Vogelvlucht
IN MEMORIAM JAN ADAMS
Een weekend in Knokke. Omdat er daar een station is, en we naar de oostkust wilden. We maakten een lange strandwandeling, naar het Zwin. Daar was mijn vrouw nog nooit geweest, wat niet zo verbazend is, maar ik ook niet, en dat zou natuurlijk niet mogen. Blijkbaar was het schoolreisprogramma in mijn jeugd toch niet zo klassiek. Het is nochtans een must, het natuurreservaat dat zoals de Kalmthoutse Heide die we zo goed kennen pal op de grens ligt – ook dat schept een band.
Op weg naar het Zwin, in de duinen, las ik het WhatsAppbericht dat Jan Adams overleden was. Vreemd dat een bericht dat niet onverwacht komt zo onwerkelijk kan zijn dat je het eigenlijk niet kan, niet wil geloven. Het Zwin herbergt vogels, maar ook andere dieren en planten. In het reservaat dat -het moet gezegd- zéér mooi aangepast werd aan de Covidmaatregelen worden die fauna en flora uiteraard uitgebreid toegelicht, met de Latijnse naam erbij. Zoals dat hoort. In onze Esak-quizploeg volstond die Latijnse naam vaak om de plant of het dier te herkennen. Soms hoopten we dat de quizmaster van dienst het gewoon bij die naam zou laten, maar dat gebeurde zelden. De quizmaster dacht wellicht dat hij er eigenlijk niemand een plezier mee deed. Maar dat was buiten Jan Adams gerekend, die had er heel vaak meteen genoeg aan.
Zelf kan ik bij wijze van spreken geen ooievaar van een roodborstje onderscheiden, maar in het Zwin heb ik echt mijn best gedaan. Maar Jan zou door mijn verrekijker veel meer soorten hebben herkend, natuurlijk. Ik zou hier kunnen schrijven dat Jan een wandelende natuurencyclopedie was, aangevuld met grote hoofdstukken hedendaagse hitmuziek (en de occasionele bijhorende niet onknappe jonge zangeres) en wetenswaardigheden uit zowat elk denkbaar domein. Maar het adjectief “wandelende” past niet bij Jan. Jan liep, en deed dat fanatiek. En Jan dacht en praatte met dezelfde hoge snelheid. Hij was op veel terreinen moeilijk bij te houden. Samen met hem quizzen, en ik neem aan dat het ook voor samen met hem lopen gold, was vaak een kwestie van aanklampen, bij vragen die al beantwoord werden vooraleer ze waren gesteld, bij verhalen die doorliepen van de eerste naar de laatste ronde. Ik kende Jan niet eens zo goed, maar heb daardoor toch het gevoel dat ik veel van hem weet.
Die aangeboren snelheid hield hem nochtans niet tegen om te genieten van de mooie dingen in het leven. Van lekker eten (en veel – al die calorieën vlogen er toch opnieuw af) en van reizen. Van flora en fauna – in de tuin en daarbuiten. En van zijn leefomgeving – hij werkte voor de groendienst van de gemeente Kalmthout tot aan zijn (veel en veel te korte) pensioen en engageerde zich ook in de plaatselijke politiek. En in de atletiekclub, natuurlijk – waarvoor hij ook de quiz mee opstelde, met goede maar véél vragen, die voor de niet-kenners van vogels, vlinders, insecten, bomen en bloemen – en de hitlijst van MNM – niet altijd evident waren. Dat mag op een quiz, als alle vragen elke week hetzelfde zijn, dan wordt het al snel erg saai.
Jan was op ons trouwfeest, en ik herinner me dat hij daar vertelde over zijn reizen naar Griekenland. Het enige woord Grieks dat hij onthouden had was opmerkelijk genoeg “kotopoulo”, de kip. Ik dacht ook daaraan terug in het Zwin. Een vogel zowaar, zij het één die vooral in gebraden vorm wordt gewaardeerd. Echt iets voor Jan, om net dat te onthouden. Zoals hij zo vaak dingen onthield die schijnbaar zonder nut waren, maar waar we dan achteraf op een quiz baat bij hadden.
Enkele jaren geleden verloor ons quizteam ook Nora Mattysses – vriend aan huis bij Jan. Nora was vaak onze toevlucht voor onder meer klassieke muziek, literatuur en kunst. Met Jan en Nora samen konden we met name op de quizzen die Joris Pinseel opstelt (dat zijn er jammer genoeg niet zo veel) eigenlijk plaats één al vooraf op ons scoreblad invullen. De vragen werden dan bovendien eerder “tussendoor” beantwoord, en ondertussen konden we bijpraten over honderden zaken. Nora, en Jan nog meer, hadden altijd wat te vertellen. Die antwoorden, ach wat kan het ons schelen. Maar het werd veel stiller aan onze quiztafel zonder Nora. En zonder Jan, dat kan ik me eigenlijk nog niet eens indenken. Er wordt voorlopig niet of nauwelijks gequizt, maar ook na Covid zal het nooit meer hetzelfde zijn.
Het Zwin is een vogelreservaat, maar het is er vooral voor vogels op doorreis. In tegenstelling tot een dierentuin krijgt het zijn betekenis eigenlijk niet door de vogels die er zitten, maar door de vogels die er nog moeten aankomen, en die er al weggetrokken zijn. Zoals de ooievaars in Knokke is Jan vertrokken. Dat is fundamenteel oneerlijk. Het is al zo onwezenlijk voor ons, en voor zijn vrouw Brigitte moet het nog moeilijker te bevatten zijn. Hij laat een leeg nest en veel herinneringen achter. Zoals een reservaat kunnen we die alleen maar benoemen en koesteren.