D+7
Een week na de gemeenteraadsverkiezingen. Ze liggen nog altijd op mijn maag, en dat verbaasde me daarstraks een beetje. Ik ben in de raad verkozen, heb een paar dagen (letterlijk dan toch) afstand kunnen nemen omdat ik voor mijn werk in Parijs zat, en heb ook nog heel wat andere zaken aan mijn hoofd. Bovendien, je hoefde nu ook weer geen politiek genie te zijn om te beseffen dat een coalitie die de meerderheid behoudt mogelijk wordt verdergezet.
Vanwaar dan mijn onbehagen ? Er zijn twee redenen voor. De eerste geldt ongetwijfeld voor veel van mijn N-VA/PLE-vrienden : we hebben het gevoel dat CD&V en sp.a geen respect hebben voor het feit dat N-VA/PLE wel degelijk de grootste partij in Essen geworden is. Omdat ze geen argumentatie hebben kunnen bedenken om ons opzij te zetten die steek houdt en verbindend kan werken. Zes jaar geleden hebben ze dat niet gedaan, zo had het deze keer ook gekund. Een kort persbericht dat er voor continuïteit werd gekozen, en dat is het dan. Goed samengewerkt, werk verderzetten, … Maar dat zou ook bij hun eigen kiezer en achterban wellicht moeilijk hebben gelegen. De CD&V’ers die zich afvroegen of een brede meerderheid niet beter zou zijn, en (vooral) de sp.a’ers die een alternatief wilden voor CD&V, ik zou ze de kost niet willen geven. Dus moest er geargumenteerd worden. Maar meer dan drogredenen om ons aan de kant te schuiven konden er niet worden gevonden, want uiteindelijk is de enige reden om samen te blijven werken dat ze nu eenmaal het liefst samenwerken. En zich in bochten moeten wringen, dat werkt niet. Niet alleen tegenover ons, de kandidaten en verkozenen, maar tegenover al onze kiezers. Al wie die drogredenen doorziet, die voelt zich voor het lapje gehouden en wordt daar boos van. Logisch.
Die eerste reden voor mijn onbehagen gaat onvermijdelijk overgaan. De tweede zit dieper. Vanaf het moment dat ik in de Essense politiek betrokken raakte (dat is binnenkort 30 jaar geleden) droom ik van minstens één legislatuur besturen zonder CD&V (toen nog CVP, maar dat verschil doet niet terzake). Besturen mét CD&V was dan wel een latent plan B, maar de uiteindelijke droom was zonder hen. Vooral omdat het in een democratie nodig is dat macht circuleert, niet te lang in dezelfde handen blijft. Maar ook om met een andere stijl te kunnen besturen, en op een aantal punten een ander beleid te kunnen voeren. Die droom geef ik uiteraard niet op.
Alleen… in die droom speelde de sp.a altijd een rol, al dan niet met een sociaal-democraat in de burgemeesterszetel. Ik ging er vanuit dat de coalitie met CD&V een verstandshuwelijk was, een tijdelijk verbond, gericht op beter. Twaalf jaar geleden leek het dat ook wel. Zes jaar geleden had ik misschien al beter moeten weten, maar ik bleef erin geloven dat de sp.a het niet als zijn historische roeping zag om in CD&V in Essen aan de macht te houden. Die illusie ben ik nu kwijt. Wie 18 jaar samen bestuurt, vormt geen coalitie meer. Dat is een alliantie, een kartel dat met verschillende lijsten opkomt. CD&V en sp.a hebben zich aan elkaar verbonden. De Conservatieve Coalitie heb ik hen de voorbije dagen genoemd, omdat ik niet geloof dat ze met dezelfden van altijd nu wel enige verandering zullen brengen.
Dat stuk van mijn droom heb ik moeten opgeven. Dat is een ontgoocheling die verder gaat dan het missen van de meerderheidscoalitie voor de legislatuur 2019-2024. Ook natuurlijk omdat de praktische implicatie is dat CD&V/sp.a samen verslagen moeten worden. Dat het niet meer volstaat om groter te worden dan CD&V, maar dat we groter moeten worden dan CD&V/sp.a.
Ik twijfel er niet aan dat we die doelstelling op zes jaar tijd gaan realiseren. Met overschot. Maar ik had het zo graag anders willen zien. Ik had écht graag willen samenwerken met de sp.a-mensen. Omdat ik dacht dat we ergens diep vanbinnen dat eerste stuk van mijn droom gemeen hadden. Niet dus. Dat moet echt nog verder bezinken. Daarvoor volstaat een week niet.