dat verdient Essen wel. Laten we er dus vooral van genieten. Iemand zei me gisteren op het Heuvelplein : “Kijk goed rond, dit zijn de mensen die je dit jaar op alle activiteiten zal zien.” Dat mag voor mij, maar ik vrees dat hij bedoelde dat er maar weinig anderen zouden zijn. Daarin hoop ik dat hij ongelijk krijgt. De 150.000 EUR die het gemeentebestuur in de viering investeert zijn bijeengebracht door alle Essenaren, en ik hoop dus dat die er ook allemaal iets van meepikken. “Elk nadeel heb zijn voordeel” : het brede programma maakt dat er voor iedereen wel iets tussen moet zitten dat aanspreekt. Waarmee ik elke Essenaar dus een vrolijk feestjaar toewens.