30 jaar Jeugdheem Deken Verbist
1968-1972
VAN INSTUIF TOT THOR
1968 was een
bijzonder jaar. De Westerse wereld werd geconfronteerd met een
contestatiebeweging, waarbij veelal jongeren het voortouw namen.
Het vanzelfsprekende gezag van overheid, kerk, ouders… werd in vraag
gesteld. In de Verenigde Staten
werd geprotesteerd tegen de Vietnam-oorlog.
In Parijs werd de universiteit bezet, waarna het protest escaleerde en ei
zo na tot een val van het regime leidde. In
eigen land uitte dezelfde geest zich ondermeer in de strijd voor “Leuven
Vlaams”. Ook op het Vlaamse
jeugdwerk hadden deze gebeurtenissen een impact.
Zeker bewegingen met een sterke sociale inslag, zoals KAJ en BJB-KLJ,
stelden zich vragen omtrent het eigen functioneren.
Algemeen kreeg de jeugdbeweging minder belangstelling van de oudere
leden. Voor die +16-jarigen schoten
in Vlaanderen de jeugdhuizen als paddenstoelen uit de grond.
Jongerengemeenschap
In Essen was de
primeur in 1966 voor de “Jongeren-gemeenschap”.
De Chiro van Essen-Statie en de KSA sloegen hiervoor de handen in elkaar.
Het KSA-lokaal en het Parochiecentrum van Statie waren beurtelings de
thuisbasis, KSA-proost Pater Myny de geestelijke leidsman.
Op de activiteitenkalender stond vooral volksdansen, naast vorming, een
fotoclub, uitstappen…
Zag Smets met lede
ogen de jeugd van het Centrum naar de Statie trekken ? Was de
Jongerengemeenschap voor hem een inspiratiebron ? Of gaat het eerder over een
toevallige samenloop van omstandigheden ? In elk geval, de gelijkenissen tussen
de Jongerengemeenschap en de Instuif vallen op : Essen kreeg zijn jeugdhuis.
Een vliegende
start
Bij gelegenheid van
de opening van het uitgebreide Jeugdheem had Smets het over de “jeugd van
tegenwoordig” : “Langs alle kanten dringen klachten door over de jeugd van
nu. Hier vindt men dat de jonge
mensen met hun vrije tijd lopen te slenteren tot happening en provo-herrie.
Daar oordelen anderen dat de dagschool en avondlessen te zwaar wegen voor
jonge mensen die kapot gemaakt zijn door het ritme van de tijd.
Beide vragen naar een vrijetijdsbesteding om een leegte te vullen, of om
de spanning te ontladen. De nood van elke jonge mens is een eigen milieu, een
levensruimte, waar hijzelf het initiatief neemt, waar samen de sfeer wordt
geschapen, waar geleidelijk gemeenschap groeit. De 'Instuif' wil deze ruimte bieden.”
Met deze
opdrachtverklaring kon men van start gaan.
Vooraf had Smets samen met Jef Naulaerts en Karel Van Den Bergh trouwens
een aantal jeugdhuizen bezocht, om ideeën op te doen.
De eerste kern bestond uit leiders en leidsters van de jeugdbewegingen,
aangevuld met enkele niet-georganiseerde jongeren.
Uit KAJ kwamen Jef en Piet Boom, ook Gilberte Van Schoors, Fons Jaspers,
Frans Boom, Michaël Van Schoors, Frans Schrauwen en Mariette Goetschalckx waren
erbij. Op 12 oktober opende de
Instuif voor het eerst de deuren, met 46 aanwezigen.
Voortaan zouden elke zaterdag van 20u tot 23u de Instuif-deuren geopend
zijn. Nog in 1968 trok de Instuif
naar de Wiener-ijsrevue en werd een voordracht gehouden met “lichtbeelden”
over de 11.11.11-actie. Ook een
folksong-avond met KSA Kalmthout stond op het programma van de eerste maanden.
Sinterklaas, Kerstmis en Oudejaarsavond gingen vanzelfsprekend ook niet
ongemerkt voorbij.
Als eerste permanent
verantwoordelijke stelde Jef Smets Gilberte Van Schoors aan.
Binnen de kern bleek overigens al snel dat de combinatie
jeugdhuis-jeugdbeweging niet zo voor de hand lag, want de Instuif ontwikkelde
een drukke werking. Al in januari
1969 kwam er een eerste danscursus en een eigen volksdansgroep, die wat later de
naam “Debka” zou meekrijgen. De
activiteiten verschijnen op een gestencild blaadje.
De start was gemaakt.
Meer dan een
“Zeverkot”
De Instuif
investeerde meteen in een ruim en verscheiden aanbod.
Met gezelschapsspelen, een “sjotterkas” en tafeltennis of gewoon een
gezellig pintje aan de toog was er ruimte voor pure ontspanning.
Maar het mocht ook gerust wat ernstiger : de Derde Wereld kreeg veel
aandacht en verder stonden in 1969 een debat met een journalist die als
ooggetuige bij de Praagse Lente aanwezig was geweest of met
burgemeester-volksvertegenwoordiger Herman Suykerbuyk op het programma, net
zoals een gesprek over “dienstplicht-dienstweigering” of een avond rond het
thema “Welke zijn de verhoudingen tussen jongen-meisje”.
De Instuif was immers één van de weinige gelegenheden waar beide
geslachten samen optrokken : het onderwijs en de jeugdbewegingen hielden veelal
vast aan de “gescheiden” aanpak.
Op 30 augustus 1969
werd de eerste kleinkunstavond georganiseerd.
Ook enkele bekende Vlamingen (avant la lettre) werden naar Essen gehaald,
zoals Armand Pien en Cas Goosssens. Daarnaast
werd het Jeugdheem ook al eens achtergelaten.
De Instuif trok naar de duinen, het volksdansfestival in Schoten, het
Vlaams-Nationaal Zangfeest of de Antwerpse haven.
De eerste verjaardag
was de aanleiding om een nieuwe ruimte in gebruik te nemen : de tv-zaal ofwel
het “Zeverkot”. Voor de
inhuldiging was, naar goede gewoonte, opnieuw een bisschop opgetrommeld.
Maar niet Mgr. Daem, wel Sinterklaas mocht de eer waarnemen en kreeg
meteen het peterschap van het zaaltje aangeboden.
Op 3 oktober 1969
werd voor de eerste keer een kernverkiezing gehouden, en op het einde van 1969
werd oud-KSA'er Guy Van den Broek permanent verantwoordelijke.
Was het de invloed van de toekomstige journalist ? In elk geval werd het
gestencilde programmablaadje op 1 januari 1970 vervangen door het 12 blz.
tellende “Instuifnieuws”. De
typmachine werd een noodzakelijk jeugdhuis-attribuut, de regelmatige zoektocht
naar bereidwillige typisten was ingezet.
Thor
In augustus 1970
kreeg de Instuif een nieuwe naam, “Thor”, naar de Germaanse God die met zijn
hamer Mjollnir voor bliksem zorgde en die donder veroorzaakte met zijn door
heilige geiten voortgetrokken hemelkar. “Instuifnieuws”
werd passend omgedoopt tot “Thortel”. De
afbeelding van de god, een ontwerp van Joos Janssens, zou er later de voorpagina
van sieren. Die kaften werden in
zeefdruk op het Jeugdheem zelf gemaakt. Naast
Thortel was ook het plaatselijke Milac-tijdschrift (“soldatenblaadje”) “De
Noorderzon” een medium waar Thor dankbaar gebruik van maakte. Aangezien Smets lange tijd proost was van Milac, lag de
samenwerking immers voor de hand.
Thor draaide op een
stevige ploeg, voor wie het jeugdhuis stilaan een tweede thuis begon te worden.
Vanuit de kern startten verschillende werkgroepen.
Naast Debka kwamen er een fotoclub, een sociale werkgroep en een
werkgroep voor jongerenmissen, waarin Gilberte Van Schoors instond voor de
gitaarbegeleiding. Op 3 mei 1970
werd onder het motto “Een nieuwe lente, een nieuw geluid” de eerste
jongerenviering georganiseerd. De
werkgroep kreeg al snel de naam “Jonge Kerk” mee, en repeteerde onder
leiding van broeder Guido Bex en later van Marcel Van Doren. De Jonge Kerk, in
Essen ook gekend als het “Jongerenkoor” en veel later als “Accent” zou
tot in 1973 in Thor blijven, alvorens de repetities naar de kerk te verplaatsen.
Daarnaast waren er
ook werkgroepen actief rond thema's als sport, decoratie, de tapdienst, de
administratie en de Thortel-redactie. Elke
werkgroep kreeg een eigen verantwoordelijke.
In 1970 namen Rita Andriessen, Guy Hontelé, Jef Van de Keybus, Piet Van
Meel, Jef Brosens, Louis Schrooyen, Jan Keuppens, Rob Robberechts, René Theuns,
Paula Elst, Riet Browne, Jos Hertogs, Rit Andriessen en Wim Kuyps die taak op
zich. Deze laatste zou Guy Van den
Broek ook opvolgen als permanent verantwoordelijke.
Ook Annie en Mariette Goetschalckx, Jos Van Loon, Michaël Van Schoors,
Frans Hertogs en Baud Van Wetswinkel maken rond deze periode deel uit van de
actieve Thorkern. Op 14 en 15
november 1970 trok men voor de eerste keer op kernweekend, in Heide.
Dat werd een jaarlijkse gewoonte, om de werking te evalueren en bij te
sturen.
Naast deze actieve
jongeren had het jeugdhuis ook een beheerraad, waarin een aantal volwassenen
zetelden die met tweemaandelijkse vergaderingen de werking op het goede spoor
moesten houden. Die beheerraad kon
eind 1970 het heuglijke nieuws van het “Ministerie van Nationale Opvoeding en
Nederlandse Cultuur” vernemen, waarbij Thor als “jeugdhuis derde
categorie” werd erkend.
Een nieuwe barak
Misschien dankzij de
bij de erkenning horende subsidies, maar ongetwijfeld vooral omwille van de
stevig gegroeide werking, kwam Thor al snel ruimte tekort.
Dus stak men de handen in 1970 opnieuw uit de mouwen.
Het jaar voordien was al eens aan de afwatering van het Jeugdheem
gewerkt, maar nu werd voor 7.000 frank een barak aangekocht.
Onder leiding van Smets werd hard gewerkt om ze zo snel mogelijk recht te
zetten. Smets had ook een oude
autobus aangekocht, die als bijkomende lokaal voor de Chiro werd gebruikt.
In de barak van 14m
bij 7m, die achter de Welpenbarak van de Scouts werd geplaatst, kwamen een
living, een lokaal voor de fotoclub en een info-centrum.
Thor kocht ook een nieuwe geluidsinstallatie en verplaatste de oude naar
de barak. De uitstekende
installatie, en de bijhorende deskundige DJ's Guy Hontelé en Robert Robberecht,
verklaarden mee het succes van Thor. De
wekelijkse dansavonden begonnen stipt om 20 uur, en de danslustigen zaten dan
meestal al klaar, te wachten op het eerste nummer - veelal een slow. Op die manier trok Thor volk aan van Kalmthout en zelfs
verder, ook nadat begin 1971 de leeftijdsgrens van 16 naar 17 werd opgetrokken.
In 1972 werden 418 leden geteld, 309 uit Essen.
Naast de dansavonden
trokken ook de kleinkunstoptredens veel volk.
Zo deed Willem Vermandere in oktober 1972 Thor vollopen, in december
gevolgd door “De Snaar”, de voorloper van “De Nieuwe Snaar”.
Ook filmavonden waren ondertussen een vaste waarde op de kalender
geworden. Het succes ontging
blijkbaar ook de media niet, want de BRT-televisie verplaatste zich in november
naar Essen voor opnamen in het kader van het programma “Slalom”, een
onderdeel van het bekende “Tienerklanken”.
Walter Capiau interviewde Riet Browne, en schepen van Jeugd en Sport
Karel Van Den Bergh. Capiau zou
later trouwens met zijn “Capriolen” nog eens terugkomen naar Essen.
Op zoek naar
nieuwe horizonten
In juli 1971 trok
Thor voor het eerst op reis. Bestemming
was Schönau in het Oostenrijkse Tirol. Het
tiendaagse verblijf van de 40 “Thorianen” werd gevuld met enkele stevige
tochten, en verder met activiteiten als zwemmen of een sportdag.
De formule sloeg in elk geval aan, want voor het volgende jaar werd
opnieuw een reis op het programma gezet. De
bestemming was deze keer Ierland. Smets
en Kuyps mochten rekenen op het gezelschap van 9 meisjes, 12 jongens en het
koksgezin Pat Browne-Yvonne Noppe. De koksvader met Ierse roots voelde er zich perfect thuis.
In die mate dat hij tijdens een autostop-ritje de kampplaats, al
keuvelend met de bestuurder, kilometers ver voorbij reed en alsnog te voet terug
moest !
Met het vliegtuig
werd de afstand tussen Zaventem en Cork overbrugd.
Vandaar ging het naar het Zuid-Westen van de Ierse republiek, meer
bepaald naar het schiereiland Beara. Daar
werd op drie verschillende plaatsen verbleven, waarna de terugreis werd
aangevat. Die ving aan met een
boottocht over de Ierse Zee om vervolgens per autobus te leiden langs Londen en
Canterbury. De hovercraft over het
kanaal en de bus van Calais naar Essen maakten de trip compleet.
Het kernweekend dat eind 1972 in Puttenhof werd georganiseerd, kon niet
anders dan het succes van de trip vaststellen.
Bouwwoede blijft
heersen
De gonzende Thor
koesterde al snel nieuwe bouwplannen. In
maart 1972 werd besloten de beschikbare ruimte in de stenen gebouwen ongeveer te
verdubbelen ! Opnieuw werd Ward Van Doren als aannemer aangesproken, maar de
Thor-vrijwilligers lieten zich ook nu niet onbetuigd.
Er kwam een ruimte bij, die voor een groot deel werd belegd met vast
tapijt. Daarnaast kwam er een dansvloer en een stenen vloer voor
biljart, tafeltennis en tafelvoetbal. De
met treden ingerichte lokalen, nodigden uit om gezellig te zitten.
In het
Pinksterweekend van mei 1972 werd het vernieuwde gedeelte geopend, waarbij ook
de bevoegde minister Frans Van Mechelen (CVP) zich had laten vertegenwoordigen.
De overheidssubsidie had de bouw inderdaad mee mogelijk gemaakt, maar
Thor had toch behoefte aan een financiële opkikker.
Reeds enkele jaren was door Thor meegewerkt aan de Heemfeesten om de
lening uit 1968 mee af te betalen, en
verder had men ook enkele keren op de Handelsbeurs gestaan met een tombola.
Om de kosten van de verbouwing te dekken, werden van 30 juni tot 2 juli
1972 Thoriaanse feesten op de
kalender gezet. Een kaartprijskamp, een goochelvoorstelling voor de kinderen,
twee bals en een fietsenrally moesten voor de nodige inkomsten zorgen.
Op het einde van 1972 nam Wim Kuyps afscheid. Hij werd opgevolgd door Piet Van Meel. Verder bestond de kern uit Frans Hertogs, Fons Jaspers, Paula Elst, Nicole Van Dorst, Riet Browne, Guy Van den Broek, Vera Van Ginderen, Frank Van Geel, Louis Kamerling, Michel Theuns, René Theuns, Guy Cuypers, Peet Hertogs, Seppe Hertogs, Leo Buermans, Kris Francken, Ludo Damen en onderpastoor Jef Smets. De beheerraad wordt gevormd door Karel Van den Bergh, Jef Theuns, Guillaume Nelen, Pat Browne, Piet Nuijten, Mevr. Kuyps-Meeuwsen, Piet Hoppenbrouwers, Louis Jordaens, Mevr. Francken-Pleysier, Mevr. Peeters-Mattheeusen en de nieuwe deken Jan Verstraelen. Het vijfjarig bestaan van Thor naderde.