Archief van
Jaar: 2008

Quiz of kwis ?

Quiz of kwis ?

Een weekendje in het teken van het kwissen. Vrijdag zaten we met een ESAK-ploegje (van vier) op de kwis van de Stabroekse voetbalclub. Een beetje genant, al bij al, want de kwis was duidelijk beneden ons niveau – de keuze van thema’s en de manier van vragen stellen maakte dat we met bijna twee volle vragenrondes verschil als eerste over de eindmeet bolden. Zaterdag was er het jaarlijkse etentje van onze kwisploeg, met zowat de vaste kern. ESAK heeft een vrij ruim aantal kwissers, die min of meer regelmatig meedoen. Dat vind ik wel leuk, want daardoor wordt het nooit een verplichting (en kan er eventueel ook al eens op twee plaatsen tegelijk worden ingeschreven). Het houdt het ook spannend, want niet elke combinatie van kwissers is even geschikt voor elk type vragen. En gelukkig biedt het Essense kwiscircuit de laatste tijd op dat vlak voldoende afwisseling.

Voor ESAK als atletiekvereniging is dé vraag die naar de toekomst van de atletiekpiste in het Sportpark. Ook die probeer ik mee op te lossen. Maar ondertussen doe ik ook mijn best om talrijke veel minder essentiële vragen mee te beantwoorden. Waarbij mijn briljante idee om een schiftingsvraag na de komma te beantwoorden ons vorig jaar ergens de overwinning kostte. Toch amusant !

Klokkenluiders

Klokkenluiders

De gemeenteraad viel in een voor mij erg drukke werkweek. Dat betekende dus dat ik moest proberen om twee dingen goed te doen : de Essense kiezer heeft recht op een actief raadslid, de Belgische belastingbetaler heeft al evenzeer recht op een geëngageerd ambtenaar. De Engelse term “civil servant” drukt dat goed uit : we zijn er om de burgers te dienen. Dat vraagt soms bijzondere inspanningen : als het “goed bestuur” vereist dat er op woensdag een rapport ligt waarin 90 blz. gegevens die op maandag werden gepresenteerd op 3 pagina’s zijn samengevat, dan moet er een tandje bij worden gestoken. Zeker als de lat ook op het vlak van de kwaliteit van dat soort werk terecht hoog wordt gelegd – ondermeer door onszelf.

In tegenstelling tot wat het cliché wil, worden er in dit land ernstige inspanningen verwacht van (de grote meerderheid van de) ambtenaren. Gelukkig maar. Daar krijgen we ook wel één en ander voor terug. De verloning is niet voor alle functies echt competitief, maar daar staat de vaste benoeming tegenover (die ik persoonlijk gerust wil inruilen voor een marktconform loon, maar dat alleen al toont de waarde van die benoeming aan), alsook een veelal vrij flexibele uurregeling, redelijk wat vakantie en een stevig statuut dat beschermt tegen willekeur van de werkgever. Bij de overheid zijn er bovendien veel functies met ruime contacten, veel autonomie en de mogelijkheid om concrete resultaten te zien die zich niet alleen uiten in de koers van een aandeel of een bonus voor de grote chef. Voor functies die die kenmerken niet hebben, wordt dat vaak gecompenseerd met bijvoorbeeld een duidelijk lagere werkdruk. Natuurlijk kan alles beter, en zullen veel ambtenaren ook terecht niet helemaal tevreden zijn. Het personeelsbeleid in het algemeen is niet optimaal, wat vooral aan een erg verouderde wetgeving ligt. Voor veel overheidstaken (neem maar de belastingcontroles) worden ook eenvoudigweg niet genoeg middelen uitgetrokken, maar dat verwijt treft dan ook niet de ambtenaar maar de verantwoordelijke beleidsmakers – als het goed is. Door de band genomen is de publieke sector in ons land een redelijk aantrekkelijke werkgever. Dat is mijn mening, maar ik weet wel waarover ik spreek.

Als de middelen er zijn, vind ik het dan ook niet meer dan logisch dat de burgers (en hun vertegenwoordigers) ook effectief om kwaliteit vragen. Bijvoorbeeld in de uitvoering van politieke besluiten, ook als we het daar als ambtenaren zelf niet noodzakelijk mee eens zijn. In het rapport waarover ik sprak staan beleidsaanbevelingen. Terecht, dat is een taak van de administratie. Bovendien hebben we niet gewacht tot de vraag kwam maar hebben we ze spontaan geformuleerd om op tijd te wegen op het debat. Maar we weten nu al dat de politieke beslissing mogelijk helemaal andere richtingen zal inslaan. Waarna we die besluiten zo goed mogelijk zullen proberen uit te voeren, uit te leggen en te evalueren. De politiek heeft het laatste woord, zoals dat in een democratie hoort.

Op de agenda van de gemeenteraad stond een brief van het gemeentelijk “managementteam” over de avondopening van het gemeentehuis. De Essense gemeentelijke administratie levert op de meeste terreinen goed werk, maar de burger verwacht dit nu volgens een wat andere uurregeling dan men gewend is. Een onmogelijke aanpassing van de arbeidsorganisatie, of een kwestie van normale flexibiliteit ? Een interessante discussie die in de raad al verschillende keren werd gevoerd. Is het laatste woord erover al gezegd ? Of is februari toch wat vroeg om al over vijgen na Pasen te spreken ?

Terug rugby

Terug rugby

Wie wint dit jaar de Six Nations ? Het na het W.K. grondig vernieuwde Franse team leek de favoriet, na “French flair” overwinningen tegen een zwak Schotland maar vooral tegen een Ierland dat een sterk team op het veld brengt. Maar vice-wereldkampioen Engeland toonde gisteren in het Stade de France dat het daar vorig jaar toch niet helemaal onterecht in de finale stond.

De Engelsen versloegen voor het eerst in acht jaar Les Bleus nu ook in de Six Nations, na hun overwinning in de halve finales van het W.K.. Maar de nederlaag tegen Wales die Engeland in Twickenham leed drie weken geleden maakt dat het toernooi nog alle kanten uit kan. De beslissing valt op 15 maart.

Terug in Essen ondertussen zette nu ook de commissie sport mee het licht op groen voor het inrichten van het terrein van het Sportpark als gecombineerd voetbal/rugbyveld, zodat de eerste echte rugbywedstrijd op Essense bodem misschien niet zo ver meer af is. Al zijn onverwachte “tackles” zowel in de gemeentepolitiek als op een rugbyveld nooit uitgesloten…

En in Gent…

En in Gent…

Het initiatief van de Gravensteengroep is zeer welkom. Gelukkig wordt ermee duidelijk gemaakt dat opkomen voor meer Vlaamse autonomie niet noodzakelijk vanuit een (extreem-)rechts denkkader moet gebeuren. Het maakt ook duidelijk dat de mogelijkheid van een (con)federale staat, zoals ik die ook wil, ophoudt waar het territorialiteitsbeginsel niet langer wordt gerespecteerd.

De interpretatie dat de groep “pleit voor onafhankelijkheid” die ik her en der las, vertrekt van een slechte lezing van het manifest. Een dergelijk pleidooi zou -evenals een duidelijke keuze voor één of ander model- ook ongezond en onwenselijk zijn, want het heeft geen zin om de al niet zo grote groep progressieve Vlaamsgezinden in “geiten en bokken” te willen opdelen (dat kan gerust aan rechts worden overgelaten). Maar de taalgrens is een (deel)staatgrens, en daarmee is daarover alvast het laatste woord wel degelijk gezegd.

Volk wordt staat

Volk wordt staat

Kosovo heeft zich onafhankelijk verklaard. Terecht uiteraard (goede keuze van datum, ook…). De Kosovaren hebben er lang op moeten wachten en zijn zelf gelukkig ook niet onnodig overhaast tewerk gegaan.

Vallen er lessen uit te leren voor andere would-be onafhankelijken ? Wellicht wel, al zijn de omstandigheden altijd anders. In Kosovo hebben de val van het IJzeren Gordijn, het uiteenvallen van Joegoslavië, de nabijheid van Albanië en de Albanse minderheid en de historische aanspraken van Servië sterk de omstandigheden bepaald.

Toch zijn een aantal zaken goed om in het achterhoofd te houden voor Schotten, Basken, Quebecois of meer nabije geïnteresseerden. De internationale gemeenschap bepaalt erg sterk de krijtlijnen waarbinnen een staat vandaag de dag onafhankelijk wordt. De nieuwe “onafhankelijkheid” is dus relatief. En de erkenning van de rechten van de minderheden (hoe die er ook zijn gekomen) is altijd voorwaarde één om het etiket van eerbare staat opgeplakt te krijgen. De Servische gebieden in Kosovo vallen bovendien vandaag de facto al onder Servisch bestuur, en morgen mogelijk ook de jure. Niets is gratis.

Maar vandaag vieren de Kosovaren natuurlijk terecht feest, en viert de regionalist of nationalist met het hart op de juiste plaats met hen mee. Ook ter ere van wijlen Ibrahim Rugova, wiens geweldloze strijd vandaag het einddoel bereikt dat hij jammer genoeg zelf niet meer mag meemaken.

Eerbaar

Eerbaar

Zowel Jos Van Loon (die van Horendonk) en Ludo Boden werden onlangs door de Vlaamse regering verheven tot “ere-schepen”. Daarvoor kregen ze van het gemeentebestuur een receptie aangeboden. Een mooi gebaar en een terechte waardering voor een jarenlange inzet. Ik ben het lang niet altijd met beide heren eens geweest, maar hun inzet voor Essen -ook in tijden dat een schepenambt al bij al eerder karig werd vergoed- is onmiskenbaar.

Ik herinner mij Jos Van Loon als iemand met een grote dossierkennis die altijd zorgde voor een degelijke uitleg over het wat en waarom van een bepaalde keuze. Bovendien smaakte hij zowel de overwinning als de (zeldzame) nederlaag met min of meer dezelfde glimlach en het vleugje cynisme dat nodig is om in de plaatselijk politiek te overleven. Als voetbalfan speelde hij ook meestal de bal (toch in het zicht van de scheidsrechter…). Ik wens hem bij wijze van afscheidsgeschenk toe dat project “sporthal in het sportpark” alsnog afgeblazen zou worden wegens allerelei technische moeilijkheden. Zodat we de niet-verharde dreef daar -verdiend- kunnen noemen naar een notoir betonliefhebber (met volgens mij stiekem een groener hart dan uit zijn politieke cv blijkt).

Ludo Boden is een beetje meer van “voor mijn tijd”. In de vorige legislatuur zetelde hij als onafhankelijke (waarover in de laudatio’s op de receptie geen woord viel, blijkbaar houdt CD&V de christelijke deugd van de vergevingsgezindheid in ere). Daarbij was hij vaak de meest efficiënte opposant in de hele raad : een tussenkomst van enkele woorden kon zowel de argumentatie van het college volledig onderuit halen als de hele zaal aan het lachen brengen. Aan hem is een groot oppositietalent verloren gegaan. Als schepen van financiën slaagde hij er ook niet in slaagde echt een lijn op langere termijn uit te tekenen, maar hij voerde alleszins veel minder een “achtbaan”-beleid met pieken en dalen dan zijn opvolgers. En een aantal Wildertse dossiers vonden in hem in elk geval ook een stevige verdediger.

Natuurlijk vind ik dat Essen helemaal anders bestuurd moet worden dan Jos en Ludo dat deden. Maar dat doet niets af aan de waardering voor de tijd en de energie die zij in onze gemeente hebben gestoken.

Overigens werd de receptie opgeluisterd met een zangoptreden van Dries De Crom, dat op mij als relatieve muziekbarbaar erg veel indruk maakte. Het moet gelukkig niet altijd de politiek zijn die in het gemeentehuis de hoogste noten zingt !

Niveauverschil

Niveauverschil

Ik ben voor het eerst eens naar de vergadering van de commissie “openbare infrastructuur” geweest. Ik ben geen lid van de commissie en het is niet meteen het beleidsdomein dat me het meest ligt, maar het is natuurlijk wel erg belangrijk. De vergadering was bovendien hoogst amusant, vooral voor wie van surrealistische humor houdt. Enig medelijden met de voorzitster van de vergadering kan ik evenwel niet ontkennen.

De bochten waarin de openbare infrastructuurschepen zich wrong om naast de kwestie te antwoorden waren erg inventief. Bovendien vond hij het nodig om enkele raadsleden herhaaldelijk tot in het belachelijke toe van onkunde te beschuldigen. En slaagde hij erin om een half uur lang te beweren dat de enige manier om in een fietspad een hoogteverschil van iets meer dan 1m (één meter) te overwinnen -over een afstand van zo’n 100m- de aanleg van een trap is. Wat de unanieme gemeenteraad over het hoofd zou hebben gezien toen ze het tracé ervan hebben goedgekeurd…

Zeer plezant. En erg triest. Dorpspolitiek op zijn allersmalst. Hopelijk zit er langs de kant van de meerderheid nog een minimum aan gezond verstand en wordt het fietspad langs de Spillebeek ook echt een fietspad… langs de Spillebeek !

Niet baanvast

Niet baanvast

Voor de allereerste keer (!) organiseerde het gemeentebestuur een hoorzitting over de nochtans ingrijpende plannen voor een fietspad langs de Moerkantsebaan. Voor een select publiek dan nog : alleen degenen die een stuk grond moeten afstaan werden uitgenodigd. Dat het gemeentebestuur de eigen raadsleden op zijn minst op de hoogte brengt van dergelijke vergaderingen, lijkt een evidentie. Niet in Essen, nochtans. Gelukkig hebben er enkele voldoende ondernemingszin om dan zelf maar achter de informatie aan te gaan.

De vergadering was bijzonder slecht aangepakt en uiteindelijk ronduit zinloos. De opdracht was dan ook niet gemakkelijk, maar dat is niet helemaal een geldig excuus. Ik stel voor er de volgende lessen uit te trekken :

1. De besluitvorming rond de aanleg van het fietspad is bijzonder ondoorzichtig verlopen, waardoor er onvoldoende draagvlak is gecreëerd. Bovendien verschuilt het gemeentebestuuur zich achter de provindie (de mate van “verschuilen” wil ik nog verder nagaan, maar het is alleszins duidelijk dat de gemeente een beslissende stem heeft gehad bij de keuze voor een eenzijdig fietspad langs de noordzijde). Het uiteindelijke besluit lijkt mij overigens aanvaardbaar, maar dat praat het hele proces nog niet goed.

2. De zogenaamde “hoorzitting” die CD&V in 2005 hierover organiseerde heeft valse verwachtingen gewekt en een zuiver besluitvormingsproces sterk bemoeilijkt. Daarna(ast) zijn er achter de schermen blijkbaar allerlei beloftes gedaan in de beste traditie van de achterkamertjespolitiek.

3. Een hoorzitting waarop een plan voorligt zonder dat iemand dat plan echt verdedigt brengt niets bij. Het studiebureau wordt nochtans betaald voor dat plan, maar de verantwoordelijke gaf liever zijn eigen mening die helemaal tegenovergesteld was. Het is alsof er een advocaat voor de verdediging werd ingehuurd die vooral de schuld van de verdachte in de verf wil zetten. Onaanvaardbaar. Omdat ook de collegeleden zich achter de provincie (provinciale auditcommissie) verschuilden, zat er alleen maar een dovemansgesprek in. En natuurlijk kan het plan niet meer worden gewijzigd, maar dat toont alleen maar aan dat er veel eerder aan behoorlijke inspraak zou moeten zijn gewerkt.

4. Wanneer leert men eindelijk eens dat een hoorzitting een degelijke voorbereiding en een goede omkadering vraagt ? Met duidelijke doelstelling, een professionele gespreksleider, een werkende microfoon (!) en een degelijke powerpointpresentatie -in plaats van enkele schamele snel geknutselde slides- zou er al een hele stap vooruit zijn gezet.

5. Een publiek dat populisme combineert met op een aantal punten doorslaande (technische) argumenten is natuurlijk ook niet eenvoudig om aan te pakken. Wat des te meer de noodzaak van en goede organisatie aantoont.

6. Gelukkig blijkt de burgemeester veel helderder te communiceren dat zijn voorganger (annex schepen voor openbare infrastructuur). Dat er op sommige vragen toch nog enigszins een antwoord kwam, en dat het geheel niet helemaal in een scheldpartij ontaardde, was zijn verdienste. Overigens speelde hij er geen gemakkelijke rol en kan hij er wellicht ook niet helemaal aan doen dat zij die voor hem kwamen het dossier erg slecht hebben gecommuniceerd (al was hij natuurlijk als fractievoorzitter van zijn partij wel mee verantwoordelijk). Ik heb hem gezegd dat ik niet graag in zijn schoenen zou hebben gestaan, en dat meen ik ook – als is het “part of the job”, natuurlijk. Maar hij had wel voor een paar steviger schoenen kunnen zorgen…

Over

Over

Vandaag verspreidt N-VA/PLE in Horendonk een folder om een veiliger fietsoversteek te vragen. Die folder is een typisch N-VA/PLE-product waarmee we ons op allerlei vlakken van onze sterkste kant laten zien. Van concept tot verspreiding gebruiken we als groep onze mogelijkheden optimaal. Hopelijk vindt de actie wat weerklank én halen we er ook resultaat mee.

De rest van Essen moet nog wat langer wachten vooraleer N-VA/PLE in de brievenbus verschijnt, maar ook daaraan wordt gewerkt. Ik geloof niet in een politiek die net voor de verkiezingen met allerlei grote plannen uitpakt om dan zes jaar niets van zich te laten horen (en ook weinig te doen).

44

44

Oozen burgemjester zet zoewmar in de gemjentelijke berichte dattem gin Esses kan. Da’s straf, stelt uw is veur dat de kunnigin beveurbeld zou zegge dazze gin Vloms kan… Nou muttek jerlijk toewgeve dakkik wok ni jellemoal Esses proat gelak asda zou moette. Mijn ouwers zen van Wezel en Loenout, en ik zen nog nen tijd in Wogstroaete nor ’t school gewist (’t Seminorrie, jaja) : doar zegge ze dasiet ni goe vijne aszet ni goe vinne ! En op den tellevies worde veural Antweirps en dan lekket al rap of dache da dan mar moet overpakke; ’t Esses is wok van zen eige al ni zoew een duidelijk dialect : ’t is West-Broabaants mej toch wok Wost-Broabaantse invloede (gelak as “wer” op ’t ende vanne zin). En binnenet West-Broabaants zittet Esses op de greis tusse Markiezoats, Baroniejs en Antweirps. Veurbij de Nimoer en ’t Aachterbroek proate z’echt Antweirps (dus klappe ze’t,…) mar ier dus niej. Daddis dan wok nog is een bitje menneneigen theoriej, want achet opzukt vind ooveral nen aanderen uitleg. Kem gewort dazze veur achtonderdveftig joar Esse ’t jen en ’t aander gon opschrijve over ’t Esses, en da lekt me wel een goej initjatief. ’t Zou sunt zen da binne feftig joar nimant mjer wet oewachier echt mut proate.

Ondertusse vroagdew mesgint af worrom dakier in ’t Esses zen beginne schrijve, want makkelijk is da niej. Wel, van ’t wiekent was ’t karnaval. En karnaval, daddis in ’t Esses te doen. ’t Was al de vierenvjertigste kjer, en bij de karnaval is daddeen spesjioal getal, vier kjerren elf (oewattadammel begonnen is, da kund’ ier leze in wofdstuk tien). Zelf zennekniej zoewne karnavalvierder, al zennek wel nor de stoet gon zien (niej el de stoet, want webben wok in ’t cafej gezete). Mor karnaval is natuurlijk jel veurnoam veur Esse. Doar emme zoveul meesse zoveul leut mej, dat dad altij mut blijve bestoan !