Eerste hulp bij grensgevallen
Vorige week vergaderde de Management Board van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) in Bratislava. Die werd drie jaar geleden opgericht om het vrij verkeer van werknemers en de arbeidsmobiliteit in de Europese Unie in goede banen te leiden, via onder meer het ondersteunen van samenwerking tussen arbeidsinspecties en het verbeteren van de informatie over rechten en plichten van werknemers en ondernemingen die in andere EU-landen actief zijn. Ik mocht van bij de opstart de Board voorzitten, en dat gaf me de unieke kans om een agentschap van een beslissing op papier te zien uitgroeien tot een slagvaardige autoriteit met 130 personeelsleden die dag na dag gezamenlijke inspecties, seminaries, gevensuitwisselingen… organiseert. De Board heeft me nu herkozen voor een nieuwe termijn van drie jaar, en ik kijk ernaar uit om ELA met zijn volledige capaciteit te zien werken. Dat zal dan met wat minder personeel*, maar een groter budget dan de gemeente Essen zijn.
Die gemeente Essen werkt samen met Klina aan de uitbouw van een „Zorgpunt”, gevestigd in de voormalige OCMW-gebouwen (en nog meer voormalige douanegebouwen) aan Kerkeneind. Daar ging maandag de gemeenteraadscommissie Welzijn door, en meer dan de nostalgie die als voormalig OCMW-raadslid natuurlijk niet te vermijden was, overheerste de bewondering voor wat er werd gerealiseerd en -vooral- voor de heldere visie en praktische mentaliteit van Dr. Baert en zijn collega’s.
Daarbij werd ook gesproken over de samenwerking met Bravis. Dat andere ziekenhuis in onze buurt, dat niet 22 maar slechts 8 km van Essen vandaan ligt. In situaties waarin afstand tijd wordt, en tijd een kwestie van leven en dood kan zijn, niet zomaar een triviale vaststelling. Toch loopt de samenwerking met Bravis moeilijk, omdat de regels aan weerszijden van de grens slecht op elkaar zijn afgestemd. Er wordt met gouverneur Berx en de Benelux aan afspraken gewerkt, maar ik maakte me toch de bedenking dat we op het domein van de arbeidsmarkt een heel stuk verder staan dan in de gezondheid, ondanks het succes van de EU-vaccinaankoop. De arbeidsrechtelijke en sociale zekerheidssituatie van de ambulancier die zich over de grens waagt is alleszins een stuk duidelijker, en de mechanismen doorzichtiger, dan die van de patiënt die in de ambulance over de grens zou worden gevoerd. Heel goed ken ik het domein niet, maar ik ben er redelijk zeker van dat dat niet aan de Europese Commissie ligt, maar aan de lidstaten, die iets te angstvallig aan hun eigen prerogatieven vasthouden. Misschien kunnen Vlaanderen en Nederland, Essen en Roosendaal, en Klina en Bravis, nog een voorbeeldrol spelen. Iets wat Europa ongetwijfeld zou toejuichen.
Ook Bratislava is een grensgeval. Niet zo sterk als Essen, maar het is de EU-hoofdstad die het dichtst bij de (in dit geval Oostenrijkse) grens is gelegen. Waar vroeger niet alleen douanekantoren, maar heuse wachtposten stonden, wegens IJzeren Gordijn. Helemaal aan de andere kant van Slovakije begint dan weer Oekraïne. Daarmee is Bratislava een goede plek om ons te herinneren van waar we komen, maar ook hoeveel weg er nog af te leggen is. Ook heel concreet voor de gezondheidszorg in ons eigen kleine Essen.