Madrid-Toledo
Ik ben niet zo vaak in Spanje geweest. Wel in Madrid, maar verder alleen in Oviedo en Barcelona – allebei voor een professionele opdracht, al heb ik in die laatste stad nog enkele uren kunnen rondwandelen. Ook Madrid was altijd voor mijn werk, maar daar heb ik er een paar keer één of twee extra vrije dagen aan gekoppeld. Een mooie en interessante stad, maar toch was ik een beetje teleurgesteld toen mijn werkgever me toch weer naar de Spaanse hoofdstad stuurde.
Tot ik op het idee kwam om uit te zoeken waar je van daaruit op relatief korte termijn kan geraken om er zo Allerheiligen door te brengen. En zo viel de keuze al gauw op Toledo. De stad van Bahamontes, voor de wat oudere wielerliefhebber (hij heeft er een standbeeld). En de stad van Domenikos Theotokopoulos – El Greco, de Kretenzer die van klassieke Byzantijnse iconen over indrukwekkende monumentale werken in de kerken van Toledo evolueerde naar schilderijen die Picasso drie eeuwen later zouden inspireren. Uiteraard is mijn waardering voor zijn werk gelinkt aan zijn Griekse herkomst, maar ook los daarvan is zijn kunst zeer bijzonder. Ik ben niet snel echt ontroerd door een schilderij. Een aantal werken van Monet, Guernica (in Madrid !) van Picasso, veel langer is het lijstje niet. Maar toen ik de sacristie van de (zeer impressionante) kathedraal van Toledo binnenwandelde, werd mijn adem echt even afgesneden. El Expolio (dat de episode verbeeldt waarbij Christus op Golgotha van zijn kleding wordt beroofd), met een in het typische rood van El Greco geklede Christus, trekt onmiddellijk alle aandacht naar zich toe. Van de andere schilderijen in de zaal worden alleen die van El Greco zelf (waaronder één van zijn series met de twaalf apostelen) en één van Goya er niet door weggeblazen.
Ook elders in de stad zijn veel van zijn werken te vinden, met de Begrafenis van de Graaf van Orgaz in een kleine kerk als ander topstuk. Er is ook een aan hem gewijd museum, dat (naast een andere serie twaalf apostelen) vooral interessant is als historische getuige van hoe het concept „museum” groeide. Het bevat een huis dat niet het huis van wel Greco is, maar het wel had kunnen zijn… En ook in andere musea en kerken in de stad hangen er werken van de Griek – zijn bijnaam is trouwens gebaseerd op het Italiaans en niet het Spaans voor „de Griek” – hij kreeg die tijdens zijn periode in Venetië. Alleszins zal in beide landen „Δομήνικος Θεοτοκόπουλος” als wat moeilijk te onthouden zijn beschouwd.
Overigens hangen er in Toledo, zoals het in Spanje betaamt, ook heel wat Vlaamse meesters – telkens zonder uitzondering van hogere kwaliteit dan de Spaanse tijdgenoten. En naast de zowel van buiten als binnenin imposante kathedraal heeft de stad ook verder een rijk architecturaal en religieus erfgoed, met naast christelijke ook islamitische en veel joodse elementen, waaronder enkele synagogen. Waaruit de joden na de Reconquista werden verjaagd (en die dus tot kerken werden omgebouwd), om zo in het Ottomaanse Rijk en met name in „Salonica” te belanden. Of hoe alle wegen… En hoe het Griekse ministerie van Cultuur een kans mist om in Toledo een Grieks Instituut op te zetten dat het dubbele verhaal vertelt van de schilder uit Heraklion en zijn Byzantijnse achtergrond en de Sefardische joden en hun taal (het van het Spaans afgeleide Ladino) die gedurende eeuwen de voertaal was van Thessaloniki.
Met de hogesnelheidstrein ligt Toledo een half uur sporen van Madrid. Boek het ticket wel vooraf en niet zoals ik op de dag zelf, want dat kostte mij twee uur extra wachttijd.